Nieuwe reexx - Aflevering 83 ZONDAG 16 FEBRUARI 2003
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.


OV-reisverhaal

Foutje? 'Blanco' erover!
Boemelen met NS (11): 's Hertogenbosch - Nijmegen

Weinig, heel weinig weet ik te vertellen over de stoptreinen van serie 4400, 's Hertogenbosch - Nijmegen. 18 uur per dag pendelen zij heen en weer op het 43 kilometer lange spoortraject tussen de hoofdstad van Noord-Brabant en de grootste stad van Gelderland. Ze houden op dat korte stukje maar liefst zeven keer halt, op stations die in dit artikel allen genoemd zullen worden, en delen de spoorbaan met de sneltrein Roosendaal - Zwolle, die op dit traject alleen stopt te Oss, halverwege.

Als ik mag afgaan op mijn ervaringen op dinsdag 4 februari 2003, wordt deze boemeldienst gereden met plan-T treinen en plan-V’tjes. In geen enkele trein heb ik die middag meer dan 50 à 75 passagiers gezien. Er rijden wel conducteurs mee op de treinen, maar die blazen alleen het vertreksein, en misschien op het daarvoor geëigende tijdstip de reveille en de taptoe, maar controleren in ieder geval nooit kaartjes - althans op die ene dag.


's Hertogenbosch - Oss

“1896-1998”, staat vermeld op de gietijzeren palen die de stationsoverkapping schragen. Station 's Hertogenbosch is gebouwd in het geboortejaar van mijn grootmoeder, met het gietijzer dat toen de grote mode was onder architecten. Vóór de verbouwing van 1998 bestond het uit feitelijk maar één serieus perron, waar bijna al het treinverkeer werd afgewikkeld, en dat ongeveer een kilometer lang was. In 1998 kwam er een tweede eilandperron bij, en bleef de mooie 19e eeuwse overkapping gelukkig intact.

Officieel vertrekt de stoptrein naar Nijmegen om 11.37, maar de conductrice kan zo lang niet wachten om de gezellige, warme cabine weer op te zoeken, en sluit de deuren ruim een halve minuut eerder al. Ik kan nog net mee, en plof neer tegenover een jonge Brabantse deerne, die middels haar mobiele foon haar vriendje met de auto naar station Oss dirigeert. “Over twintig minuten. Je stáát klaar, hè?” […] Nou, houdoe, hè!”

Na enkele minuten glijdt station 's Hertogenbosch Oost mijn raam binnen. Het perron, waar slechts twee reizigers op de trein staan te wachten, is opgebouwd uit betonplaten. In de verte zie ik industrie en flatgebouwen. Het uitzicht bestaat verder uit een van de honderzoveel precies identieke vestigingen van hotel Bastion.

Den Bosch gaat naadloos over in Rosmalen. ”[Dit dorp] wordt gedomineerd door een kolossale kerk met een hectarengroot kerkhof. Verder is de dorpskern volledig verziekt door overdekte winkelcentra in de "copy and paste"-stijl, die we over 25 jaar zo kenmerkend zullen vinden voor het treurige era rond de eeuwwisseling. Rosmalen moet ooit, lang geleden, een gezellig dorp geweest zijn; het is hier en daar nog te zien. Toch nog iets bijzonders: de Rosmalense supermarkt is uitgeroepen tot ‘versmarkt van het jaar’.” Dat schreef ik in de herfst van 1999 in een artikel over het stadsvervoer van Den Bosch; daardoor kan ik Rosmalen nu gelukkig links laten liggen.

Ik mag graag klagen over de eenvormigheid van Nederland, maar dat valt je natuurlijk pas op als je, zoals ik, regelmatig door het land trekt. De meeste mensen, of ze zouden handelsreiziger moeten zijn, doen dat niet. Die zien niet veel meer dan hun woonplaats, en hun werkplaats, de snelweg daartussenin, en drie keer per jaar Schiphol, op weg naar Teneriffe of noem eens een skioord.

