WEEK 15 / 8 APRIL 2001


Deze rubriek verschijnt eens per veertien dagen, en bestaat over het algemeen uit een rechtercolumn over openbaar vervoer en een linkercolumn over iets anders.

Frans Mensonides

Twee dingen

Twee zaken hielden de geïnteresseerde krantenlezer en televisieactualiteitenrubriekenkijker deze week bezig: Maxima en het arbeidsconflict op de spoorwegen (drie eigenlijk, maar de derde, de MKZ-crisis, is écht ernstig, en daarover schrijf je geen geestig stukje; enig elementair fatsoen misstaat ook de satiricus niet).

Over die twee dingen gaat deze aflevering. Het hadden oorspronkelijk ook twee columns zullen worden, geheel in de traditie van REFLEXXIONZZ!; links die over Maxima, rechts - omdat die plek nu eenmaal gereserveerd is voor het leed dat OV heet - die over de escalerende tragikomedie tussen de rails. Maar ik bemerkte al snel dat beide onderwerpen met onzichtbare draden aan elkaar vastzaten. Daarvoor hoefde ik niet eens de pen op papier te zetten; al in mijn brein vloeiden beide zaken onscheidbaar ineen tot één brei van ongenoegen en ergernis. Daarom deze week slechts één column, een column in het gulden midden, over Maxima en de treinstaking die is uitgebroken op de dag dat ik deze woorden schrijf; donderdag de vijfde.

De noemer, die Maxima en dé NS verbindt, is het Nederlandse óverleg-ritueel. Ik heb al eens een buitenaards wezen ten tonele gevoerd om er zijn verbazing over uit te spreken. “Het lijkt erop, dat het óverleg helemaal niet de bedoeling heeft om tot een besluit te komen”, gaf onze interplanetaire gast van zijn onbegrip blijk. Maar ook een aardbewoonster uit een ander werelddeel zal er niet veel van begrijpen.

Een van de meest fascinerende aspecten van ons óverlegritueel vind ik het volgende: er gaan aan een discussie over een actuele kwestie steeds meer mensen deelnemen; een oplossing raakt steeds verder uit zicht; alleen naar wie het hardst schreeuwt, word nog geluisterd; de zaak wordt steeds ingewikkelder, en spitst zich tenslotte toe op een volkomen stompzinnig, detaillistisch en triviaal deelprobleem, waarvoor uiteindelijk toch óók geen oplossing gevonden wordt.

Neem de kwestie-Maxima. Zij komt uit een land, waar niet alleen de óverlegcultus onbekend is, maar waar men het ook met de mensenrechten niet altijd even nauw heeft genomen. Haar pipa is een volkomen foute junta-fascist; iedereen wist het, maar we hebben er nog een geschiedenisprofessor heengestuurd om het te onderzoeken, en ook die concludeerde na zes maanden dikbetaalde vorsende arbeid: Zorrequieta liegt als hij zegt dat hij het "nicht gewusst" heeft. Ook ma Zorrequieta is fout geweest, en niet al te slim erbij: zij verdedigde het kolonelsregime zelfs nog nadat het al jaren tevoren ten gronde was gegaan.

De conclusie: "als iemand uit zo'n land komt, en uit zo'n nest, dan zal ook zijzelf wel niet deugen", werp ik verre van me - ook Claus viel uiteindelijk mee, voor een Duitser -, maar sommige mensen schijnen inderdaad zo ongenuanceerd te denken.

De kernvraag is natuurlijk: "willen we zo iemand als Maxima wel als koningin?", maar na een stijf jaartje óverleg draait het ineens om de veel simpeler kwestie: "mag de vader van Maxima wel aanwezig zijn bij het huwelijk?"

Die laatste kwestie lijkt Kok nu uit de wereld geholpen te hebben. Hulde alom, je moet in dit Babylon heel wat bagage hebben om een probleem op te lossen, in plaats van er één bij te creëren! Maar het doet natuurlijk niets toe of af aan de oorspronkelijke vraag. Het zegt niets over de bekwaamheid en de gewenstheid van Maxima als vorstin, waar het in eerste instantie over ging, maar een meerderheid van ons volkje kan de huwelijksdag gerust tegemoet zien, als híj er maar niet bij is.

Kok boekte dus een belangrijk resultaat. Niet alleen is het koningshuis gered (ook ik moet niet denken aan die engerd van Chirac als president, noch aan Jorritsma als eerste vrouwelijke presidentes), maar ook de goede naam en faam van Nederland als gidsland, dat de hele wereld wel even zal uitleggen wat goed en fout is als het om democratie gaat.

Inmiddels kan ook een premier niet het allerlaatste, verlossende woord spreken; de discussie gaat voort, en binnenkort zal de strijdvraag luiden: "mag de vader van Maxima wel bij het huwelijksdiner aanzitten, en zo ja, mag hij dan een speech houden en zich meer dan eens laten opscheppen van de aardappels?". En heel Nederland, waaronder politieke commentatoren met ernstige, doorgroefde gezichten, gaan gebukt onder dit loodzware dilemma.

