Nieuwe reexx - Aflevering 71 ZONDAG 5 JANUARI 2003
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.

Literaire wandeling

Mijn eigen Zeestraat van Huygens (3)

Lees eerst deel 2 en deel 1

Aan een lezer uit Haaglanden die ook iets heeft met de Zeestraat


Van overzee

Van by de Kerck van Scheveningh tot het voornoemde eerste Huys toe sijn bevonden noch 112 Roeden lenghde [425 meter]. Om het plein by de Kerck te vinden [bereiken], neme ick die ten ruymsten op 130 Roeden [bijna 500 meter], dese gedaen by de voonoemde 800 komt 920 Roeden [3,5 kilometer] ende tegens 25 Guldens de Roeden als boven, voor alle onkosten, niets uytgesondert, de somme van eens 23000 Caroli Guldens. Zijnde, mijns bedunckens, soo geringen geld, ten aensien van soo loffelicken werck, dat ick my wederom niet en kan onthouden van waerschouwen, dat de naelatigheit van dit voornemen by alle naerkomelingen verachtelick sal werden opgenomen.

Steen-Wegh van den Hage op Scheveningh

Ik kom van over zee, vanuit de warme landen, die tegenover de Afrikaanse stranden liggen, en heb daar streken doorzocht, doorlopen en doorkropen waar het luisterrijk, aangenaam en plezierig was, of scheen. Maar oost, west, thuis was het best. O geboortestad, ik kon uw weerga op aarde al niet vinden toen ik u verliet; waarmee moet ik nu uw nieuw verworven luister vergelijken? Ik liet u achter als een stad omringd door land, begraven in uw duinen, ondergedoken in uw zand. […] En nu zie ik Scheveningen - als mijn ogen me niet bedriegen - met een laan aan het einde van zijn dorpsstraat.

De Zee-straat (r. 77-91)


In deze aflevering bewandelen we de Zeestraat zoals iemand dat deed die zojuist per boot was gearriveerd op het strand van Scheveningen. Gezien vanaf het strand begon Huygens’ Zee-straat meteen achter het oude kerkje. Het eerste stuk heet thans Keizerstraat, een smal winkelstraatje met boven sommige etalageruiten schilderingen van zeetaferelen.

Uit microfoons jengelen sinterklaasliedjes [inderdaad: zolang heeft dit verhaal op de plank gelegen] waarvan ik me niet kan voorstellen dat kinderen er vrolijk van worden. “a-halles gekregen van die goede Sint”, die melodie is van een intense treurigheid, vind ik nu, als volwassene; zeker niet passend bij een kinderfeest.

Vermoedelijk is deze Keizerstraat het laatste wat stadhouder Willem V (1748-1806) van Nederland gezien heeft; de laatste blik van de laatste stadhouder. Op 18 januari 1795 voer hij, geholpen door Scheveningse vissers, het zeegat uit, op de vlucht voor de Franse troepen die reeds het grootste deel van ons land veroverd hadden en oprukten naar Den Haag. “Ik ga, maar ik kom weder”, waren zijn befaamde laatste woorden, althans zijn laatste woorden op Nederlands grondgebied. De Franse tijd duurde wat langer dan gehoopt, en de stadhouder, achterhaald door de dood, kon zijn belofte geen gestand doen.

Met de vlucht van Willem V was het Oranjetijdperk echter nog niet voorbij. Zijn oudste zoon, heel origineel ook Willem geheten, zette op 30 november 1813 voet aan land, op dezelfde plek waar zijn vader het 6890 dagen eerder verlaten had. Willem zou Nederland tot 1840 dienen als souverein vorst onder de naam Willem I; ze begonnen blijkbaar opnieuw met de telling. Hij werd na zijn terugkeer opgevangen bij een particulier op de Keizerstraat. Het pand staat er nog steeds, heeft een gevelsteen die herinnert aan de gebeurtenis op die herfstdag in 1813, en verleent nu, onder de naam YMCA, nog altijd onderdak aan mensen die van overzee komen.


