Flevo Ferries & Aquanet

De boot als OV

Tekst: Maarten Batenburg
foto's: Frans Mensonides


De aqualiner in de haven van Almere-Haven


Sinds 3 januari '00 vaart het bedrijf Flevo Ferries, naast Zeeburg-Lelystad, ook de route Zeeburg-Almere. Deze nieuwe dienst is nòg meer omstreden dan Zeeburg-Lelystad. Op het Gooimeer zijn namelijk meer zeilbootjes en andere pleziervaart te vinden dan op het weidse IJsselmeer. Men was bang voor de grote golven die de catamaranschepen zouden veroorzaken. 'Levensgevaarlijk' zou het zijn. Tegenstanders van de verbinding dreigden zelfs met blokkades. Alsof dat niet gevaarlijk is.

Tegelijk met zojuist genoemde dienst is ook Aquanet van start gegaan. Aquanet verzorgt een lijndienst tussen Almere en Huizen. In verband met de bouw van een nieuwe aanlegplaats eerst nog uurdienst, in een later stadium halfuurs.

Maandag 10 januari 2000 stap in op Holland Spoor in de trein van 11.48. Zoals gewoonlijk is het een DD-IRM, ook wel bekend als Regiorunner of Bizon.
Zoals wel vaker ga ik niet in onder of boven zitten, maar blijf ik op het balkon. Ik ga zitten op de stalen houders van de deur. Zit helemaal niet eens zo slecht, allen knelt het de aderen richting been af.
Zonder al te ernstige bloedproppen in mijn bovenbeen kom ik aan op Amsterdam CS. Op internet had ik al gezien dat de boot vanaf Zeeburg om precies 13.00 vertrekt. De bus deed er zo'n 15 minuten over, dus ik verwacht zo'n beetje dat die om 12.35 zou moeten vertrekken vanaf Amsterdam CS.

Inderdaad, de bus staat al klaar. Als ik instap zie ik dat ik warempel niet de enige ben, wat wel het geval was op de vorige reis Lelystad-Amsterdam.
Bij de chauffeur koop ik een enkeltje Amsterdam-Almere. Kost tien-en-een-kwart florijnen.

Bij aankomst op Zeeburg haal ik in het kantoortje de dienstregeling van de nieuwe lijn. Later, op de boot, lees ik in datzelfde foldertje dat de buschauffeur mij verdorie f1,75 te veel afhanden heeft gemaakt: de busrit had hij me, met m'n OV, kunnen besparen. Verdorie.

Als ik de drie aangemeerde schepen bekijk, zie ik voor het eerst dat er twee soorten zijn. Een blauwachtige met een bovenverdieping, en het witte type waar ik vorige keer ik zat, dat een echt soort boeg heeft. Later leer ik uit een dialoog tussen een medereiziger en een FF-medewerker dat de blauwe uit Duitsland (Hamburg, om precies te zijn) komen, en de andere uit Japan.

Uit navraag blijkt dat ik in een blauwe mag. Na een toiletbezoek neem ik plaats op de bovenverdieping. Het is er wat warmer, maar het uitzicht net dat beetje meer.

Traag en te laat vertrekken we. We blijven nog een hele tijd achter een binnenvaartschip aanhikken. Schiet niet op zo.

Dan klinkt door het intercomsysteem een overduidelijk Amsterdamse stem. Hij heet ons welkom op het schip, en we varen naar Almere Haven (gelukkig). We hopen daar aan te komen om ongeveer 13.40. 13.40? Da's wel mooi vijf minuten later dan de dienstregeling verlangt. Mooie boel is dat.

Nogmaals de stem: hij maakt ons er op attent dat we aan bakboordzijde het eiland Pampus passeren. Gaan we zo beginnen? Een toeristische rondvaart? Nee hè!

Even later: "Hallo dames en heren, over enkele ogenblikken gaan wij de snelheid versnellen, dus even attentie!". Wáár was dat nou weer voor nodig? Gaan we zo meteen kopje-onder? Gaan we door de geluidsbarrière? Welk gevaar staat ons te wachten?

