WEEK 24 / 13 JUNI 1999
Frans Mensonides

Flipsen (7)

- Mogge, Buytenwegh.
# Mogge, de Leyens. Weer terug op je post? Wat heb jij gisteren uitgespookt, man?
- Nou, ik heb namelijk de hele dag in het Zorgcentrum gezeten. Stembureau, voor de Europese verkiezingen.
# Oh! En? Druk?
- Gaap, gaap. Geen hond. De laagste opkomst uit de geschiedenis. Nog geen 100 man, in twaalf uur tijd. Dan kun je het zelf uitrekenen.
# Jezis Luuk, hoe kom je de dag door, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat?
- Ik heb urenlang zeeslagje zitten spelen met de voorzitter van het stembureau. We hadden helaas geen PC, dus flipperen zat er niet in. Maar ja, alles beter dan op kantoor te zitten. En je krijgt er een dag doorbetaald verlof voor, plus presentiegeld. Ja, niet zoveel hoor als die Europarlementariërs. Maar toch mooi meegenomen. Ik heb jou trouwens niet gezien, gisteren, in het Zorgcentrum.
# Nee, Luuk. Ik heb mijn beurt voorbij laten gaan, deze keer. Met al die verhalen op de televisie over die Euro-commissarissen... Ik kreeg het gevoel: als je stemt voor Europa, dan maak je je eigenlijk medeplichtig aan fraude!
- Ha, ha, ha, dat vind ik een goeie!
# Want ze frauderen toch allemaal.
- Maar laten we mekaar nou geen mietje noemen, Buytenwegh.
# Nee, dat beloof ik. Ik noem je geen mietje, de Leyens. Tenzij je natuurlijk maandag je paarse handtasje meeneemt naar de zaak.
- Ha, ha, ha. Maar serieus, Bert. Iedereen fraudeert toch? 's ochtends, als je op je werk komt. Eerst klokken, en dan je auto pas parkeren. Je zou ze de kost moeten geven.
# Met de trein naar een vergadering reizen, op een kortingskaartje, en autokilometers declareren.
- Thuis pennen en papier gebruiken van de zaak. Of bij Inkoop een Stanleymes bestellen als je zaterdags wat te knutselen hebt.
# Maar dat vind ik vestzak-broekzak, Luuk.
- Ja, want STROMIJ bedondert ons toch ook als ze de kans krijgen?
# Zeg, de Leyyens, je hebt anders wel wat gemist, gisteren.
- Hoezo?
# Flipsen in de bocht.
- Nee, het zal Flipsen niet wezen. Wat nu weer?
# Nou, je weet toch, dat we zitten met tig kilo oude archiefbescheiden, die vernietigd moeten worden? Allemaal vertrouwelijk spul. Rekeningen, salarisgegevens, personeelskaarten vanaf 1875, dat soort werk.
- Onze valse declaraties van vijftien jaar geleden.
# Ja, zoiets. En nu is er al weken een rel, wie dat moet vernietigen. Want het moet allemaal in de papiervernietiger. Je mag het niet zo met de vullesman meegeven.
- Ja, ik heb zoiets horen rondzingen. Maar daar heb je toch bedrijven voor, die dat spul opkopen en op een heel speciale manier vernietigen?
# Ja OK. Maar dat wil Flippo dus niet. Te duur. Kunnen we zelf, zei hij. Hij heeft een papierversnipperaar gehuurd. Maar Seghwaert van het archief vertikt het.
- Waarom? Dat is zijn werk toch?
# Nee, want er staat een clausule in zijn taakomschrijving: hij is wel verantwoordelijk voor de selectie en de processen-verbaal, maar niet voor de daadwerkelijke uitvoering van de fysieke vernietiging, of zoiets. Hij heeft er de bond bijgehaald, en die zeiden ook: hij is niet verantwoordelijk voor de daadwerkelijke fysieke vernietiging.
- En nu?
# Nou, we hadden er een hele extra werkbespreking over; gisterenmiddag. Maar niemand wou het doen. Flipsen vraagt het aan José. Maar die geeft niet thuis. "ik ben je werkster niet", zegt ze. Herman had het net heel druk met een klusje voor Zwammerdam. En bij mij hoeft hij ook niet aan te komen. Ik zit zo bij de bond!
- Ja, daar ben je toch geen boekhouder voor, om Flipsen zijn ouwe rotzooi te gaan zitten vernietigen?
# Maar wat doet Flipsen? Die vraagt het aan Dirkje Driemanspolder.
- Aan Dirkje?? Oehoehoe! Die Flippo! Nou, dat noem ik dapper.
# En Dirkje gelijk helemaal over de rooie. Het stond niet in haar taakomschrijving. En vrouwen moeten zeker altijd de rotklusjes opknappen, en dit, en dat. Maar opeens wordt Flipsen witheet en begint 'ie kei- en keihard te schreeuwen. "Als hier dan iedereen te besodemieterd is om zijn werk te doen, dan doe ik het zelf wel!", brult 'ie. God, wat hebben we gelachen!
- En toen?
# Nou, iedereen vond het wel een goed voorstel, van Flipsen. Dat is aangenomen zonder hoofdelijke stemming, zogezeid.


