Nieuwe reexx - Aflevering 77 ZATERDAG 25 JANUARI 2003
Lees ook de Soundbite of the seventies; in de rechterkolom! Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.


Column

Partij der Ontevredenen

Twee berichten bereikten vrijwel tegelijkertijd de kantoortorens van REFLEXXIONZZ!; twee berichten die me aan denken zetten. En zoals zo vaak leidde dat tot een column.

Het eerste las ik in de krant, en hield in, dat momenteel een meerderheid (52%) van de Nederlanders niet trots meer is op het vaderland. Dat bericht vervulde mij op mijn beurt dan weer met grote trots op ons volk en op mezelf. Immers: ik riep vijf jaar geleden al, toen iedereen zich nog koesterde in het lauwe bad van Paars I en II, dat Nederland een snertland dreigde te worden. Nu is die boodschap van voortrekkers als ik eindelijk doorgedrongen tot de trage massa. 52%, ik had afgelopen woensdag met gemak 78 kamerzetels kunnen binnenhalen met een PdO (Partij der Ontevredenen).

Het tweede bericht las in een e-mail, mij toegezonden door een lezer. Het was een forward, afkomstig van De dagelijkse gedachte, waarin onbegrip werd uitgesproken over het in ons land alom klinkende gekanker. De dagelijkse gedachte wees op de situatie in de Derde Wereld, waar de mensen werkelijk reden hebben om met een pruillip rond te lopen.

Ik geef node toe, dat daarin een kern van waarheid zit. Wíj mopperen - ik noem maar een puntje - over de wachtlijsten waarop we terecht komen met onze (luxe)kwalen, maar er zijn in donker Afrika ook landstreken, waar helemaal geen wachtlijsten zijn, om de eenvoudige reden dat er helemaal geen gezondheidszorg is. Dat is pas erg; de mensen worden daar niet eens oud genoeg om, bijvoorbeeld, grauwe staar te krijgen, of een facelift nodig te hebben.

Ik besloot, eens onder elkaar te zetten waarover ik allemaal ontevreden was geweest, de afgelopen weken, en te reflecteren over de vraag hoe terecht dat is.

Ik begon met wat me momenteel erg bezighoudt: iemand in mijn nabije omgeving, die volledig gestoord is, zichzelf verwaarloost, en anderen tot last is. De grootste leek ter wereld kan zien dat die man niet meer in staat is, zijn eigen leven in de hand te nemen. Hij zou gedwongen opgenomen moeten worden in een inrichting. Maar je - krijgt - het - niet - voor - elkaar.

Voor me op tafel ligt een decimeterdikke gemeentelijke wegwijzer met ca. 296 zorginstanties. Ik heb ze weliswaar nog niet allemaal gebeld, maar heb er tot dusverre geen een bereid gevonden, het probleem echt aan te pakken. Oh, ze zijn beslist niet te beroerd om de omgeving aan te horen, en ons “heel erg veel sterkte” toe te wensen; zeer begripsvol word je te woord gestaan. Maar ik krijg niet meer van ze gedaan dan een doorverwijzing naar een van de 295 andere instanties. Ook bij mijn gesprekspartner ligt die handige wegwijzer op het bureau. “Hij loopt toch niet met een bijl te zwaaien, of zo, en hij dreigt toch ook niet, van een flat te springen? Dan kon het [naam van andere zorginstantie] misschien iets voor u doen, maar nu: de vrijheid van het individu is een groot goed, meneer”.

Er bestaat zelfs een Zorginstantie voor Zorgweigeraars; ook vermeld in dat boekje. Die zullen het wel niet druk hebben, dacht ik cynisch, met mensen die hun goede werken versmaden, en inderdaad: ze zijn slechts 9 uur geopend van de 168 uren die een week telt. Op andere tijdstippen krijg je een bandje. Maar ook toen ik eindelijk een mens van vlees en bloed aan de lijn had, kon die me niet van dienst zijn. Ik had verwacht dat zich ogenblikkelijk een leger van deskundigen op het voorwerp van mijn zorgen zou storten. Maar neen: ik kreeg alleen de belofte dat zijn naam doorgegeven zou worden aan diverse andere instellingen, zodat er hopelijk een netwerk van “bemoeizorg” rond hem gesponnen zou kunnen worden; een pracht-formulering, die me het traanvocht naar de ogen joeg.

296 instanties. In een derde wereldland hebben ze er slechts één, zodat ze je niet kunnen doorverwijzen, of helemaal geen, zodat je in ieder geval gauw uitgebeld bent.