Hoe dan ook, een minuutje later wordt het motorgeluid luider, en gaat de boot 'steigeren'. De voorkant komt omhoog, en wel zodanig dat ik eerst denk dat de achterkant zinkt. Even later gaan we eindelijk daadwerkelijk met ca. 50 over het water. Van enige levensbedreigende situaties echter geen sprake.

Een wat oudere man komt op het bovendek en bekijkt de hekgolven. Ik kijk ook en kijk met verbazing naar de machtige stoomwolken die onder het schip vandaag komen. Zeker water dat op hete onderdelen spat. Maar ook de golven mogen er zijn! De golven vormen een breder wordend veld van woeste golven. Ik schat dat tot maar liefst 400 meter terug de golven nog witte koppen hebben. De baan is zo'n 100 tot 150 meter breed. Ik kan me wel voorstellen dat dit een beetje te veel van het goede is voor de watersport.
Verschillende boeien langs het traject wiebelen hevig door het hekgolven.

Dan remmen we alweer af. "In verband met een woonboot langs de kant" Zo weet de stem te melden. Even later varen we, nog steeds langzaam, onder de spoorbrug van het traject Amsterdam-Lelystad door. Tegelijkertijd vaart aan de andere kant de eveneens rustig varende tegenboot Almere-Zeeburg langs. Ondanks dat tussen ons nog een pijler bevindt, schommelt het schip merkbaar op de golven van de ander. Ik begin steeds meer de ernst van de golvenproblematiek in te zien.

Wellicht is hier het punt gekomen dat ik even kan opscheppen. Thuis, enkele dagen na de reis, zoek ik in een aantal schoolboeken naar kanalen. Toevalligerwijs kom ik op enkele feiten over golven en maximale snelheden op het water. Leuk om effe te vermelden:

Een schip vaart altijd in een soort dal. Immers het water dat aan de voorkant plaats moet maken voor de boot, stroomt versneld naar achteren (retourstroom). En sneller stromend water is lager.
Een schip veroorzaakt twee soorten golven: de primaire golf, en (echt waar) een secundaire golf.
De primaire bestaat uit een frontgolf en een haalgolf. De secundaire golf 'verlaat' het schip onder een hoek van 20 graden, en bestaat doorgaans uit zo'n drie golven.

Mijn wiskundeleraar wist te vertellen over de meest energiezuinige vaarsnelheid. Die ligt 1/3 boven de snelheid van de tegenstroom. Dus als het water met 8 km/u stroomt, dan moet je tov het water 12 km/u gaan varen (tov de wal dus 4 km/u). Dezelfde verhouding geldt ook voor windmolens en dergelijke.

Tot zover de wiskunde: na een tweede snelle periode meren we aan bij Almere. De steiger is iets buiten het centrum, vlak bij de plaatselijke roeivereniging (zullen die even blij zijn met de FlevoFerry!). Voordat ik uitstap kijk ik vanuit mijn hoge positie of ik de Aquanet-boot al zie varen. Helaas.

Op de oever staat een bus te wachten. Hij verzorgt een pendeldienst naar de dichtstbijzijnde bushalte, namelijk Almere Haven winkelcentrum, alwaar de reguliere busdienst (lijn 1,3 en nog een zooitje streeklijnen) de mensen verder de stad in vervoeren.

Ik sla het aanbod van de chauffeur om mee te rijden af, en loop de Sluiskade af. Op de FF-parkeerplaats staat een medereiziger van zojuist zijn leasebak in te laden. Een echte zakenman. Waarschijnlijk een van de weinige vaste klanten van de Flevo Ferries.

Op zoek naar de steiger van Aquanet. Ik loop langs een jachthaven: daar zal het waarschijnlijk niet zijn. Achter de masten zie ik een flatgebouw, waarachter best een aanlegsteiger zou kunnen zijn.