Ziiiiiiii! Ziiiiiii! Ziiiiiii!
Flipsen was langzamerhand gewend geraakt aan het hoge gepiep van de papierversnipperaar. De hele morgen had hij stapels papier laten verdwijnen in de gleuf van het apparaat, maar de stapel op zijn tafel was niet noemenswaardig geslonken. Naast zijn bureau stonden drie grote zakken vol papiersnippers.

Het verliep allemaal heel anders dan hij had gehoopt. Hij had de kwestie willen oplossen met een fraai staaltje psychologie. Dat de chef zelf papier zou gaan zitten vernietigen; dat was te absurd voor woorden. Herman, Jose en Dirkje zouden om het hardst roepen: "Nee, meneer Flipsen. Dat kan ik niet toestaan! Dan doe ik het wel!" Maar niemand had iets dergelijks gezegd; helemaal niemand.

Daar ben ik mooi mee in de aap gelogeerd, dacht Flipsen. Niet dat hij een hekel had aan het karweitje. Het was een lekker rustig werkje; nu eens zonder gestress. Maar Zwammerdam zou beslist niet tevreden zijn over zijn handelwijze. Die zei steeds maar, dat hij niet dominant genoeg optrad, als teamleider. Zwammerdam zocht hem toch al, de laatste tijd. Flipsen had zelfs een verbetertraject opgelegd gekregen, met een officieel stappenplan, waar hij zijn handtekening onder had moeten zetten. Dit akkefietje met dat oude papier was natuurlijk weer koren op de molen.

Aan de andere kant: Zwammerdam was er die dag niet, en als Flipsen een beetje doorwerkte, zou hij de klus voor het eind van de middag kunnen klaren. Misschien kwam Zwammerdam er nooit achter.

Plotseling kreeg Flipsen een helder idee. Het dossier over die PC's! Het dossier, dat nu al maanden op de onderste plank van zijn kast lag. Het dossier, waaruit zonneklaar bleek, dat die 85 gammele PC's op zijn advies gekocht waren. Zou hij... Nee, dat kon hij toch niet... Maar dan was hij er wel mooi vanaf!

In Flipsens kast lagen nog meer dossiers over zijn fouten uit het verleden. Over sommige zaken durfde hij niet eens meer na te denken, zo erg was het. Weg ermee; een buitenkansje! Flipsen tilde de plantenbak op, pakte de sleutel eronder vandaan en opende zijn kast.

"Eigenlijk is dit fraude, Victor!", zei Flipsen tegen zichzelf, toen hij het eerste dossier prijsgaf aan het zoemende apparaat. Hij lachte hardop, maar dat was van de zenuwen.


column-archief

De digitale reiziger

De loketten-discussie beu

Ik weet niet hoe het met jou is, maar ik erger me de laatste weken helemaal wild aan die discussie over de sluiting van NS-loketten. Het lijkt wel, of er niets belangrijkers gebeurt in onze wereld. Soms dreigt de loketkwestie “Kosovo” en “Europa” van de voorpagina’s te verdrijven. Ook de ingezonden brievenrubrieken zijn voor 80% gewijd aan het nieuwste geval van NS-miscommunicatie.

Voor degenen, die de laatste maand doorgebracht hebben op de planeet Mars, volgt hier een korte samenvatting van wat er aan de hand is. NS heeft plannen bekend gemaakt om alle loketten op alle stations te sluiten. Je kunt straks met menselijke tussenkomst geen kaartje meer kopen. De automaten blijven gehandhaafd; NS spreekt zelfs over drastische uitbreiding van het via de automaat verkrijgbare assortiment.

Verder kan de reiziger op de grotere stations informatie verkrijgen bij een servicedesk. Daar zitten nog wel mensen; die doen alles voor je, behalve kaartjes verkopen. De kleinere onbemande stations krijgen praatpalen, waar de klant zijn probleem kan inspreken.