Een ander, meer materialistisch terrein. Ik heb me laatst ingeschreven voor een betaalbare huurwoning. Al snel kwam ik erachter, dat momenteel de mensen geholpen worden die zich in 1994 hebben aangemeld (waarom heb ik dat toen niet gedaan?), en dat 85% van de huisjes naar urgentiegevallen gaat. Hoe je als zodanig aangemerkt kan worden, zeggen ze er niet precies bij. In ieder geval wel als je gescheiden bent van tafel en bed, maar om nou speciaal daarvoor te trouwen… Nu ben ik in het woud van 529 hypotheken op zoek naar de ene, die me in staat stelt, nu een woning te kopen, en die pas na mijn dood te betalen.

Maar was ik een arme drommel geweest in Ouagadougou, of Mogadishu, of Timboektoe (dat echt bestaat), dan had ik dat probleem niet gehad. Ik zocht me dan een mals plekje op de vuilnisbelt, om daar lang en ongelukkig voort te vegeteren. En ik hoefde dan op niemand jaloers te zijn, want binnen een straal van drie kilometer zou ik louter mensen ontmoeten die er even beroerd aan toe waren als ik. Ik heb momenteel best een fatsoenlijk dak boven mijn hoofd, daar wil ik niets van zeggen, maar het bevalt me niet meer, terwijl anderen in een paleis wonen. Waaraan verdienen ze dat; zijn ze meer dan ik??; reden voldoende tot ontevredenheid.

Hier begint zich ineens een patroon af te tekenen; we kunnen misschien straks naar een conclusie toewerken. Maar zover ben ik nog niet, want er komen ineens nog veel meer dingen in me op, waarover ik me graag kwaad mag maken.

Ook als consument ben ik namelijk dik ontevreden, over dit land. Apparaten die je koopt gaan meestal kapot na drie keer gebruikt te zijn, als ze al niet defect uit de doos kwamen; het is me het afgelopen jaar zeker drie keer overkomen.

En neem de horeca; je raakt er moeilijk over uitgepraat. Ik strijk neer in een café-restaurantje; een ongeďnteresseerde snotmeid van een serveerster kwakt een bak koffie-met-voetbad en een broodje kaas voor me neer (had ik trouwens geen thee besteld, en een broodje ham?) en int daarvoor een euro-bedrag dat overeenkomt met wat ik twee jaar geleden in guldens betaalde voor dezelfde wanprestatie. Teleurgesteld zit ik mijn lunch weg te soppen. Mijn goede humeur ligt aan scherven; weinig troost put ik uit het feit dat ik in Oelanbatar van dat bedrag een maandlang had kunnen eten, en door de obers dan nog met alle egards behandeld zou zijn. Ik zit nu eenmaal hier, in rot-Holland, en niet in rot-Oelanbatar.

Ik zou ook nog kunnen schrijven over het feit dat in het Neerland anno nu, de dommen regeren, en een eerlijk vakman helemaal niet meer meetelt. Maar dat is een veelbereden stokpaardje van me; onder vrienden en collega’s mag ik er niet eens meer over praten. Ik wijd er daarom misschien een aparte column aan.

Wat is nou de oorzaak van al die ontevredenheid? In de derde wereld is er niets, dus ook niets om over te klagen. De keizer (en de kiezer, en de zieker, en de zeiker) verliest daar zijn recht. Hier in Holland is alles er, vaak in te grote overvloed, maar als je het nodig hebt is het doorgaans niet beschikbaar, onbereikbaar voor ons-soort-mensen, onbetaalbaar, defect of van inferieure kwaliteit. Al onze verworvenheden zijn als vette worsten die ons worden voorgehouden. Dan wil je ze grijpen óók; zelfs al zit je maag nog vol.

Zo zit dat; het is niet anders, en voor een oplossing hoef je bij mijn PdO al helemaal niet aan te kloppen; die is niet gebaat bij tevredenen, het spijt me.

