COLUMNS WEEK 38 *** 13 SEPTEMBER 1998
Frans Mensonides

Sigaar

Ik kan het niet helpen, maar ik schiet de laatste tijd minstens 7 keer per dag in de lach. Op zulke momenten zie ik de volgende scene driedimensionaal voor me: Clinton en dat mens van Lewinski staan, in het gangetje naast the oval room, met de broek op de knieën, en Mr. President bewerkt de stagiaire met een sigaar. Uitgerekend een sigaar, die toch al behoort tot de parafernalia van de mannetjes die het in deze maatschappij voor het zeggen hebben. Een bepaald soort mannetjes. Ik zie het Wim Kok niet doen. Dat is zo'n in-brave borst; die komt niet eens op het idee, dat het ook met een sigaar kan.

Een kwestie als de sigaar van Clinton, daar moet je natuurlijk een mening over hebben. Het best kun je je er vanaf maken met een extreem standpunt. "Een schoft als Clinton, die moet stante pede ge-impeacht worden. En dat vieze mannetje Starr erbij, die zelf de hele dag niets anders doet dan met zijn stokje in de prut van een ander te roeren."Of: "Laát die twee mensen toch, als ze dat nou lekker vinden. Zo'n president heeft spanningen genoeg. Mag hij dan eens een keertje ontladen?"

Ook zijn er talloze tussenstandpunten mogelijk, met pagina's vol enerzijds-anderzijds. Daar hou ik niet zo van. Je komt dan tot wat laffe redeneringen als "ik heb op zich niets tegen sigarenseks, máár voor iemand in Clintons positie....". En: "Bill heeft natuurlijk gelijk dat hij het doet, maar de manier waaróp".

Wat moet ik dan zeggen over Clinton? Wat ik, in mijn lachbuien, het meest verontrustend vind (en daardoor ook het meest geestig), is het feit dat het gedoe met die sigaar plaatsvond onder werktijd. Veronderstel als twee normale kantoorbedienden dit nu eens deden, in het gangetje naast de papierversnipperar. Ze zouden op staande voet ontslagen worden. En daarom, louter uit oogpunt van rechtvaardigheid, moeten Clinton en Lewinski er ook uit. Niet vanwege die sigaar, maar omdat de eerlijkheid het gebiedt.

En daarna moesten ze het privéleven van Ken Starr maar eens zorgvuldig tegen het licht houden.



De digitale reiziger

Symmetriepunt

Sommige mensen gaan compleet uit hun dak als ze een trein zien rijden. Anderen raken al in extase bij het aanschouwen van een tabel uit het spoorboekje. Om onopgeheldere redenen komt deze afwijking alleen voor onder mannen.

Ruim veertig mannen hebben zich verzameld in de ZWN-kantine te Leiden om te luisteren naar de heer Jansen van NS (zijn werkelijke naam ben ik vergeten, sorry!). Drie uur lang vertelt Jansen aan een ademloos toeluisterend NVBS-publiek, wat er bij komt kijken om een treindienstregeling te maken. Enkelsporige baanvakken, "paden" voor goederentreinen, LoversRail, overkruisingen, wisselstraten, spoorbezettingen, virtuele treinen die niet rijden maar wel hun schaduw vooruitwerpen: eigenlijk is het een wonder dat er ieder jaar weer een spoorboekje in de winkel ligt.

De twee belangrijkste pijlers van de Nederlandse dienstregeling zijn sedert de jaren dertig: cadans en symmetrie . Cadans is het fenomeen dat alle verschijnselen op het railnet een periodiciteit van 60 minuten kennen. Als er om 11.07 een trein naar Utrecht vertrekt, kun je er duvel op zeggen dat er om 12.07, 13.07... ook een gaat. Symmetrie zorgt ervoor, dat de trein van A naar B de trein van B naar A ontmoet op een vast aantal minuten na het hele uur. In Nederland bedraagt dit aantal minuten bij benadering 17 en 47. Wie rond 17 of 47 uit zijn couperaampje kijkt, ziet als het goed is een tegenligger langssuizen. In geval van een halfuurdienst ziet hij dit vanzelfsprekend (ga dit zelf na!) ook gebeuren om 02 en 32.

De symmetrie heeft tot gevolg, dat aansluitingen die in de a-richting geboden worden, ook in de b-richting tot de mogelijkheden behoren. Dit systeem schijnt een Nederlands uitvinding te zijn.

Waar het symmetriepunt ligt, doet er niet toe, als het maar voor het hele net hetzelfde is. In Duitsland, Belgie en Frankrijk ligt het op 00 en 30. Je voelt wel: dat geeft gedonder. De Thalys, de Beneluxtrein en de Eurocity gedragen zich, onmiddellijk na het passeren van onze rijksgrenzen, als blindgangers die de goede gang van zaken op ons spoornet danig verstoren. In het uur dat de Thalys ons land aandoet, gaan er plotseling aansluitingen verloren en vallen er complete stoptreinen uit.

Je kunt daar ruwweg drie dingen aan doen.
A.: je laat de internationale treinen bij het binnenkomen van Nederland 34, of bij het verlaten ervan 26 minuten wachten (niet erg leuk voor de reiziger); B: je zorgt ervoor dat alle treinen tussen Roosendaal en Amsterdam en Amsterdam en Zevenaar in een 00-30 symmetrie gaan rijden, (waardoor je natuurlijk ogenblikkelijk problemen krijgt met aansluitingen op andere intercitylijnen, nevenlijnen, buslijnen die op de trein aansluiten, etc. etc. etc.); B. Je kunt in één klap alle treinen, trams, bussen, metro's, veerponten, lijntaxi's, belbussen, schoolaanvangstijden, ROVER-congressen, enzovoorts, dertien minuten opschuiven.
NS aarzelt. C. is de mooiste oplossing, maar dit zadelt Nederland, naast een milleniumprobleem, ook nog op met een dertien-minutenprobleem. Dertien zou wel eens een ongeluksgetal kunnen blijken.
We stappen hier van af en geven Jansen nog even gelegenheid, een onthulling te doen. "Er zit tóch geen pers in de zaal". Hilversum verloor in 1994 zijn IC-status louter om dienstregelingtechnische redenen (ergens ver van Hilversum kon een perronspoor uitgespaard worden). Alle smoezen die NS daarvoor heeft bedacht, zijn een eigen leven gaan leiden.
Hilversum, doe hier je voordeel mee.