Voorbij Rosmalen hebben we uitzicht op het groene Brabantse land, dat vandaag wit is. De trein passeert enkele bospercelen waar de bomen in keurige rijtjes staan; iemand zal ze zo wel gepoot hebben. Zonder stoppen passeren we het dorp Geffen, dat aan de spoorbaan ligt, maar er niet van kan profiteren.

“Oss-Wâst”, kondigt de meester aan. Het bereiken van dit voorstadstation is voor de vrouw tegenover me het sein om opnieuw het spreekijzer te pakken en haar vriend te herinneren aan gemaakte afspraken. Jawel, de taxi staat voor, op station Oss. Nu hoeft ze tenminste niet met dat rare MTI-busje, dat het onderwerp vormde van de vorige aflevering van REFLEXXIONZZ!

Ook ik stap uit op station Oss. Nu begint het busavontuur, dat je in de vorige aflevering hebt kunnen lezen, en je hier ingelast kunt achten. Aan het eind daarvan beland ik op station Oss-West, dat ik net al gepasseerd ben.


Geronnen

Oss West kent de luxe van een wachtruimte, maar die is afgesloten, om te voorkomen dat er mensen gaan zitten wachten. Een kwartier lang doorsta ik de gure wind en de sneeuwvlagen. Dan verschijnt de trein. Er ligt slechts een afstand van circa 1800 meter tussen de beide stations van Oss, die door de trein overbrugd wordt in 1 minuut 55, net genoeg voor een toiletbezoek. Alweer stap ik uit in Oss.

Oss, nu bekend van de bus zonder haltes, heeft zeven jaar lang, 1874-1881, een station gehad zonder treinen. In het laatste jaar werd eindelijk de spoorbaan Tilburg - Nijmegen geopend, na 40 jaar gesteggel over concessies en routes. De exploitant heette NZOS (Nederlandsche Zuid-Ooster Spoorweg Mij), die de boel kort daarop verkocht aan Staasspoor.

In de langgerekte restauratie, een van de laatste nog geopende exemplaren van de keten “Het Station”, zit ik de sneeuwbui uit. Er passeert een ICE-trein, getrokken door een rangeerloc. Maar dat interesseert me eigenlijk geen biet, dat soort treinspottersdetails.

Als ik Oss had kunnen bewandelen, dan had ik een binnenstad gezien met opvallend veel kroegen, oude kloosters die je in Brabant kunt verwachten, en tientallen monumenten uit de late 19e eeuw. Dat zijn voornamelijk fabrieksgebouwen en villa’s van veel te rijke industriëlen. In deze stad werden of worden levensmiddelen geproduceerd door Unilever, Zwanenberg (Zwan) en Jurgens, en tapijten door Desso en Bergoss.

Waar veel uitbuitende industriëlen zijn, zijn ook veel onderdrukte arbeiders, en het mag geen verbazing wekken dat Oss altijd een broeinest is geweest van socialisme en erger. Oss is, samen met enkele andere industriebolwerken als Vlaardingen, een van de belangrijkste hofleveranciers van SP-politici en stemmers; hun huidige leider Jan Marijnissen werd in 1952 in dit stadje geboren.

De Socialistische Partij heeft bij de afgelopen kamerverkiezingen tol betaald aan de oud-Hollandse zegswijze “zo gewonnen, zo geronnen”. In de herfst kreeg Marijnissen de complete stuurloze meute zwevende kiezers achter zich aan. Zijn sympathieke teddyberen-voorkomen verhult zijn afkomst uit de gestaalde Maoistisch-Leninistische kaders. Als dat uiterlijk het hem niet deed, dan waren het wel zijn beloften: de belastingen omlaag en de lonen en uitkeringen omhoog; sedert de uitvinding van het socialisme zijn al miljarden mensen erin getuind. Maar tegelijk met oudejaarsdag werd ook de THT-datum van Marijnissen bereikt. In januari verloor hij zijn pasverworven aanhang aan Wouter Bos, een nog knappere jongen, met nog meer charisma en nog mooiere beloften. SP viel terug op de 9 zetels die ze al hadden.

