WEEK 20 / 14 MEI 2000


Frans Mensonides

Voor de tijd van het jaar

Kantoorgesprek. Dramatis personae: een man met een das, een man zonder das en een vrouw. Later komen Jansen en Pietersen er nog bij.

$ Pffff!

- Niet te harden, gewoon!

& Pfoei, het lijkt wel, of het steeds maar warmer wordt!

$ Volgens mij - ik weet het niet hoor - maar volgens mijn gevoel is het vandaag wéér wat warmer dan gisteren, of zo.

& Ja, maar dat kan ook maar zo lijken, hoor! Want het is helemaal windstil vandaag...

- Geen zuchtje wind. Die bomen daar aan de overkant. Er beweegt geen blad, gewoon.

$ Gisteren na de middag had je echt zo'n lekker windje.

- Ja, heerlijk. Dat je even dat koeltje voelt; gewoon even een beetje frisse lucht.

& En dan hebben wij nog mazzel, dat we aan de oostkant zitten van het gebouw. Dan heb je die hitte 's-morgens, als het nog niet op het heetst van de dag is.

- Nee, laten we elkaar nou geen mietje noemen. We kankeren wel, maar ik ben dolblij, dat we lekker op kantoor zitten. Die jongens in de fabriek; die zullen zo langzamerhand wel op het kookpunt zitten, gewoon.

& Ik hoorde van v. Deutekom: het was gisteren 38 graden in de fabriek. Hij wist het, want hij heeft zo'n thermometer aan de muur. Daar keek hij op. Bloedheet.

- Toch is het nog niet zo heet als in die zomer van - wat was het - 1994 of '95.

& Nee, toen is Deutekom compleet helemaal niet goed geworden.

- Van de hitte, gewoon. Hij zei: ik zag ineens allemaal zwarte vlekken voor mijn ogen. Dat zei hij; dat was in dié zomer.

$ Ik snap ook niet, hoe jíj het uithoudt, met die das. Ik wordt al beroerd als ik er naar kijk, of zo.

- Ach, ik zie er graag netjes uit, gewoon.

& Pfoei, ik zal blij zijn als die hittegolf voorbij is. Ik kan al zo slecht tegen de hitte. En alles kleeft, alles plakt. Kom je thuis, kun je meteen onder de douche.

$ Jij hebt niks te klagen. Jij bent een vrouw.

& En??

$ Nou ja, als vrouw zijnde kun je een rok aantrekken, of een korte broek, of zo. Maar als man: nee hoor. Altijd in het lang. Ergens is dat best discriminatie, of zo.

- Maar zie jij jezelf nou in een korte broek lopen, hier op kantoor? Stelt dat er een bezoeker voor je komt.

(Jansen op).

- Hee, over een bezoeker gesproken. Jansen! Hoe gaat-ie, Jansen?

# Tja, wat zal ik zeggen. Heet. Het lijkt wel, of het alweer ietsje heter is dan gisteren. En bij ons komt na de pauze de zon erin. Ik ben in de pauze op een gegeven moment effe naar buiten gelopen. Maar daar word je ook niet kouwer van. Het is buiten nog heter dan binnen. Je kunt nog beter binnen zitten. Maar ik zit nou al een uur met de zon erin. En dan wordt het op een gegeven moment barstensheet. Dus ik denk op een gegeven moment: ik loop even binnen bij Vóórcalculatie. Jullie liggen nu in de schaduw. Ik zweet als os, gewoon niet lekker meer. Vanmorgen, voordat José er was, hebben we even alles tegen elkaar opengehad. Toen tochtte het wel een beetje door. Maar met José erbij kan ik dat niet doen.

(Pietersen op)

@ Nee, José is al ziek, als ze één luchtmolekuul voelt bewegen.

- Héé, Pietersen!

