COLUMNS WEEK 45 *** 1 NOVEMBER 1998
Frans Mensonides

Flipsen (2)

Flipsen woonde in het dorp waar de stinkende strokartonfabriek stond, die hem al meer dan dertig jaar werk verschafte. Hij was begonnen als jongmaatje op de postkamer, maar had het uiteindelijk gebracht tot hoofd van de boekhouding.

Al meer dan dertig jaar fietste Flipsen dagelijks om halfnegen naar de fabriek en peddelde hij elke dag om halfzes terug naar zijn mooie herenhuis aan de vaart die het dorp doorsneed. Een kolossale aktetas, boordevol paperassen, documenten en dossiers, stond op zijn bagagedrager. Flipsen bestuurde zijn rijwiel met de linkerhand en hield, met de rechterhand op zijn rug, zijn aktetas in bedwang. Dat was zo een gewoonte van hem. Slingerend fietste hij twee keer per dag door het dorp.

Regelmatig wezen collega's en kennissen hem op de mogelijkheid, een fietstas of snelbinders aan te schaffen, maar met de koppigheid die de raszuivere Fries kenmerkt, sloeg hij deze raad in de wind.

Op een grimmige herfstdag had Flipsen bij een flinke windstoot de macht over het stuur verloren en was met fiets, aktetas en al in het kanaal getuimeld. Het was al zeven jaar geleden, maar nog vaak werd het incident opgerakeld door de medewerkers van de strokartonfabriek. "Je had het moeten zien, Flipsen, tot aan zijn middel in het water; kroos op zijn schouders. Zie je het voor je, met die lange, uitgestreken kop van hem?"

Flipsen was na het ongeluk flink uitgekafferd door zijn vrouw, maar hij had volhard in zijn eigenaardige fietsgewoonte.

Da laatste tijd reed Flipsen naar de fabriek met een bekommerde blik op het gelaat. Het ging niet best in de strokarton. Er kwamen interim-managers over de vloer en het ene organisatiebureau was nog niet weg of het andere stond al op de stoep. Er waren geruchten over outsourcing . Dat was een nieuw woord, maar Flipsen leerde snel wat het betekende: ontslagdreiging voor een ieder die niet direct bezig was met de productie van strokarton. Hij vreesde voor zijn baan; zijn vrouw had echter nog ambities hem door te laten groeien tot hoofd van de administratie. "Je hebt recht op die positie, Victor", zei zij vrijwel iedere dag, "na alles wat je in 32 jaar voor de zaak hebt gedaan".

Daarover dacht Flipsen na, terwijl hij op de fiets naar kantoor zigzagde. Op een morgen was hij al bij het ontbijt in zulk diep gepeins verzonken, dat hij, voor het eerst in al die jaren, zijn tas vergat. Twee minuten later kwam zijn medewerker Buitenwegh hem met de auto achterop. Deze zag Flipsen over de weg slingeren, met zijn linkerhand aan het stuur en de rechter, zonder tas, op de rug. Buitenwegh schoot in een lach. Die ouwe Flipsen begon nu echt simpel te worden! Een prachtverhaal om straks te vertellen bij de eerste koffie.

In het statige huis aan de vaart zag mevrouw Flipsen de tas staan in de vestibule. Zij pakte hem op en liep ermee naar het tuinhek. "Victor, Victor, je tas!", riep zij. Maar haar man hoorde het niet; hij was al niet meer dan een stipje in de verte; ginds aan de lange, rechte vaart.



De digitale reiziger

Middelgroot en middelmatig

Alphen aan den Rijn is een stadje in het Groene hart van de Provincie Zuid-Holland. De stad telt ca. 65.000 zielen. Dit is, bezien vanuit een OV-standpunt, een erg gevaarlijk aantal. Hoezo? Nou, zo’n middelgrote stad heeft eigendunk genoeg om er een compleet stadsvervoersnet op na te willen houden, maar kan dat nauwelijks betalen.

