Nieuwe reexx - Aflevering 78 WOENSDAG 29 JANUARI 2003
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.

Lees ook de Soundbite of the seventies; in de rechterkolom!


Literatiteraire beschouwing

Waar zit de jeweetwel? - neuken met Michel Houellebecq

”Ik spreidde mijn armen en benen zo ver mogelijk en sloot mijn ogen. Het gevoel rukte schoksgewijs op, met flitsen leek het wel, en explodeerde vlak voordat ik in de mond van Nicole klaarkwam. Even verkeerde ik een soort shocktoestand, achter mijn oogleden flikkerden lichtpuntjes op, ik realiseerde me later dat ik bijna was flauwgevallen. Met moeite deed ik mijn ogen open. Nicole hield nog altijd het uiteinde van mijn pik in haar mond.”

Naast mijn toetsenbord ligt de omstreden roman ‘Platform - Midden in de wereld’ van de Franse dichter, essayist en succes-romancier Michel Houellebecq (1958), uit het Frans vertaald door Martin de Haan. Het laatste zeg ik erbij omdat ik een vertaler heb in mijn lezerskring, die zich giftig maakt over het feit dat in recensies van buitenlandse boeken de vertalersnaam dikwijls niet vermeld wordt. Daarmee wil ik ook weer niet zeggen, dat deze aflevering van REFLEXXIONZZ! zoiets zwaarwichtigs behelst als een recensie. Een verslag van een leeservaring, meer is het niet.

Houellebecq, een beetje een tongbreker; een Engelse site ried ons aan, de naam van de schrijver uit te spreken als “Wellback”, wat me te kort door de bocht lijkt. Oewellebek of eventueel Wellebek als je het vlug zegt; dat lijkt er meer op. Een francofiel-francofoon onder mijn vrienden wees me op het feit, dat je Houellebecq in het eerste geval uitspreekt alsof er stond: Où est le bec?, wat zoveel betekent als: “waar zit de snavel?” In onze onderlinge correspondentie noemen we Houellebecq dan ook: Waarsittesnaevel. Een rare manier van doen, die hier ongenoemd had kunnen blijven. Waarom ik het toch boekstaaf, weet ik niet; het heeft met de roman als zodanig niets te maken. Misschien doe ik het wel om een glimlach op het gelaat van de lezer te toveren, want verder valt er om ‘Platform’ naar mijn persoonlijk, feilbaar oordeel niet erg veel te lachen. En dat, terwijl sommigen het boek als een satire beschouwen (anderen het even onjuist als een liefdesroman), en op de flaptekst vermeld staat dat het ons een lachspiegel voorhoudt.

Ons een spiegel voorhouden, dat doet ‘Platform’ zeer zeker, maar dan wel een heel treurige. “Wie hier binnentreedt, dient alle hoop te laten varen”, dat had het motto kunnen zijn van de roman, als het niet zo afgezaagd was. Wie nog een laatste restje geloof in het mensdom overeind wil houden, en enige hoop voor de toekomst, kan het boek van Houellebecq beter gesloten laten. Ikzelf heb het met grimmig (on)genoegen gelezen.

Michel - de ‘ik’ uit ‘Platform’ is een naamgenoot van de schrijver - is een cultureel ambtenaar zonder enige interesse voor cultuur. ”Kunst kan het leven niet veranderen. In ieder geval niet het mijne”. Hij leidt een nogal leeg leven van overdag werken en ’s avonds TV-kijken (128 kanalen), en is een grootverbruiker van de erectiepil Viagra. Tot op zekere dag zijn vader vermoord wordt door een allochtoon, de broer van een vrouw waarmee Michel-senior een seksuele relatie had.

Michel is niet erg onder de indruk van zijn vaders gewelddadige dood. Hij erft een flinke som geld, en laat ‘m flink uit de broek hangen tijdens een avontuurlijke groepsreis naar Thailand. Of het komt door de tropische hitte aldaar, of door de ruime aanwezigheid van Aziatisch schoon; Michel is in ieder geval nu ook zonder Viagra in staat tot het beleven van een aantal in extenso weergegeven seksorgieën en orgasmen.

Michel begint een relatie met Valérie, een aantrekkelijke vrouw uit het reisgezelschap, en trekt na terugkeer in Parijs bij haar in. En neukt. En neukt. Michel en Valérie zullen zo nu en dan ook nog wel eens met elkaar praten, maar de dialogen in ‘Platform’ zijn opvallend beknopt.

