Stopbus Oss
Van donderdag 27 juni t/m donderdag 11 juli 2013 ligt het
spoor ten noorden van station ’s-Hertogenbosch op de schop. De brug over de
Dieze, 1000 meter van het station, wordt vernieuwd en viersporig. De treinen
uit de richting Nijmegen / Oss krijgen een fly-over over die van en naar
Utrecht. De al eindeloos lange perrons van station ’s-Hertogenbosch worden nog
een stukje opgerekt; het stationsemplacement aangepast.
Dat alles betekent veertien dagen gestremd treinverkeer en
vervangend busvervoer op de trajecten ’s-Hertogenbosch - Oss en ’s-Hertogenbosch
– Zaltbommel. Je voelt hem al aankomen: dat gaat naar Den Bosch toe! De
onvermijdelijk daarop volgende vraag: ‘Wie zal dat betalen?’ is niet moeilijk
te beantwoorden binnen een ongesponsorde eenpersoonsorganisatie, en was dan ook
vooral retorisch van aard. Ik reis vandaag op een HEMA-kaartje.
Vandaag is dan: maandag 1 juli 2013. Ook op dinsdag de 2e
zal ik nog even gaan kijken naar deze stremming, op saldo op chipkaart, maar
dat weet ik vanmorgen nog niet.
Ik heb een rit gepland via Nijmegen naar Oss, daarna met de
bus naar Den Bosch, daar verder per bus naar Zaltbommel en om 19:30 weer terug in Leiden. In Den Bosch
wil ik natuurlijk die Diezebrug zien; in Oss en Zaltbommel nog een stukje
fotowandelen. Ik heb achter de computer een strak reisschema opgesteld (het
vervangend busvervoer zit tegenwoordig ook in de reisplanner) en ben benieuwd
wat er in praktijk van terecht komt.
Ik ben ook benieuwd of het allemaal beter loopt dan die keer
in 1998 toen we hier waren voor het ROVER-onderzoek ‘NS zet bussen in’. Dat onderzoek
beleefde toen zijn aftrap. Ik schreef erover (en moest toen natuurlijk ook al zo
broodnodig opmerken dat het naar Den Bosch toe ging, zie ik nu; weinig
origineel).
Het busvervoer was die keer een ongekende chaos. Als dat nu
anno 2013 beter loopt, heeft dat ROVER-onderzoek van toen toch effect gehad,
verbeeld ik me. Ja, dat wil iedereen toch, dat zijn werken eens een keertje nut
afwerpen?
De eerste berichten van het front, afgelopen donderdag,
waren gunstig, of ongunstig, afhankelijk van hoe je het bekijkt. Er reisden zo
weinig mensenrond Den Bosch, dat de bussen het vervoer gemakkelijk aankonden. Men zag bij
voorbaat tegen de ellende op, en nam de auto; wel voorstelbaar. Vrijdagmiddag
braken in Zuid-Nederland de schoolvakanties uit en dat scheelt ook weer een
hoop reizigers.
Een strak reisschema houdt meestal niet lang stand op ons
spoorwegnet. In mijn geval precies 20 minuten, totdat mijn trein strandt bij
Bodegraven, omdat er een seinstoring is bij Vleuten. Ik had nog even overwogen
om over Schiphol te reizen. Had ik het maar gedaan, maar dat is te laat, en
wéét het bovendien maar eens! Eén troost, een hele schrale: tussen Schiphol en Utrecht
is ook een storing, dus wie weet waar ik daar gestrand was.
Luide godverdomme’s knetteren door de trein, als de
stremming wordt omgeroepen. Plannen moeten veranderd worden; complete dagjes-uit
worden op dit moment verziekt. Op zo’n geplande stremming bij Den Bosch stel je
je in – zeker als je op pad ging om een stremming te verslaan, dat is logisch.
Maar ongeplande stremmingen komen als een donderslag– hoewel ze je als doorgewinterde
treinreiziger doorgaans toch ook wel weer verwacht.
Mijn trein blijft een dik half uur in Bodegraven staan. Ik
Twitter naar NS_Online of ze misschien een keer een beslissing kunnen nemen
over terugrijden naar Leiden, want dat staan heeft ook niet veel zin. Dat
gebeurt enige tijd later inderdaad, we rijden terug.
Ik maak nu maar van de nood een deugd en ga wat sightseeën
(wat een correct gespeld woord schijnt te zijn; er komt in ieder geval geen rode
streep onder). Ik reis terug naar Alphen a/d Rijn, en pak het lijntje naar
Gouda, die nog een korte tijd vertramd is geweest, maar nu gelukkig weer rijdt
met echte treinen, opgekalefaterde sprinters. In Gouda blijkt dat er nog steeds
geen treinverkeer mogelijk is met Utrecht, wat ik vaag gehoopt had. Dus neem ik
de sprinter naar Rotterdam en bereik Den Bosch met een overstap in Tilburg.
