Nieuwe reexx - Aflevering 88 WOENSDAG 5 MAART 2003
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.

Lees ook de Soundbite of the eighties in de rechterkolom!


(Nauwelijks een) OV-reisverhaal

Op de bodem van Nederland


Ik kleur dieprood van plaatsvervangende schaamte, telkens wanneer ik op TV-West Marnix Norder (PvdA) zie, de verkeersgedeputeerde van de Provincie Zuid-Holland. En dat gebeurt nogal eens, want zijn lievelingskindje, de Rijn-Gouwelijn (RGL) is penetrant in het nieuws, de laatste maanden. Bij elk televisieoptreden zien we de provinciale bestuurder volkomen, maar dan ook volkomen flippen en doordraaien, van puur enthousiasme over het railproject. Met jongensachtige blik en wapperende haren ratelt hij de superlatieven de microfoon in.

Nou zie ik graag enthousiasme - al laat ik me er zelf zelden op betrappen - maar daar moet dan wel een goede reden voor zijn. Van die RGL krijg ik, zoals ik vaker op deze plaats geschreven heb, voorlopig nog geen warm gevoel. De gebeurtenissen van de laatste maanden hebben bovendien alle aanleiding gegeven tot scepsis over het project. Laat ik eens op een rijtje zetten wat er aan de hand is.

De RGL is de geplande lightrailverbinding tussen Gouda en Noordwijk, die rond 2010 operationeel moet zijn. De opening van het eerste deeltraject, Gouda - Leiden, staat op de rol voor 2007. Tussen Gouda en Alphen aan den Rijn zal de RGL de trein vervangen. Op het traject Alphen - Leiden Lammenschans gaan de lightrailvoertuigen mede gebruik maken van het NS-spoor - of eigenlijk: het ProRail-spoor - , alvorens af te buigen naar het omstreden tracé door de Leidse binnenstad. (Zie voor het laatste ook aflevering 54 in deze reexx).

Twee verschillende soorten railvoertuigen op één baanvak, dat is nog nooit vertoond in de Nederlandse geschiedenis, wordt beweerd, en ook lightrail is in dit land nog nimmer waargenomen buiten beleidsnota’s en partijprogramma’s. Daarom heeft de provincie Zuid-Holland, de opdrachtgever voor het RGL-project, besloten tot een kleinschalig experiment op de spoorlijn Alphen a/d Rijn - Gouda. Twee jaar lang gaan daar lightrailvoertuigen rijden, naast de vertrouwde Plan T’s en V’s van NS, die deze 19 kilometer lange, grotendeels enkelsporige lijn sinds mensenheugenis bedienen.

Door de Canadees-Oostenrijkse fabrikant Bombardier zijn zes fonkelnieuwe RGL-voertuigen geleverd, die eigendom zijn van HTM, en tot eind 2004 het lijntje door het veen gaan berijden. NS-machinisten en HTM-trambestuurders zullen de wagens besturen. De proef wordt gefinancierd door de provincie, het ministerie van V& W en ProRail, de organisatie die met ingang van 1 januari 2003 verantwoordelijk is voor aanleg, onderhoud, beheer en gebruik van de railinfrastructuur in Nederland.

Op zondag 2 maart 2003 had de gecombineerde trein - lightraildienst een aanvang moeten nemen. De lightrailvoertuigen zouden volgens plan de hele dag in halfuurdienst rijden, precies zoals als vanouds de treinen. In de ochtendspits biedt NS al jarenlang drie extra ritten van Gouda naar Alphen a/d Rijn, en ’s avonds drie ritten andersom. Die spitsritten zouden na 2 maart 2003 nog steeds met treinen gereden worden; trein en lightrail naast elkaar op één spoor, dus.

De ellende begon al maanden geleden. Er moesten aanpassingen gepleegd worden aan het seinensysteem van het lijntje. De lichte railvoertuigen die straks de RGL-dienst gaan rijden, stellen daaraan andere eisen dan de zware NS-treinen (in de technische details wil ik me niet verdiepen). Die aanpassingen zijn de afgelopen maanden uitgevoerd, wat de regelmatige treinpassagier op dit traject beslist niet zal zijn ontgaan. De reiziger werd enkele malen per week, en in week 9 zelfs dagelijks, getrakteerd op sein- en wisselstoringen (waarvan NS ijskoud beweert dat ze niets te maken hebben met het lightrailexperiment).

