COLUMNS WEEK 35 *** 23 AUGUSTUS 1998
Frans Mensonides

De intellectueel

Sommige intelligente mensen zijn geen intellectueel. Bijvoorbeeld: de computernerd die 80 uur per week eentjes en nulletjes zit te programmeren en zijn schaarse vrije tijd besteedt aan parachutespringen en wijndrinken. Nooit bezoekt hij een tentoonstelling; zelden neemt hij een boek ter hand. Een interessant denkbeeld zul je nooit van zijn lippen horen rollen.

Het omgekeerde komt helaas vaker voor: massa's mensen zijn intellectueel, maar niet al te intelligent. Ik ben toevallig beiden. Desondanks slaag ik er niet eens in, een van de twee begrippen helder te defini‰ren. Daarom besloot ik, een plezierig dun boekje te kopen om het in op te zoeken. Dat boekje is geschreven door E.W. Said en draagt de titel "Manifestaties van de intellectueel".

Vele intellectuelen doen veel anders doen dan napraten wat anderen al gezegd hebben. Zegt Said, dus het zal wel waar zijn. Denk aan de politicus die wordt geacht te stemmen volgens zijn partijlijn, of de medewerker die beleid heeft uit te voeren zonder dat een kritische houding door zijn superieuren echt op prijs wordt gesteld. Om den brode moet je nogal eens meningen verkondigen waar je niet achterstaat. Het is dan veel handiger en efficienter als je je die meningen eigenmaakt. Zo blijven oude denkpatronen, langs de lijnen van de hi‰rerarchie, in stand. Said geeft graag het voorbeeld van de vooroordelen bij Westerse denkers tegenover Palestijnen en tegenover de Islam. Said is nl. zelf Palestijn. En Islamiet.

Voor de ware intellectueel is er maar een manier om te ontsnappen aan het keurslijf van broodheren die gaarne hun woord gesproken horen: amateurisme. De ware denker is vrij.

Said maakt niet helemaal duidelijk hoe de vrije denker zijn idee‰n naar buiten moet brengen. Je hebt toch weer anderen nodig, zoals uitgevers. Zelf heeft Said dit soort problemen niet; hij zit in een comfortabele universitaire leerstoel een niet-bestaand vak uit te oefenen: vergelijkende interculturele niet-westerse literatuurstudie, of zoiets. Zo, voor anderhalve ton per jaar, zou ik ook nog wel de dillettant willen uithangen.



De digitale reiziger

Snurk, snurk!

Het lezen van de nieuwe papieren Reiziger bezorgde me laatst een ernstige aanval van narcolepsie (een ziekelijke, onbedwingbare neiging om in slaap te vallen; weer een nieuw woord geleerd, vandaag). Hoe dat komt, weet ik niet. Misschien doordat er deze maand wel erg veel stukjes instonden over onderwerpen die bij de Digitale reiziger allang naar het archief verwezen zijn: de Fast Flying Ferry van Velsen naar Amsterdam; Leer (Westfriesland); het feit dat vervoersmaatschappijen hun klanten besodemieteren met zones die steeds kleiner worden en met busroutes die door steeds meer zones lopen. Misschien ligt het mede aan het feit dat het blad zo door-en-door netjes is, dat woorden als besodemieteren er nooit in voorkomen.

Misschien komt het doordat het blad niet al te boeiend is. De papieren reiziger was interessanter toen Tim Boric en Rudy Schoonveld hem nog volschreven. Waar Tim gebleven is, weet ik niet. Rudy is overgestapt naar de leiding van ROVER, wier verwachtingen ten aanzien van de ledengroei steeds minder realistisch worden. De huidige Schoonveld-index ligt op 30.000 a 50.000 leden. Al vijf jaar wachten wij echter vergeefs op de ledenwervingscampagne die het lidmaatschap uit moet tillen boven de huidige 6.000.

Wat zien die paar nieuwe leden allemaal in ROVER? Geen benul. Laten we er een aan het woord laten. Ik heb het volgende voor jullie geDiekstraad uit de rubriek “Typisch ROVER”:

Het derde dat mij is opgevallen is dat ROVER een kritische consumentenorganisatie is. ROVER wil waar voor het geld van consument en belastingbetaler en wil dat klanten ook echt als klanten behandeld worden. Deze punten vallen mij natuurlijk op omdat ze niet echt bij mij en mijn situatie horen. Ik ben een forens. Voor mij is openbaar vervoer dus met name de trein. Dat is een praktisch iets dat mij naar mijn werk en weer naar huis brengt. Ik ben ook niet kritisch. Als de trein een kwartier te laat is, heb ik een kwartier langer de tijd om de krant te lezen. Of om in slaap te vallen. Na deze reeks monotone kromzinnen geraak ik dus met name in het hypnagoge stadium (het begin van de slaap, alweer een woord geleerd). Ik droom, dat er een metrotunnel onder Leiden ligt. De stations zijn: Zuid-West, Lammenschans, Breestraat, Morspoort, Leiden Centraal en Kooipark. Tot ik met een nerveuze ruk wakkerschrik. Ligt dit nu aan mij, of is het geciteerde artikel werkelijk gespeend van iedere logica? En zo ja: is dat typisch ROVER?

Of is het typisch ROVER om nu weer met een autoloze zondag aan te komen kakken, terwijl het OV op de dag des Heren in grote delen van het land de zondagsrust respecteert? Moeten we soms allemaal gaan fietsen?

Of is het typisch ROVER dat weer geen enkele gelegenheid onbenut wordt gelaten om het openbaar vervoer dat zich onder de grond afspeelt, de grond in te boren (vergeef me de zouteloze woordspeling). Openbaar vervoer moet gezien worden. Dat blijkt ook uit studies, beweert de papieren Reiziger. Uit dezelfde studies blijkt dat juist rond de middelgrote steden veel behoefte is aan extra openbaar vervoer. Altijd al gedacht. Daar had mijn stukje dan ook over moeten gaan. Maar dat komt volgende week wel.

Zo. Even overlezen. Niet mijn beste column. Geen wonder als je je door de papieren Reiziger laat inspireren. Welterusten.