Ik ben ondertussen beland bij een soort winkelcentrumpje, gelegen aan het water. In het gezellig aandoende binnenhaventje is het een drukte van belang. Hier geen winkelende mensen. Wel mensen, vooral jongeren, in witte pakken die achter een met rood-wit lint afgezet stuk kade onduidelijke dingen doen. Lijkt warempel wel een Greenpeace-actie. Waar is de Brent Spar? Voor het lint staan wat jongeren en winkelend publiek naar de vreemde happening te kijken. Een wat zweverig house-deuntje maakt het geheel compleet.

Ook achter het flatgebouw is geen aanlegsteiger. Als ik in het haventje rondkijk zie ik dat aan de overkant van de havenmond niet alleen een appartementengebouw in aanbouw is, maar ook een nieuwe steiger. Het verschil in de kleur van het hout met de andere steiger is miniem, maar aanwezig. Uit de media weet ik dat Aquanet een uursdienst vaart, totdat de nieuwe aanlegmogelijkheden in Almere en Huizen gereed zijn. Zou dit de steiger van Aquanet in aanbouw zijn?

Ik loop weer terug naar het Greenpeacegebeuren. Ik ben aan het verkeerde kant van het lint, en probeer er onderdoor te kruipen. Direct achter het lint gaat de kade omhoog. Hoewel ik rekening hield met de tekenkoker die uit mijn rugzak steekt, buk ik toch te weinig. Als ik weer opsta word ik bijna onmiddellijk weer achteruit getrokken door het lint dat achter de koker is blijven steken. Op het nippertje weet ik een rotsmak achterover te voorkomen.

Om de menigte heenlopend, kijk ik naar het binnenhaventje. Daar is die! Geruisloos komt een soort Waterbus de havenmond binnengevaren. De kleurstelling lijkt op die van de Waterbus, maar aan de waterlijn is de boot donkerblauw gekleurd. Dat doet een beetje ouderwets aan, waarschijnlijk doordat ik associeer met de oude rijtuigen van de NS, plan D en E.

Even twijfel ik, samen met andere potentiële reizigers, waar dat ding nou gaat aanleggen. Bij de nieuwe steiger, of aan een bestaande, waar ook drie visserschepen liggen? Het blijkt het laatste.

Deze 'Aqualiner', zoals de boot gedoopt is, heeft drie laadkleppen, één voor, en twee achter. Via de achterste klep loop ik de boot binnen. Binnen tref ik vooral koppels oude mensen. Omdat bij binnenkomst mijn Studenten-OV niet gecontroleerd is, en ik voor de zekerheid ook maar 10 gulden gereed houdt, loop ik te stuntelen met mijn portemonnee. Op een advertentie aan de wand lees ik gelukkig dat de hele maand januari gratis gereisd kan worden. Da's mooi.

Iets over tweeën verlaten we met dezelfde omslachtige procedure als bij de Waterbus Almere. We maken een draai van 70 graden, en we varen rustig de havenmond uit. Als we het Gooimeer opvaren, gaat de snelheid omhoog, en herken ik de waterbus weer.
Ik loop naar het achterdek om van de wind door mijn haren te genieten. Het is er druk. Een iemand staat in een hoek van het balkon, op een van de drijvers. Dat is spectaculair, want het geeft je het gevoel dat je boven het snelstromende water zweeft.

Als we een soort havenhoofd binnenvaren minderen we snelheid. Dit lange en redelijk smalle kanaal leidt tot Huizen. We zullen er wel bijna zijn. Ik loop terug de boot in. Voorin de boot komt net iemand van het voordek gelopen, iets dat op de Dordtse Waterbus niet mag. "He, dat lijkt mij ook wel wat!" denk ik.
En inderdaad, op de voorplecht staat meer mensen. Het uitzicht naar voren is natuurlijk veel interessanter dan dat van achteren. Opvallend aan de voorplecht is, en daarvoor hoef je niet perse met je neus erboven op te staan, het grote onbenutte grijze vlak. Lang heb ik nagedacht waarvoor het nou zou kunnen dienen. Pas recentelijk denk ik het te weten. Een kreukelzone.

