WEEK 28 / 11 JULI 1999
Frans Mensonides
Flipsen (9) Het mieljennum-probleem
- Middag, Buytenwegh. De heer Flipsen zat in zijn leunstoel terug te blikken op alweer een akelige kantoordag. Wat ging het de laatste tijd toch vaak zo. Vroeger, toen je nog boekhoudmachines had, had Flipsen alles in zijn vingers. Iedereen wist: als er iets met de boekhoudmachines was; haal Flipsen er maar bij. Maar met die computers. Wat had hij een hekel aan die dingen! Die dag had hij de halve middag zitten vergaderen met iemand van die computerfirma. Buytenwegh en Pijnacker waren erbij. En ze praatten en praatten maar, die drie, en Flipsen begreep er niets van. Die vervelende Buytenwegh zat steeds heel wijs te knikken als Pijnacker iets zei. Volgens Flipsen deed Bert ook maar net of hij er verstand van had. Flipsen ging zitten mijmeren. Een tijd lang volgde hij de discussies niet meer. Totdat hij merkte dat het gesprek over het millennium ging. Pecunia 4.3 zou een millennium-upgrade krijgen, wat het dan ook was. Dit is mijn kans, dacht Flipsen. Nu zit ik aan tafel met een deskundige die er iets vanaf weet. Hij nam het woord. Heel rustig begon hij te praten tegen die account manager. "Meneer, nu wilde ik u iets vragen, als deskundige. Denkt u nou echt, dat het zo'n vaart loopt met die millenniumovergang?". "Dit lijkt me nu geen geschikt onderwerp, om...", begon Buytenwegh. Toen ging Flipsen ineens heel zenuwachtig zitten ratelen. Al zijn angsten kwamen er tegelijk eruit. De raketten. De voedseldistributie. Liften zouden blijven hangen. De hele administratie van STROMIJ weg! Vliegtuigen die uit de hemel vielen. Rellen en straatschenderijen! De accountmanager keek hem enigszins bevreemd aan. Hij maakte aanstalten om iets tegen Flipsen te zeggen; hopelijk iets wat hem zou geruststellen. Maar toen kwam die ellendige Buytenwegh er tussen met weer zo'n nare, stekelige opmerking. "Meneer Flipsen", zei hij afgemeten. "Kunnen wij deze vergadering misschien éven serieus houden?" Nee, het was alweer geen plezierige dag geweest op kantoor, en er zouden nog zeker honderd van zulke dagen volgen voordat het 31 december was. En daarna... column-archief |
De digitale reiziger
Niet spreken met de bestuurder Niet spreken met de bestuurder. Hij heeft nu even geen tijd voor zijn klant. Hij is privé aan het bellen met zijn mobieltje, en bestuurt de bus met zijn ellebogen. Of hij heeft gezellig zijn vriendin meegenomen en zit tijdens de rit te vozen met die lellebel, aan wier goede smaak ik ernstig twijfel. Of hij luistert naar muziek, die tot hem komt via een handig oorschelpje. Hij is druk met alles behalve zijn werk. Dit is geen anti-chauffeursdemagogie, waarvan De digitale reiziger soms beschuldigd wordt. Ik heb het bovenstaande allemaal zelf mogen meemaken, in week 26 van het jaar 1999, in het district Leiden van Connexxion. Je weet nog wel: het district waarvan het hoofd, Laviere , vorig jaar nog beweerde dat hij er de bezem doorheen zou halen. Dat is niet gelukt. Ik ga het Laviere niet vertellen. Laviere is een bestuurder met wie ik niet meer spreken wil. Eén keer heb ik die man in de gelegenheid gesteld, zijn complete arsenaal aan domheid en botheid over mijn hoofd uit te gieten; dat was genoeg. Had Connexxion Pedro Peters maar weten te strikken! Dat is een uitstekend bestuurder, vindt hijzelf. Peters is nu nog directeur van de dienst Milieu en Beheer van de gemeente Leiden, (de plantsoenendienst, vermoed ik), maar binnenkort verhuist hij naar Utrecht, waar hij het stadsvervoerbedrijf GVU gaat runnen. Pedro Peters heeft geen verstand van openbaar vervoer. Dit feit bazuint Pedro met grote koppen uit in het Leidsch Dagblad van zaterdag 3 juli, want zoals elke rechtgeaarde