Dat alles is echter nog maar het voorspel. Het middengedeelte van ‘Platform’ is gewijd aan Houellebecqs stokpaardje, de marketing. Markt en strijd; meer is het leven niet. Valérie heeft een managementfunctie bij een grote reisorganisatie. Haar taak bestaat uit het bedenken en op de markt zetten van formules voor vakantiereizen; nieuwer, anders, verder, extremer, om de concurrentie althans een jaarlang voor te blijven.

Dit is het taaie gedeelte van ‘Platform’, maar het wordt gelukkig opgeleukt, naast het geneuk van Michel en Valérie, met een weerzinwekkende kunstmanifestatie waarbij lichaamsdelen van overledenen van hand tot hand gaan, en een bezoek aan een SM-club. Daar worden naakte vrouwen-op-leeftijd in kooien tentoongesteld, en is men driftig in de weer met lederen riemen en aan bepaalde lichaamsdelen te bevestigen vishaken.

Ook krijgen we zo nu en dan een weinig vrolijk doorkijkje op de banlieu, de voorsteden rond Parijs, waarvan we moeten geloven dat die geterroriseerd worden door rovende en verkrachtende straatbenden, uiteraard bemand door allochtonen.

Het gouden gat in de vakantiemarkt wordt niet ontdekt door Valérie maar door Michel: sekstoerisme in exotische oorden. “Nou, bied dan een club aan waar ze kunnen neuken. Dat is het voornaamste wat ze missen. Als ze hun vakantieavontuurtje niet hebben gehad, gaan ze ontevreden naar huis terug. Ze durven het niet toe te geven, misschien beseffen ze het zelf niet eens; maar de volgende keer boeken ze ergens anders.”

Zo gezegd zo gedaan. Overal in de derde wereld worden bordeel-hotels geopend voor rijke, seksbeluste Europeanen. Valérie en Michel bezoeken er zelf een, opnieuw in Thailand. En ja, wat doe je in zo’n hotel…

Op den duur werd ik knap bunzig van dat waanzinnige geneuk, dat naarmate de roman vordert, zelfs nog toeneemt in frequentie en intensiteit. Het gaat maar door, en het gaat maar door: ondersteboven, achterstevoren, trio’tjes met hotelgasten, -personeel, of toevallige passanten die gewoon gezelligjes inhaken, in de meest onwaarschijnlijke houdingen en met knetterende orgasmen die wel een surrogaat lijken voor religieuze extase.

Ergens diep in mijn genen ligt Calvinisme verankerd; de stamvaders der Mensonidessen waren donderpredikanten in kleine Friese dorpjes. Misschien kwam het daardoor, dat ik begon te verlangen naar een ouderwetse, oudtestamentische wrekende God, die WACK, WACK, WACK!!!, al die decadente welvaartsvarkens met de vlakke hand zou platslaan.

Houellebecq bediende me op mijn wenken, al was de wrake niet aan God, doch aan Allah. Fundamentalistische moslims, althans mannen met tulbanden, plegen een bom- en mitrailleuraanslag op het sekshotel, een aanslag die tussen twee haakjes frappante overeenkomsten vertoont met die, die in oktober 2002 werkelijk zou plaatsvinden op Bali. (‘Platform’ is overigens, met aan helderziendheid grenzende timing, uitgebracht in augustus 2001, aan de vooravond van de aanslagen in de USA).

Valérie komt bij de aanslag om het leven. Michel overleeft, ontwikkelt een diepe, wel enigszins begrijpelijke haat tegen de islam, krijgt zijn leven niet meer op de rails, en belandt in een inrichting. Later keert hij terug naar Thailand, waar hij zijn avonturen opschrijft, en filosofeert over de dood. Doek.

Wat te denken van deze roman? Hij is in Frankrijk en ver daarbuiten niet onopgemerkt gebleven, en zal gewaardeerd worden door ver uiteenlopende categorieën van lezers: Fortuynisten, cynici als ik, en ook wel door mensen die blij zijn, nu eens een pornoboek gekocht te hebben, dat voor literatuur kan doorgaan, en dat je open en bloot op de salontafel kunt laten liggen.

Ook is hij door velen verguisd. Houellebecq heeft het altijd aan de stok met de linkse kerk, die onder andere viel over de anti-islamitische houding die uit ‘Platform’ naar voren zou komen. Houellebecq heeft daarvoor onlangs zelfs een proces aan de broek gekregen, aangespannen door Franse moslim-organisaties, maar die zijn er - terecht - niet in geslaagd, de schrijver de mond te snoeren. Anderen spraken hun ongenoegen uit over de al te overvloedige seks; weer anderen hekelden het gebrek aan geloof, hoop en ware liefde. Voorts voerden mensen in de reiswereld bezwaren aan tegen de wijze waarop hun branche geportretteerd was (maar juist dat gedeelte maakte een erg realistische en geloofwaardige indruk op me).

