WEEK 34 / 22 AUGUSTUS 1999
Frans Mensonides
Universiteit ontgroend In de collegebanken van de Nederlandse universiteiten is een generatiekloof aan het ontstaan. Nóg een generatiekloof, want die tussen docenten en studerenden was er natuurlijk al sedert de eerste viering van de dies. De nieuwe kloof waarop ik doel, is die tussen jonge studenten en de categorie, die in de Engelse taal eufemistisch wordt omschreven met de term mature students. Zoals mijn lezerskringetje weet, behoor ik tot de laatste groep. Nu is onder Utrechtse letterenstudenten de door mij gesignaleerde kloof geen erg groot probleem, want beide leeftijdscategorieën ontvangen hun onderricht strikt gescheiden. Er zijn dagstudenten, gemiddeld zo'n 20 lentes jong, en avondstudenten, die variëren van 25 tot 65 jaar. Deze twee groeperingen ontmoeten elkaar alleen tijdens tentamens, en hebben dan wel iets beters te doen dan elkaar in de haren te vliegen. Elders zijn onlangs de eerste schermutselingen tussen onrijpe en rijpe studenten al losgebroken. Het eerste dat ik las over de strijd der generaties, was een artikel op een Internetsite van de hand van een filosofiestudente. Aan haar universiteit lopen de leeftijdsgroepen hinderlijk door elkaar. Er worden ook ouderen toegelaten tot college's die door jonkies gefrequenteerd worden. De wijsgerige studentin beklaagde zich over het feit, dat oudere studenten de boel altijd ophouden met uitweidingen over "hun levenservaring". Nu lijkt filosofie me bij uitstek een vak voor mensen met een ruime ervaring; ikzelf heb me daarom voorgenomen, me er pas over twintig jaar in te gaan verdiepen. De studente vond die oraties van hoogbejaarden maar hinderlijk. Je studeert tenslotte geen filosofie om te discussiëren. Dat kost maar tijd. Ze wilde zo snel mogelijk haar bul halen en daarna het volle leven in. Naar de arbeidsmarkt, waar ze - maar daar komt ze nog wel achter - zitten te springen om iedereen, behalve doctorandae in de wijsbegeerte. De tweede ronde in de academische generatiestrijd speelde zich deze week af in Leiden. Handelende persoon was Peter van de Graaf, een 52-jarige tweedejaarsstudent antropologie, toevallig nog een heel vage kennis van me ook. Hij had de euvele moed, zich aan te melden als lid van het studentencorps Minerva. Als argument gaf hij op, dat hij graag contacten wilde leggen die hem na zijn studie nog van pas zouden komen. Bij Minerva zit je wel goed als het gaat om een old boys network, moet van de Graaf gedacht hebben. De antropoloog in spe ving bot. Op grond van zijn hoge leeftijd werd hem het lidmaatschap ontzegd. Hij heeft terstond een klacht ingediend bij het Meldpunt discriminatie. Een nerveus typetje van Minerva verklaarde voor TV-West, dat het studentencorps een club is waar de ontwikkeling van jong-volwassenen centraal staat. Een 52-jarige past daar niet bij, vond zij. Daar zou ze wel eens gelijk in kunnen hebben. Mijn vage kennis is een veel te intelligent en beschaafd iemand om zich thuis te voelen tussen zo'n stelletje zuipende, brallende en kotsende snotapen, die bezig zijn, zich te ontwikkelen tot jong-volwassenen. Minerva vreest slachtoffer te zijn van een opzetje; Van de Graaf zou zich louter hebben aangemeld om het corps bij het publiek in diskrediet te brengen. Misschien heeft het meiske daar wel gelijk in, maar in dat geval hadden ze de man natuurlijk beter gewoon kunnen toelaten. Het initiatief van de antropologiestudent verdient wijde navolging. Míjn lidmaatschapsaanvraag voor het Utrechtse korps is de deur al uit. Verder zal ik al mijn overrijpe medestudenten oproepen om zich massaal te melden aan de poorten van de studentencorpora. De ontgroening van het studentenleven is niet meer tegen te houden! --- column-archief |
De digitale reiziger
