Nieuwe reexx - Aflevering 97 DONDERDAG 10 APRIL 2003
Lees ook de "soundbite" in de rechterkolom!
Lange Column

Caritas


In de goedertierenheid van mijn hart gireer ik wel eens een paar losse tientjes aan instellingen die goed doen in de Derde Wereld of in een wereld met een ander rangnummer, aan organisaties tot behoud van landschappen of monumenten, en aan stichtingen die zich bezighouden met ziekten die ik niet hoop te krijgen. Van zulke donaties krijg je geheid spijt, zoals van de meeste goede daden. Veel verstandiger is het, je vrijgevigheid op te zouten totdat je op straat een collectant ziet; dan hebben ze tenminste je adres niet.

Als je gireert aan zo’n instelling, dan hebben ze je adres vanzelfsprekend wél, en dan begint het gebedel. Eerst krijg je nieuwsbrieven toegezonden. Daar is nog weinig op tegen; een goede gever wil doorgaans graag weten, aan welke nuttige projecten zijn geld besteed is. Dat die brieven meestal vergezeld gaan van een nieuwe acceptgirokaart, dat is ook nog wel acceptabel; de afzender ziet gaarne, dat wij onze afschuw over het in de circulaire besproken onheil omzetten in een nieuwe donatie. Bovendien: je kunt zo’n acceptgiro altijd nog naast je neerleggen.

Vele ontvangers zullen dat ook doen; het geld groeit ons niet op de rug, nietwaar? Daarop hebben die instanties weer een ander middel gevonden. Men stuurt je allerlei informatiemateriaal, kalenders, boekwerken, agenda’s en andere narigheid toe, en voegt daarbij “geheel vrijblijvend” maar weer eens een acceptgirokaart met het verzoek een “geheel vrijwillige” bijdrage over te maken voor troep waar je niet om gevraagd hebt. Meestal is men niet te beroerd, een bedrag te suggereren, vergezeld van de geruststelling dat je niet moet schromen om méér over te maken, daar méér altijd welkom is. Vooral organisaties tot behoud van natuur en landschap maken vaak van deze truc gebruik.

Leg zo’n kaart maar eens naast je neer! Je voelt je op zijn minst een gierigaard; een pure duitendief, die zich een prullarium toegeëigend heeft zonder er fatsoenlijk voor te willen betalen.

Nog irritanter zijn instellingen die hun donateurs gewoonweg bombarderen met bedelbrieven. Vrijwel wekelijks vragen ze aandacht voor een humanitaire ramp. Ze willen de nood graag lenigen, maar: “daarvoor is geld nodig, veel geld”.

Met name instanties die in de Derde Wereld werken, zijn sterk in deze tactiek, maar zij is ook overgewaaid naar andere sectoren. Mijn moeder ontvangt minstens eens per veertien dagen een bedelbrief van de Stichting Alzheimer Onderzoek. “Misschien denken ze wel: dat oude mens lijdt zelf aan Alzheimer”, zegt mijn moeder, “dat ze me om de 2 weken aan hun bestaan willen herinneren”.
-“Misschien speculeren ze erop dat je bent vergeten, dat je al gegireerd hebt”, suggereer ik.

Veel wijzer worden liefdadige instellingen daar op den duur ook niet van, van die frequente bedelbrieven. Zulke mailings kosten een hoop geld, en ze gaan de donateurs irriteren, bovendien.

Met schade en schande hebben zulke instanties ook geleerd, dat betalingsverzoeken, betalingsherinneringen en aanmaningen niet helpen. Ik heb een keer van potdomme een heel Gristelijke vereniging een herinnering ontvangen, waarin het bedrag vermeld stond dat ik het voorafgaande jaar gedoneerd had. In hun brief klonk een mild verwijt door dat ik me in het lopende jaar niet even vrijgevig getoond had. Die brief ging natuurlijk linea recta de prullenmand in.