Uit Houellebecqs roman spreekt niet zozeer moslimhaat, als wel mensenhaat. ‘Platform’ is een groteske, waarin al het lelijke tot monsterlijke proporties is opgeblazen; een monument van negativiteit, eerder fascinerend dan fraai.

De roman is geschreven in een vlakke, kale, wat afgebeten stijl. Even een half tot ontwikkeling gekomen (quasi-)diepzinnige gedachte en pats, weer een uitgebreide neukpartij erbovenop. Het hele verhaal wordt in sneltreinvaart afgeraffeld; aan de aanslag, bijvoorbeeld, wordt niet veel meer dan een pagina besteed. Deze verteltrant laat esthetici niet aan hun trekken komen, maar harmonieert uitstekend met de hele dolgedraaide, tot het bot verziekte wereld die in ‘Platform’ wordt beschreven.

Heel erg bondig is de cruciale scène in het boek, de platformscène waarnaar de titel verwijst, en die dus het thema van de roman wel zal onthullen, mag je verwachten. Michel is als 12-jarige in een bergachtige streek in een elektriciteitsmast geklommen. Op het platform bovenin heeft hij een adembenemend uitzicht op besneeuwde bergtoppen, een piekervaring, zou je, flauw woordspelig, kunnen zeggen. Uiteindelijk beseft hij dat hij ooit weer naar beneden zal moeten klauteren; je kunt niet eeuwig blijven zitten, natuurlijk, en ervan afspringen is feitelijk geen serieuze optie. Noodgedwongen kiest hij voor de langzame daling, voetje voor voetje omlaag, maar de gedachte aan een fatale sprong is even bij hem opgekomen. Met andere woorden: het menselijk geluk - hoogtepunten van seksuele en wellicht ook andere aard - duurt onvermijdelijk kort, en de neergang is akelig abrupt of hemeltergend traag.

Dergelijke één-alineafilosofieën zijn weinig origineel of opzienbarend, maar ‘Platform’ staat er vol mee.

“Alleen voor de rijpere lezer”, zeiden ze vroeger wel. “…,die over een gietijzeren maagdarmkanaal beschikt”, voeg ik er aan toe; dáár zit de snavel.

Frans Mensonides



Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Alvast een citaat uit een volgende aflevering:
De bus belandde van brede op smalle wegen, van een smalle weg op een nog smaller dijkje, en uiteindelijk op een karrenspoor dat doodliep in een weiland. Op aanwijzing van de boer moest de chauffeur achteruitsteken. Daarna hebben we in het schemerduister nog tien minuten lang de smalle straten van een dorp doorkruist, dat ik later niet op de atlas heb kunnen terugvinden, en in werkelijkheid wel niet bestaan zal hebben.
Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Partij der Ontevredenen - Waarom we niet mogen mopperen in dit land, en het toch zo graag doen - Za. 25.01.2003
- - - -
Stemwijzer der dwergen - Vijf kansloze partijen geportretteerd - Di. 21.01.2003
- - - -
Een Columnist als minister-president? - Gezocht: nieuwe vader des vaderlands - Za. 18.01.2003
- - - -
Boemelen met NS (10): Leiden - Utrecht op het tweede gezicht - OV-reisverhaal - Wo. 15.01.2003
- - - -
Mijn schaduw op zolder (kort verhaal) - gestalkt door een schim - Zo. 12.01.2003
- - - -
Tijdschriftje spelen - SIRE maakt zich druk: kinderen hebben het druk - Do. 09.01.2003
- - - -
Mijn eigen Zeestraat van Huygens (3) - Willem V en I, paardentrams en deftige dames - Zo. 05.01.2003
- - - -
De omgekeerde prullenbak - Medley van in 2002 ongepubliceerde fragmenten - Do. 02.01.2003
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden


Soundbites of the Seventies (6)


Nummer: Zoek Jezelf
Uitvoerende Artiest(en): Het Simplisties Verbond
Tekst: Kees van Kooten en Wim de Bie
Jaar:1975
Veronica Top veertig: nr. 8
Radio 2 top 2000: nr. 1736

Soundbite:

Dikkerdoenerij genoeg
Op kantoor en in de kroeg.
Als je nou 'ns geen masker droeg,
Hmmmhmmm, zou je dat niet beter staan?