Dracht

De smalle straatjes rond de Keizerstraat hebben opmerkelijke namen, zoals Kolenwagenslag, Jan Kistenstraat en Nieuwe Laantjes. Dit is het oude Scheveningen; echter niet dat van Mesdag, maar dat van na de renovatie in 1917, toen de oude, wrakke visserswoningen werden afgebroken. De overbevolkte vissersplaats telde in die tijd 44.000 inwoners, meer dan twee keer zo veel als tegenwoordig.

In deze krochten, nu al weer oud en aan renovatie toe, heb je nog de meeste kans, vrouwen aan te treffen in Scheveningse klederdracht. Toevallig zie ik juist zo’n exemplaar staan bij de tramhalte op de hoek met de Jurriaan Kokstraat: zwart jak, blauwe rok en een wit kapje dat bijeen wordt gehouden door een ingewikkelde gouden speld. Op een gegeven moment moeten ze ermee opgehouden zijn, met klederdracht; er kwamen daarna in ieder geval geen nieuwe draagsters meer bij. 25 jaar geleden zag je er alleen vrouwen van 60 jaar of ouder in lopen; tegenwoordig alleen nog vrouwen van minimaal 85 jaar; het sterft uit - letterlijk.

De Scheveningse vrouwen hadden het bij Huygens definitief verkorven, met hun geklaag over die mooie weg die hij had ontworpen, die ze nota bene gratis mochten gebruiken. Hij raakte er maar niet over uit.

Maar droom ik nu, arme Scheveningers, of zijn ze u werkelijk uit de mond gevallen, die ondoordachte woorden waarvan ik met afgrijzen de echo heb vernomen? Ik kan moeilijk geloven dat in uw geest een geest van kritiek en van gemopper is ontstaan, alsof men u de grootste overlast heeft veroorzaakt, nu men u gedwongen heeft, over klinkers te lopen en zo uw schoenen, kousen of voetzolen te verslijten. Hebben ze in het vertrouwde zand dan nooit stenen ontmoet, of distels, of slangen? Heeft de weg u dus alleen maar verlies gebracht, in plaats van winst?? Buren van de zee, arme drommels, gedoemd tot een leven van zwoegen, meent u dat nu werkelijk? Dan moet u eens goed naar me luisteren: uw voeten hebben me op deze weg gebracht, en uw hoofden niet minder; altoos heb ik met medelijden aangezien hoe uw schedeldak de zware vismanden naar de markt moest torsen, en het was me zonneklaar dat iedereen zich zou moeten inspannen, uw last wat te verlichten.

Vroeger moest u hard zwoegen op het zachte pad van zand, maar nu valt het harde pad u zacht. Bedenk toch wat een zegen het is, dat een volle mand nu onderweg naar de markt nog minder weegt dan vroeger de lege mand die u aan het eind van de dag door het zand naar huis droeg.

Zee-straat (r. 432 - 450 en 467 - 470)


Traction de cheval

Ik volg het voorbeeld van de oude vrouw in klederdracht en pak tram 8, Scheveningen Noorderstrand - Vrederust via Hollands Spoor. Het donkert al, de middag loopt ten einde; ik heb uren rondgezworven aan weerszijden van Huygens’ Zeestraat. We rijden langs luxueuze bejaardenwoningen voor mensen die goed geboerd hebben. In Huygens’ tijd liet je in dat geval ergens op het platteland, niet ver van de stad, een “buiten” bouwen. Huygens woonde op Hofwijck, aan de Vliet bij Voorburg (thans: Huygens-museum) en heeft ook daar vanzelfsprekend een gedicht over geschreven. Dat is nog drie keer zo lang als De Zee-straat; alleen geschikt voor de ware die-hards. Ik heb er fragmenten van gelezen, uit een bloemlezing, maar sluit niet uit, dat ik het eens van a tot z zal uitspellen.

