WEEK 26 / 25 JUNI 2000


Frans Mensonides

Pure speculatie

Sinds kort ben ik me bewust van mediamieke gaven. Ik wist niet eens, dat dat echt bestond. Aan indianenverhalen van anderen heb ik nooit veel waarde gehecht. Ik heb me altijd voorgenomen pas in helderziendheid te geloven, als ik zelf ooit iets helder zou zien. En dat is nu precies wat er gebeurd is. Luister!

Van de week las ik in de plaatselijke krant, dat Bernsen in Leiden, ons stamrestaurant, met onmiddellijke ingang zijn deuren gesloten had; “wegens omstandigheden” (over de aard van deze omstandigheden wilden de eigenaar en eigenares zich niet uitlaten). Daarmee komt een einde aan het bestaan van een alom gerespecteerde fase-twee eetgelegenheid, die langer dan een eeuw bestaan heeft.

De sluiting betekende een klap voor ons, trouwe gasten, maar vooral voor mij persoonlijk, want nog geen twee dagen tevoren had ik op deze plaats in een luimige bui de teloorgang van het etablissement voorspeld.

Natuurlijk: mijn predictie stemde niet in detail overeen met de werkelijkheid. In mijn column zou het restaurant pas in 2002 zijn poorten sluiten, tegelijk met de invoering van de Euro. Met een bedrijfsbeëindiging wegens “omstandigheden” had ik geen rekening gehouden. Ook verdere voorspellingen in die column zijn tot dusverre niet uitgekomen; “Jules” in Voorburg bestaat voor zover ik weet helaas nog steeds. Maar dat soort foutjes kan misschien geschoven worden op mijn enigszins slordige natuur.

Wat vreemd, dat iemand met mediamieke gaven zo slecht is in voorspellen van voetbaluitslagen. In de Euro 2000-pool op de zaak sta ik bijna onderaan. Ik was nog wel zo slim geweest om rekening te houden met verrassingen, want die heb je altijd op zo’n toernooi. Inderdaad deden zich talloze verrassingen voor, maar net precies andere dan ik voorspeld had.

Uiteindelijk heb ik misschien helemaal geen paranormale gaven, en moet dat ene succesje geheel en al op rekening van het toeval geschreven worden. Helderziendheid bestaat volgens mij nog steeds niet. Je leest - vooral in bladen die je alleen bij de kapper leest - vaak succesverhalen over paragnosten. Maar er is er geen één - zo’n verhaal heb ik nog nooit ergens gezien - die geheel kan leven van de opbrengst van voetbal- en paardentoto’s.

Evenmin heb je gokverslaafden, die door middel van telekinese de gokkast zodanig kunnen beïnvloeden, dat het apparaat meer geld uitkeert dan je erin gooit, al is dat waar iedere gokker van droomt.

Goed, er schijnen wel beursgoeroes te bestaan die een dikke boterham verdienen met de kunst van het op het juiste moment aan- en verkopen, maar ook daar moet je niet op verkijken. De mensen die deze gave beweren te bezitten, schrijven er altijd hele dikke boeken over. Boeken, waarin ze voor f 29,90 al hun miljoenengeheimen verraden aan het grote publiek. Waarom? Omdat ze op zwart zaad zitten en de royalties van zo’n boek hard nodig hebben?

Van de week stond ik nog in zo’n boek te bladeren. Het was in een boekhandel in Oegstgeest, waar ik tijdens een bloedhete wandeling was binnengelopen omdat ik wist dat ze er een goede airconditioning hadden.

Het was een heel wonderlijk werkje. De auteur noemde al op één van de eerste pagina's de twee belangrijkste menselijke fouten: hebzucht en angst. Daar kon ik me nog iets bij voorstellen. Maar het vervolg van die passage was verrassend: "Deze beide emoties moet je uitbannen. Want fouten maken is onvermijdelijk, wanneer je wilt doorgroeien naar een liefdevol en vervullend bestaan. Als je een fout maakt, verlies je weliswaar geld, maar je hebt toch een stap gezet op weg naar spirituele rijkdom."

