COLUMNS WEEK 38 *** 13 SEPTEMBER 1998
Frans Mensonides
Kift Ik meen te begrijpen waarom kranten altijd zo negatief schrijven over Internet. Het is gewoon de kift. 85% van onze medeburgers zit nog niet op het net. Wat voor indruk moeten die mensen wel niet krijgen van ons, surfers? Voor de door krantenberichten geïndoctrineerde kudde staat Internet gelijk aan alles wat God verboden heeft. Velen denken dat het hoofdkantoor van het World Wide Web gevestigd is in de hel, waar Beëlzebub zich webmaster mag noemen. De aanschaf van een starterspakket staat in de ogen van die mensen ongeveer gelijk aan het verkopen van je zieltje aan de duivel. Geen gelegenheid laat de krant passeren om het Internet en zijn bewoners zwart te maken. Eerst zijn daar de dagelijkse verhalen over seks en kinderporno. Vervolgens worden de medische nadelen van Internetgebruik breed uitgemeten. Depressies, oogklachten, muis-armen, zelfmoordneigingen, internetverslaving: elk uurtje Internet kan al te veel zijn. Ach vader, toe surf niet meer. Katten, honden en kinderen zijn verhongerd omdat hun bazin druk bezig was met chatten; infame hackers zijn eropuit om de macht op aarde over te nemen. Het journaille schrijft wel. Kranten en tijdschriften hebben een groot aantal nadelen, vergeleken met Internet. Je kunt niets terugzeggen. Je kunt niet kiezen wat je voor je neus krijgt. Pagina's vol blote tieten komen pardoes je blikveld binnen, ook op momenten dat je er helemaal niet om zit te springen. Je kunt via de krant geen correspondentievrienden maken. Je kunt zelf geen pagina beginnen in de krant. De krant heeft geen zoekmogelijkheid om in een brij van nieuwsfeiten en -verzinsels nou net dát stukje informatie op te sporen, waar jij om zit te springen. Sommige kranten maken een knieval voor het digitale tijdperk en beginnen zelf een WWW-site. Daar kan de lezer meestal niet veel meer doen dan de krant nog eens nalezen. Dat mensen nog kranten en tijdschriften lezen! Om de papieren periodieken ook in het cybertijdperk aan de man te kunnen brengen, menen de journalisten de kolommen te moeten vullen met steeds meer seks, spanning, sensatie en kinderporno. De pot verwijt de ketel. Allemaal de kift.
|
De digitale reiziger
Leiden gaat concurreren Al vele malen heb ik in deze kolommen de klaagzang gezongen van het openbaar vervoer rond de stad Leiden. Dit wordt uitgevoerd door een zich "ZWN-district Rijn en Bollen" noemend zooitje ongeregeld. Concurrentie wordt door sommigen gezien als Haarlemmerolie tegen alle kwalen waaronder het OV gebukt gaat. Als de klant een keuzemogelijkheid heeft, zal hij vanzelf wel meereizen met het bedrijf dat hem de beste service biedt, zo luidt de redenering. Een vervoersbedrijf dat nog steeds bestaat uit een bende klantonvriendelijke en onbekwame Neanderthalers, is gedoemd tot verdwijning of aanpassing./p> Anderen zien niets in concurrentie "op de weg". Het zal leiden tot versnippering van vervoersnetten en tariefsystemen. Zij zijn voorstander van concurrentie-om-de-weg. Elke vijf of zes jaar verleent de overheid een concessie aan het bedrijf met het beste vervoersplan. Aangezien "het beste" in de ogen van het door bezuinigingsethos gedrilde ambtenarencorps vertaald wordt in "het goedkoopste", zal de passagier hier niet echt wijzer van worden. Dit geldt des te sterker wanneer het bedrijf dat de concessie gekregen heeft, gedwongen wordt de bussen, de garages en het personeel van zijn voorganger over te nemen. In zo'n geval blijft de vervoerder monopolist. Sinds kort streeft het gemeentebestuur van Leiden naar openbare aanbesteding van het stadsvervoer. Niet uit oogpunt van kwaliteit, maar uit dat van geld: de rijksoverheid geeft nl. een fikse subsidie voor concurrentie-experimenten. De Reizigersraad, een geheel uit busreizigers bestaand adviescollege, heeft in onbedekte termen uiting gegeven aan de wens, ZWN overboord te zetten. Ik heb daarvan - het zal niemand verbazen - met verkneukeling kennis genomen. Maar later zakte mijn enthousiasme wat. Leiden kent al twee vormen van stadsvervoer die zich onttrokken hebben aan de grijphanden van ZWN. De zgn. R-bus, geëxploiteerd door De Zijl Bedrijven, wordt bekostigd uit een potje voor het vervoer van asielzoekers. Verder exploiteren dezelfde Bedrijven een busdienst tussen enkele parkeerterreinen en het winkelhart. Deze laatste vorm van openbaar (?) vervoer trekt autoverkeer aan in plaats van het af te stoten en dat is precies wat ik erop tegen heb. Toch: de klanten, waarvan velen nooit in een "normale" bus zouden stappen, zijn er tevreden over. Nadeel van dit alles is wel, dat er nu drie verschillende bustarieven gelden in het Leidse. Het zou handig zijn als de gemeente dit bij de komende aanbesteding zou terugbrengen tot één tarief, liever dan het te laten oplopen tot vier tariefsoorten. Dan hebben we nog het volgende probleem. Wie in Leiden Zuid-West op bus 31 of 41 stapt voor een rit naar Katwijk aan Zee, hoeft niet te weten dat de eerste helft van de rit in opdracht geschiedt van de Leidse Burgemeester en Wethouders en de tweede helft onder auspiciën van het provinciebestuur wordt uitgevoerd. Hij stempelt gewoon vier strippen af; hem een zorg hoe het geld verdeeld wordt over de verschillende potjes. Met de privatisering van het stadsvervoer dreigt voor hem echter een extra overstap waarbij hij opnieuw de beurs moet trekken. En waarbij aansluiting een kwestie is van veel geluk hebben. De meest eenvoudige oplossing voor dit probleem bestaat hierin, dat ZWN gewoon zijn zondig leven betert en vervolgens probeert, de concessie voor het complete stadsvervoer in handen te krijgen. Volgens districtschef Laviere wil ZWN een convenant sluiten met de gemeente, waarin het busbedrijf wordt afgerekend op kwaliteit. Het verhaal is prachtig. Nu de kwaliteit nog.
|