Spatuwermaals? Met deze vraag wordt de klant sinds enkele jaren geconfronteerd aan de kassa van warenhuizen en supermarkten. Het betekent: "Spaart u airmiles". De uitvinder van de airmiles heeft ons spreekorgaan geen goede dienst bewezen. "Airmiles" heeft met "Margaret Thatcher" of "Partick Thistle" gemeen dat het voor een Nederlandse tong nauwelijks is uit te spreken. In wandeling worden "airmiles" dan ook meestal "ehmaajjs", ejjjmaas of simpelweg "emmels" genoemd.
Emmels zijn de opvolgers van de aloude spaarkaart. Wie zich bij de supermarkt arm had geconsumeerd kon tegen inlevering van een volgelikte en volgeplakte spaarkaart enkele harde Hollandse guldens terugkrijgen. Guldens die hij zelf al driedubbel en dwars had uitgegeven. Immers: in zijn zucht, de kaart zo snel mogelijk vol te krijgen, laadde hij elke dag veel te veel koopjes in zijn karretje.
Zegels werden emmels. Een consument die ziljoen emmels gespaard heeft, kan het luchtruim kiezen om elders op deze aardbol zijn ongezonde consumptiegedrag voort te zetten. Voor Albert Heijn was dit nog niet genoeg. Hij introduceerde de bonuscard.
Nu spaar ik helemaal niets in supermarkten. Niet uit verheven principes, hoor, maar ik vind het zo'n gesodemieter. Het geld is me gewoon de moeite niet waard. "Nee", zei ik dan ook gedecideerd tegen de juffrouw achter de kassa, die mij gevraagd had of ik een bonuscard bezat. Zij had een uiterst chagrijnige postzegel en keek mij aan of zij mijn kop het liefst van de romp gescheiden zou zien. "Kènt u de bonuscard?", vroeg de harpij, op een toon van waag-het-eens-om-nee-te-zeggen. "Nee", grauwde ik, "en dat wil ik graag zo houden".
Haar "prettig weekend" werd uitgesproken op de wijs van "vuile galbak" en trof me, toen ik de winkel verliet, als een zweepslag in de nek.
Ik wacht nu met smart op een gratis door AH ter beschikking gestelde button met de tekst: "Sorry, ik ben geheelonthouder". De caissière hoeft niets meer te vragen, ik hoef niet meer te snauwen; iedereen een beter humeur.