COLUMNS WEEK 23 *** 31 MEI 1998
Frans Mensonides

Oranjegevoel

Ik heb ze alweer gezien, de eerste oranjevlaggetjes. Altijd in buurten waar ik niet zou willen wonen; wel opvallend. Dit betekent dat er de komende zes, zeven weken geen dag voorbij zal gaan zonder het zwetsende oliebolhoofd van Hiddink op de TV en zonder opgeklopte krantenverhalen vol non-informatie over die 22 over het paard getilde geldwolven.

Spreekt hier een voetbalhater? Integendeel; ik ben dol op voetbal, vooral omdat je onder een niet al te boeiende wedstrijd zo heerlijk kunt wegdromen. Nee, het is het gedoe eromhéén dat me zo tegenstaat. Daarom in dit stukje een uitstapje naar het oranjegevoel.

Het bestaan van een oranjegevoel is een wonderlijk iets, gegeven het feit dat de Nederlander doorgaans niets liever doet dan kankeren op zijn modderige stukje geboortegrond. Wie dit jaar de musea bezoekt, krijgt een inzicht in het ontstaan van de oranjesentimenten. In de jaren voor de vrede van Munster, nu drieëneenhalve eeuw geleden, was Prins Frederik Hendrik van Oranje volksheld nummer één. Zijn bijnaam Stedendwinger droeg hij met recht. Hij was een geduldig man en wilde de door de Spanjaarden bezette Zuid-Nederlandse steden graag héél in handen krijgen. Rustig legde hij er een cordon omheen en dan begon het wachten. Zo nu en dan liet hij een paar dijken doorsteken. Van tijd tot tijd werd er een dorp geplunderd, om de schrik erin te houden. Terwijl bij het naderen van de winter de belegerde Spanjaarden gingen morren en muiten, heerste in het oranjekamp een opperbeste stemming. Uit ervaring wisten de soldaten dat de smadelijke aftocht van het Spaanse leger nog slechts een kwestie van tijd was.

Was het moment daar, dan brachten de herauten overal in het Noorden het nieuws: Oranje had weer een zege behaald. Kortom: Oranjegevoel!

En vlak de zilvervloot niet uit. In het Prinsenhof zag ik een afbeelding van Piet Heijn. Geen man om je dochter mee om te laten gaan. Een zuivere crimineel, maar wel een held. En dat deed me weer denken aan Patrick Kluivert. Nee, voetbal: je kunt er deze dagen niet omheen.

f

De digitale reiziger

Rijswijk - Ter Aar

Ruim 22 jaar lang heb ik als forens gependeld van Leiden naar Rijswijk. In die jaren heb ik niet veel zien veranderen. De reistijd bleef altijd schommelen rond de 60 minuten, voor een rit van nog geen 20 kilometer. Het maakte niets uit of ik de bus nam - met een overstap in Voorburg - of de trein pakte, met tijdverlies omdat ik eerst nog van mijn buitenwijk naar het station moest reizen.

De opening in 1985 van station De Vink, op bijna-loopafstand van mijn huis, hielp ook niet; ik moest twee keer overstappen om in Rijswijk te komen, waardoor mijn tijdwinst werd opgegeten. In 1988 kwamen de Shuttlebussen, met het gevleugelde woord van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat: "krantje croissantje". Ik zie nog wel eens zo'n Shuttle rijden. Ze zien er nu al behoorlijk uitgewoond uit. In Rijswijk Plaspoelpolder is de Shuttlebus nooit gesignaleerd. Zijn achterkleinzoon, de SWAB-bus, rijdt wel op dit bedrijventerrein, maar niet naar Leiden.

De enige verbetering die ik in al die jaren doorgevoerd heb gezien is de invoering van lijn 48 (Leiderdorp - Delft) die rechtstreeks van Leiden naar Rijswijk rijdt. Helaas niet al te snel: de reis duurt 40 minuten; ook wel eens 50 of 60.

Leiden - Rijswijk: het is gewoon een problematische verbinding. Sinds kort heeft het bedrijf waar ik gewerkt heb, een vervoersmanager in dienst. Je weet wel, zo iemand die zijn collegae vertelt dat ze moeten carpoolen, bussen, trammen, treinen, lopen en fietsen. De meest gehate man na de directeur. Maar wat kan zo'n vervoersmanager beginnen als, om maar eens wat te noemen, de NS de treindienstregeling naar Rijswijk maar weer eens verslechtert?

Ook Ter Aar, mijn nieuwe werkplaats, heeft een OV-probleem. Tot voor kort was er een verbinding met Leiden en Woerden (ZWN 182) en liep er vanuit Alphen a/d Rijn een lijntje (ZWN 184) naar Ter Aar en verder naar de veendorpjes Korteraar en Langeraar. Vorige week, net nu ik er kom werken, is de dienstregeling verslechterd. Lijn 182 werd gesplitst, gekort en geknipt. Er is nu een sneldienst en een stopdienst. De sneldienst rijdt voor mij in de verkeerde richting, nl. 's-morgens naar Leiden en 's-middags naar Ter Aar. De stopdienst maakt allerlei chicanes en rijdt zelfs via Alphen, waardoor mijn ritje wel heel erg lang gaat duren. Lijn 184 is opgeheven v.w.b. het gedeelte Alphen - Ter Aar. Vanuit Alphen Centrum moet je een stadsbus nemen naar Alphen - Ridderhof, en aldaar overstappen op bus 182 uit Leiden. De dorpjes Langer- en Korteraar moeten het doen met de lijntaxi.

Mijn toekomstige werkgever, de gemeente Ter Aar, heeft zich beklaagd over het monopolisme van ZWN. ROVER wilde een bezwaarschrift schrijven maar kon er zelfs niet achterkomen aan wie dat gericht zou moeten worden. Misschien geeft de huidige generatie ROVERaars de moed wat sneller op dan in mijn tijd. Ik bleef over zoiets doormekkeren totdat ik alle regionale en landelijke kranten gehaald had.

Ach, laten wie niet pessimistisch en verbitterd raken over de kwaliteit van het OV. Tel je zegeningen. Er is één ding erger dan te moeten reizen van Leiden naar Rijswijk of van Leiden naar Ter Aar. Dat is: te moeten reizen van Ter Aar naar Rijswijk. Daar moet je echt niet aan denken.


































:TERUG naar Homepage Frans Mensonides

HOMEPAGE de digitale reiziger

Writersblock, het Digitaal Doordacht schrijversplatform

Zelf literatuur publiceren in: De opkamer