Wat moet je met die Januskop?
Daar schiet niemand iets mee op!
't Is een kwestie van een knop
Die moet enkel even om.

Refrein:
Zoek jezelf broeders / zusters, vind jezelf,
wees en blijf alleen jezelf!

Volledige tekst: klik hier.


Kees van Kooten en Wim de Bie richtten in 1974 het Simplisties Verbond op, dat zijn boodschap door middel van TV-programma’s en grammofoonplaten verbreidde: laten we het vooral eenvoudig houden!

Het was niet overbodig, we leefden in een verwarrende tijd. Het ik-tijdperk, zo werd wel gezegd door critici. Iedereen was verschrikkelijk intensief met zichzelf bezig. “Zelfverwerkelijking” was het steekwoord (zelfverheerlijking, volgens diezelfde critici). Zoals Maslow leerde: als er welvaart heerst, en alle materiele behoeften bevredigd zijn, richt de mens zich als vanzelf op hogere waarden (Waarvan het “ik” de hoogste was?).

Al die zelfreflexxie bracht een hoop zweverigheid met zich mee, en een hoop quasi-diepzinnig gezwam, waarnaar anderen dan weer niet luisterden, want die waren te druk bezig met hun eigen zelf.

Het was die mentaliteit, waartegen het Simplisties Verbond ten strijde trok, met sketches en zang. Op hun eerste elpee, uitgebracht op het Simpelpee-label, draaide het om communicatie (toen door de incrowd ook wel gespeld als ‘kommunikaatsie’). Van die elpee werd de singel “Zoek jezelf”getrokken, de eerste, en tevens de grootste hit voor het toen vooral door de (linkse) intelligentsia gewaardeerde tweetal, dat pas veel later erkenning zou krijgen onder het grote publiek.

“Zoek jezelf”, een country-achtige song, was de Nederlandse versie van "Lay it Down" door de Everly Brothers. De Nederlandse tekst deed een oproep tot authenticiteit: geen dikdoenerij, geen mooie woorden, je niet verbergen achter een masker: “wees en blijf alleen jezelf”. Kees & Wim zongen het nummer enigszins plechtstatig, bekakt welhaast, en zeker niet met het platte Haags uit de tijd van hun radio-show De Klisjeemannetjes. Het ging dan ook over iets van de hoogste importantie: het “ik”.

Over “ik” gesproken: wat deed ik, in 1975? Ik beleefde een wonderlijk sabbat-jaar tussen schoolbank en werkvloer. Daar ik als werkloze schoolverlater geen baan kon vinden, ging ik als vrijwilliger werken in een peuterspeelzaal; als generalist moet je nergens tegenop zien, nietwaar?

Wat een jaar: ik was schooljongen-af, ik mocht opeens je en jij zeggen tegen volwassenen, met wie ik discussieerde over gewichtigheden als het doorbreken van het traditionele rollenpatroon van man en vrouw. Ik maakte het toch maar waar: me als (zij het nog baardloze) man bemoeien met verzorgende taken! Ik luisterde met ontzag naar twintigers en dertigers die het leven beter kenden dan ik, en verbaasde me over het feit dat ik er een paar desondanks vreselijk hard onderuit heb zien gaan.

De psychotherapeuten maakten overuren anno ‘75. Ik raakte wat in verwarring (is die ooit overgegaan?), ging in groepstherapie (10 ikken die elke week een uur zwaar langs elkaar heen zaten te bomen), ging in de leer bij een gediplomeerd goeroe die me onderrichtte in de techniek van transcendente meditatie, en heb me nog bijna doen opsluiten in een therapiegemeenschap in Noordwijkerhout waar ik me een heel jaar lang nog intensiever met mijn eigen ik had kunnen bezighouden.

Hoe bestaat het: meer dan 300 REFLEXXIONZZ! geschreven, en nog vrijwel nooit iets over dat memorabele jaar; daar moest binnenkort maar eens verandering in komen. Maar hoe die baaierd van indrukken te ordenen tot een leesbaar verhaal? Noem het een opgave!

De mantra is een klank; het voertuig van de ziel, zo leerde mij de goeroe. “Zoek Jezelf” bestaat voor mij nog altijd uit klanken die mijn ziel terugvoeren naar deze rare, gekke, verwarrende tijd, waarover ik graag mijmer, maar die ik niet graag voor een tweede keer zou meemaken. Wordt ongetwijfeld vervolgd.



De uitsmijter, door Fris Spr!ts

CDA heeft niet veel andere mogelijkheden dan te regeren met PvdA

Louter Wouter!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


5 mid/227(9)/365(84)(9)/123,8(14,5)