Eind 2002, midden in de SP-hausse, vonden in Oss gemeenteraadsverkiezingen plaats, na een gemeentelijke herindeling. De SP was daarvóór in Oss al de grootste partij, maar werd sedert 2000 door een monstercoalitie van bijna alle andere partijen uit het college van B&W gehouden. In 2002 verwierf de SP bijna de absolute meerderheid; de partij regeert nu het stadje nu, samen met een locale lijst.

Bij stemwijzers op Internet krijg ik altijd het advies op SP te stemmen, met Groen Links en - God betere het - de Christenunie als reserve, en met PvdA in mijn achterhoofd voor een tactische stem waarvan je op de uitslagenavond al spijt krijgt. Adviezen, die ik zo vrij ben, in de wind te slaan. Zo’n stemwijzer legt je standpunten voor, waar je alleen maar ja of nee tegen kunt zeggen. Heel vrijblijvend; je hoeft niet aan te geven, hoe realistisch die zijn, of wie het zal betalen.


Oss - Dukenburg

Daar het niet wil ophouden met sneeuwen, neem ik de volgende stoptrein naar Nijmegen. Vijf minuten na vertrek lopen we Ravenstein binnen, dat bij de herindeling van 2002 door Oss werd opgeslokt.

Links van me storten winterse buien zich op een eenzame hoeve, nauwelijks beschermd door kale winterbomen, die kromstaan in de ook hier overheersende westenwinden. Even voorbij het station remt de trein al weer af, nogal abrupt, vind ik. Gisteren is deze streek getroffen door een stroomstoring; alle kranten in de kiosken maken er melding van. Maar deze stop wordt veroorzaakt door een tegenligger, die ons nadert op de enkelsporige Maasbrug.

De rivier valt samen met de provinciegrens. We gaan weer verder, richting Wijchen. ”Tegenover het station ligt de Molenberg, een ‘donk’, zegt een VVV-bordje, een natuurlijke zandheuvel in het rivierenland. […] Even voorbij de heuvel begint het centrum. Hier staat al sedert de vroege Middeleeuwen een kasteel. De huidige versie ervan dateert van 1600, en is gebouwd op oude fundamenten, ‘in de stijl’ (zoals het VVV-bordje zonder al te veel architectuurhistorische precisie vermeldt) ‘zoals wij die kennen uit sprookjes’.[…] Met de Molenberg en het sprookjespaleis zijn de bezienswaardigheden van Wijchen uitputtend opgesomd.”, schreef ik twee winters geleden over Wijchen, waar ik nu niet uitstap. Ook toen lag er sneeuw.

“Ik mocht kiezâh, mijn geld terug, of een nieuwâh”, hoor ik een wat aanstellerig tiepje tegen haar vriendin zeggen. “Ik koos dus voor een nieuwâh, maar ze hebbâh me vast mijn eigâh weer teruggegevâh, in een nieuwâh doos”. Hij deed niks. Dus ik weer teruggegaan…”

De rest van dit verhaal hoor ik niet meer, want Nijmegen Dukenburg is in zicht gekomen, alweer zo’n betonplaten perron.


Verspilde woorden

Daar er ook in Nijmegen natte sneeuw valt, schiet ik het winkelcentrum Brabantse Poort in, een consumenteninferno, een doofhof van winkelgangen met zo op het oog getaxeerd een totale lengte van minstens 2,5 kilometer. Knus is het er niet; er schijnt een heel foutief, hel, schel, akelig neonlicht (of ligt dat aan het contrast met de witgrijze sneeuwbagger buiten?)