Levensgroot Vraagteken. Ik keek nog op de kaft, of het echt wel een beleggingsboek was, en geen exemplaar dat eigenlijk op de zweefplank had moeten staan.

Mijn oma placht te zeggen: "wat je wint in je ziel, verlies je in je portemonnee". Dat was een sneer naar de RK-Kerk. Beursspeculatie leek mij altijd typisch een activiteit waarop de omgekeerde stelling van toepassing zou kunnen zijn; zeker als je het overdrijft. Volgens deze schrijver kon je echter met aandelenspeculatie op den duur zowel winnen in je beurs als in je kleine en grote hersencellen. Mits je je natuurlijk met de juiste instelling achter je computerscherm met real-time beursinfo zette.

Voordat je gaat aan- of verkopen moet je, volgens deze scribent, je geest volledig leegmaken (new-age aanhangers kost dat volgens mij nooit al te veel moeite), enkele malen diep inademen (via de buik, niet via de borst, uiteraard) en vervolgens uitademen onder het uitstoten van de kreet "haaaaaaaaaaah, haaaaaaaaaaaah". En dan maar incasseren. En niet morren als je per ongeluk eens een keer een slordige ton verspeelt: je zieltje is er dan nog altijd op vooruit gegaan.

Een prachtig boek! Navelstaren en toch geld verdienen. Een gezonde geest in een gezond lichaam, met een goedgevulde portemonnee in de kontzak. Dat wil iedereen wel. Ieder mens, gokverslaafd of niet, is altijd op zoek naar “het” systeem waarmee je verzekerd bent van succes.

Aangezien ook mij niets menselijks vreemd is, besloot ik het boek te kopen. Helaas had ik niet meer in mijn zak dan een verfrommeld tientje, dat ik had bij me gestoken om onderweg een verversing te kunnen financieren. Alle overbodige ballast, waaronder plastic geld, had ik thuisgelaten. Ongaarne zette ik het boek weer in de kast.

Je begrijpt: ik de volgende dag terug naar Oegstgeest, met voldoende geld op zak. Maar ik kon het boek niet meer vinden. Titel en auteursnaam was ik vergeten. Ik heb er nog urenlang naar gezocht, maar ik vrees dat een Oegstgeestenaar mij vóór is geweest.

“Wat moet ik hier nu allemaal mee”, hoor ik zelfs mijn trouwste lezers vragen. Als ik jou was, zou ik mijn letterlijke citaten uit dat boekje met een korreltje zout nemen. Van één ding ben ik echter nog heel zeker: dat "haaaaaaaaaaah, haaaaaaaaaaaah" stond er echt in. Wie het wil proberen, heeft mijn zegen. Maar ik ben niet vrij van twijfel. Voordat ik aan dit stukje begon, heb ik wel drie maal "haaaaaaaaaaah, haaaaaaaaaaaah" gedaan. Maar het is er niet echt aan af te zien. In het verleden behaalde resultaten bieden ook in dit opzicht geen garantie voor de toekomst.


column-archief

De digitale reiziger

Reizgerstypen: de uitlegger

"Hier gaan we door die tunnel. Voel je wel, we zakken. Dat is die tunnel onder Rijswijk. Die tunnel is aangelegd in pak-hem-vast, wat zal het geweest zijn: 1993 of daaromtrent. Nu stoppen de treinen onderdegronds. Maar vroeger stopten ze bovendegronds. Ik kan me nog heel goed herinneren, dat de trein bovendegronds stopte. Er was zo'n stationnetje. Stelde niks voor, hoor; gewoon een stationnetje, meer niet. Nou ja, alleen de stoptrein dan. De Intercity stopte er natuurlijk niet bovendegronds. Die stopt er nog steeds niet. Zie je wel, hij rijdt door. Roetsj! Zo groot is Rijswijk ook weer niet. 50.000 inwoners, zo om en nabij. Maar die tunnel, dat hebben ze gedaan vanwege de toestanden in Rijswijk. Want ze hebben nu flats gebouwd, op die tunnel, hierboven dus, waar vroeger het spoor lag. En er is een openbaar vervoerknooppunt. Waar je op de tram kunt stappen. Er rijdt nu een tram. Lijn 17. Naar Wateringseveld. Schijnt iets nieuws te wezen".