Even verder, bij het Churchill-plein, voegt lijn 17 (Statenkwartier - Wateringseveld) zich bij lijn 8. De laatste lijn heeft tot 1976 het alleenrecht gehad op de Scheveningseweg, maar kreeg toen gezelschap van lijn 7, die later vervangen werd door 17. Een van mijn favoriete tramritjes, dit stuk langs de Scheveningse weg; de kaarsrechte tramroute langs villa’s, optrekjes en bossen; het lauwe geschommel van de tram op de vrije baan. En bij de halte heb je geen DRIS nodig om te weten hoe lang je nog moet wachten; de lichten van je tram zie je al aankomen als hij nog kilometers van je verwijderd is.

Deze route maakt deel uit van het eerste tramtraject uit de Nederlandse geschiedenis, geopend in 1864. Ongelooflijk, dat Huygens’ Zeestraat het twee volle eeuwen zonder tram heeft gesteld!

Aan de ontwikkeling van de paardentram in Den Haag is de naam verbonden van een pionier, een tragische figuur, genaamd Cornelis Soetens. Hij was zijn tijd even ver vooruit als Huygens de zijne, en heeft nog minder waardering ondervonden voor zijn vooruitziende blik.

Reeds in 1844 had Soetens een mislukte poging gedaan, een concessie te verkrijgen voor een tram op “asphaltspoor” tussen Haarlem en Amsterdam. Daarna publiceerde hij een Franstalig werk over een nieuwe vinding van hem: de chemin de fer à traction de cheval, Système Soetens. Het ging om een hybride product, een diligence die zowel over de weg als op rails kon rijden. In de wielen was een inkeping aangebracht die in een rail paste, ongeveer zoals bij een schuifdeur het geval schijnt te zijn. Een geldbesparende inventie; immers waar al een verharde weg beschikbaar was, hoefde nu geen trambaan aangelegd te worden. Het geval had een imperiaal; je kon ook bovendeks reizen, in de open lucht.

Vanaf 1859 voerde Soetens een verbitterde strijd met het Haagse gemeentebestuur om zo’n merkwaardig voertuig te kunnen laten rijden tussen Den Haag en Scheveningen. Hij stuitte daarbij, net als Huygens 200 jaar daarvoor, op een overheid die het belang van zijn plannen niet echt inzag en haar best deed, de realisatie ervan zo lang mogelijk te traineren.

In 1866, kort nadat Soetens stierf - in diepe armoede, zoals het hoort in dit soort geschiedenissen - is zijn plan toch nog uitgevoerd. Echter: niet op Huygens’ Zeestraat, maar op het traject Den Haag - Delft. De Nederlandse tramprimeur waar hij 20 jaar op gejaagd had, was hem ontstolen: in 1863 gunde de gemeente ’s Gravenhage de concessie voor de lijn naar Scheveningen aan een ander. De Dutch Tramway Company ging ermee aan de haal, en exploiteerde vanaf 25 juni 1864 een enkelsporige ringlijn op tramrails; geen diligence, dus.

De tram naar Scheveningen vertrok van de Plaats, volgde de route van de huidige lijn 8 tot het punt waar ik daarnet ben ingestapt, en reed daarna rechtdoor de smalle Keizerstraat in. Ik kan me daar moeilijk tramverkeer voorstellen. Deze route door Scheveningens voornaamste winkelstraat bleef tot in de jaren twintig in stand; toen pas werd het huidige kortere tracé over de Jurriaan Kokstraat aangelegd. Na de Keizerstraat maakte de tram een soort haarspeldbocht om de kerk, deed daarna het badhuis aan, en reed langs de binnenhaven en het kanaal terug naar Den Haag. Via de Nieuwe Uitleg werd de Voorhout bereikt. Even later was op de Plaats de cirkel rond; een lijn van circa 9 kilometer lengte.