Terwijl vanuit ROVER de roep al heeft geklonken om de vaste klanten schadeloos te stellen voor deze wanprestatie, zijn reizigers en omwonenden afgescheept met een gratis retour voor een lightrailrit. Die voorlopig nog niet gemaakt kan worden.

Waarom kan dat niet? Wel, van diverse instanties, waaronder de Inspectie Verkeer en Waterstaat, is momenteel nog geen goedkeuring verkregen voor het lightrailexperiment, dat daardoor pas over enkele weken van start kan gaan. “Via het groeifasemodel”, zoals de provincie in de krant heeft laten schrijven; wat ik me daarbij moet voorstellen, weet ik niet.

De lezingen over de schuldvraag van deze zeperd lopen uiteen. Wellicht wordt het enthousiasme van Norder niet gedeeld door de ambtenaren op de provinciale griffie, en hebben ze de vergunningaanvragen te laat de deur uit gedaan. Maar er is ook al gesuggereerd dat Norder, tevens lijsttrekker van de PvdA, voor de muziek uit liep. Volgens die lezing wilde hij het experiment vóór de Statenverkiezingen laten beginnen, om zo wat nuttige publiciteit binnen te halen voor zijn partij die de zetels hard nodig heeft.

Wat daarvan zij, op de laatste dag van de kortste maand mocht Norder toch een feestje aanrichten ter ere van zichzelf: de officiële openingsrit, waarvoor de vergunningverlenende instanties blijkbaar welwillend eventjes de andere kant op wilden kijken. Deze rit verliep in stijl: het lightrailvoertuig, berstensvol hotemetoten en persmensen, bleef ergens in de buurt van Waddinxveen Noord een kwartier steken, na een detectiefout in het seinsysteem, of zoiets. Doordat de verwarming van het voertuig op hol sloeg, beleefden de genodigden bovendien de Nederlandse primeur van de lightrailsauna.

* * *

We schrijven zaterdag 1 maart ’03. Ondanks alle gebroddel gaat de open dag van de Rijn-Gouwelijn vanmiddag gewoon door. Met stilstaande lightrailvoertuigen, die op beide eindstations van het veenlijntje opgesteld staan, en bezichtigd kunnen worden. Daar ik niets belangrijxx te doen heb, pak ik de trein naar Alphen aan den Rijn.

Het blauwwitgele lightrailvoertuig staat te blinken en te fonkelen, voorzien van trossen ballonnen. Een vrolijk oranjezonnetje is zichtbaar, twee maanden te vroeg voor koninginnedag. Op het Alphense station is een vierde spoor aangelegd voor de lightrail, langs een nieuw, laag perronnetje, gelegen ten zuiden van de bestaande hoge treinperrons. 300 meter ten westen van het station bevindt zich een geïmproviseerde remise; de lightrailvoertuigen moeten de spoorbaan naar Leiden kruisen om er te geraken.

Ik bekijk het railvoertuig van alle kanten, maar kan er niet omheen: het is gewoon een tram, en niets anders. Weg met die lightrailretoriek! Laat ik ophouden, telkens het lange en slecht bekkende woord ”lightrailvoertuig” in de mond te nemen; het ding is een tram, en anders niet. En laten we meteen ophouden, net te doen alsof het iets heel revolutionairs is, tram en trein te combineren op één spoorbaan, en of Norder dat heeft uitgevonden. Tussen Den Haag HS en Scheveningen Haven hebben van 1886 tot diep in de twintigste eeuw (goederen)treinen en trams het spoor broederlijk gedeeld; ik schreef erover in aflevering 6.

Deze tram, dus, doet me heel sterk denken aan het type wagens dat in Duitsland rijdt op U-bahntrajecten. De Bombardier is dubbelgeleed. De middelste geleding is slechts een meter lang, net als bij de nieuwe Keulse trams die we in 2001 gezien hebben; die trams komen uit dezelfde fabriek. Het voertuig is, op het oog, even breed als de connexxion-trams die in Utrecht rijden, en heeft aan beide zijden van het gangpad een rij van twee bankjes. Het is uitgevoerd met een lage vloer bij de instapdeuren, en een iets hogere vloer aan de voor- en achterzijde, bereikbaar via een verraderlijk opstapje.

Ondanks het media-offensief van Norder en de zijnen is de belangstelling niet overweldigend: hooguit 50 à 60 bezoekers zijn zichtbaar in en om de tram. Voornamelijk hobbyisten; er wordt driftig gefotografeerd. Uit alle delen van het land zijn ze gekomen; ik hoor wat uitheemse accenten die hemelsbreed verschillen van wat ik in het Groene Hart gewend ben.

