COLUMNS WEEK 14 *** 29 MAART 1998
Frans Mensonides

Socialisme: AEX of tomaat?

"Wie op zijn twintigste geen socialist is, heeft geen hart, maar wie het op zijn veertigste nog steeds is, heeft geen verstand". Zo luidt een wise crack van Churchill, of Disraeli, of zo'n soort wise cracker. Het strookt niet met mijn persoonlijke ervaring. Ik wist op mijn twintigste niet wat ik aanmoest met het socialisme; ik weet het op mijn veertigste nog steeds niet. Welk socialisme bedoelt u? Het Nijenrode / AEX- socialisme-zonder-hart van Kok of het tomaat-socialisme-zonder-verstand van Marijnissen?

In wezen is socialisme heel simpel. Het is onrechtvaardig dat de een meer heeft dan de ander. Dus moet je nivelleren. Dat begon met Robin Hood. Het eindigde met de welvaartsmaatschappij, het basisinkomen, alle arrebaaiders een auto, alle arrebaaiders op de beurs.

De anti-socialisten brengen hier een redenering tegenin die neerkomt op het volgende: wat is de lol van rijkdom als er geen armen zijn om er de ogen mee uit te steken? De Nijenrode-socialisen beseffen dat terdege. Onder Paars zijn dan ook veel Nederlanders rijker geworden en zijn er nog meer mensen arm gebleven.

W.F. Hermans, ooit Neerlands meest belangwekkende wise cracker, verwoordde een ander bezwaar tegen nivellering. Hij legde een van zijn romanfiguren in de mond, dat socialisme neerkwam op iedereen een poot afzagen; dan hoefde geen mankepoot jaloers te zijn op iemand met twee benen.

Zo'n maatregel zou ongetwijfeld brede steun krijgen binnen de SP, de partij van de afgunst, die het de laatste jaren zo goed doet bij de mensen die door Paars in extra armoede gedompeld zijn. Vanzelfsprekend zou een uitzondering gelden voor het SP-partijkader. Die hebben hun benen veel te hard nodig om langs de deuren te lopen canvassen. Het tomaat-socialisme moet natuurlijk verbreid worden.

Nee, dat de SP-aanhangers hun eigen poten zouden laten afzagen: als ik zo naïef zou zijn om dat te geloven, dan had ik mijn verstand echt verloren.

Frans Mensonides

De digitale reiziger

De Stem van de spoorwegen

Stel, je hebt, om redenen die hier buiten bespreking blijven, opeens heel erg veel tijd tot je beschikking. Je besluit er eens een dagje met de trein op uit te trekken. Het humeur is uitstekend (waarom niet), je komt op tijd aan in Utrecht. Niks loos. Maar daar klinkt hij opeens: De Stem. De Stem van de Spoorwegen. De stem die de stremmingen van komend weekend aankondigt. De strem-stem, zogezegd, maar voor grapjes ben je al niet meer in de stremming. Je verneemt dat de NS bussen inzet en je wordt bevolen, rekening te houden met extra reistijd. Het is een doffe ellende met die stremmingen, het duurt nu al zo lang en we zitten er nog tot 2002 aan vast. Maar dat is niet de reden dat je humeur voor de rest van de dag verziekt is. Het is De Stem. Die klínkt zo rottig. Zo krakerig. Niet krakerig uit ouderdom, want de Stem is nog een heel jonge Stem. Nee, krakerig uit arrogantie. De Stem spreekt elke lettergreep overdreven duidelijk uit, want al die domme reizigers moeten het begrijpen. De Stem klinkt een klein beetje bekakt. De Stem spreekt met een licht verwijtende ondertoon. Er zingt iets in mee van: "Ja, Mensonides, dan moet je komend weekend maar niet naar Geldermalsen willen. Dat komt ervan: vervangend busvervoer!".

De Stem van de spoorwegen heeft iets Bolkesteinerigs. Zoals die het woord "azziellzoekerz" uitspreekt! Als je die stem hoort, dan weet je het zeker: die krijgt mijn stem niet. De Stem maakt weinig vrienden op de perrons. "Onze excuzzezz voor het ongemak" zegt De Stem. In ons land verblijvende Witrussen, Koreanen en Slovenen horen en lezen die woorden zo vaak; ze moeten wel denken dat "Excuses voor het ongemak" Nederlands is voor: "Nationale Spoorwegen".

Tot voor kort had NS, naast een Stem, ook een Gezicht. Dat behoorde toe aan NS-voorlichter Siepel. Siepel heeft ooit op de toneelschool gezeten en kreeg op een kwade maandagochtend van zijn docent opdracht, een gezicht te trekken dat uitdrukking gaf aan arrogantie, minachting en verwatenheid. Siepel legde het er duimendik bovenop. Toen sloeg ineens de klok. Siepels gezicht kwam niet meer goed.

Als het Gezicht op de TV was, dan was je zo afgeleid door dat zure, hooghartige bakkes, dat je vergat wat het Gezicht te zeggen had (want ook het Gezicht had nl. een stem). Dat was maar goed ook, want het Gezicht zei nooit veel verstandigs. Bij Arnemuiden had een vogeltje op de bovenleiding gepoept, waardoor heel het treinverkeer ten zuiden van Sauwerd lam was komen te liggen. "Tja, de vogeltrek, daar kan NS natuurlijk niets aan doen", orakelde het Gezicht.

Het Gezicht is weg; het heeft een andere baan geaccepteerd. Wat resteert is de Stem. Vanmorgen hoorde ik hem in Dordrecht. Dit weekend worden er maar weer eens bussen ingezet. Die rijden naar "Goor-in-Chem". Jazeker: "Goor-in-Chem". Waar de bewoners van deze stad al eeuwen spreken over "Gorcum", rept de Stem nog steeds van "Goor-in-Chem". Zou ik dat wel goed verstaan hebben? Rillend van ontzetting stap ik de trein in.

Mocht u dit een vervelend stukje vinden, dan heeft u gelijk. Ik bied u mijn excuses aan voor het ongemak. Maar ik zet geen bussen in.

de digitale reiziger.






















:TERUG naar Homepage Frans Mensonides

HOMEPAGE de digitale reiziger

Writersblock, het Digitaal Doordacht schrijversplatform

Zelf literatuur publiceren in: De opkamer