Een retourtje eerste klasse Den Haag - Scheveningen kostte in 1864 50 cent; een bedrag waarvan een modaal kinderrijk gezin indertijd een hele dag kon eten, en dan hielden ze nog een vriezer vol kliekjes over. Het zal duidelijk zijn, dat het nieuwe vervoermiddel alleen klandizie wierf onder de meer gegoede burgers, en zeker niet onder de zwaarbeladen vissersvrouwen waarover Huygens zich zo druk maakte. Per dag werden in het eerste exploitatiejaar op de ringlijn gemiddeld slechts 400 reizigers vervoerd, al kwamen bij gunstig strandweer uitschieters voor tot 2.000.

Deze twee routes, Den Haag - Delft en Den Haag - Scheveningen - Den Haag vormden de ruggengraat van een snel groeiend paardentramnet, en leveren ook vandaag de dag (zij het niet via precies dezelfde route) nog een grote bijdrage aan de vervoercijfers van de HTM.

De beginjaren van de Haagse tram waren woelig, met veel wisselingen van eigenaars, veel deraillementen en veel kinderziekten. De wagens naar Delft, volgens het systeem-Soetens, werden al spoedig door stoomtrams vervangen; de diligences waren te log en te zwaar voor die arme paarden die de zaak moesten voortbewegen. Het lijntje naar Scheveningen viel in de jaren 70 in handen van de tolpachter van Huygens’ Zeestraat, ene Romijn, een rare snuiter. Hij gaf zijn koetsiers opdracht, op stille dagen met vertrek te wachten totdat de tram vol was, desnoods uren lang, en heeft tijdens grote drukte ooit hoogstpersoonlijk al te opdringerige passagiers afgerost met een rijzweep.

In 1886 kreeg de lijn geduchte concurrentie van de stoomtram Den Haag HS - Scheveningen, besproken in deze REFLEXXIONZZ! van afgelopen zomer. Maar vier jaar later was op de Scheveningseweg opnieuw een innovatie te zien. Dit was de accutram, niet veel meer dan een kolossale batterij op wielen, die bijna al zijn energie nodig had om zijn eigen gewicht in beweging te krijgen. Mensen konden ook nog mee, niet al te veel per tram, maar de accuwagen genoot door zijn grote storingsgevoeligheid en lage snelheid geen grote populariteit onder het publiek. Met de accutram hebben ze op Huygens’ Zeestraat voortgemodderd tot 1904, toen het Haagse tramnet onder de draad kwam. De pionierstijd was voorbij; de tram was een volwassen vervoermiddel geworden.


Uitgelezen

De wereld warrelt; zij gaat haar eigen weg, en warrelt al maar door. Met al het gewemel van de mensen gaat het, denk ik, net zo als met de sterren. Ik geloof wel dat er een systeem in zit; ieder heeft zijn eigen baan en zijn eigen betekenis binnen het geheel. Maar ik kan er vaak geen touw aan vastknopen. Lieden die het proberen, slaan zich erover op de borst, maar ik betwijfel of zij wél een systeem kunnen ontdekken in de warwinkel.

De beginregels van de Zee-straat (r 1-6), maar in mijn verhaal vormt het begin van het einde.

Ik ben overgestapt op lijn 17, en heb het Centraal Station bereikt waar deze wandeling begon. Huygens zelf ben ik in het gedrang uit het oog verloren, maar ik bemerk, zoals zo vaak, dat ik het gewarrel bekijk met een Huygensiaanse blik. Wat zou hij vinden van die stroom zich haastende voetgangers, die voortdrommen naar hun trein, dwars door alle rode voetgangerlichten heen? In zijn eigen tijd vond hij Den Haag al zo hectisch. Hij was altijd weer blij, zijn koetsier opdracht te kunnen geven voor de rit naar Hofwijck, dat hij zo gedoopt had omdat het een wijkplaats moest zijn voor de drukte en het gekonkel van het hofleven.