Ik loop Boekenvoordeel binnen en blader in een werkje met leuke gezegdes van kinderen. Moeilijke ontlasting: Aupoep. God, god, god, allerlei onzin wordt toch ook maar gedrukt in dit land. En ik hanteer het Boek der antwoorden. Stel een vraag, sla het boek open op de pagina waar je intuïtie het je beveelt, en je vindt het juiste antwoord. Ik vraag het boek, of het verstandig is, t.z.t. de bus te nemen door de Westerscheldetunnel, die volgende maand open gaat. Een lezer met mediamieke gaven heeft me bezworen, ervan af te zien. “ik heb geen goed gevoel over die tunnel. Hij is niet veilig. Er gaat daar iets verschrikkelijks gebeuren, een grote ramp, let op mijn woorden!”

“Ga tot het uiterste!”, antwoordt het boek. Dat kun je als “ja” opvatten, maar het klinkt zeer onheilspellend.

In een platenzaak luister ik naar Wasted Words van de Motions, op een CD met Hollandse gouwe ouwen. Die behandel ik nog een keer in ‘soundbites’; een prachtige, kreupele tekst, vermoedelijk opzettelijk onduidelijk gezongen, zodat je het twijfelachtige Engels niet hoort. “Everone asks the president to use his brain”, versta ik al meer dan 35 jaar, een verzoek dat in de USA niet zelden aan dovemansoren gedaan wordt.

Ik keer terug naar Boekenvoordeel, want ik wil weten of REFLEXXIONZZ! een bestseller zou kunnen worden; ook dat heeft die mediamieke lezer me voorsproken. Nogmaals sla ik het antwoordenboek open; deze keer heb ik mijn vraag hardop gesteld, zoals de gebruiksaanwijzing voorschrijft.
“Het is nu eenmaal zo”, meldt de pagina die ik heb opgeslagen. Geen duidelijk antwoord. Met zulke kreten staat het Boek der antwoorden vol. Is het soms geschreven door J.P. Balkenenende??

Mijn gedrag, d.w.z. het Boek der antwoorden een paar keer proberen, en het vervolgens niet kopen, komt overeen met dat van alle andere winkelbezoekers. Dit valt op te maken uit het feit dat het inkijkexemplaar helemaal groezelig en beduimeld is, en half uit de band ligt, terwijl de stapel eronder al maandenlang niet door mensenhanden is beroerd.

Voor slechts 1,95 koop ik een Holland-maandkalender van dit reeds voor 10% verstreken jaar. Fraaie platen van molens en klokgevels staan erop, maar de kalender is me te groot om er de hele verdere rest van de dag mee te slepen, en ik schuif hem een container in.


Spoorkuil

Bij het busstation aan de voet van station Dukenburg neem ik lijn 10 van de stadsvervoermaatschappij Novio. Mijn doel is de nieuwe busbaan in de “spoorkuil” nabij station Nijmegen. Deze wordt bereikt na een rit van ruim 20 minuten door de wijk Hatert en langs de universiteit. We zakken de kuil in naast het spoorwegemplacement van Nijmegen. De busbaan, ruim een kilometer lang, wordt gebruikt door de lijnen 3, 6, 10 en 25.

Hier ongeveer reed nog niet zo lang geleden de trein naar Kleef. Het internationale diesellijntje werd opgeheven in 1991. Momenteel wordt aan beide zijden van de grens vurig gepleit voor een reactivering (onder meer door VIEV), waarbij men natuurlijk wijst op het recente succes van de spoorlijn Enschede - Gronau.

De bus zet er de vaart flink in. Links zie ik een geparkeerde buffel. Bij de enige halte op het traject staat niemand te wachten. We zeilen onder een autoviaduct door en bereiken het stationsplein.


Roavenbal

Ik neem de stoptrein van 16.16 naar 's Hertogenbosch. Kort nadat we vertrokken zijn, klaart de hemel op.

Deze keer passeren we de enkelsporige brug van Ravenstein zonder oponthoud. “De speelkamer was klaar, en toen was Patrick daar”, staat te lezen op een spandoek op een erf; alle treinreizigers schijnen dit te moeten weten.