Onderweg krijg ik zowaar nog antwoord van NS_Online. Dat
komt in essentie neer op hun gebruikelijke reactie op elke vorm van treinleed:
jammer dat het zo gelopen is, maar prettige reis verder. Ik zie de zin niet van
zo’n account, waarmee toch weinig reizigersproblemen worden opgelost.
In de trein naar Den Bosch weerklinken ook godslasteringen,
als wordt omgeroepen dat dat het eindstation is. Maar dat had je kunnen weten;
dit is een geplande stremming.
Ik kom exact een half uur eerder aan in de hoofdstad van
Noord-Brabant dan in mijn schema staat – maar heb de wandeling door Oss moeten
laten lopen, en de bus Oss-Den Bosch laten rijden; ergerlijk!
Snelbussen Oss
Richting Zaltbommel
Die bussen naar Oss zijn vanaf perron 1 bereikbaar via een
steil stalen trappetje naar een weggetje naast het station. Er staat een
labyrint van dranghekken die lang niet allemaal nodig zijn, vanmiddag. Het is
allemaal wat ruimer dan toen in 1998, en er staan deze keer ook voldoende
bussen klaar om het passagiersaanbod te vervoeren.
Er zijn stop- en snelbussen. De eerste moet je zeker niet
nemen als je naar Oss wilt. Die stoppen op ’s Hertogenbosch Oost, Rosmalen en
Oss West; dat duurt een uur. Zowel de stop- als snelbussen rijden om het half
uur, desnoods in een lang konvooi, in aansluiting op de binnengekomen treinen
uit de richting Tilburg. In Oss geven ze ook weer aansluiting op de treinen
naar Nijmegen: de snelbussen op de IC en de stopbussen op de stoptrein. Er is
over nagedacht. Ik boekstaaf dat nadrukkelijk, omdat het geenszins
vanzelfsprekend is in de OV-sector.
De bussen naar Zaltbommel vertrekken van de west-
ofwel: de Paleiskwartier-zijde
van het station. Deze rijden af en aan; niet volgens een
dienstregeling. Vanuit
Zaltbommel kun je elk kwartier verder reizen met de IC naar Utrecht.
Doorgaande reizigers zijn een half uur langer onderweg dan normaal.
Vrijwel elke busmaatschappij in Brabant en wijde omstreken is gecharterd. Voor
het busvervoer tekenen de bedrijven: Brabant Expres, Diepstraten, van Driel,
van Dijk, EMR (‘ Al meer dan 90 jaar de best verzorgde busvakanties’, hopelijk
niet al die tijd met dezelfde bussen), Fassbender, Gebo Tours / effeweg.nl, van
Gerwen, Ghielen, Jacobs Touringcars, Juijn, van Kooten, Kras, Willy de
Kruyff, Reisbureau Lanting, Lion Cars, Litax, Maastricht Tours, Munckhof, OAD,
Pouw (hun bussen worden ons aangeboden door de provincie Utrecht, waar we nu
niet zitten), Ruijs, Schmitz, maar ook
Smit, Twin Tours, Vos Reizen, van der Wielen (omdat er in een rijtje als dit
natuurlijk ook een echte speaking name moet zitten) en lest best: het Zuiden Royal
Class.
Lang niet het complete gereedstaande bus-aanbod komt momenteel
op de weg. In de zogeheten Busbuffer ten oosten van het station staat nog een
heel rijtje te wachten als reserve.
Aan de Zaltbommelse zijde staat een mobiele chiplezer
opgesteld. Aan de kant van Oss niet; je moet daar inchecken op het perron.
Overal is voldoende informatiepersoneel aanwezig; daar moesten we altijd speciaal
op letten in de tijd van het ROVER-onderzoek ‘NS zet bussen in’.
Wordt NS tegenwoordig nog steeds zo kritisch gevolgd? Wel
door de Mij voor Beter OV, die er als een bok op een haverkist bovenop zit – en
soms heel ridderlijk nog iets aardigs weet te zeggen over vertrekkende
OV-bobo’s die hun zakken voldoende volgestouwd hebben om elders een nieuwe uitdaging
aan te durven. In het geval van Meerstadt leek me een fikse natrap gepaster,
maar vooruit.
