COLUMNS WEEK 28 *** 5 JUlI 1998
Frans Mensonides

Na de verkiezingen

Heeft u dat nou ook wel eens? (Ik bemerk, dat ik mijn lezers nog altijd ouderwets met "u" aanspreek, en nooit zit te jij-jouwen. Dat komt omdat ik ben opgevoed in de tijd dat mensen nog "u" waren, zolang het tegendeel niet was bewezen).

Heb jij dat nou ook wel eens? Dat je midden in de nacht zwetend wakker wordt en je dan zorgen gaat liggen maken over problemen waaraan je overdag niets eens zou denken? Ik ontwaakte vannacht uit een enge droom en vroeg me ineens af, of we nu al een nieuw kabinet hadden. Vaag kon ik me een bezoek aan het stembureau heinneren; naar mijn schatting was het een maand of twee geleden.

In de USA en in de UK levert zo'n verkiezing de dag daarop mooie plaatjes op van triomfantelijk grijnzende winnaars en met de staart tussen de poten afdruipende losers. Zo niet in Holland. Na een bekommerde gespreksronde bij Witteman en Mingelen trekken de fractievoorzitters zich terug in hun achterkamertjes om daar een kabinet in elkaar te timmeren. De ware verkiezingsstrijd barst pas los als de stemmachines al lang weer zijn bijgezet in de gemeentelijke magazijnen. De strijd om het beleid; om een paar promille meer of minder; om de partijen; om de poppetjes.

In de jaren zeventig, in de tijden van kerels als Biesheuvel, Den Uijl, van Agt en Wiegel, werd deze strijd en plein public gevoerd; op straat, op TV, in de krant. Hans en Dries speelden, tijdens een dinertje bij De Beukenhof in Oegstgeest, landjepik. Aan de aanpalende tafeltjes zaten parlementaire redacteurs driftig op hun servet te pennen; de volgende morgen wist heel Nederland hoe het land de komende vier jaar geregeerd zou worden.

Anno 1998 worden alle discussies over de formatie van Paars-2 in het geniep gevoerd. Vreemd: er stonden 29 partijen vermeld op de stemmachine; geen één daarvan heette "Paars 2".

Kunnen ze die verkiezingen beter niet afschaffen?, dacht ik nog, vlak voordat ik weer in slaap viel.



De digitale reiziger

VSN-baantjesjagers

Ik heb besloten, het ZWN-district Rijn en Bollen en ZWN-directeur Modderman deze week met rust te laten. Mijn besluit is ingegeven door medemenselijkheid. Ze hebben het al zo moeilijk in het streekvervoer. Wat is er aan de hand?

Verenigd Streekvervoer Nederland (VSN), de moeder van bijna alle streekbusbedrijven in dit land, wordt één dezer dagen gesplitst in VSN-1 en VSN-2. Dit op last van minister Jorritsma. Zij dacht: als er straks twee grote busbedrijven bestaan, dan kan niemand meer klagen over monopolisme en heb je automatisch concurrentie (gek, maar de vergelijking met de deling van een woekercel dringt zich schaamteloos aan me op). Bij deze deling wordt wel enige ballast uitgeworpen: 1000 OVerbodige kantoormensen en een handjevol OVerbodige directeuren worden geloosd. Begrijpelijk dat de kantoormensen en directeuren zich deze week alleen maar bezig houden met wat echt essentieel is in hun functie (het verdedigen van de stoel) en niet meer toekomen aan bijzaken als het belang van de reizigers. "De directeuren vechten elkaar de tent uit" meldde mijn ochtendblad op vrijdag, de dag dat ik deze woorden typte tijdens de lange busreis naar Ter Aar.

DDR heeft besloten, uit begrip met de moeilijkheden waarin deze baantjesjagers zich bevinden, de strijdbijl tegen Modderman te begraven en hem pas weer op te delven als zijn opvolger de directiestoel warm zit te houden.

Laten we deze week eens gaan kijken hoe concurrentie óók kan. Daarvoor komen we terecht in Denemarken, als je de enthousiaste verhalen mag geloven. Het hoofdstedelijk gebied is verdeeld in een aantal taartpunten; in elk daarvan wordt het openbaar vervoer verzorgd door een concessiehouder. Concessies worden verleend aan het bedrijf dat de beste offerte uitbrengt: het meeste openbaar vervoer voor het minste geld. Dat willen ze in Nederland ook. In Denemarken wordt echter gedaan wat in Nederland jaar-in-jaar-uit vergeten wordt: het uitoefenen van kwaliteitscontrole. Een concessiehouder weet, dat zijn concessie geen vrijbrief is voor vijf jaar monopolistische minachting voor de klant (zoals in Nederland, waar de overheid busdienstregelingen blindelings parafeert en geen enkele controle uitoefent op de uitvoering). Rond Kopenhagen is dagelijks een leger van kwaliteitsspionnen op pad. Zij noteren alles, van de reinheid van de bus tot en met het naleven van de punctualiteitsnormen. Wanneer de Deense Doggen tekortkomingen constateren, dan volgt een fikse boete. (Wat zou het rijden van een verkeerde route door Alphen a/d Rijn kosten? Niet zo'n rare vraag als het lijkt, want dat maak ik mee op het moment dat ik deze woorden schrijf).

Het Deense model levert een OV op dat goedkoop is, maar toch een hoogwaardige kwaliteit heeft.

Arriva, de Britse eigenaar van het Groningse stadsvervoerbedrijf, past de Deense principes al toe. Arriva heeft daarvoor geen leger van pennenlikkers hoeven te ontslaan, simpelweg om de reden dat er nooit zoveel in dienst zijn geweest. Een groot deel van de managementtaken, zoals planning, wordt overgelaten aan teams van "zelfsturende" chauffeurs, die daardoor meer plezier achter het stuur zitten dan de saggerijnen hier in het westen. Het openbaar vervoer in het noorden, "in Staad" en in Kobnhavn, moet al met al bijna gezellig zijn.

De digitale reiziger overweegt benoeming van een redacteur "Groningen en Scandinavië" om er eens een kijkje te gaan nemen.




























:TERUG naar Homepage Frans Mensonides

HOMEPAGE de digitale reiziger

Writersblock, het Digitaal Doordacht schrijversplatform

Zelf literatuur publiceren in: De opkamer