In tegenstelling tot op de heenweg, 1,5 uur eerder, ligt Ravenstein nu te baden in de zon. Ik stap uit. De schamele hoeve die ik net zag, blijkt een enorm kloostercomplex. De sneeuw heeft de zaak vertekend, en heeft de dingen kleiner gemaakt dan ze zijn.

“Foutje? ‘Blanco’ erover”, vermeldt een grote vrachtwagen op het industrieterrein tegenover het station. Ik ken zulk spul wel, als kantoorklerk: stinkende kalk in een flesje, waarmee je alle verschrijvingen met de mantel der liefde kunt bedekken. Dat wordt blijkbaar in Ravenstein gebrouwen en gebotteld.

Via een nieuwbouwwijkje loop ik naar de oude stad, die is gesitueerd aan de Maas, ingeklemd tussen de spoorbrug en een rivierkruising voor vierwielers. Een sympathiek plaatsje, Ravenstein, met grijswitte huizen in een labyrint van dwaalsteegjes.

De geschiedenis van de stad valt te reconstrueren aan de hand van de ANWB-borden die zich aan bijna alle gevels bevinden. Ravenstein kreeg stadsrechten in 1380, en werd in 1525 van een zeer uitgebreide vestingwal voorzien door Philips van Kleef, een machtig man, die het in die tijd hier voor het zeggen had. 19 jaar later moest hij de bastions alweer afbreken; dat was bepaald op de vredesbesprekingen van Venlo, waar een krijgsheer natuurlijk so wie so een uitwedstrijd speelt.

Aan het begin van de Gouden Eeuw - die aan deze streek wel grotendeels voorbij zal zijn gegaan - had je de in dit soort stadshistories onvermijdelijke grote brand. Van 1729 tot en met 1783 vond in Ravenstein jaarlijks een loterij plaats waarbij vette geldprijzen te winnen waren. De namen van de winnaars werden afgeroepen vanuit het poortgebouw aan de Maas. In 1735 werd uit de opbrengsten van de loterij de bouw van de Luciakerk bekostigd. Misschien vielen die dat jaar wat tegen; zo zou ik kunnen verklaren dat het kerkje zeer sober is uitgevoerd; een plomp, wat schuur-achtig gebouw (vind ik; kenners zien er Duitse barokelementen in). De torenklok wijst vijf voor half acht.

Molen De Nijverheid dateert uit 1857. Zes jaar later werd door de eigenaars, de gebroeders Versterren, stoom toegepast (in een windmolen??; ik kan me er weinig bij voorstellen, en citeer slechts het ANWB-bord). Sneeuwwater valt in mijn nek, vanaf de trans van de stoommolen. Ik loop snel verder, het netwerk van krochten in, en leer dat volgende week het Roavenbal zal plaatsvinden, een carnavalsmiddag voor 50-plussers, waar je, vrezic, de originaliteitsprijs wint als je vermomd als raaf verschijnt.

In een van de stegen bewonder ik de etalage van een boekenantiquair, die zijn ramen heeft volgeplakt met hatelijke, handgeschreven aantijgingen tegen zijn stadsgenoten. De ex-burgemeester Co Condoom krijgt ervan langs omdat hij de boekhandelaar onder valse voorwendselen naar dit Maasstadje gelokt heeft, hoog opgevend van een gunstig handelsklimaat. Ene Rien van der Heijden heeft voor 500 gulden zeldzame, moeilijk verkrijgbare boeken besteld, maar deze nooit afgehaald. V.d. Heijden beriep zich op een groot aantal slepende ziektes, door de boekhandelaar in extenso opgesomd; de diagnose zou gesteld zijn door dokter Frits van Egters. Toon Jaspers, CDA-raadslid in Ravenstein, wordt gekapitteld wegens ernstige stijlfouten in zijn column in het plaatselijke sufferdje; bisschop van Tuinen vanwege het aanschaffen van verscheidene boeken over seksuele afwijkingen; buurman Pantus tenslotte, omdat hij zijn afvalbakken op verkeerde plaatsen en tijdstippen buiten zet. En ook ik moet het ontgelden: de boekenboer veronderstelt dat ik stom sta te lachen voor zijn etalageruit (hetgeen het geval is), en wijst me erop, dat zijn schoorsteen daarvan niet kan roken.