@Sorry, jongens, dat ik zo even soort van binnenval, maar het is bij mij echt niet te harden, op de vierde. Alle warmte blijft soort van hangen onder dat dak. Het lijkt wel een broeikas. Jezus, Christus, Jansen. Wat zweet jij zeg! Je kunt je overhemmetje wel uitwringen!

# Eigenlijk zit daar een bepaalde onrechtvaardigheid in. Stel nou het feit: je zit met tien man op een kamer. En er loopt er één tussen die niet tegen tocht kan. Die wordt er op een gegeven moment ziek van. Dan ontstaat dus de situatie, dat alle ramen dichtmoeten. Maar of een ander nou al stikt van de hitte!

& Ja, de één kan niet tegen de warmte, maar die zit wel te stikken en dat is niet eerlijk!

@ Ja maar Jansen, nou kun jij dus soort van zeggen: "ik heb recht op frisse lucht". Dat is een standpunt, OK. En jij gooit dat raam soort van open. Dat is bij José goed voor drie weken griep. Kun jij al d'r werk doen. Ben je soort van nog verder van huis.

& En nou schrijven ze in de krant: er komt een klimaatsverandering. Het wordt in de loop van de eeuw al maar heter.

@ Hou op, zeg!

- Och, jongens. Laten we nou niet al te hard klagen. We zijn niks gewend in dit land. Neem nou Afrika. Daar is het elke dag 40 graden, gewoon. Zouden ze daar ook iedere dag lopen te kankeren?

$ Nee, hè, hè. Daar wéten ze niet anders of het is kokendheet, of zo.

@ Want als jij nou naar Spanje gaat, Jansen. Jij zit elke juli in Spanje. Daar is het toch altijd ook soort van bloedheet?

# In Spanje is het anders. Daar heb ik nooit last van de hitte. Terwijl het daar elke dag zo'n graad of 38, 40 is. Maar ja, het is een droge hitte, hè. In dit land is het altijd meteen zo benauwd. Het is die vochtige hitte.

- Lekker, ik dacht gisteren: ik neem vrijdag een snipperdag. Lekker een dagje naar het strand. Ik met mijn verlofkaart naar Flipsen. Kan ik geen verlof nemen. Neemt die hufter zelf op vrijdag vrij, gewoon. Dagje naar het strand, hij wel.

$ Ja, de baas kan alles wel in de steek laten, of zo.

# Och, dat strand. Je staat drie uur in de file om er te komen; je kunt nerregens je auto niet kwijt en als je op een gegeven moment zin hebt in een lekker pilsje, dan krijg je de situatie dat ze je afleggen voor vier-vijftig.

& Heb je nou al iets gehoord over: ze gaan een tropenrooster invoeren?

- Ja, maar zo'n tropenrooster, dat is ook maar klooie, hoor!

# Hoezo?

- Nou, het is nogal lekker, om om half zes op te staan. Want wat heb je? Je gaat natuurlijk laat naar bed. Want je zit nog gezellig in de tuin, gewoon een biertje te doen met de buren...

$ Ja, want in je bed doe je toch ook geen oog dicht van die pesthitte...

& Pfoei, ik dreef er vannacht bijna uit. De lakens kun je wel uitwringen.

@ Eerst moet die hitte soort van het huis uit...

- ... dus je ligt om één uur, half twee op bed; je komt eerst gewoon niet in slaap, en na een paar uurtjes knorren: daar rinkelt die wekker alweer!

# Ja, dat is niet erg voor een nachtje; dat is ook niet erg voor twee nachtjes, maar stel nou het feit: dat gaat zo de hele week door, dan krijg je op een gegeven moment toch slaapgebrek. Dat je vrijdagmiddag achter je bureau zit van: godsamme, wat heb ik toch een slaap.

$ Plus je hebt dan, dat je dan maar tot twee uur hoeft te werken, of zo. Dat lijkt allemaal heel leuk, maar het betekent wel, dat je uitgerekend op het heetst van de dag in de auto zit.