Zo niet ROVER, die tegenwoordig samen met NS aan
koppelverkoop doet: een Weekend Vrij 1e Klas met 50% korting voor nieuwe
ROVER-leden. Toen ik nog in de ROVER-adviesraad zat, werd al gepraat over zulke
zaken. Ik was er mordicus tegen. Je kunt niet objectief meer zijn tegen
bedrijven waar je handeltjes mee drijft, en je trekt er een verkeerd soort
leden mee, koopjesjagers in plaats van gemotiveerde OV-voorvechters. Volgend
jaar zeggen al die calculerende leden hun lidmaatschap weer op.
Enfin, nu maar eens naar de Diezebrug, de oorzaak van het
busgedoe van deze weken. Ik loop erheen langs een bunkerachtige feestzaal en door
een oud buurtje met hier en daar een gloednieuw huizenblok, als een kroon of brug in
een afbrokkelend gebit. Je hebt hier een Tramkade op een oud
bedrijventerreintje; welke trams zouden hier ooit vertrokken zijn, en waarheen?
Als je de brug van dichtbij wilt zien, moet je de Vaaltweg
inslaan, een weinig belovende naam. Maar
er is geen vaalt meer, doch er staat een modern(e) politiebureau,
brandweerkazerne en moskee. Ze zijn hier druk aan het werk met die brug en de
fly-over.
Werken, je kunt er wel uren naar kijken. Alhoewel: gisteren
werd een nieuw brugdeel ingevlogen, of liever gezegd: ingeschoven, in een tempo
van een paar decimeter per uur, en dat lijkt me toch zo boeiend als gras zien
groeien. Maar de geïmproviseerde, houten publieke tribune die ze hier hebben opgesteld,
stond vol publiek. Vanmiddag sta ik er tussen enkele andere grijze jongere
ouderen. Via de webcam kun je het trouwens ook zien; vanuit de bureaustoel;
dan hoef je er niet eens voor naar Den Bosch.
Die ingeschoven brugdelen zijn ter vervanging van de twee
sporen op de bestaande brug. De nieuwe fly-over lijkt al aardig voltooid, voor
mijn lekenogen. Het reikt tot 18 meter boven het maaiveld en is versierd met een
verguld patroontje, afgekeken van de Netkous op Randstadrail in Den Haag.
Terug naar het station. Koppig als ik ben, wil ik toch per
se naar Oss. Dat kan, maar dan moet ik Zaltbommel laten vallen. Dat doe ik dan
maar; voor het stadje aan de Waal kom ik morgenmiddag dan maar terug.
Naar
Oss met de touringcar. Er worden deze keer alleen maar
luxe bussen ingezet, geen afgeschreven streekbussen, zoals in 1998. Oss
ligt 25 kilometer van Den Bosch en is bereikbaar in een halfuur of
zo. In de bus
wacht me een nieuwe verrassing: ik had via Nijmegen terug gewild, maar
tussen
Oss en Nijmegen is nu ook een stremming, vanwege een ‘springer’. De
chauffeuse
van onze bus krijgt opdracht, na Oss door te rijden naar Nijmegen. Er
hoeven
geen bussen bijbesteld te worden, daar ze toch al wat overcapaciteit
hadden.
Oss valt een beetje tegen als fotostad. Dat had ik kunnen
weten als ik mijn eigen stukje uit 2002, over een reis naar de binnenlanden
van de Betuwe, herlezen had. Een half
jaar later was ik er nog een keer. Toen nam ik een bijzondere stadsbus (en de stoptrein
Den Bosch – Nijmegen, die toen wél reed). Die stadsbus had wel routes, maar
geen haltes. Hij stopte overal waar er iemand in of uit wilde. Hij had vier
lijnen. Daarvan zijn er nog twee over, die nu wél vaste halteplaatsen hebben.
Maar zelfs die twee staan onder zware druk van bezuinigingen.
Als ik terugkom van mijn fotorondje, is er nog steeds geen
treinverkeer mogelijk met Nijmegen. Helemaal geen treinen, vanmiddag, op het
station met de kortste naam. Er klinkt nu gemopper: ‘Ik zie maar stopbussen
naar Den Bosch, en snelbussen naar Den Bosch, maar niks naar Nijmegen!’ ‘Ja’,
antwoordt de informatiemedewerker, ‘ik vraag aan elke chauffeur die hier
aankomt uit Den Bosch, of hij alsjeblieft naar Nijmegen wil doorrijden. En
sommigen doen het, maar anderen niet, die zeggen: “ik heb nou eenmaal opdracht
om naar Den Bosch te rijden”.