“Wanneer gaat hij nou rijden?” Een streekgenoot, zeer voorbarig zwaaiend met zijn gratis retourtje. “Nou, dat zal nog wel een paar weekjes duren, meneer”.

Buiten hoor ik een official iets in een telefoon roepen als: “hebbie al een tijdgat in het tijdpad?” Ik blijf staan luisteren. Gaan we nu toch nog rijden? Er is zitplaats voldoende om alle aanwezigen mee te laten gaan; de Bombardiers tellen 78 zetels.
-“Ja, ja, in Gouda, dat is om zestienhonderd uur”.
Zolang kan ik niet wachten; het zal bovendien wel gaan om de terugreis, zonder publiek, van het tramstel dat in Gouda staat.

Ik probeer de bankjes die, als ik het mag opmerken, wat hard zijn. De 18 a 19 minuten tussen Gouda en Alphen kun je er wel op overbruggen, maar straks helemaal naar Noordwijk… Een wasstraat ontbreekt in de geïmproviseerde remise; de ruiten zijn goor.

“En dan denk je: je pakt die uitdaging op, voor twee jaar”, hoor ik een geüniformeerde NS-meester zeggen. Het woord ‘uitdaging’ is wel aan sterke devaluatie onderhevig; je hoort het tegenwoordig te pas en te onpas gebruiken. Als die machinist na twee maanden pendelen over 19 kilometer maar niet weer gaat zaniken over gebrek aan afwisseling…

“Ik wil hier wel de hele dag blijven!”, krijst een jongetje. Ik niet; ik pak de trein naar Gouda; er rijden vanmiddag gewoon nog treinen over de laagst gelegen spoorbaan van Nederland. Meteen na vertrek lopen twee conducteurs de trein door, en delen geduldspelletjes met RGL-logo uit; misschien opdat de reizigers tijdens de volgende wisselstoring wat om handen hebben. Vrijwel niemand wil er een hebben. Overal langs de baan zie ik gele kastjes met rode kabeltjes; de apparaten die de storingen veroorzaakt hebben, vrezic.

Vanmiddag loopt het treinverkeer in het veen op rolletjes. Bij Boskoop hoeven we deze keer slechts vijf minuten te wachten op de tegenligger. Ook op dat station is een verlaagd tramperron aangelegd, hier in het verlengde van het bestaande perron. Idem, dito in Waddinxveen Noord. Op Waddinxveen-zonder-meer liggen er twee tramperrons aan weerzijden van het eilandperron.

De tram zal, als alle benodigde vergunningen zijn afgekomen, slechts stoppen op de drie genoemde tussenstations. De geplande extra stopplaatsen: Snijdelwijk tussen Boskoop en Waddinxveen Noord, Coenecoop ten zuiden van Waddinxveen, en misschien Gouda-West, worden pas in 2007 in gebruik genomen.

Een gemiste kans; zo heeft niemand baat bij het tramexperiment. Men hoopt met de RGL na 2007 op dit trajectje 10.000 man per dag te vervoeren, het dubbele van het huidige aantal. De meerderheid van de extra passagiers zal aangetrokken moeten worden door de genoemde nieuwe haltes. Waarom dan niet alvast minstens één van die haltes neergezet, om de buurtbewoners daar kennis te laten maken met de zegeningen van de tram?? In theorie kan een extra stop ingepast worden in de dienstregeling. De trams hebben een topsnelheid van 100 kilometer per uur, niet trager dan de treinen die hier rijden, en heten korter stil te staan en sneller op te trekken.

Aan boord van het Plan-V’tje hebben we het normale zaterdagmiddagpubliek; men begeeft zich, gewapend met boodschappentassen, naar de Goudse binnenstad. Ik luister de Boskopers en Waddinxveners af, of het tramexperiment misschien het gesprek van de dag is in deze streek.

“We leven in een voorzieningenmaatschappij; hebben jullie dat al gehad op school?”, vraagt een punker, voorzien van piekhaar, kettingen en veiligheidsspelden, aan een jongen die er net zo uitziet; ik dacht dat die mode al 20 jaar ‘uit’ was.
“Voorzieningenmaatschappij, weet niet meer; kan best”, antwoordt de ander ongeïnteresseerd.