Op het plein voor Den Haag CS staat een wat haveloze man een complete mime-voorstelling ten beste te geven. Met overtuigende Rob van Reijn-gebaren betast hij een onzichtbare glazen stolp die zich om hem heen bevindt; misschien denkt hij wel, dat hij werkelijk in zoiets zit opgesloten. Hij kan er wat van; niet zomaar een knoeier, hoor, maar niemand blijft stilstaan om te kijken.

In de restauratie, die sinds het begin van dit jaar Café-T heet, stuit ik op twee dames, moeder en dochter zo op het oog, waarvan de eerstgenoemde een overleden vos rond de nek draagt. Beschaafd discussierend staan zij gebogen over het mandje met theezakjes, hun kolossale batterijen naar achteren gestoken, zodat ze de weg versperren voor een heel rijtje ongeduldige forenzen. Met de ernst of het om de keuze van een levenspartner gaat, of om die van een 30-jarige wurghypotheek, proberen zij het zakje te kiezen dat exact past bij hun stemming, gezondheidstoestand, het seizoen en het tijdstip van de dag.

Feitelijk zou ik bewondering moeten hebben voor mensen die temidden van al het gewemel gewoon nog de tijd nemen voor wat werkelijk belangrijk is: hun theeceremonie. Maar ik hoor mezelf met snijdend stemgeluid sneren: “Néém er nou maar een, dames; ze zijn allemaal lekker, hoor!” De jongste kijkt me geschoffeerd en wat angstig aan, verbaasd over wat het plebs zich tegenwoordig allemaal aanmatigt. Zonder iets te zeggen maken ze me ruimbaan, zodat ik mijn koffie kan afrekenen.

Ik voel me terechtgewezen, en neem bedremmeld plaats temidden van enkele schamele habitués, die ik wel kan uittekenen. Volgens mij zitten ze hier al een kleine eeuwigheid te plakken, op één en hetzelfde kopje koffie, in 1977 aangeschaft voor f 1,15. Enkele malen is de zaak verbouwd; eigenaars gingen en kwamen, maar deze mensen blijven altijd terugkeren, als luizen op een zeer hoofd.

De deftige dames staan nog steeds waar ze stonden, nauwelijks bekomen van de steek die ik ze heb toegebracht, en nog immer delibererend over de vraag of het de Earl Grey moet worden, of toch maar de groene thee. Alleen puissant rijke haves en totale have-nots kunnen zich een zo laag levenstempo permitteren; de rest, die daar ergens tussen in zit, moet voort, voort, voort in deze warrelende wereld.

Hier, en met deze gedachten, eindigt de reeks over Huygens’ Zeestraat, al was het alleen maar omdat hij niet oneindig lang kan voortduren.

Hoe is het met u gesteld, trouwe lezer, achter uw beeldscherm? Begint het u al te duizelen, en schiet u wellicht in de stress omdat u nog meer te doen heeft vandaag, en krijgt u het Spaens benauwd door deze zee van woorden, en zoudt u niet willen dat ik er zo onderdehand een einde aan ging breien?

Weest niet bevreesd, wij zijn aangeland op het punt dat ik afscheid van u ga nemen. U bent uitgelezen publiek, dat u dit verhaal helemaal hebt uitgelezen!

De Zeestraat (r. 959 - 964; vertaald naar de geest, en niet naar de letter)