Overstaptips Het kan nuttig zijn om af en toe wat rond te neuzen in oude papieren en E-mails. Van de week herontdekte ik een E-mail, die ik op 18 november 1996 had gestuurd naar ene Ditmer, indertijd bij ROVER de projectleider van het project “Overstaptips”. Ik kwam tot een rijtje overstaptips, dat er wezen mocht, en nu, tweeëneenhalf jaar later, nog niets van zijn actualiteitswaarde heeft verloren. Ik heb geen idee, of zij het eindverslag gehaald hebben, maar wil ze op deze plaats graag aan de vergetelheid ontrukken. Hier volgen ze. 1) Bereid een reis grondig voor. Weet waar er "gegarandeerde" aansluitingen zijn. Kijk of er alternatieven zijn voor overstappen (Bijvoorbeeld: eens per twee uur een rechtstreekse trein naar Groningen vanuit Den Haag. Als je echt een hekel aan overstappen hebt, neem dan die trein). 2) Als het erg belangrijk is dat je op tijd bent: ga dan liever een uur eerder van huis. Je zit dan een stuk rustiger in de trein. 3) Ken je OV-net; onthoud je positieve en negatieve ervaringen met overstappen; zorg dat je weet waar de knelpunten liggen; onthoud welk deel van de trein het dichtst bij de trappen of bij de uitgang stopt. 4) In de bus: waarschuw de chauffeur zo vroeg mogelijk als je wilt overstappen en je aansluiting verloren dreigt te gaan 5) Voortransport met het stadsvervoer: neem liever een bus eerder, of mijd het stadsvervoer en ga met de fiets naar het station. Je kunt je vertrekmoment dan beter plannen. 6) Bij een krappe cross-platform-overstap: ga als je van een lange trein op een kort treintje overstapt, in de lange trein altijd in het midden zitten. 7) Zorg voor een goede lichamelijke conditie, zodat je in staat bent een sprint te trekken zonder ogenblikkelijk dood te blijven. 8) Trek de aandacht van het personeel: Draag opvallende kleding, vooral in het donker, en zorg dat je iets bij je hebt om mee te zwaaien (paraplu of aktetas). Ook handig om mee te slaan, als je je aansluiting toch mist, en op een sociaal onveilige plek op je volgende reismogelijkheid moet wachten. 9) Zorg dat je bij het naderen van je overstaphalte of -station als eerste bij de uitgang bent. 10) Bij treinontregelingen: de trein langs het perron waar het witte V-licht brandt, vertrekt als eerste (word niet boos op me als de eerstvertrekkende trein onderweg wordt ingehaald door de langst achterblijvende). 11) Neem in het natransport een Treintaxi. Niet duur, en je beperkt je wachtduur. 12) Vertrouw eerder op je ervaring dan op mededelingen van personeel; bijvoorbeeld als de CTA aangeeft dat de aansluitende trein 15 minuten vertraging heeft, houdt er dan rekening mee dat hij ook na 10 minuten al kan komen; je zou niet de eerste zijn die een vertraagde trein toch nog mist. 13) Blijf bij personeel, vervoermaatschappij en overheid kankeren op slechte overstapsituaties, klungelige dienstregelingen, mislukte zgn. gegarandeerde aansluitingen, etc. 14) Mocht je ondanks deze tips toch te laat op je afspraak komen, zeg dan dat je in de file stond. Een volkomen geaccepteerde smoes. 15) Regel tijdig dat je op de terugweg in iemands auto kunt meerijden naar het station of liefst naar huis. Scheelt je een overstap, resp. een complete OV-rit. ("Wil je meerijden, of heb je een retourtje", vroeg iemand me ooit. Ik had een retourtje en wilde meerijden). 16) Benader gemiste aansluitingen positief, ter voorkoming van een negatieve spiraal. Bedenk dat je nu eindelijk eens tijd hebt om rustig boodschappen te doen, of in dat mooie donkere bos te wandelen bij dat afgelegen stationnetje waar je gestrand bent. 17) In geval van bussen die via een veerpont rijden: stap reeds op de pont in de bus. Je bent dan betrekkelijk zeker dat je hem haalt. 18) Tot slot nog een moedgevende anekdote: de ZWN (of eigenlijk Gemeente Leiden) schrapte in juni de gegarandeerde aansluiting bij de halte Voorschoten Centrum. De bussen missen elkaar nu op 2 minuten, althans volgens dienstregeling. Daar de chauffeurs in Leiden e.o. kunnen lezen noch klokkijken, wordt de aansluiting in de praktijk nog steeds geboden, vooral als je er niet om vraagt. Vertel het alsjeblieft niet verder. Er zou eens een slimmere chauffeur in de dienstregeling kunnen gaan kijken.
|