Ik voel me niet geroepen, het pand binnen te gaan, en bijvoorbeeld een boek over seksuele afwijkingen te kopen. De winkel en het aanpalende woonhuis maken trouwens een verlaten, wat verstofte indruk; de teksten voor het venster zijn vergeeld, en gedateerd bovendien; guldens en de Ravensteinse gemeenteraad bestaan niet meer. Vermoedelijk is de zaak definitief gesloten, en zal een bibliofiel voortaan vergeefs in dit stadje aankloppen.

Ik verlaat Ravenstein in de wetenschap dat hier een geestverwant woont, of woonde; een praktizerend satiricus, een Einzelgänger die met iedereen in onmin leeft. Het bezorgt me een warm gevoel op een koude dag, al spijt het me niks, dat ik hem niet ontmoet heb.


Ravenstein - 's Hertogenbosch

Om half vijf verlaat de trein Ravenstein, waar het altijd vijf voor half acht is. Ook in de spits is dit een rustig lijntje. De stop op Oss levert geen grote toestroom van forenzen op. In de coupe zitten vier luidruchtige jongens te speculeren over de kansen van Top Oss om de nacompetitie te halen.

- “Als je al een keer gelijkgespeeld en verloren hebt, kun je mooi geen periodekampioen meer worden.”
- “Jawel, jongen!”
- “Echt niet, jongen!
- “lul!”

Alle vier hebben ze een coiffure bestaande uit opgeknipte, opgestoken plukjes stekelvarkenhaar. Ik heb het vandaag honderden keren gezien, in treinen, bussen, winkelcentra, bij 92% van de jongens tussen 10 en 20 jaar. Het is deze maand de grote mode in Oss en omgeving; waarschijnlijk ook in de rest van Nederland, al jarenlang, maar het valt me vandaag voor het eerst op.

Dit verhaal eindigt waar het begonnen is: op station ’s Hertogenbosch. Voor wie het niet bevalt: ‘Blanco’ erover, dat lijkt me een goede raad.

Frans Mensonides

ZIEHIER het overzicht van de hele serie Boemelen met NS (1999-heden)



Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Alvast een citaat uit een volgende aflevering:
De vrouw hield haar tas angstvallig dicht (misschien heeft ze zojuist een juwelierszaak leeggestolen, schoot eventjes door mijn hoofd), en maakte aanstalten om weg te lopen.
Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Bus zonder haltes stadsdienst Oss - OV-reisverhaal - Do. 13.02.2003
- - - -
Raranoia Dubbelcolumn over (on)alledaags wantrouwen- Zo. 09.02.2003
- - - -
[Uitdraai, aangetroffen nabij een kliniek] - KORT VERTHAAL - Do. 06.02.2003
- - - -
Wanneer komt nou Opheusen? - In memoriam: het onderzoek "NS zet bussen in" - Zo. 03.02.2003
- - - -
Waar zit de jeweetwel? - Neuken met Michel Houellebecq - Wo. 29.01.2003
- - - -
Partij der Ontevredenen - Waarom we niet mogen mopperen in dit land, en het toch zo graag doen - Za. 25.01.2003
- - - -
Stemwijzer der dwergen - Vijf kansloze partijen geportretteerd - Di. 21.01.2003
- - - -
Een Columnist als minister-president? - Gezocht: nieuwe vader des vaderlands - Za. 18.01.2003
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden


De uitsmijter, door Fris Spr!ts

FNV: Sekteleider Maharishi laat volgelingen slavenarbeid verrichten voor een hongerloontje

Maharishi beschouwt volgelingen als zijn eigen dommen!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts (die eraan toe voegt, dat hij nooit een cent heeft gezien, voor zijn bijdragen aan dit magazine)


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


8 beg/232(14)/371(90)(15)/134,4(25,1)