Met oren op stelen loop ik de trein door, maar de voorzieningen van de RGL vormen nergens onderwerp van gesprek. Er wordt vanmiddag een strakke tweedeling zichtbaar in de beleving van OV-innovaties door het publiek. Politici, hobbyisten en lanterfanten die open dagen aflopen, zulke lieden geilen op strakke, fotogenieke voertuigen, op deelname aan proefritten en op ronkende taal over lightrail. Normale reizigers willen alleen maar snel, betaalbaar en comfortabel van A naar B vervoerd worden, liefst zonder storingen. De eersten zitten vanmiddag in de stilstaande trams; de laatsten hier in deze rijdende trein.

De spoorbaan heeft tussen Waddinxveen en Gouda een haarspeldbocht, die je eerder in hooggebergte zou verwachten dan op de bodem van Nederland. De kubusvormige Gouwebrug zie ik eerst uit de verte in het linkerraam, en later van dichtbij in het rechter.

Gouda. Hier ligt de tramhalte verzonken in het perron tussen spoor 8 en 9. Er staat een tram langs, net zo een als in Alphen. Vijf politieagenten staan erbij, om te voorkomen dat hij gestolen wordt. De belangstelling is hier nog geringer dan in Alphen.

Ik verwacht, me met deze on-gebeurtenis niet te kunnen amuseren tot het uur van de avondboterham, en trek uit de automaat een enkeltje Rotterdam; wegwezen! Als ik terugkeer op het perron ontmoet ik Roland uit Heerhugowaard en een metgezel, die ik ook ken, maar even niet kan thuisbrengen.

Roland heeft het binnen twee minuten wel gezien. Hij somt op, wat er allemaal ontbreekt aan de tram: de WC, een rookcoupé, bagagerekken, de eerste klasse. Dingen, die je in de trein allemaal wél hebt. Inderdaad, nou hij het zegt… Ook de beenruimte is wat krap; met twee niet al te korte mensen tegenover elkaar wordt het al snel: knietje vrijen.

Mooie trams; ik wil er niets van zeggen. Maar waarom worden ze gepresenteerd als het zevende wereldwonder, en waarom heb ik nog niemand van de toeschouwers horen zeggen, dat ze gewoonweg minder comfort bieden dan wat we gewend waren??

Die retorische vraag moet de slotconclusie maar zijn van deze aflevering. Ik hoop tussen nu en eind 2004 ook nog eens verslag te doen van een rit met een rijdende RGL-tram; mogelijk breekt dan ook bij mij het enthousiasme door.

Frans Mensonides



Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Alvast een citaat uit een volgende aflevering:
Ook ik treed aan het venster. “Dit is toch aardig opgelost”, verstout ik me op te merken, wijzend op de binnenplaats, “en dat in goede harmonie met de bestaande bebouwingsruimte”. Het klinkt me aardig heemschutterig in de oren, maar de man kijkt of hij het geenszins met me eens is.
Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Kroniek in triptiek Belevenissen in de kortste maand- Zo. 02.03.2003
- - - -
Winter in Zeeland (2) De boot is aan! OV-reisverhaal- Do. 27.02.2003
- - - -
Winter in Zeeland (1) Boemelen met NS van Roosendaal naar Vlissingen OV-reisverhaal- Zo. 23.02.2003
- - - -
Raranoia (2) Nog een dubbelcolumn over (on)alledaags wantrouwen- Do. 20.02.2003
- - - -
Foutje? 'Blanco' erover! Boemelen met NS (11): Den Bosch - Nijmegen - OV-reisverhaal - Zo. 16.02.2003
- - - -
Bus zonder haltes stadsdienst Oss - OV-reisverhaal - Do. 13.02.2003
- - - -
Raranoia Dubbelcolumn over (on)alledaags wantrouwen- Zo. 09.02.2003
- - - -
[Uitdraai, aangetroffen nabij een kliniek] - KORT VERTHAAL - Do. 06.02.2003
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden


Soundbites of the Seventies (13)


Nummer: Karn Evil 9, 1st impression part 2
Uitvoerende Artiest(en): Emerson, Lake and Palmer
Tekst: Keith Emerson / Greg Lake
Jaar:1973
Veronica Top veertig: Nummer is niet op single verschenen
Radio 2 top 2000: niet geklasseerd
Opmerking: track van LP Brain Salad Surgery

Soundbite:

Welcome back my friends to the show that never ends
We're so glad you could attend
Come inside! Come inside!
There behind a glass is a real blade of grass
Be careful as you pass.
Move along! Move along!
Come inside, the show's about to start
Guaranteed to blow your head apart
Rest assured you'll get your money's worth
The greatest show in Heaven, Hell or Earth.
You've got to see the show, it's a dynamo.
You've got to see the show, it's rock and roll ....

Volledige tekst: klik hier plus hier .


