Nieuwe reexx - Aflevering 86 DONDERDAG 27 FEBRUARI 2003
Lees ook de Soundbite of the eighties in de rechterkolom!
OV-reisverhaal

Winter in Zeeland (2)
De boot is aan!

Grote veranderingen op til in het Zeeuwse verkeer en vervoer! Op zaterdag 15 maart 2003 zal de Westerscheldetunnel geopend worden, die Ellewoutsdijk op Zuid-Beveland gaat verbinden met Terneuzen in Zeeuws-Vlaanderen. Daarmee valt het doek voor de grote autoveren over de Westerschelde. Van het veer Kruiningen - Perkpolder, 15 kilometer ten oosten van die tunnel, zullen we na die dag nooit meer via de radio vernemen dat het wegens weersomstandigheden uit de vaart is genomen; het wordt opgeheven. De bootverbinding Vlissingen - Breskens, even ver ten westen van de ondergrondse verbinding, krijgt een nabestaan als voet- en fietsveer.

Na mijn boemelrit Roosendaal - Vlissingen heb ik nog even tijd voor een afscheid: ik pak voor het laatst de veerboot naar Breskens. Het is een waar zeekasteel, dat per overtocht ongeveer 200 motorvoertuigen over de Westerschelde kan verslepen. Als voetganger geraak je via een systeem van (rol)trappen en een loopburg in de tientallen meters hoge schuit.

Voetgangers worden in de winter gratis vervoerd, terwijl er in het toeristenseizoen een symbolisch bedrag werd gevraagd (waarvan de inning soms wat moeite opleverde; zie dit verhaal uit 1998). Op 16 maart 2003 staakt de exploitant, de Provinciale Stoomboten Dienst, na 137 jaar zijn activiteiten. De veerdienst Vlissingen - Breskens komt in handen van BBA-Connex dat een woekertarief gaat rekenen voor de overtocht, terwijl de PSD zich vooral met liefdewerk schijnt te hebben beziggehouden, in drie opeenvolgende eeuwen.

In de roef, pardon de Salon, waar zitplaats is voor een man of 250, nuttig ik een kop koffie. Je kunt plaatsnemen aan een tafeltje met uitzicht op de baren, of in een kring in het midden.

Om me heen zie ik scholieren en lawaaierige, lijvige bouwvakmannen, die hun vroeg begonnen werkdag erop hebben zitten. Er wordt pils gedronken. “Dit weekend nog vier weken…”, zegt een van hen. Het worden weemoedige weken. Ze hebben vast allemaal een hekel gehad aan iedere dag dat oponthoud op die snertboot. “Was er maar een tunnel”, hebben ze in de loop der jaren vaak verzucht. En toch zullen ze het missen, deze momenten van gedwongen rust, tussen werk en huis, koutend in de kajuit, sorry: de salon.

Een heel ander publiek dan in de zomer, alhoewel er aan het tafeltje naast me een jong Duits gezin zit, met vakantiegezichten en volledige rugzakbepakking. De twee kinderen dragen elk een strandemmertje en een -schepje. Ze zijn, bij lichte vorst, op het strand van Vlissingen geweest; je houdt het niet voor mogelijk! Aan weer een ander tafeltje zit een besnorde blonde man, type levensgenieter, een walmende, stinkende pijp te roken.

Het is wat bedompt hier; ik wou wel naar buiten, maar over de reling hangen durf ik niet meer, om niet geheel opgehelderde reden. Vorige keer nog wel, maar daarbij kreeg ik al beelden van een tuimeling, en van vermalen te worden in de schroef. Zou dat een typisch schrijverssyndroom zijn, zulke “wat gebeurt er als”-beelden?

Ik daal een ijzeren trappetje af, naar het dek voor personenauto’s, en nog een trappetje. Benedendexx staan de bussen en vrachtauto’s. Alle bestuurders hebben de cabine verlaten en hebben de salon opgezocht. Alleen de passagiers van een invalidenbusje, kinderen van een jaar of 12, zijn blijven zitten. Ik zie ingewikkelde rolstoelen; ze komen nooit in de salon, het is teveel gedoe; er is bovendien geen lift. Vijf dagen per week twee keer per dag in het donker van dit dek te zitten koekeloeren, een betere definitie van sleur weet ik niet te geven. Maar volgende maand verandert hun leven ingrijpend; dan mogen / moeten ze door die tunnel, waar je ook niets ziet; een dik halfuur omrijden.

