COLUMNS WEEK 15 *** 5 APRIL 1998
Frans Mensonides

Loos gebaar

In Verafgelegenië is een militair bewind aan de macht gekomen. Alle rijke democratische landen besluiten tot een boycot van het kolonelsregime. Nederland sluit zich hierbij aan. Nederland was ooit een "gidsland" dat aan andere landen vertelde, wie er zoal geboycot moesten worden. Maar dat is lang geleden.

Verafgelegenië voert niet veel meer uit dan bananen en profvoetballers. Een importverbod kan ons dus niet echt schaden. Naast de handelsboycot is er ook een culturele boycot. De drie in ons land verblijvende Verafgelegenische cultuurdragers, toevallig allen trommelaars, zijn uitgewezen. Hun trommels zijn verbeurd verklaard.

Verder is er een sportboycot. Schaatsers uit Verafgelegenië zijn niet meer welkom in Thialf. Voetballers nog wel in de ArenA. We kunnen ze niet missen. Ze voetballen beter dan onze jongens, het moet eerlijk gezegd worden.

De sportboycot geldt niet voor het wereldkampioenschap voetbal in Frankrijk. Daar staan grote belangen op het spel. Financiele belangen. En veronderstel eens, dat Nederland straks in de kwartfinale tegen Verafgelegenië moet. En Erica maakt bekend dat Nederland zich terugtrekt uit onvrede met de handel en wandel van de Verafgelegenische junta. Dat kan Erica niet verkopen aan het volk, dat al maandenlang in het oranje loopt. Het volk, beroofd van zijn spelen, komt dan in opstand.

Een oefeninterland tegen Verafgelegenië, dat mag natuurlijk niet. Die kan wel afgelast worden, want daar komt toch geen hond naar kijken. Helaas zijn er al afspraken gemaakt; contracten getekend. Die wedstrijd gaat toch door, zij het niet van harte. Het kabinet houdt Erica binnen; de militaire kapel speelt "we are the champions" in plaats van het Wilhelmus, er mogen onder geen beding, ik herhaal: onder geen beding, vlaggetjes uitgewisseld worden. Dat zal die voetballers uit Verafgelegenië mores leren. Moeten ze maar geen militair regime hebben in hun land.

En zo, met krachtige maatregelen, laat Nederland de wereld weer eens zien wat het succesvolste exportproduct is van onze buitenlandse politiek: het loze gebaar.

Frans Mensonides

De digitale reiziger

Reizigerstypen. Deel 1: de verzitters.

Daar komt ie, meisjes. Ada, oehoe, hij komt aan deze kant hoor! Dit is hem. Spoor 11, zei die conducteur, daarnet. Pas op hoor, niet te dicht bij, anders word je meegezogen. Hè, wat een drukte. iedereen dringt voor. Beleefdheid en hoffelijkheid, je ziet het niet meer. Een hele hoogte, zo'n trein. Red je dat met die knieën van je, Martha? Anders geef ik je wel een kontje, hahahaha! Nee, Hilda, rechtsaf. Linksaf is eerste klasse. Zo rijk benne we niet. Nee, loop maar door, Truus. Dit is roken. Daar kan ik niet tegen. En Riek kan er ook niet tegen. Dan zijn we al ziek voor we in Groningen zijn. Pas op voor de schuifdeur, meisjes. Hij klapt vanzelf dicht, ook al zit je er net tussen. Loop maar door naar voren, nog verder. Het is hier poepiedruk. Nee, Ada, niet naar de WC als de trein stilstaat. Dat mag niet, staat op dat bordje. O, jee. Wat een raar, smal, kronkelig gangetje is dit. Wie blijft steken, moet nodig gaan Montignaccen. Hè, gad. Dit is weer eerste klas. Loop nog maar verder door naar voren. Ha, dit ziet er beter uit, meiden. Nee, op die bankjes die tegenover elkaar staan. Da's veel gezelliger. Nou meiden, even neuzen tellen wie er niet tegen achteruit rijden kunnen. Hilda, Truus en Suus. Gaan jullie dan alvast vooruit zitten. Nee, aan die kant. De trein kwam daarvandaan, dus hij rijdt in die richting verder. Nee, Sabina, aan de gangkant hangt geen haakje. Gooi je jas maar in het bagegerek. Mag jij terug aan het raam zitten, OK? Wat is er nou, Klaartje? We zitten nou net. Dat is toch lekker, zo'n zonnetje. Ik zit graag in het zonnetje; als je er koppijn van krijgt, wil ik wel met je wisselen. Sta even op, Sabina, Klaartje wil met me ruilen. Zo, zit iedereen nou goed? Ha, we vertrekken. O jee, sorry hoor. Ja, eigenlijk wist ik het wel, maar je realiseert het je niet. Na Utrecht rijdt de trein altijd achteruit verder. Geen paniek, nergens voor nodig. Als Hilda, Truus en Suus nou even wisselen met wie tegenover hun zit. Hè, Ada, wat nu weer? O ja, je moet nog naar de Wéé. Jongens, maak even plaats voor Ada. Nee, de andere kant op, Ada. We rijden nu toch immers achteruit. Wat zeg je Klaartje? We hébben toch al geruild? O ja, je zit nu wéér in de zon. Nu zie ik het ook. Wat gek. Die trein moet een hele rare bocht gemaakt hebben. Dan maar weer ruilen. Sta nog even op, Sabina. Ik moet weer ruilen met Klaartje. Blijf maar even staan tot Ada terug is. Hallo! Hallo, even oppassen meiden, de koffiekar wil erdoor. "Wij naderen station Amersfoort", hoor je? Dat schiet lekker op. Het treinstel 4016 wordt afgerangeerd. 4016. Waar staan die nummers? Boven de schuifdeur, zegt ie. Gelukkig zitten wij in het stuk voor Groningen. Nee, hee, hola. Dit is 4016. Hallo meiden, we worden afgekoppeld. Hoe kan dat nou? Er stond toch Groningen op? Hup, vooruit, opstaan. Vergeet je jas niet in dat rek, Sabina. Snel, eruit! Denk aan je knieën, Martha. Is Ada al terug? Ada, oehoe! Hè, wat vervelend nu toch. Leuk hoor, met de trein! Je bent al moe voordat je goed en wel vertrokken bent.

de digitale reiziger.
























:TERUG naar Homepage Frans Mensonides

HOMEPAGE de digitale reiziger

Writersblock, het Digitaal Doordacht schrijversplatform

Zelf literatuur publiceren in: De opkamer