Nederlander is hij apetrots op zijn eigen ignorantie. Nu gaat Peters zich in Utrecht niet bezighouden met het reilen en zeilen van de bussen. Zijn missie is de verzelfstandiging van het bedrijf. GVU heet al tientallen jaren GVU, en er moet nu misschien wel een ander stickertje op. Geen betere stickertjesplakker dan Peters. Het gaat Peters wel aan het hart dat hij Leiden moet verlaten. Hij had net zo'n lekker tof sfeertje in de tent, met de jongens. De jongens van de plantsoenendienst die - als je Peters mag geloven - dol waren op hun opperhoofd. Maar ja, als je door een headhuntersbureau speciaal op je gebrek aan kennis geselecteerd wordt, dan gá je. Het managementcircuitje. Die headhunters, met hun levendige windhandel in pratende pakken. Wat maakt het uit, of je leiding geeft aan een plantsoenendienst, een busbedrijf of een piccalillyfabriek? Wat duvelt het, dat je geen kennis van zaken hebt? Over een jaar zit je toch weer ergens anders je zakken te vullen. Niet spreken met deze bestuurders. Iets verstandigs komt er toch nooit uit. Ik word zo ongelooflijk treurig van dit soort toestanden. Gelukkig valt er in onze regio ook wel eens wat te lachen. Bijvoorbeeld om Molkenboer. Hij is verkeerswethouder van Leiderdorp. Ook hij wordt bij de uitoefening van zijn functie niet gehinderd door een overmaat aan kennis van zaken. Molkenboer heeft de afgelopen weken weinig nieuwe vrienden gemaakt. Er moesten in Leiderdorp wat werkzaamheden verricht worden op enkele doorgaande verkeerswegen. De politie had Molkenboer afgeraden, al die werkzaamheden tegelijk te laten uitvoeren. Wat deed Molkenboer dus: inderdaad! Op vijf plaatsen werd het wegennet van Leiderdorp opgebroken. "Dan zijn ze lekker voor de bouwvak klaar", verklaarde de wethouder, "en zijn we in één klap van de narigheid af". Een onbeschrijfelijke verkeerschaos is het gevolg. Duizenden woedende automobilisten. Ondernemers lijden tonnen schade per dag. Een dure grap, én een heel gevaarlijke grap: het Rijnlandziekenhuis is nauwelijks bereikbaar voor noodverkeer. Na een dolle dinsdag nam Molkenboer zowaar een verstandig besluit, vermoedelijk het eerste in zijn loopbaan. Woensdag schakelde hij de verkeerslichtinstallaties uit en liet het verkeer regelen door politieagenten en secretarie-ambtenaren. De chaos nam daardoor iets af. Toch riepen verschillende ingezonden brievenschrijvers in de krant van donderdag om het hoofd van de PvdA-wethouder. Niet in het minst ontmoedigd, mepte de bestuurder terug. De chaos lag aan het ongedisciplineerde gedrag van automobilisten, jij-bakte Molkenboer. Met wegwerkzaamheden had het niets te maken. "Die automobilisten denken zeker dat ze altijd maar moeten kunnen doorrijden", schamperde de wethouder in het Leidsch Dagblad van vrijdag. Nee, dan het openbaar vervoer. Dat moest maar eens flink gestimuleerd worden. Daarvoor zou Molkenboer ten spoedigste een voorstel indienen. Een ruit van snelbusbanen om het dorp heen, daar zag hij wel wat in. Dat is pas een wethouder! Nog nooit heeft een gemeentepoliticus zulke drastische maatregelen genomen om het autoverkeer te ontmoedigen. Molkenboer verdient minstens de ROVER-Reiziger-lulligheidsprijs! Jammer, dat ook de door Molkenboer zo gewaardeerde bussen per rit tientallen minuten vaststaan in het door hem veroorzaakte verkeersinfarct. Verder denk ik, dat er niet erg veel stimulans uitgaat van snelbussen die in een grote boog om het dorp heen rijden. Maar dat zijn details, waarover we niet willen gaan zitten kniesoren. We moesten het Molkenboer maar eens rustig uitleggen. Want één ding mag duidelijk zijn: In Molkenboer hebben we eindelijk een bestuurder gevonden, waar mee te práten valt over openbaar vervoer.
|