Aanlegplaats Huizen is wat saaier dan dat van Almere. Een duur restaurant "De oude kalkovens" (of iets dergelijks) in een gebouw met diverse schoorstenen symboliseert het eindpunt. De boot legt zichzelf aan de kade.

Op de kade staat een haltepaal. Mijn eerste reactie dat dit van de boot is, blijkt onjuist. Een bus van bus 135 komt het pleintje voor het hotel opgereden. Hoewel ik erg geïnteresseerd ben in de bus (ik wil immers richting Hilversum, net als de bus), blijf ik even luisteren naar een gesprek tussen de twee Aquanet-medewerkers en een razend-enthousiaste reiziger. "Fantastisch iniatief", "leuk" en "zeker de moeite waard" zijn zo een paar van zijn uitspraken. Uit het gesprek maak ik op dat er zomers altijd al een fietsveer voer tussen Huizen en Almere. Ten behoeve van de plezierfietsers. Zelf maak ik het voordeel op uit dat Aquanet dus ervaring heeft met de vraag naar zo'n verbinding. Nou, dat vindt de bemanning ook. "Leuk werk en altijd positieve reacties". Gemotiveerd, dat zijn ze. En gemotiveerd personeel maakt alvast een groot percentage uit van een goede OV-verbinding. Zijn de werknemers tevreden, dan zit de rest meestal ook wel snor.

Plots wordt door de stoere matroos met donkere zonnebril de vraag gesteld of ik ook zo enthousiast ben. "Hoho, niet te snel van stapel lopen jij" denk ik, maar ik antwoord positief. Ik zeg dat ik alle OV-over-water projecten in Nederland heb gedaan, en dat ik het allemaal zeer positief vindt. Oei, nog gelogen ook.

Pas als de bemanning weer gaat inladen krijg ik de kans om weer wat te zeggen. Ik maak mijn brandende vraag kenbaar. "Wat wordt precies het tarief voor de Aqualiner?" Vanuit de stuurhut wordt een A4'tje gehaald. Mij wordt gewaarschuwd dat het nog niet officieel is, maar zoiets zal het wel worden. Ik zie dat er met losse kaartjes wordt gewerkt, en dus niet met strippenkaarten. Jammer. Wel is kaartverkoop op de boot zelf mogelijk, wat op de Waterbus enzo niet kan.

De bus is nog niet weg, en vertrekt over drie minuten. Ik maak de chauffeuse er op attent dat haar richtingsaanduiding nog op 'Huizen' staat. "Heel goed van je. Héél goed van je!" roept ze uit. Nou eh, graag gedaan hoor. Gebeurt zeker niet vaak, dat een puberjongen behulpzaam is.

De rest van de inzittenden van de bus en ik kijken naar het vertrek van de Aqualiner. Het bootje heeft wat moeite om in de kleine haven te keren.

Via een lange en ongetwijfeld kronkelende route rijdt bus 135 via het Huizener busstation en een overstaphalte, langs station Bussum Zuid naar Hilversum.

De halte voor het station stoppen we om mensen uit te laten. Dat mag. Op het moment dat de chauffeuse de achterdeuren wil dichtdoen stappen twee oudere vrouwtjes in via de achterdeuren. De chauffeuse is verontwaardigd, omdat ze daar helemaal niet op rekende. De vrouwtjes nemen plaats op de bank achter de chauffeuse. Even zoeken naar de strippenkaart. Oh, daar is het station al. Gaan ze weer staan. "Nee joh, blijf maar effe zitten. D'r komen weer een zootje bochten." De eerste vrouw maant de tweede weer te gaan zitten. Ze blijken Engelstalig, en moeten alles eerst vertalen voor elkaar. Allemaal erg ingewikkeld en stumperig zo.

Op het station is het druk. Ik dood de tijd door het bekijken van de beruchte overweg. Door het drukke treinverkeer en een of andere technisch onmogelijkheid blijven ze per uur slechts 15 minuten open. Tijdens mij observatie waren op afstand bediende bomen inderdaad in ca. 25 minuten slechts 5 minuten open geweest.
Wat ik dan weer niet begrijp is dat de fietsers niet via de iets verderop gelegen overweg gaan. Die gaat regelmatiger open.