Ook het conflict op het spoor was teruggebracht tot één niet al te belangrijk onderdeel: de afkeer van NS-personeel tegen de aan hun beroep inherente heen-en-weergang (alsof het leven ooit iets anders is; hooguit een Echternachse processie): het Rondjes Rijden Rond De Kerk. Aan de vooravond van de staking kreeg ik via de discussielijst OVL een e-mail van een overspannen, militante conducteur, die zich afvroeg waarom er niet over belangrijker dingen gesproken werd: het materieeltekort, de achterstallige reparaties, het agressieprobleem, de blunders van de verkeersleiding. Het antwoord op die vraag is eenvoudig, lijkt me: de collectivisten hebben meer dan een jaar lang zelf niets anders gedaan dan hun hele conflict met de directie terug te brengen tot dat ene rondje om de kerk. Men misbruikte de in die kringen toch al schaars aanwezige hersencellen om telkens nieuwe onzinnige argumenten tegen het RRRDK naar voren te brengen, in plaats van eens creatief mee te denken over de echte problemen.

En vervolgens werd ook het RRRDK-probleem weer teruggebracht tot een deelkwestie: de aanpassing van het nieuwe dienstrooster van NS.

Maxima inmiddels (want we hebben de koningskwestie en de spoorzaken dooréengevlochten, zoals gezegd) moest van Kok een verklaring voorlezen waarin zij afstand nam van het junta-verleden van haar land van herkomst.

Zij vatte het niet helemaal. Wel de tekst op zichzelf, opgesteld door vermoedelijk Max van der Stoel. Het woord "verdwijningen" kreeg zij weliswaar amper uit haar strot, met die rare ij-klank, en met die "w" die in het Spaans niet eens een letter is ("vèrdoe-éénienken", probeerde ze dapper), maar ze begrijpt dondersgoed dat wij in ons land junta-dingen afkeuren, en dat ook zij ze moet afkeuren, want als ze met Willem-Alexander trouwt, krijgt zij er het hele Nederlandse volk als schoonfamilie bij cadeau.

Ook het verschijnsel "democratie" kan Maxima best begrijpen, tenslotte komt dat ook in Latijns Amerika sporadisch voor, en zijn er in die regio hier en daar landen die regelmatig verkiezingen organiseren, om naar buiten de schijn op te houden.

Maar wat Maxima nooit zal kunnen bevatten (behalve het feit dat in Holland iedereen katholiek mag zijn, behalve de koningin): dat nu juist haar vader is uitgeroepen tot zondebok die in Nederland voor al het Argentijnse leed moet boeten. En dat die man hier desalniettemin van harte welkom is, mits hij zijn snor drukt bij dat huwelijk. Nederlands leren is een stuk makkelijker dan onze Farizese volksaard te doorgronden.

Nu kruisen we de denkbeeldige verticale lijn die over deze page loopt, en keren we terug naar het conflict op de ijzeren weg.

Ook hier heerst grote onderlinge verdeeldheid over steeds kleingeestiger strijdvragen.

In de eerste plaats onder het personeel. De collectieven werden opgericht omdat vele vakbondsleden zich onbegrepen voelden door het kader, dat met de NS-directie een overeenkomst had afgesloten om de weg vrij te maken voor het RRRDK. Maar ook de vakbonden leveren nu onderling strijd, en wel over de vraag, wie er het radicaalste is, en zodoende de meeste leden kan werven onder het opstandige personeel. Dat betekent voor de reiziger, dat hij vandaag moet thuisblijven omdat de FNV zijn leden oproept tot een staking, en volgende week, omdat de VVMC hetzelfde doet. Beide stakingen tot één combineren, schijnt niet op te komen in de hoofden van de leiders, die beweren hetzelfde doel na te streven (dat is: het "wippen" van NS-directeur HuisinGA; over reizigers, of treinen, of zelfs het RRRDK, of het rooster, draait het al helemaal niet meer).

Bij de klant zal het overkomen als reizigertje-pesten. Wie neemt het nog voor zijn belangen op? De ANWB, zomaar ineens, die tot kort te voren slechts de spreekbuis van de automobilist was. ROVER en de Consumentenbond, die al maanden met modder naar elkaar gooien, omdat de laatstgenoemde uit LOCOV gestapt is, een tandenloze praatclub waarin consumentenorganisaties over OV een beetje mogen meekoeren in de marge. Het past in het beeld van de óverlegmaatschappij, dat van die twee ROVER de meeste deskundigheid bezit, maar daarmee al dertig jaar niet veel meer kan doen dan heel wijze dingen zeggen, die eindigen in bureauladen en in oude kranten, waar morgen de vis in wordt verpakt, zoals een oud journalisten-cliché luidt.

Na een korte opleving (de reizigersvereniging stapte samen met aartsvijand Consumentenbond naar de Zuftense rechter om een staking van collectieven te doen verbieden) zakte ROVER weer terug naar haar gebruikelijke Jan Salie-niveau. Op hun site valt te lezen, wat zij voor de door werkonderbrekingen getroffen reizigers doen: die mogen zelf een fax sturen om lucht te geven aan hun onvrede. Een fax naar de vakbonden, de nummers staan erbij.

