COLUMNS WEEK 10 *** 1 MAART 1998
Frans Mensonides
Emmels
Spatuwemmels? Met deze vraag wordt de klant sinds enkele jaren getormenteerd aan de kassa van warenhuizen en supermarkten. Het betekent: "Spaart u airmiles". De uitvinder van de airmiles heeft ons spreekorgaan geen goede dienst bewezen. "Airmiles" heeft met "Margaret Thatcher" en "Partick Thistle" gemeen dat het voor een Nederlandse tong nauwelijks is uit te spreken. In wandeling worden "airmiles" dan ook meestal "ehmaajjs", ejjjmaas of simpelweg "emmels" genoemd. Emmels zijn de opvolgers van de aloude spaarkaart. Wie zich bij de supermarkt arm had geconsumeerd kon tegen inlevering van een volgelikte en volgeplakte spaarkaart enkele harde Hollandse guldens terugkrijgen. Guldens die hij zelf al driedubbel en dwars had uitgegeven. Immers: in zijn zucht, de kaart zo snel mogelijk vol te krijgen, laadde hij elke dag veel te veel koopjes in zijn boodschappenmandje. Zegels werden emmels. Een consument die ziljoen emmels gespaard heeft, kan het luchtruim kiezen om elders op deze aardbol zijn ongezonde consumptiegedrag voort te zetten. Voor Albert Heijn was dit nog niet genoeg. Hij introduceerde de bonuscard. Nu spaar ik helemaal niets in supermarkten. Niet uit verheven principes hoor, maar ik vind het zo'n gesodemieter. Het geld is me gewoon de moeite niet waard. "Nee", zei ik dan ook gedecideerd tegen de juffrouw achter de kassa, die mij gevraagd had of ik een bonuscard bezat. Zij had een uiterst chagrijnige postzegel en keek mij |
De digitale reiziger
Wakker worden Annemarie, je tijd is om Concurrentie in het Openbaar Vervoer. Wie begrijpt nog waar het om draait? Het werd ooit toch zo duidelijk verwoord door Annemarie Jorritsma, in het begin van haar ambtsperiode die nu bijna voorbij is. Monopolisme was schadelijk, volgens Annemarie. De vervoersbedrijven waren na 30 jaar rijkssubsidie lui en vadsig geworden; hun tekorten werden ieder jaar keurig bijgepast door het rijk. Ook de ambtenaren van Verkeer en Waterstaat werden lui en vadsig: van uitdelen word je niet moe en geld voor subsidie was er in overvloed. De overheid gaf tenslotte ook miljarden guldens uit aan kunstwerken van gesjeesde artiesten, louter met het doel deze werken op te slaan in ondergrondse bunkers. Waarom dan bij de openbaar vervoermonopolisten gaan zeuren over de kwaliteit van hun product? Jorritsma dacht het OV-probleem te kunnen oplossen door het los te laten. De panacee heette: "marktwerking". In onderlinge concurrentie zouden de vervoersbedrijven voortaan hetzelfde product leveren voor 30% minder geld, of - nog beter voor de reiziger - 30% openbaar vervoer extra bieden tegen dezelfde prijs. Merkwaardig, dat boze belastingbetalers niet onmiddellijk oprukten naar Den Haag, per auto of per trein. Immers: zij waren grotelijks bedonderd. 30 Jaar lang hadden zij 30% openbaar vervoer te weinig gekregen voor hun centen. Annemarie gaf het zelf toe. De concurrentiestrijd begon veelbelovend: Vancom stal de show in het noorden en zuiden des lands met aardige chauffeurs en bussen die op tijd reden; een langverbeide innovatie. In het westen raakte Lovers Rail de Nederlandse Spoorwegen in het hart met zijn Kennemerstrandexpresse. Toen ging er ineens van alles verkeerd: De aanbesteding van stads- en streekvervoer stagneerde. Vancom zag
zijn investeringen in het putje verdwijnen. De experimenten met
concurrentie werden twee jaar na dato afgekeurd door de rechter. VSN werd door de overheid gedwongen, zichzelf te splitsen in zoveel mogelijk onderdelen; dit terwijl de streekvervoersbedrijven net een verregaande fusieronde achter de rug hadden "om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden"; Concurrentie op regionale lightrail-netten bleef uit om de simpele reden dat deze netten niet werden gerealiseerd; De provincie "mag" sinds kort het regionale openbaar vervoer regelen, maar krijgt daarvoor geen geld. Het resultaat is dat het openbaar vervoer tijdens Annemarie's bewind niet goedkoper is geworden en zeker niet beter. Hoe komt dit nu allemaal? Terwijl het rijk de vervoersmonopolisten op ruwe wijze wakkerschudde, bleef uit Annemaries egelstelling in de Scheveningse Bosjes oorverdovend gesnurk klinken. Annemarie vergat gemakshalve dat concurrentie, zeker op het terrein van een eerste levensbehoefte als mobiliteit, toch begeleid en gereguleerd zal moeten worden door de (rijks)overheid. De zich terugtrekkende overheid heeft al met al een rokende puinhoop achtergelaten. Monopolisme is schadelijk, deze stelling staat nog steeds overeind. Echter: niet alleen de monopolisten moeten ontwaken uit hun winterslaap; ook de rijksoverheid. Daarom hoopt De digitale reiziger dat Annemarie straks door de kabinetsformatie heen zal slapen. Laat haar opvolger haar maar wakkerschudden. |
TERUG naar Homepage Frans Mensonides
HOMEPAGE de digitale reiziger
Writersblock, het Digitaal Doordacht schrijversplatform
Zelf literatuur publiceren in: De opkamer