Mijn trein is een dubbeldekker, maar desondanks behoorlijk druk. Gelukkig moet ik er al bij de volgende halte uit. Met hoge snelheid rijden we langs de Utrechtse Heuvelrug, en van de mooiere stukjes bos in Nederland.

Station Baarn ligt in een bocht. Vreemd genoeg vertrekt mij volgende trein, de stopper Baarn-Utrecht, vanaf het voor mij linkerspoor. Dat betekent dat we straks de drukke hoofdlijn moeten kruisen. Er zal wel een logische verklaring voor zijn.


Station Utrecht CS, met v.l.n.r. stop-sneltrein Zwolle (zojuist vertrokken); stoptrein Hilversum en stoptrein Baarn.


De stoptrein bestaat uit gekoppelde V'tjes. Die dingen zijn niet uit te roeien. Een poging in de vorm van SM'90 heeft slechts geresulteerd in vervanging van elke treinen op het baanvak Zwolle-Emmen. Toch zal er binnenkort toch echt nieuw materieel besteld moeten worden (mega-order), want al het lapwerk dat plan V en T (de bekende stoptreinen dus) ondergaan zal ooit eens stoppen.

Ik heb plaats genomen in de bagageruimte van het achterste stel. Het is er koud, maar ik heb zin om uit het raampje te gaan hangen. Daar kun je beter geen mede-reizigers mee lastig vallen.

Al gauw na het station takt ons spoor af van de spoorbaan Amsterdam-Amersfoort. Na een tijdje parallel rijden, gaan we rustig (80) en met een ruime boog richting Soest.

De hele spoorlijn lijkt alleen maar aangelegd voor Soest. Soest heeft maar liefst drie stations: Soestdijk, Soest en Soest Zuid. Soestduinen aan de spoorlijn Utrecht-Amersfoort is recentelijk gesloten. De spoorbaan leidt door de uitgestrekte wijken van het dorpje, en langs het lokale busstationnetje. Het spoor ligt doorgaans aan de achterkant van de huizen. Het zou prima gedijen als light-rail. Korte halteafstanden enzo. Alleen voorbij Soest wordt aangetakt op Amersfoort-Utrecht, waar de grote boze wereld van de snelle IC's zich openbaart.

Uit het raampje hangende geniet ik van de boslucht die, ondanks de kou, toch nog zwoel aandoet. De zon staat laag tussen de bomen, en er dwaalt wat mist het bos uit de spoorbaan op. Romantisch gezicht.

Mijn reis is bijna ten einde. Het saaie doorsnee stuk Utrecht-Zoetermeer per sneltrein zal ik jullie besparen.

En dan nu de slotconclusie! Om bij de FlevoFerries te beginnen: bagger. Ik vind het niet leuk om te zeggen, maar het is en blijft geen alternatief voor zowel de auto als het overige OV. De golven zijn inderdaad 'zorgenwekkend'. Of van de resterende plannen Hoorn-Zeeburg en Enkhuizen-Zeeburg nog wat komt weet ik niet. Zeker niet nadat bekend is geworden dat FF zware verliezen draait.
Aquanet heeft het voordeel dat men al ervaring heeft met de vraag naar de verbinding.

Enkele weken later had ik nogmaals de Aqualiner. Dat wil zeggen, dat probeerde ik. Hij was uit de vaart om enkele veiligheidsmaatregelen te treffen. Ter vervanging voer de Moby Queen. Dat was een wrak van een rondvaartschip. Het had de stoomboot van de Sint kunnen zijn. De overtocht duurde ruim 25 minuten. Het keren met het grote schip in de haven van Huizen leidde bijna tot schadeclaims van de nabijgelegen jachthaven.


Links naar I.am/Batenburg:

Terug naar
Geschreven.
Quick Link-Plaza Zoetermeer Stadslijn Geschreven
Site Map / About me Link-2-me Batenburg@wanadoo.nl