De man die tegenover me zat, bovendeks in de dubbeldekker, behoorde tot het type dat de Hollander de scheldnaam "kaaskop" bezorgd heeft: kaal, bebrild, bolrond en zestig. Zijn vrouw, naast hem, had zich op die hete zondag te dik aangekleed en zat daar nu zichtbaar spijt van te hebben. Alles wat daarvoor in aanmerking kwam, had zij al losgeknoopt, zodat ik zicht had op haar hals, die in hoog tempo op en neer bewoog. Een zwoegende boezem, heette dat ooit. Laten we hopen, dat ze niet onwel wordt, dacht ik. Geen idee wat ik dan moet doen. En die betweter heeft vast ook geen EHBO-diploma op zak.

"Daar heb je de Oude Kerk van Delft" vervolgde de man. "Zie je wel: die scheve, daar. Dat is de Oude Kerk. Niet de nieuwe. De oude. De Nieuwe ligt daarachter. En daar, daar heb je het Prinsenhof. Daar hebben ze Willem de Zwijger nog doodgeschoten. Dat was in 1584. Balthasar Gerards deed dat. Dat moest hij van de koning van Spanje. Het was zogezeid een afrekening, wat je nu ook nog hebt, in het journaal, op de televisie. Hij zou een grote beloning krijgen, maar in plaats daarvan werd hij gevierendeeld door het gepeupel. En in Delft komt ook een tunnel. Tenminste, dat willen ze. De gemeente wil dat. En anderen willen dat ook. Maar het is er nog niet dóór. Ja, ja, een centenkwestie. Zie je wel, nu is het station nog bovendegronds."

-"Oh", zei de vrouw.

"Weet je, dat dat de hoogste molens van de wereld zijn?", sprak de bolronde man even later, toen Schiedam in zicht kwam. "35 meter boven het maaiveld van NAP. Jenevermolens. Allemaal jenevermolens".

De man maakte een gebaar van neutje drinken. Zijn echtgenote lachte flauwtjes.

"Zie je die betonnen viaducten, daar? Dat is voor de nieuwe metro. Dat is allemaal voor de Beneluxlijn. Die gaat open in 2002. Die gaat helemaal door tot Spijkenisse. Daar rijdt nu al een metro. Maar er komt dus een tweede. Hoor je wel, Sylvia? Er komt een tweede metro naar Spijkenisse. Daar zijn die betonnen viaducten van. Daar buigt hij af, zie je. Naar het Marconiplein. Wíj gaan in 2002 een keer met de Beneluxmetro. Dat beloof ik je. En ik kan de Nationale Nederlanden al zien. De Nationale Nederlanden, bij Rotterdam. Zie je wel, Sylvia. Dat hoge, dunne, blauwe gebouw. We zijn er nog lang niet, maar je ziet het al heel duidelijk. Zo hoog is het. 150 meter hoog, het hoogste kantoorgebouw van Nederland. In Amsterdam wilden ze een hoger gebouw bouwen, maar dat is niet doorgegaan vanwege de horizonvervuiling binnen de gezichtslijn vanuit het centrum, of zo, dat je het kon zien vanaf al die de grachten, dat mocht dus niet. Er staat een voetballer geschilderd op dat gebouw van Nationale Nederlanden. Heel groot. Je kunt hem nu al zien. Dat is speciaal vanwege de Euro 2000."

