COLUMNS WEEK 20 *** 10 MEI 1998
Frans Mensonides
Vragen over literatuur

Literatuur. Hoeveel mensen vragen zich niet af wat dat precies is? Naar schatting 99% van de mensheid. 99 van de honderd mensen vragen zich niet af wat literatuur precies is, en zijn daar perfect gelukkig mee.

Een andere vraag : Hoe snel schrijf je literatuur? Hiervoor geldt de uur-minuut regel. Wat een gemiddelde lezer in één minuut leest, kost de doorsnee-schrijver een uur zweten boven het perkament of achter het toetsenbord.

Dan deze: Waar begint literatuur? Volgens Levi Weemoedt: waar het plezier ophoudt. Volgens de meeste uitgevers: bij de nummer tien-positie van de bestsellerslijst Fictie.

De makkelijkste vraag: Waarover gaat literatuur? Over datgene waar het hele leven om draait: liefde en haat, succes en mislukking, dood en seks, snot en kots, pies en poep. Vooral de laatste vijf elementen zijn onontbeerlijk.

IM van Connie Palmen prijkt al weken op de eerste plaats van de bestsellerslijst en behoort dus volgens de definitie van de uitgevers tot de literatuur. In een bekende Haagse boekhandel neem ik het boek, bestaande uit ruim 300 pagina's, ter hand. Reeds bij het openslaan waait de poepgeur me tegemoet. In de eerste alinea staat te lezen dat CP binnen de Amsterdamse grachtengordel (waar anders?) haar IM ontmoet. Beide partijen doen het ogenblikkelijk in hun broek.

Kijk, dat is me nou net een beetje té. Ik zou zoiets zelf enigszins doseren. De eerste pis-grap op pagina 22, kotsen in hoofdstuk 4 en dan nog in bedekte termen, in hoofdstuk 9 voorzichtig iets over maandstonden en dan, zo twee hoofdstukken voor het slot, - langzaam opbouwen, gestadig naar toe werken - het in de hedendaagse literatuur onvermijdelijke poepen in de broek.

Een boek dat bij lezing van de eerste pagina al heftige antiperistaltische bewegingen veroorzaakt in de bovenste helft van het maag-darmkanaal, kun je beter meteen dichtslaan. Dat deed ik dan ook, in die Haagse boekhandel. Ik heb daarmee een hoeveelheid tijd bespaard, volgens de uur-minuut regel toereikend om zelf zo'n vijf pagina's te schrijven. Literatuur, desnoods.

De digitale reiziger

Nieuw spoorboekje: niet zeuren

De veertig-steden-tempo-trein. Zo kondigde NS in 1970 zijn nieuwste product aan: een Intercitynet dat de grootste steden van ons land zou verbinden. Het spoorboekje bevatte een noviteit: de klokvaste dienstregeling met vaste passeertijden. Het is wat ingewikkeld uit te leggen, maar het komt er in essentie op neer dat de aansluitingen die je in de ene richting net mist, ook in de andere richting steevast verloren gaan.

In 1970 koesterde ik jongensdromen van gestroomlijnde treinen die met in die tijd ongekende snelheden door de polders zouden razen. Wat een tegenvaller, toen ik voor het eerst zo'n intercity betrad: het was niets anders dan een opgekalefaterde hondenkop, met stoelen die in de slaapstand konden worden gezet. Deze slaapstand trad spontaan in wanneer de reiziger een onverhoedse beweging maakte (bijvoorbeeld: op zijn horloge keek, want de introductie van de intercity ging gepaard met enorm veel vertragingen). Het intercityvervoer kenmerkte zich in de beginjaren door coupé's vol reizigers die gedurende de hele reis worstelden met hun stoel en bek-af aankwamen op hun bestemming.

De NS staat in 1998 voor de grootste wijziging sedert 1970. Ook nu blijft een hele hoop gewoon bij het oude. Er komt geen Hoge Snelheids Zuiderzeelijn, die Groningen een uur dichter bij Amsterdam brengt; zover zijn we pas in 2010, als de politici woord houden, wat doorgaans niet hun meest opvallende deugd is. Er komen geen nieuwe materieeltypen, geen nieuwe spoorlijnen, geen tientallen nieuwe light-railverbindingen. Ten plattelande verandert er nagenoeg niets, wat een gunstig teken is: het openbaar vervoer kalft in ieder geval niet verder af.

De grote verbeteringen worden genoteerd op de drukke trajecten naar de Randstad, zoals Eindhoven - Amsterdam, Arnhem - Den Haag / Rotterdam en Amersfoort - Utrecht. Op deze routes komen vier snelle verbindingen per uur, waarvoor in enkele gevallen wel wat stoptreinen moeten wijken.

Nou wordt je, als columnist, niet wijzer van goed nieuws, dus ik heb het nieuwe spoorboekje pagina voor pagina onder de loep genomen om te speuren naar mogelijke piepkleine verslechteringen waarover ik de strijdbijl met NS zou kunnen opgraven. Vanzelfsprekend let ik hierbij alleen op mijn eigen belangen.

Leiden wordt voortaan voorbij gereden door de IC naar






























:TERUG naar Homepage Frans Mensonides

HOMEPAGE de digitale reiziger

Writersblock, het Digitaal Doordacht schrijversplatform

Zelf literatuur publiceren in: De opkamer