“Welcome back my friends to the show that never ends, ladies and gentlemen: Emerson, Lake and Palmer!” Zo, met de donderende, echoënde stem van een stadion-speaker, beginnen alle life-singles en albums van dit opmerkelijke rocktrio uit Engeland, waarvan ik, voor zover ik weet, een van de weinige Nederlandse fans ben. Al een kleine 30 jaar lang gaat er bijna geen week voorbij zonder dat ELP op de draaitafel of in de CD-speler gelegd wordt.

Het grote publiek kent ELP misschien van wat kleine single-hitjes, zoals Lucky Man, Peter Gunne en Fanfare For The Common Man. De reeks albums die de drie hebben afgeleverd, konden in Nederland nooit rekenen op indrukwekkende verkoopcijfers. Tijd voor een kennismaking dus.

Keith Emerson, de onbetwiste ster van het trio, werd geboren in 1944 in Engeland, nam al achter de piano plaats voordat hij de kunst van het lezen machtig was, en kreeg een gedegen klassieke muziekopleiding. In 1967 formeerde hij The Nice, een groep die in ons land ook geen potten heeft gebroken. In die groep zette hij de lijnen uit, die hij in de tijd van ELP heeft doorgetrokken: composities die het midden hielden tussen klassiek, jazz en rock, uitgevoerd met frenetiek toetsenwerk. Hij haalde zo ongeveer, op het gehoor geschat, 600 aanslagen per minuut, en begeleidde zijn muziek met een opzwepende stage act: tijdens zijn vertolking van Bernsteins America bijvoorbeeld, vond hij onder het musiceren nog tijd om de Amerikaanse vlag te verbranden.

In 1970 leerde Emerson bassist Greg Lake en drummer Carl Palmer kennen en kon een formatie tot stand komen die het, met onderbrekingen, tot in de jaren 90 heeft uitgehouden. Emerson had naast zijn piano en orgel inmiddels een batterij synthesizers opgesteld. Omringd door ongeveer evenveel elektronica als in de telefooncentrale van een middelgrote stad, sprong hij als een kikker heen en weer tussen een regiment klavieren. Hij was een van de eersten die aan de synthesizer meer wisten te ontlokken dan elektronisch gepiel, en het nieuwe instrument inzetten voor het vertolken van overtuigende popmuziek.

ELP hebben zoals gezegd wat korte (hit)songs op de plaat gezet, maar het sterkst vind ik ze in lang uitgesponnen nummers als Tarkus, Trilogy, Pirates, Pictures at an Exhibition (waarin zij Moessorgsky staan te vermoorden), het ingetogen Take a Pebble, en natuurlijk Karn Evil 9, van hun in 1973 verschenen LP Brain Salad Surgery. Het nummer, bestaande uit drie ‘impressions’, duurt 35 minuten, en neemt 1,5 plaatkant in beslag. De eerste impression neemt ons mee naar een onderaards gewelf, waar slachtoffers van een totalitaire maatschappij zich mogen uitleven in een waanzinnig carnaval vol liederlijke taferelen. Na een instrumentaal intermezzo vervolgt impression 3 met een ruimteschip waar een digitale God de lakens uitdeelt, en met metalige computerstem allerlei autoritaire dingen roept. Karn Evil 9 ademt een diepe naargeestigheid, een spookachtige sfeer, maar wekt in mij bij beluistering altijd een tegendraadse vrolijkheid; verklaarbaar is het niet helemaal.

Op de driedubbele life LP, die een jaar na Brain Salad Surgery verscheen, is het nummer nog langer, twee complete LP-kanten, met een 10 minuten durende drumsolo. Dezelfde LP bevat een uitvoering van Tarkus die het origineel verre overtreft. Zonde, dat mijn ouderwetse platenschiller de geest heeft gegeven, en deze geniale life-LP nooit op CD is verschenen. Maar aan de andere kant: ik kan die muziek wel dromen.

Van Keith Emerson valt nog te vermelden, dat hij in 1994 geopereerd is aan zijn polszenuwen. Na wat je misschien moet zien als een super-muisarm, heeft hij het een tijdje wat kalmer aan moeten doen, maar hij musiceert nog steeds, al zal hij nu wellicht wat opzien tegen Karn Evil 9, mijn favoriete carnavalshit aller tijden.


De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Leraren Nederlands willen meer literatuur op het lesrooster van middelbare scholen

De meeste leerlingen TALEN er niet naar!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


10 mid/237(19)/379(98)(23)/143,4(34,1)