SJEF KOEKENBAKKER AWARD voor AUGUSTUS 1998
GEMEENTE VERVOERBEDRIJF AMSTERDAM
(M.U.V. JONKHEER TESTA)
WEGENS HET UITVALLEN VAN BUS- EN TRAMRITTEN.
Ook in de rest van Amsterdam vallen bussen uit en zelfs complete tramlijnen. Het is beslist geen uitzondering dat een reiziger 's avonds drie kwartier op bus of tram staat te wachten.
Dit is geen nieuw verschijnsel: in de zomer van 1997 was het ook al zo. Naast vakantieverlof is ook het ongewoon hoge ziekteverzuim bij GVB debet aan de krapte. Het arbeidsethos ligt bij GVB op Amsterdams peil, dus zeer laag. In de zomer lokt de camping. De trambestuurders weten wel tien leukere dingen dan door een stoffige, hete stad te rijden. En geklaag aan te horen van passagiers die al drie kwartier stonden te wachten. Er zijn dank zij dit geklaag zelfs bestuurders echt ziek geworden.
Naar goede Amsterdamse gewoonte is niets geleerd van de perikelen van vorige zomer. Er zijn dus geen extra bestuurders opgeleid om de zomerkrapte te kunnen opvangen. Tramconducteurs zouden een opleiding krijgen tot trambestuurder. Dit kan nooit langer dan een dag in beslag nemen, zou je denken. Tenslotte zit er in zo'n tram maar één serieuze hendel, waarmee je het gevaarte kunt laten rijden en remmen. Nee, nu blijkt een opleiding tot trambestuurder net het enige in de Amsterdamse samenleving te zijn, wat grondig wordt aangepakt. Zelfs de meest begaafde kandidaten (er wordt niemand uitgeloot!) moeten drie volle maanden studeren om de bul in ontvangst te mogen nemen. (Boze tongen beweren dat zij in die tijd nooit een dienstregeling te zien krijgen, zelfs niet als curiosum uit vervlogen tijden).
De opleidingen kunnen deze zomer helaas pas in september van start gaan. Dan zijn de instructeurs namelijk terug van vakantie.
Elke kwaliteit kent zijn prijs. Het is dan ook logisch (maar niet goed te praten, zegt deze heikneuter braafjes) dat de neiging om netjes te betalen voor al dit leed, bij de Amsterdamse reiziger tot het nulpunt is gedaald. Zwartrijden is regel, betalen uitzondering. Boeren (lees niet-Amsterdammers) die in de volle trams op zoek zijn naar de stempelautomaat, worden met hoongelach bejegend. Hulpvaardige Amsterdammers weerhouden buitenlanders van het betalen van de ritprijs. It's free. And you're allowed to smoke everything you want. Even marihuana. De grijze Amerikaanse dames, met lijn 5 op weg naar the nightwatch, kirren vergenoegd. Zij hebben niet voor niets een vakantie in Amsterdam geboekt. Alles, wat in Amerika gefluisterd wordt over dit hell hole, is waar.
De Sjef Koekenbakker Award van augustus 1998 is dus voor het GVB. Met één uitzondering: directeur Jhr. Testa. Deze arrogante patjepeeër is reglementair uitgesloten van deelname aan de SKA en aangezien er geen Amsterdammers in de jury zitten, worden de reglementen strikt, en zonder uitzonderingen, nageleefd. Bovendien: Testa treft geen blaam. Zegt hij zelf. Alles ligt aan zijn voorgangers. Hoe lang zal de jonkheer dit nog volhouden? Hij zit nu al twee jaar de stoel van GVB-directeur warm te houden. Dat is langer dan de gemiddelde Nederlandse OV-manager het uithoudt, in een bedrijfstak die vol is van fusies, overnames en oprotmiljoenen.
Zeker: Testa heeft zijn kwaliteiten. Zijn carnavalsfeesten: daar wordt nog maanden over nagepraat. Hij heeft tientallen externe adviseurs de tent uit gewerkt. Helaas zijn pogingen om kundige interne mensen daarvoor in de plaats te benoemen, op niets uitgelopen. Mischien moest hij eens buiten Noord-Holland gaan werven.
Testa krijgt niet voor elkaar, het GVB te laten doen waarvoor openbaar vervoersbedrijven worden opgericht, het vervoeren van passagiers volgens een dienstregeling. En daarom wint hij bij deze niet de veelbegeerde Sjef.
Namens de partijdige en afhankelijke jury,
Frans Mensonides
11 augustus 1998