COLUMNS WEEK 22 *** 24 MEI 1998
Frans Mensonides

small is beautifull

Gedurende de zeven magere jaren dat ik werkzaam geweest ben in de automatisering, heb ik computers vele verbazingwekkende, mooie en soms nuttige dingen zien doen. Dat demeerderheid van de automatiseringsprojecten mislukt, kun je de computer niet verwijten. Het ligt aan de mens, die het electronisch rekentuig heeft uitgevonden maar het ontwikkelingstempo ervan niet kan bijsloffen. Terwijl de hersenomvang van de mens sedert het tijdperk van de Neanderthalers niet spectaculair is toegenomen, biedt de computer elke achttien maanden de dubbele geheugen- en rekencapaciteit voor uw Euro. Eigenlijk beangstigend, als je er even bij stilstaat (wat niet verstandig is; je ligt dan meteen nog verder achter): hoe hebben wij met onze primitieve breinen zoiets als een computer kunnen uitvinden?

Kunnen individuele burgers de ontwikkelingen al nauwelijks bijhouden, grote organisaties zijn er helemaal slecht in. Het intellect van een organisatie is omgekeerd evenredig aan het aantal mensen dat er werkzaam is. Dit geldt vooral voor de gevallen waarin de domste meneer het meest in de melk te brokken heeft. Ongelukkigerwijze zijn er nogal veel van dergelijke organisaties. De leiders daarvan snappen niets van computers; althans nog minder dan hun (klein)dochter van vijf en ongeveer even veel als zij begrijpen van de rest van hun werkzaamheden. Zij beoefenen het magisch denken: koop een pakket van Baan, neem er een lekker SAP-je bij; steek de CD-ROM in de drive (ingewikkeld, maar daar hebben ze hun personeel voor) en... Presto! hun bedrijf is georgani-automatiseerd. Het zal de lezer - tenzij hij zelf manager is - duidelijk zijn dat zo'n digibeet aan de top met één beslissing een schade kan veroorzaken waarvoor zijn voorganger in het pre-digitale tijdperk minstens een half jaar nodig had.

De weinige automatiseringsprojecten die ik goed heb zien gaan, werden gerealiseerd door en voor een klein groepje gemotiveerde vakmensen. Klein is fijn. Groot slaat dood. Toch geven steeds grotere bedrijven aan steeds grotere IT-firma's opdracht om steeds grootschaliger automatiseringssystemen te maken. Zouden ze dat bedoelen als ze het hebben over de millenniumramp?

De digitale reiziger

Klein is fijn

Zou het buslijntje van Verhoef nog bestaan? Zo'n zeven jaar geleden stond hij nog in de dikke dienstregeling van Westnederland, onder lijnnummer 183. Verhoef: Drieburggen - Woerden, via Waarder, Nieuwerbrug a/d Rijn en Barwoutswaarder. Acht ritten per dag, op en neer, met een nog net niet antieke bus.

Op een zonnige middag stond ik na een polderwandeling uit Gouda te wachten op de enige lijnbus van de Fa. Verhoef, samen met een moeder en een dochtertje. Beiden groetten mij hartelijk; Driebruggen mag dan in de Randstad liggen maar is erg dorps en telt inderdaad niet veel meer dan de drie bruggen waaraan het zijn naam ontleent.

"Nou, Kees is laat" zei de moeder, met een blik op haar horloge. Kees. De chauffeur heet dus Kees, dacht ik. En ik besefte dat hierin de aantrekkelijkheid ligt van een kleinschalig openbaar vervoerbedrijf zoals Verhoef: ons kent ons. Kees (die overigens enkele tellen na de ongeduldige opmerking van de moeder uit zijn garage kwam rijden) kon zich niet veroorloven, dag-in-dag-uit te laat te komen. "Kees, die is ook altijd te laat", zou het rondzingen in de kerk, bij de kruidenier, in de dorpskroeg en op het marktplein. Sociale kwaliteitscontrole.

Ook met de aansluitingen zat het wel goed. Verhoef zou het zich niet kunnen permitteren om bij Woerden geen aansluiting te geven op de treinen richting Utrecht. Het hele dorp zou hem nawijzen.

Ooit bestond het busvervoer in Nederland uit honderden Firma's Verhoef, die het vervoer verzorgden van dorp naar dichtst bijgelegen stad. In die stad was er een stadsdienstje, gereden door een plaatselijk taxibedrijf. Daarna kwam de fusiepest. Dorpsbedrijven werden streekbedrijven. De stadsnetjes lijfden zij in. Streekbedrijven fuseerden vrolijk verder en maakten zich meester van complete taartpunten van Nederland. De VSN, de overkoepelende organisatie van deze taartpunten, werd steeds machtiger; een waar kartel. Kartelvorming is tegen de paarse economische principes, dus nu moet de VSN kunstmatig gesplitst worden, langs willekeurig getrokken grenzen, om in de grensgebieden nog een schijn van concurrentie op te kunnen houden.

De huidige buschauffeur kent zijn passagiers niet meer. Ook zijn chef kent hij niet. De binding met het werk en met de streek is geheel verloren gegaan. Het management van de busgiganten bestaat uit een bonte mengeling van enerzijds ex-buschauffeurs met teveel kilometers op de klok, die hun carrière mogen afbouwen in een rustig bureaubaantje, en anderzijds van die jonge verkeerstycoontjes, vers van de academie in Breda gekomen met lightrailplannen en zonder enige binding met het product, het personeel en de klant. Tot welke gevolgen dit alles leidt is in de vestigingsplaats van De digitale reiziger dagelijks te zien.

De oplossing: leg een splinterbom onder het stads- en streekvervoer. Elke zone zijn eigen busbedrijf. Alle stationspleinen een bonte materieelschouw van nieuwe, luxe, ouwe, vieze en antieke bussen. Busbazen die hun product weer begrijpen; chauffeurs die hun klant weer kennen.

Met de onderlinge aansluitingen zit het wel goed: als alle bussen op dezelfde trein aansluiten, dan sluiten zij ook op elkaar aan. De strippenkaart blijft gewoon geldig als nationaal tarief, net al nu het geval is bij mini-OV-bedrijfjes als Pieper, Beuk en Westland-expresse.

Om terug te keren op de vraag aan het begin van deze column: als we de OVR mogen geloven, bestaat Verhoef niet meer. Driebruggen is niet meer bereikbaar per bus. Dat is natuurlijk wel een nadeel.
































:TERUG naar Homepage Frans Mensonides

HOMEPAGE de digitale reiziger

Writersblock, het Digitaal Doordacht schrijversplatform

Zelf literatuur publiceren in: De opkamer