De man wiste met een rode zakdoek het zweet af, dat tappelings van zijn bolle, rode wangen naar beneden liep. Een poosje hield hij zijn mond, maar tien minuten nadat de trein uit Rotterdam vertrokken was, schepte hij opnieuw adem voor een waterval aan kennis. "Daar heb je Barendrecht. Barendrecht is nu de grootste spoorbouwput van Nederland. Kijk maar. Zie je wel, Sylvia? Nee, links. Nee, andere linkerkant, ha, ha, ha. Al dat zand. Een hele strook zand. Dat is voor de Betuwelijn en straks de Thalys. De Betuwelijn, die heeft 10 miljard gekost, en ze verdienen het pas in 2078 terug. Dat zegt zij van Netelenbos. Maar de oppositie spreekt het tegen. Die zeggen dat het geld helemaal nooit meer wordt terugverdiend. En de rekenkamer heeft er ook, ehh... zekere bedenkingen tegen geuit. En bepaalde opmerkingen erover gemaakt. Maar dat is altijd achteraf, dan dempt men de put. Hoor je wel, Sylvia?

Sylvia hoorde niet. Zij was in slaap gevallen.

De man en ik zaten wat dommig tegenover elkaar. We probeerden elkaars blikken te vermijden. Waarom had ik nou niets te lezen meegenomen?

"Verdomde heet, hier", zei ik, om ook eens iets te berde te brengen, "ik denk dat de airco defect is".

"Deze interregiodubbeldekkers zijn voorzien van airconditioning", zei de dikke man. "Die zit daarboven, in het dak. Kijkt u maar. Dat zijn de gaten. Daar zitten de gaatjes, waar de airco uitkomt".

"Ja, 't zal allemaal best", antwoordde ik. "Maar het komt me voor, dat genoemde airco thans niet naar behoren functioneert. Het is hier goddomme om te smoren!"

"Ziet u wel, die gaatjes daar", antwoordde de man. Hij begon aan een veel te technische uiteenzetting over het fenomeen airco, waarbij ik langzaam wegdoezelde.

"Kijk, daar heb je die kerk. Zie je wel, Sylvia. Door de bomen kun je hem zien. Die kerk, die lijkt op de St. Pieter in Rome. Je weet wel van de paus. Oerbie en oorbie.”

Nu zitten we in Oudenbosch, wist ik. Ik moest even in slaap gevallen zijn. Sylvia was weer wakker.

“Daar, in die kerk, daar is het graf in van Graaf Burnout III. Die is in twaalf-zoveel overleden. Dat gebeurde op een toernooi. Hij wilde een penalty versieren, en viel expres van zijn paard af. Toen kwam hij verkeerd terecht en brak zijn nek. Dood."

Ik ergerde me. "Ach, je weet er niks van, vervelende ouwehoer", had ik wel willen uitroepen. "Burnout III is al overleden in 1024. Hij kreeg volkomen ten onrechte de rode kaart, na een correcte charge op Hertog Adelmund IV van Flevoland, en werd daar zo verschrikkelijk kwaad om, dat hij stikte in zijn eigen woede. Hij ligt bovendien helemaal niet in Oudenbosch, maar in Rijnsburg, naast Floris V, onder een steen, bij het standbeeld, op het kerkhof, achter het oude kerkje in het dorp".

De man maakte aanstalten om op te staan. "Kom, Sylvia. Dan gaan we er even uit. In Roosendaal. Lekker een koel glas mineraalwater drinken, in de restauratie. Jij water; ik een lekker pilsje. Dan pakken we gewoon de volgende trein naar Middelburg. Vanwege de hitte. Hele mooie restauratie, daar in Roosendaal. Station Roosendaal is gebouwd in zo ongeveer 1907. Kan ook 1906 geweest zijn. En als je nou straks in die restauratie zit, moet je even omhoog kijken. Er hangt nog een originele klok uit 1907. Of 1906. Met beeldhouwwerk van Rombout Verhulst. En die hebben ze in al die jaren nooit gelijk hoeven zetten. Ja, mevrouwtje, zulk vakwerk leveren ze tegenwoordig niet meer!".

De trein stond stil. Na een korte groet verdwenen de man de vrouw uit mijn leven, om er nooit meer in terug te keren.