Maar de volgende bestuurder verklaart zich gelukkig bereid,
als snelbus naar Nijmegen te vertrekken. Opgelucht stappen we in voor opnieuw een halfuurtje bussen.
Stemverheffingen zijn niet nodig. Het wordt allemaal improviserenderwijs
afgedaan met de Brabantse gemoedelijkheid die je eigenlijk in je hart zou
moeten meeterugnemen naar Holland.
Nijmegen
‘s Anderendaags spoor ik na het noenuur naar Zaltbommel. Het
gaat me dan voornamelijk nog om het wandelingetje door dat Waalstadje. In een
busretour Den Bosch heb ik niet zo veel zin. Het is drukkend, broeierig weer.
Zaltbommel is nu lekker dichtbij, met elk kwartier een IC
vanuit Utrecht, die er maar 20 minuten over doet. Voor menige treinreiziger uit
Zaltbommel mag die stremming wel een jaar duren, denk ik, maar volgende week
vrijdag is het alweer voorbij. Dan moeten ze weer met de stoptrein die er 35
minuten over doet en in Geldermalsen wordt voorbijgestoken door de IC.
Zaltbommel dus een gelegenheidseindpunt voor stoptreinen en
IC’s. Die rijden allemaal een halve kilometer door richting Den Bosch, waar een
rangeerterreintje is.
Bussen staan gereed op een groot parkeerterrein, met een
soort baldakijn, aan de overkant van een drukke weg. Er komen met mij zo’n 100
à 150 man uit de IC, inderdaad wat minder dan normaal. Verkeersregelaars in
gele hesjes loodsen de mensen veilig de weg over, door het autoverkeer stil te leggen.
En 100 meter vóór dit punt staat dan weer een groot bord langs weg om de
automobilisten te attenderen op de verkeersregelaars.
Er staan vier bussen naar Den Bosch klaar, ruim voldoende dus, die even later in konvooi vertrekken. Ook hier is weer zo’n busbuffer, met voldoende reservebussen voor het geval dat de reizigersstroom plotseling aanzwelt. Elke vijf minuten komt er wel een bus binnen uit ‘s-Hertogenbosch. Ook deze reizigers worden veilig naar de overkant geloodst.
'Ik ging naar Bommel om de bus te zien'
Alles en iedereen werkt mee. De
man in de Kiosk is beleefd en vriendelijk op het overdrevene af. Ook in
Zaltbommel verloopt het busverkeer gestroomlijnd. Maar we zitten nog ruim voor de spits. Hoe
gaat dat straks na 17:00, als er een hele bulk forenzen vervoerd wil worden?
Ik ga het zien, na een lange wandeling door Zaltbommel. Dat
stadje mag dan aangesloten zijn op het spoorweg- en tijdelijk zelfs op het
Intercitynet, maar het busvervoer is beslist ondermaats. Er rijdt één reguliere
streekbuslijn, lijn 49 (Rossum – Andel) in uurdienst, en verder moet Zaltbommel
het doen met een aantal buurtbusjes. Die ene streekbus komt bovendien niet
opdagen als ik er lui op sta te wachten op de Karstraat, met moeie voeten; het station
ligt hier nog wel een eindje van het centrum.
Ik blijf een kwartier staan wachten; lopend was ik er al
bijna geweest, en besluit dan toch maar te voet naar het station terug te
keren. Die ene bus is misschien gevorderd voor de NS-operatie.
Die ook in de avondspits, rond de klok van halfzes, perfect
verloopt. Nu komen er per keer een man of 250 uit de IC zetten. Maar de
reizigersstroom wordt vlot verwerkt en niemand hoeft lang te wachten op een
bus. Bussen die aankomen uit Den Bosch zijn allemaal precies vol; niemand hoeft
te staan en weinig stoelen zijn leeg. Ook in Den Bosch staan efficiënte mensen
de zaken te regelen.
De verkeersregelaars houden de autostroom weer eens tegen
voor een pluk treinreizigers. Er klinkt een geïrriteerde grauw uit een bestelwagen; een chauffeur die naar huis wil
en zijn Brabantse gemoedelijkheid even vergeet. Zaltbommel ligt dan ook niet in
Brabant, maar in Gelderland. Gelre, de krijgsheer Marten van Rossem; ik ben net nog langs zijn poort gelopen.
Het is de enige wanklank die ik gehoord heb. Een
momentopname, natuurlijk, maar in ieder geval is de bus-operatie van Den Bosch goedgekeurd
door het eenpersoons onderzoeksteam van De digitale reiziger.
Frans Mensonides
3 juli 2013
Er geweest: maandag 1 en dinsdag 2 juli 2013
© Frans Mensonides, Leiden, 2013.