De overtocht duurt bijna 20 minuten. Ik ga binnen op de voorplecht staan, als dat zo heet, en kijk door een raam. Breskens wordt zichtbaar. De boot vaart de rode, laagstaande zon tegemoet, waarvan het licht zich verstrooit over het Scheldewater.

We naderen de veerhaven van Breskens. Ik begeef me nu toch aan de reling, just for kicks. De man met de pijp - het blijkt ook een Duitser, uit Duisburg, bekent hij me - duwt me een digitale camera in de handen. Een afscheidsfoto. Onbevroren leunt hij met het bovenlijf over die enge reling, neemt een stoere zeebonkenpose aan, en priemt zijn pijp het blauwgrijze firmament in. Ik druk af. Die foto staat overmorgen in Duisburg als screensaver op een computerscherm.

“Afscheid” is wat voorbarig. Deze grote boten zullen nog een jaar blijven varen, alleen voor fietsers en voetgangers, en worden daarna vervangen door het soort waterbussen dat thans het rivierennetwerk rond Dordt doorklieft.

Ik verlaat de boot en stap Breskens binnen, dat zich uitstrekt langs de Westerschelde. Er klinkt een jammerklacht in dit vissersdorp. “De boot is aan”, zeggen posters die ik zie achter vrijwel elk raam (voor zover de ijzeren rolluiken niet naar beneden zijn, want dat is een van de vele gewoonten die men in Zeeuws-Vlaanderen heeft overgenomen van onze zuiderburen).

Afbeelding van een man in een boot, met wegvliegende eurotekens boven zijn hoofd. Na 15 maart zal het veer naar Vlissingen, zoals gezegd, gaan varen tegen een hoog tarief. Ook voor de Westerscheldetunnel moet betaald worden. Het zal de bewoners van deze streek nog meer dan ooit in de armen van België drijven. Gent, Knokke, Brugge en Antwerpen zijn vlak om de hoek, per auto dan, en je hoeft geen water te kruisen om er te komen.

Bovendien zijn er opnieuw plannen opgedoken om de Belgische Kusttram door te trekken van Knokke naar Breskens, waardoor België ook voor de OV-reiziger dichterbij zou komen. Een plan dat om de paar jaar opnieuw geopperd wordt, maar mij niet erg zinvol lijkt. Het komt neer op het aanleggen van bijna 20 kilometer tramspoor door een gebied waar bijna geen sterveling woont, en waar alleen in het strandseizoen enig passagiersaanbod te verwachten valt.

In de verte tekent zich een wat grimmige muur van appartementen af tegen de avondlucht, met de maan erboven. Twintig-hoog, met uitzicht op de Westerschelde. Waarom doen ze de mensen hier in torens? Ruimte genoeg, zou je zeggen.

Ik bereik de jacht- en vissershaven, omringd door visrestaurantjes. 7 uur geleden ben ik uit Leiden vertrokken. Dit is het doel van mijn tocht, besluit ik. En nu het hele eind nog terug…

FM

Meer over het afscheid van de Westerscheldeveren op deze site.



Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Alvast een citaat uit een volgende aflevering:
“potverdimme, potverdamme, recht voor iedereen!!!”


Toegift op toegift

In mijn ijver, elke halve week een nieuwe aflevering van REFLEXXIONZZ! te publiceren, ben ik helemaal vergeten, het lustrum te vieren van dit magazine! De eerste aflevering werd geschreven op 31 januari 1998, de verjaardag van Hare Majesteit de Koningin. Het verscheen een dag later al op het WWW (tegenwoordig heeft een aflevering een langere incubatietijd), en omvatte, zoals de ca. 150 daarop volgende, twee columns, waarvan één over OV en één over iets anders. De hele geschiedenis van REFLEXXIONZZ! kan HIER nagelezen worden.

De eerste column “over iets anders” behelsde een pleidooi tegen de republiek en voor het koningshuis. Dat stukje wil ik maar het liefst vergeten, nu dagelijks in de kranten staat afgedrukt, wat voor feexx Beatrixx feitelijk is. Ik ontken bij dezen, het geschreven te hebben.

Het stukje over OV was een beetje raar; een apartje, zou ik het tegenwoordig noemen; het verslag van nachtmerrie over een sneltram van Leiden naar Utrecht. Die droom, trams door het Groene Hart, bleek geen bedrog; vanaf as. zondag gaat er, gelukkig voorlopig nog maar als proef, lightrail rijden tussen Alphen aan den Rijn en Gouda. Reden genoeg om mijn artikeltjeje uit 1998 opnieuw te publiceren. Wat er ook gebeuren mag in de toekomst, dit zal altijd de eerste REFLEXXIONZZ! blijven, er valt niets meer aan te doen.