Het Alphens stadsvervoer telt vier buslijnen. Lijn ZWN 75 en 77 verbinden het station en het stadshart met de wijk Ridderveld, waar ruim de helft van de Alphenaren woont. Dit zijn de goedlopende lijnen (althans dat waren ze tot mei 1998, toen NS besloot, zijn treindienst in het Groene Hart om te gooien, zodat de “knoop” bij station Alphen aan den Rijn verloren ging).

Daarnaast zijn / waren er twee korte lijntjes, ZWN 76 en 78, die de afgelopen jaren een ontelbaar aantal malen zijn ingekrompen, omgeleid, afgeschaft en opnieuw ingevoerd. Lijn 76: Centrum - Ridderveld Midden, is nu gereduceerd tot het absolute minimum, een uurdienst, die alleen overdag rijdt. De rit duurt nog geen tien minuten. Reizigers vanaf het station moeten sedert mei 1998 overstappen op de Willem de Zwijgerlaan, werkelijk ideaal voor een busdienst die voornamelijk door bejaarden gebruikt wordt.

Het traject van lijn 78, door de nieuwe wijk Kerk en Zanen, ten zuiden van de spoorbaan, is drie jaar geleden overgenomen door NZH. Gemeente en busbedrijf sloten er een convenant voor. NZH voerde het traject uit als verlengstuk van de streeklijn 197 (Amsterdam Marnixstraat - Schiphol - Leimuiden - Alphen aan den Rijn). Tot mei van dit jaar. NZH weigerde zonder overleg het convenant te verlengen. De chauffeurs hadden plotseling erg veel last van de minirotondes (die al in de wijk lagen toen het convenant gesloten werd) en de bussen reden bijna leeg rond (wat niet zo’n wonder is als je grote standaardstreekbussen inzet op een stadstraject van ongeveer 1,5 kilometer).

Steden als Alphen aan den Rijn hebben onlangs hun beslissingsbevoegdheid over het stadsvervoer verloren aan de provincie. Het nadeel daarvan is dat de provincie absoluut niets begrijpt van OV (al zijn er in Den Haag, gezien het grote aantal bezoeken aan De digitale reiziger, wel enkele ambtenaren met de bereidheid om iets bij te leren). Het voordeel is dat de gemeente de provincie zo lekker de schuld kan geven van wat ze zelf verkeerd hebben gedaan. Dat gebeurde dan ook in het geval van lijn 76. Ten onrechte, vond een stadsbuschauffeur, die me erover aansprak. “Die gemeente moet niet zeiken, want ze wilden zelf al jaren van dat lijntje af”. Inderdaad; nu de man het zei, kon ik me herinneren dat ik jaren geleden het belang van lijn 76 al heb moeten bepleiten bij een gemeentelijke bezwarencommissie.

Nog gecompliceerder ligt het geval van lijn 78, c.q. 197. De route door Kerk en Zanen - een milieuvriendelijke wijk, nota bene - is verdwenen in een Bermudadriehoek van wederzijdse beschuldigingen, met als hoekpunten de gemeente, de provincie-zonder-brievenbus en het busbedrijf. Het leverde een veertiental bezwaarschriften op. Tijdens de behandeling daarvan door de Derde Kamer van de provincie (twee kamers is toch al zat, zou ik zeggen) ging het gehakketak vrolijk verder, tot ergernis van de gedupeerde reizigers.

Tot zover het stadsvervoer. Ook het streekvervoer in de regio is een ernstige slag toegebracht, en wel door de gemeente Alphen aan den Rijn zelf. Die bepaalde dat de streekbus niet meer welkom was op het busstation de Aarhof, in het stadshart. De bus rijdt nu buiten het centrum om. Wat voor gevolgen dat heeft, wist bovengenoemde buschauffeur met een aardig voorbeeld te illustreren. Hij had gehoord dat de patatboer bij De Aarhof zijn omzet met 30% had zien dalen.