De Wizzls blijven wel bestaan, maar het NS-plaatsbewijs verdwijnt uit hun assortiment. Heel erg verwondert me dit niet. Deze Wizzls zijn een paar jaar geleden in het leven geroepen om op kleinere stations, na de onvermijdelijke wegbezuiniging van het loket, toch een kaartverkoopmogelijkheid te bieden. En ook sociale veiligheid, en zo. Al snel bleek, dat de Wizzl-exploitanten hun supermarktactiviteiten belangrijker vonden dan het verkopen van plaatsbewijzen, waarop immers geen winst valt te behalen. Mensen die in een Wizzl een kaartje wilden kopen, werden doorgaans als melaatsen behandeld. Zij kozen de wijste partij en liepen voortaan wel naar de automaat.

De door NS voorgenomen maatregelen maken deel uit van een trend die al langer aan de gang is en waarvan de teloorgang van de conducteur ook een onderdeel uitmaakt: de trend naar een OV waarvoor straks niemand meer kan, wil, mag of hoeft te betalen. Gratis OV is altijd al een belangrijk programmapunt geweest van De digitale reiziger. Elke stap in die richting moet luidkeels en met volle akkoorden worden toegejuicht. Vanwaar dan mijn ergernis?

Ik krijg de indruk, dat NS een paar stappen overslaat in de langzame evolutie naar een gratis OV. Ze doen het voorkomen of ze eerst het betalen onmogelijk willen maken en pas daarna het OV gratis gaan verklaren. Dat wil de NS natuurlijk niet, maar het lijkt net zo. Dat ligt aan de manier waarop NS communiceert. NS is er een ware meester in, de gunstige trends in het reizen per trein geheim te houden en de bedreigingen en moeilijkheden uit te bazuinen. Zoals de NS zijn voorgenomen loketmaatregel verkoopt, lijkt het net alsof de reiziger gestraft moet worden voor zijn hoogstirritante gewoonte, altijd maar te willen betalen voor zijn reis. Het eigenlijke oogmerk van NS, gratis OV voor iedereen, blijft op die manier verborgen.

Wat ook erg dom is van de Spoorwegen: de soep wordt altijd veel te heet opgediend. Een plan dat op vrijdagmiddag ergens in de Utrechtse spoorbunkers opkomt in het onervaren brein van een stagiair(e), staat de volgende morgen al met vette koppen op de voorpagina van de Telegraaf. We hebben het in 1998 ook gezien met de vermeende afschaffing van het kortingstarief in de middagspits. Het was niet meer dan een idee dat iemand eens had geopperd tijdens een brainstormsessie, maar de kwestie heeft de publieke opinie maandenlang beziggehouden.

Het lijkt soms wel, of NS niet meer doet dan een balletje opgooien om te zien hoe ze reageren. “Ze” zijn dan niet de (nu nog betalende) klanten, maar de overheidsdienaren. Want NS verkeert geestelijk nog steeds in het tijdperk van monopolisme, een systeem waarbij je enige klant - en dus ook je voornaamste communicatiepartner - de overheid is. De reiziger over wiens hoofd de polemieken vervolgens uitgevochten worden, heeft dan niet door dat NS de boel alleen maar op stang wil jagen.

Daar erger ik me de laatste weken het meeste aan. Niet zozeer aan het plan om alle loketten te sluiten; ook niet aan de onverstandige communicatie van de NS, maar wel aan het feit, dat iedereen er steeds weer instinkt. ROVER, de Consumentenbond en de ouderenbonden putten zich weer uit in verontwaardiging, terwijl het veel verstandiger was om NS dood te zwijgen. Die bejaardenbonden verstaan bovendien hun eigen achterban niet goed. In mijn ochtendkrant staan dagelijks tien boze brieven van senioren, die, in tegenstelling tot wat de bonden suggereren, helemaal geen probleem hebben met technologische ontwikkelingen als de kaartjesautomaat en de spreekzuil.

De digitale reiziger roept ROVER en aanverwante klaagorganisaties met klem op, niet meer te reageren op de meest recente NS-provocatie. OK, NS, je wilt binnen de kortste keren alle loketten afschaffen? Prima, NS. Vooral doen. Lekker Bah-doen op het potje. Grote jongen. Kook maar lekker gaar in je eigen sop. Dan kunnen de kranten gevuld worden met zaken die echt belangrijk zijn.