Light-rail

Op een mooie pinksterdag besluit ik, omdat ik toch niets anders om handen heb, even naar station Lammenschans te lopen. Ik moet nog een NS-reisplanner kopen. Immers: vandaag is de nieuwe dienstregeling ingegaan.

Als ik de steile trap naar het perron heb beklommen, loopt net een fonkelnieuwe, helblauwe sneltram binnen. Het is lijn 20 en hij gaat naar Utrecht. Plotseling herinner ik me dat vandaag de eerste exploitatiedag is van de lightrailverbinding Leiden - Utrecht, tot stand gekomen na jarenlang gesteggel tussen provincie, NS, ZWN, het ministerie, de vakbonden, boze boeren, boze buren, boze busreizigers en -chauffeurs, krenterige ministeressen en noem maar op wie in onze stroperige democratie de vooruitgang kunnen blokkeren.

Ik stap in. Mooie, comfortabele trams, dat wel. Het tempo valt tegen. Met zo'n vaartje van 40, 50 kilometer per uur sukkelen we oostwaarts. Op het balkon wordt een jongeman bekeurd voor het reizen zonder geldig plaatsbewijs. Met schrik bedenk ik, dat ik ook geen kaartje gekocht heb. Gelukkig remt de tram af voor het eerste station, Rijnzathe. We rijden het dorpje binnen. De halte ligt aan een singel. Ik stap uit.

Wonderlijk: ik ken alle hoeken en gaten van Nederland en nu blijkt er, op vijf kilometer van mijn woonstede, een dorp te bestaan waar ik nog nooit van gehoord heb. Een klein dorp weliswaar, maar toch compleet met kerk, kroeg, wijkcentrum, muziektent en het silhouet van graansilo's aan de einder.

Er heerst een feestelijke stemming in Rijnzathe. Geen wonder. Voor het eerst in zijn 750-jarig bestaan heeft het vlekje een aansluiting op railvervoer. In de straten van het oord zie ik diverse ROVER-coryfeeën rondlopen, borst vooruit, met een arrogante uitdrukking op het gezicht, alsof zij persoonlijk verantwoordelijk zijn voor de komst van de light-rail naar Rijnzathe. Daar ik ontmoetingen met deze coryfeeën tracht te vermijden, krijgt mijn wandeling iets gecompliceerds.

In de bibliotheek die, ondanks protesten van de SGP, op zondag is opengesteld, bestudeer ik een folder over lijn 20. De tram in de andere richting, naar Leiden, heet overigens lijn 10. De blauwe trams stoppen niet alleen te Rijnzathe, maar ook in Hazerswoude, Zwammerdam, Nieuwebrug aan den Rijn, Waarder, Barwoutswaarder, Woerden West, Harmelen en Putkop. Een ritje naar Utrecht zal op die manier neerkomen op een wereldreis. Eén uur en tien minuten, schat ik. Ik herinner me gelezen te hebben, dat er geen sneltrein zal rijden tussen Leiden en Utrecht. Ik ontsteek in een heftige toorn. Hier moeten boze brieven over geschreven worden, vind ik, maar zie bij voorbaat op tegen de moeite. Het helpt toch niet. Dan maar niet meer naar Utrecht.

Ik neem de tram terug. Er is geen kaartjesautomaat op de singel, zodat ik gedwongen ben tot zwartrijden. Wat raar allemaal. Het is dat ik klaarwakker ben, anders zou ik gaan denken dat het een droom was.

Even later ontwaak ik doordat al mijn buren tegelijk beginnen met het verrichten van boor- en timmerwerkzaamheden. Het is zaterdagmorgen en het is nog betrekkelijk vroeg. Terwijl ik naar het toilet wankel, verzucht ik dat je in dit bestaan nergens zeker van kunt zijn, zelfs niet van waken of dromen.

De digitale reiziger

31 januari 1998

Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Winter in Zeeland (1) Boemelen met NS van Roosendaal naar Vlissingen OV-reisverhaal- Zo. 23.02.2003
- - - -
Raranoia (2) Nog een dubbelcolumn over (on)alledaags wantrouwen- Do. 20.02.2003
- - - -
Foutje? 'Blanco' erover! Boemelen met NS (11): Den Bosch - Nijmegen - OV-reisverhaal - Zo. 16.02.2003
- - - -
Bus zonder haltes stadsdienst Oss - OV-reisverhaal - Do. 13.02.2003
- - - -
Raranoia Dubbelcolumn over (on)alledaags wantrouwen- Zo. 09.02.2003
- - - -
[Uitdraai, aangetroffen nabij een kliniek] - KORT VERTHAAL - Do. 06.02.2003
- - - -
Wanneer komt nou Opheusen? - In memoriam: het onderzoek "NS zet bussen in" - Zo. 03.02.2003
- - - -
Waar zit de jeweetwel? - Neuken met Michel Houellebecq - Wo. 29.01.2003
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden


Soundbites of the Eighties (12)


Nummer: When The Lady Smiles
Uitvoerende Artiest(en): Golden Earring
Tekst: George Kooymans / Barry Hay
Jaar:1984
Veronica Top veertig: nr. 1
Radio 2 top 2000: nr. 89

Soundbite:

When the lady smiles, she holds me in her hand
As a matter of fact, she could always let me down
But when the lady smiles, I can’t resist her call
As a matter of fact, I don’t resist at all

Volledige tekst: klik hier.


Zo ergens tussen 1975 en 1980 zal het gebeurd zijn, de grote omslag in de popmuziek: beeld werd belangrijker dan geluid.

De video-clip is oorspronkelijk uitgevonden om popartiesten te ‘pluggen’, om niet te zeggen te ‘promoten’. Op die oer-clips zag je dan ook niet veel meer dan de artiesten zelf, die, gewapend met hun instrumenten, hun liedje ten gehore brachten. Een vaak nogal statisch geheel waar je hartelijk om moet lachen als je er in nostalgische programma’s nog wel eens een terugziet.

Gedurende de genoemde periode van 5 jaar evolueerde de clip tot een afzonderlijk kunstwerk, dat - in het gunstigste geval - het verhaal van de tekst uitbeeldde en ondersteunde. Vaak waren de uitvoerende musici er niet eens meer in zichtbaar. En nog vaker richtte de aandacht van het publiek zich op het filmpje, in plaats van op de muziek, en kon een draak van een nummer toch een grote hit worden, als de clip maar opvallend genoeg was.

Schandalen rond video-clips waren er ook. Het jaar 1984 leverde twee beruchte gevallen op, waarvan ik het tweede nog wel eens een andere keer zal bespreken. In het eerste stond de clip centraal van When the Lady Smiles, een nummer van The Golden Earring. Deze clip bevatte meer verhaal dan de tekst, en zal de kijker langer geheugd hebben dan het soundbiteje.

In een van de eerste scènes zien we leadzanger Barry Hay het doen met een non, na daartoe eerst haar kleren aan flarden gereten te hebben. Zulk gedrag kan zelfs in een video clip niet getolereerd worden, dus wordt hij afgevoerd naar de praktijkruimte van de psychiater Dr. Cesar (Cesar Zuiderwijk, sedert mensenheugenis de drummer van deze formatie). De laatste besluit tot een operatie, verwijdert het opmerkelijk kleine brein van Hay, dat toch alleen maar in staat is tot vunzige gedachtes, en voert het aan een toevallig passerende hond.

Tijdens het krakeel over deze clip werd vergeten, dat “When the Lady Smiles” gewoon een hartstikke lekker rocknummertje is, terecht beloond met een heel hoge notering in de Radio 2 - top 2000. Die clip zelf is ook nog wel aardig, voor degenen die een niet al te zwakke maag hebben. Vele televisiestations in binnen- en buitenland hanteerden echter de schaar, of boycotten de clip helemaal. Het stond internationaal succes in de weg voor de smilende lady. Zij was zelf trouwens ook in de clip te zien: een frêle, roodharige, wat schaars geklede dame met een glimlach die Mona Lisa haar moeilijk zou kunnen verbeteren.

- - -

The Golden Earring behoeft na 40 jaar geen introductie meer, dat spaart al weer ruimte en tijd. Ik wil alleen nog kwijt dat deze song een verzoekplaatje is van een lezer. Volgens mij, schiet me nu ineens te binnen, had hij eigenlijk “Twilight Zone” aangevraagd, een nummer van dezelfde groep uit hetzelfde tijdperk. Het gaat hier net als vroeger bij dat verzoekplatenprogramma op radio Veronica, gepresenteerd door Stan Haag: je krijgt nooit wat je wilt, maar je naam wordt genoemd en daar draait het om.


De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Spaarders en kleine beleggers gedupeerd door boekhoudschandalen Ahold-concern

AH-Erlebnis

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts (die volgens Sp!ts deze week ziek is, maar deze uitsmijter vanuit zijn ziekbed aan ons heeft doorgeijld)


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


9 mid/235(17)/375(94)(19)/139,5(30,2)