# Ik denk gisteren, laat ik slim zijn en hem in de schaduw zetten van het gebouw. Wat denk je? Draait de zon....

@ Ja, dat zou soort van verboden moeten worden....

# staat dat ding de hele middag in de bloedhitte. Potjandosius! Het lijkt wel of ik tegen een muur aanliep. Ik dacht: het kan makkelijk 50 graden zijn. Dus ik kijk op een gegeven moment op dat thermometertje. Die stond helemaal voorbij zijn maximum, tegen dat dingetje aan. En zijn maximum is 45, dus, ik zei wel van 50, maar het kon natuurlijk net zo goed 55 of 60 zijn.

@ Zeg, het is soort van bijna drie uur. Waar hebben jullie de radio op staan?

& op de vensterbank.

@ Ja, dat zie ik. Ik bedoel op welke zender, of er soort van een weerbericht komt.

- Sky radio. Het nieuws is al begonnen, geloof ik.

$ Daar komt het weerbericht. Vlug, zet 'em harder!

Sky radio: "[...] en aanhoudend te warm voor de tijd van het jaar".

- # $ & @: Kreun!


column-archief

De digitale reiziger

Foto

Een hele korte OV-column; deze week in REFLEXXIONZZ!. Hij is alleen maar bedoeld als onderschrift bij de foto die je hierboven ziet.

Waar is die inmiddels vertrouwde afbeelding gebleven van de voorzitter van De digitale reiziger, geflankeerd door de mooiste plantenbak uit zijn vensterbank? Nou, die is weg.

We moesten weer eens wat nieuws. Dat komt door Rudy Schoonveld, de directeur van onze concurrenten: ROVER en De papieren reiziger. Rudy heeft namelijk de gewoonte, zich zo’n twee, drie keer per jaar in zijn eigen periodiek te laten portretteren in een of andere alledaagse pose; waar een gewone pasfoto ruimschoots volstaan zou hebben. Rudy denkt: als je auto’s kunt verkopen met een foto van een mooie juf die in een bevallige houding over de motorkap geleund staat, dan verkoop je een OV-belangenvereniging met het conterfeitsel van goed geconserveerde heer op middelbare leeftijd. Een auto is macho; OV is vooral saai en degelijk: zo moeten de ROVER-marketeers gedacht hebben.

Zo denkt ook De digitale reiziger erover. Zo origineel als wij zijn in geschrifte; zo na-aperig doen wij als het gaat om beeldmateriaal. Vanmorgen, vrijdag 12 mei 2000, gleed De papieren reiziger in de brievenbus. Snel en vol verwachting bladerde ik het blad door, en ja hoor! Een nieuwe Schoonveld! Rudy, staande voor een bus, als wij het goed gezien hebben, met een gelaatsuitdrukking die hij zelf vermoedelijk voor streng en intelligent houdt.

De planning van DPR is altijd iets minder flexibel dan die van ons eigen periodiek. Rudy’s foto is kennelijk gemaakt in de winter; althans wij zien de ROVER-praeses afgebeeld in een dikke loden jas, met een lekker warme wollen shawl om. Komt dat blad net uit tijdens de ernstigste mei-hittegolf van de vorige eeuw!

Men begrijpt: ik wilde niet achterblijven, dus ik in midwinter-outfit naar de bushalte. Kinderen riepen me dingen achterna, maar daar heb ik wijselijk geen acht op geslagen.

De foto bij de bushalte mislukte (die bus wilde niet blijven staan), dus heb ik hem thuis maar overgedaan, met een neutrale achtergrond, waar je die bus maar achter moet denken. Een heet karweitje, die foto; en ik was al zo warm van het schrijven van de linkercolumn. Maar nu zitten we dan toch weer een paar maanden goed. Tot het moment, dat de kersteditie van De Papieren Reiziger in de bus rolt, en Rudy daarin staat afgebeeld in zwemtenue, aan de rand van het strand. Brrr, ik zie er bij voorbaat al tegenop.