Frans Mensonides



Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Alvast een citaat uit een volgende aflevering:
“Alleen voor de rijpere lezer”, zeiden ze vroeger wel. “…,die over een gietijzeren maagdarmkanaal beschikt”, voeg ik er aan toe.
Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Stemwijzer der dwergen - Vijf kansloze partijen geportretteerd - Di. 21.01.2003
- - - -
Een Columnist als minister-president? - Gezocht: nieuwe vader des vaderlands - Za. 18.01.2003
- - - -
Boemelen met NS (10): Leiden - Utrecht op het tweede gezicht - OV-reisverhaal - Wo. 15.01.2003
- - - -
Mijn schaduw op zolder (kort verhaal) - gestalkt door een schim - Zo. 12.01.2003
- - - -
Tijdschriftje spelen - SIRE maakt zich druk: kinderen hebben het druk - Do. 09.01.2003
- - - -
Mijn eigen Zeestraat van Huygens (3) - Willem V en I, paardentrams en deftige dames - Zo. 05.01.2003
- - - -
De omgekeerde prullenbak - Medley van in 2002 ongepubliceerde fragmenten - Do. 02.01.2003
- - - -
Jaaroverzicht - uitslag van de Wimpel-wissel 2002; top 15 REFLEXXIONZZ! van 2002 - Zo. 29.12.2002
- - - -
Winterzonnewende - Utrecht - Dordrecht: drie unieke busdiensten OV-reisverhaal- Do. 26.12.2002
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden


Soundbites of the Seventies (5)

Nummer: Nights on broadway
Uitvoerende Artiest(en): Bee Gees
Tekst: Barry Gibb
Jaar:1975
Veronica Top veertig: nr. 8
Radio 2 top 2000: nr 606

Soundbite:

Now in my place
There are so many others
Standin' in the line;
How long will they stand between us?

Well, I have to follow you
Though you did not want me to.
But that won't stop my lovin' you
I can't stay away

Blaming it all on the nights on Broadway
Singin' them love songs,
Singin' them straight to the heart songs.
Blamin' it all on the nights on Broadway
Singin' them sweet sounds
To that crazy, crazy town.

Volledige tekst: klik hier.


Helemaal verklaarbaar is het niet, dat terugverlangen naar de muziek uit tijden dat we veel jonger waren. Je kunt er ook te ver in gaan, en de proporties uit het oog verliezen.

Twee jaar geleden zag ik op televisie een concert van de toen nog drie overgebleven Bee Gees. Nu heb ik met die groep nooit iets gehad, maar toch betrapte ik me op enthousiast meezingen met disco-hits als Staying Alive en Night Fever, nummers die ik verafschuwde in de tijd dat ze in de hitparade stonden.

Het was in die jaren zo, dat je een tweedeling had onder popliefhebbers. Je was pro of contra disco, de dansbare stampmuziek die vooral bij meisjes van een jaar of 14 in goede aarde viel. “Disco really made it / It’s empty and I hate it”, zong Hans Vandenburg van Gruppo Sportivo, die je zo nu en dan nog terugziet als pop-presentator op TV West, en die stelling kon ik wel onderschrijven. Neem de Bee Gees: dat rare, hoge gekrijs van die castraten in hun zuurstok-outfit, met hun marsepein-kapsels. Maar zie en hoor je ze dan een kwart eeuw later terug: jonge, jonge, dat waren me pas tijden! Prachtsongs!, “zo worden ze tegenwoordig niet meer gemaakt”, zegt opa.

Het recente overlijden van Bee Gee Maurice Gibb (53) liet me niet onberoerd: weer een popster van weleer te betreuren, al was ik niet zijn grootste fan. Ze ontvallen ons een voor een; ik kan deze rubriek zo langzamerhand elke week wel vullen met een in memoriam.

Bee Gees was de afkorting van Brothers Gibb. Er waren er naast Maurice ooit drie: Andy (die zijn broer al in 1988 is voorgegaan in de dood), Robin en Barry. Ze kwamen uit Australië (oorspronkelijk van het eiland Man), braken daar door in 1966 en veroverden in hoog tempo de rest van de wereld met wat zoetige middle of the road popsongs, zoniet pure smartlappen. Veel meisjes van mijn leeftijd hadden hun portretten boven hun bed hangen.

Na 1970 raakten ze in het slop, zowel muzikaal als op het gebied van drank en drugs, om daaruit in de disco-tijd weer te herrijzen. Zij tekenden voor de muziek van de film Saturday Night Fever, en dat leverde ze een reexx daverende hits op.

Welk nummer te kiezen, uit een discografie van meer dan 60 singles (inclusief de vele solohits, die de vier broers naar de top 40 gezongen hebben)? Ik neem simpelweg het nummer dat me nog het best bevalt uit die lange rij:Nights on Broadway, waarmee ze in 1975 hun comeback vierden. Geen tearjerker, ook geen pure disco, en gelukkig niet gezongen met al te hoge kopstemmen. Een pittig rocknummer, bijna, eigenlijk atypisch voor deze vier heren van down under, waarvan nu nog maar een duo over is.


De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Opnieuw een verkiezingsnederlaag voor D'66

D'6

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


5 beg/226(8)/364(83)(8)/122,4(13,1)