Frans Mensonides


De wandeling : Verlaat Den Haag CS via de noordwestelijke uitgang (rechtdoorlopen vanaf het perron). Steek het stationsplein over, kruis de drukke Bezuidenhoutseweg, neem het wandelpad met kiezelsteentjes langs het Malieveld; links zie je de trambaan; rechts de Koekamp, met herten en soms een circus of een demonstratie. Waar de tramrails afbuigen naar links, linksaf de Korte Voorhout inlopen; na ruim 100 meter voorbij de Amerikaanse ambassade rechtsaf de Lange Voorhout in (rechts: Escher in het paleis) totdat je bent aangekomen bij de hoek waar Des Indes staat. Daar linksaf. Aan je rechterhand zie je iets verderop de gevelsteen die de plaats van Huygens’ huis markeert. Aan het eind van de Voorhout de Kneuterdijk oversteken en rechtdoor de Heulstraat in. Aan het eind daarvan rechtsaf het Noordeinde in; links staat het paleis; rechts het standbeeld van Wilhelmina. Het Noordeinde gaat over in de Zeestraat: rechts het panorama, links het Museum van Communicatie. Al maar rechtdoor; de Javastraat kruisen en schuin links de Scheveningseweg in, gelijk op met de trambaan. Links zie je het Vredespaleis. Daarvoorbij staat het witte tolhuis, pal rechts van de trambaan. Dit tolhuis aan je linkerhand houden en het geasfalteerde wandel- en fietspad nemen langs het bos. Na ca. 400 meter zie je het standbeeld van Huygens; verderop links de ingang van Cats’ Zorgvliet. Bij het Shell-station kun je linksaf slaan, de zeer brede Johan de Wittlaan in; aan je rechterhand zie je dan spoedig het oorlogstribunaal en het congresgebouw. Wij volgen echter de Scheveningseweg, immer geradeaus. Aan de kerk, bijna een kilometer voorbij het tankstation, was ooit Op Gouden Wieken vastgebouwd. Nog steeds rechtdoor lopen, je belandt dan vanzelf op de Keizerstraat. Rechts het huis waar Willem I is opgevangen, thans YMCA. Voorbij de kerk de steile helling op naar de boulevard; daar rechtsaf de Zeekant op; na een paar honderd meter bereik je het Seinpostduin. Vanaf hier kun je rechtdoor lopen in de richting van de pier, door de Promenade heenlopen, en op het Gevers Deynootplein tram of bus nemen (van hier rijden lijnen 1, 1K en 22 naar CS); ook kun je op het Seinpostduin rechtsomkeert maken, je richten op de vuurtoren en aan de voet daarvan tram 11 nemen naar Den Haag HS, zie aflevering 6 van deze reexx.


Bronnen:
*Constantijn Huygens Zee-straat, ingeleid en toegelicht door Dr. L. Strengholt. Klassiek Letterkundig Pantheon 120. Zutphen, 1980.
*Leideritz, W.J.M., De paardetram in Nederland, Grote alken 608, ISBN 90 6013 608 X.
*Deze en deze site over de historie van Scheveningen

Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Alvast een citaat uit een volgende aflevering:
Het werd pas leuk, toen enkele jongens, tot het uiterste getergd door verveling, ertoe overgingen, de juffrouw te bekogelen met de inhoud van de blokkendoos.
Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

De omgekeerde prullenbak - Medley van in 2002 ongepubliceerde fragmenten - Do. 02.01.2003
- - - -
Jaaroverzicht - uitslag van de Wimpel-wissel 2002; top 15 REFLEXXIONZZ! van 2002 - Zo. 29.12.2002
- - - -
Winterzonnewende - Utrecht - Dordrecht: drie unieke busdiensten OV-reisverhaal- Do. 26.12.2002
- - - -
Roodneuzige rendieren en jengelende bellen - Gratis busvervoer in Dordrecht OV-reisverhaal - Zo. 22.12.2002
- - - -
Buch versus Büch - De autobiografie, een dubbele leugen - Do. 19.12.2002
- - - -
Mijn eigen Zeestraat van Huygens (2) - Panorama, Internetlectuur en vis - Zo. 16.12.2002
- - - -
Afdrukken voltooid - Een printer zonder inkt - Do. 12.12.2002
- - - -
Mijn eigen Zeestraat van Huygens (1) - Historie en persoonlijke herinneringen langs een oude weg - Ma. 9.12.2002
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden



De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Limburg ondervindt veel last van ramptoeristen in overstroomde gebieden

Irriteren en Borgharen!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


2beg/220(2)/358(77)(2)/113,9(4,6)