Dan hadden we de bemiddelaars, Stekelenburg en Blankaart. Dat zijn respectievelijk een werknemers- en een werkgeversvertegenwoordiger. Waarom zij hun opdracht teruggegeven hebben, is nooit echt duidelijk geworden, maar het ligt voor de hand, aan te nemen, dat zij het met elkaar al niet eens konden worden. Bazen en knechten die door één deur kunnen, ondenkbaar.

Dan nog een paar woorden over het rooster van NS, dat per 10 juni moet ingaan, mét RRRDK. De rechter bepaalde, dat van NS niet in redelijkheid verlangd kon worden, dit rooster nog aan te passen. Dat was niet meer mogelijk; rechters kunnen dat weten; Nederlandse rechters hebben heel erg veel verstand van treinroosters, nog meer dan spoorwegbedrijven er zelf van weten. Het is logisch, dat NS, met die uitspraak in handen, niet meer inging op eisen en smeekbeden om het schema alsnog te wijzigen. Maar men stapte ook niet zelf naar de rechter, om een staking tegen de roosterkwestie verboden te krijgen, want zo zit onze óverlegdemocratie in elkaar: staken mág, ook tegen iets dat onafwendbaar is, en ook wie volgens de rechter ongelijk heeft, mag door middel van een staking zijn gelijk halen.

En wat moeten we nu weer met die Antwerpse havenbaron, die nog nooit een trein van binnen of buiten heeft gezien, maar zich wel moet uitspreken over het tempo waarin in 'Olland treinroosters aangepast kunnen worden? Vertrouwt Nederland zijn eigen rechters niet meer, dat een buitenlandse ondeskundige hun werk nog eens dunnetjes over moet doen? Dit verhaal krijgt een absurdistische afloop: ik zie het voor me. De Antwerpse havendeskundige komt ons straks vertellen, dat het NS-rooster nog veranderd had kunnen worden op het moment dat de discussie erover begon, maar dat het point of no return inmiddels, door al ons gepraat en heen-en-weer-gestudeer, verstreken is. Wat zullen ze ermee lachen, in België!

Nu, donderdagmorgen 5 april dus, is er een patstelling ontstaan. NS verliest miljoenen per dag (en ziet bovendien een mega-boete boven zijn hoofd hangen voor elk uur dat het bedrijf zijn prestatiecontract met de overheid niet kan waarmaken), maar ook de vakbonden zien hun stakingskassen uitgeput raken. "Wie heeft de langste adem", heet dit spelletje; de machtsvraag, dat is de enige vraag die er in onze óverlegdemocratie werkelijk toe doet. Uiteindelijk zal er een einde komen aan het conflict, omdat beide partijen het zich niet langer kunnen permitteren. Ik verwacht binnen één a twee weken, maar ik hou mijn hart vast voor het compromis dat uit de bus zal rollen.

Moet dat nu zo, vraag je je af. Schreeuwt zo'n geval niet om ingrijpen van Bovenaf (zonder direct aan de toorn van God te denken, of aan een junta, die mensen laat verdwijnen, in plaats van problemen?). Minister Netelenbos heeft het geprobeerd, maar kwam niet veel verder dan vriendelijk verzoeken (zoals ook haar vriendelijk verzoek, de treindienst naar Oldenzaal te hervatten, door NS even vriendelijk in het archief is opgeborgen). Ik moet Netelenbos toegeven: ze heeft tenminste nog gepoogd, een krachtdadige indruk te maken. Maar haar lichaamstaal sprak boekdelen (als haar persoonlijk adviseur heb ik nog wel zo lang met haar geoefend, voor de videocamera). Netelenbos verscheen met een meelbleek jet-lag gezicht voor de camera's, en keek daarin met een blik naar verre horizonten, enigszins turend, als iemand die zowel zijn verte-bril als zijn contactlenzen verloren heeft.

"Hoe heeft het zo ver kunnen komen", dat leek Netelenbos zich af te vragen, tijdens het TV-interview. Door haar ferme taal kon je makkelijk heenkijken; de zwakte stond op haar gezicht te lezen. Want een minister in onze óverlegdemocratie kan niet met haar vuist op tafel slaan, doch slechts verzoeken doen, en dan maar bidden dat men op haar smeekbeden wil ingaan.

Een idee. Zou Maxima het spoorwegconflict niet kunnen oplossen, zonder óverleg, en mét Latijns Amerikaans temperament? Ik bedoel: we zitten nu toch al in de fase dat we ondeskundige buitenlanders, zoals die Belg, de rotzooi voor ons laten opknappen. En Maxima lijkt goed te liggen bij ons Hollanders, ondanks alles; ze is nu al populairder dan alle overige Oranjes bij elkaar.

Nee, laat Maxima maar schuiven op het spoor. Maxima mag blijven van mij. Ze zou best eens een heel goede koningin kunnen worden. Maar ik zou haar een ander volk gunnen, om over te regeren.