Dat werkt dus niet. Nee, veel beter is het, de mensen zover te krijgen dat ze zich periodiek, eens per kwartaal, per maand of vammijpart per week, een rib uit het lijf willen laten trekken. Eén en ander kan geregeld worden via een machtiging tot automatische periodieke overschrijving. Sedert charitatieve organisaties die mogelijkheid ontdekt hebben, gaat er bijna geen avond voorbij of ik wordt gebeld door iemand, die zo’n automatische aderlating van me wil lospeuteren. Ik ga daar nooit op in. Ik geef altijd spontaan, naar rato van mijn humeur en van de situatie op de internationale aandelenbeurzen, en wil er geen sleur van maken. Beide verkeren trouwens regelmatig in mineur, de afgelopen tijd.

Op zekere avond werd ik gebeld door de Hartstichting, die ik regelmatig wat toestop, om zelf gevrijwaard te blijven van hartkwalen.

-“U spreekt met [die en die; jonge vrouwenstem] van de Hartstichting” [dit gaat om een machtiging, had ik meteen door].
-“Bent u de heer F.H. Mensonides?”
Ontkennen leek me zinloos, ik had me immers ouder gewoonte al gemeld met “Frans Mensonides”, en volstond met een korzelig “ja”.

Dit korte woordje had een effect vergelijkbaar met een dijkdoorbraak. Er volgde een niet te stelpen woordenvloed, waar ik met geen mogelijkheid tussen kon komen. De juffrouw vertelde me eerst (hetgeen ik al wist), dat ik in het verleden regelmatig gedoneerd had aan haar stichting, en begon vervolgens de goede werken ervan op te sommen: de gesubsidieerde onderzoeken, de voorlichtingscampagnes om miljoenen Nederlanders bang te maken voor hartfalen, zo niet -stilstand, et cetera.

Telkens wilde ik zaken tussenwerpen, maar ik merkte dat de juffrouw daar niet van gediend was. Zij las een tekst aan me voor - en dat op zeer ongeïnspireerde toon, ik was haar zeventiende klant al die avond - en wilde die zo snel mogelijk afraffelen. Bovendien hád ze helemaal niets met de Hartstichting; ze was vermoedelijk ingehuurd van een uitzendbureau.

Zulke praktijken zijn dodelijk voor de conversatie. Daarvoor geldt in hoge mate: it takes two to tango. Als iemand een lang verhaal vertelt, dan zal de toehoorder door allerlei signalen doen blijken, dat hij nog steeds luistert. Hij zegt bijvoorbeeld: ‘hmm’, ‘ach’, ‘oh’, ’eerlijk?’, of ‘gompienikkel!’; wat hij zegt doet er niet zoveel toe, als hij maar iets zegt. Op zijn beurt laat de verteller regelmatig korte, subtiele pauzes vallen, om de toeschouwer in staat te stellen om ‘hmm’ of iets anders te zeggen. Dit is geen nonsens, bedacht door een communicatiedeskundige als Dennis, maar is door wetenschappelijk onderzoek ontdekt in serieuze laboratoria.

De hartjuffrouw nu, had haar betoog zo dichtgetimmerd, dat ik er geen ruimte in vond om te ‘hmm’en. Nu is ‘hmm’en, zoals gezegd, een bewijs van luisteren. Als je niet kunt ‘hmm’en, dan luister je uiteindelijk ook niet meer. Ik betrapte mezelf erop, dat de woorden helemaal niet meer tot me doordrongen, en ik me bovendien mateloos stond op te winden. Een weinig elegante manier van werken, om mensen niet eens de kans te geven om te ‘hmm’en.

“… en daarom zou ik u willen vragen of u interesse heeft om gebruik te maken van zo’n machtiging”.

Nou, daar was me de aap dus toch nog uit de mouw gekomen, na een kleine 10 minuten. Ik zweeg even zovele seconden, en sprak: “Pffff! Hè, hè, stilte! Nee, ik doe uit principe niet aan doorlopende machtigingen. Als u me nu meteen gezegd had, dat het daarom ging, dan had u zich die hele riedel kunnen besparen”. De telefoniste bracht me nog enkele afsluitende beleefdheidsfrasen toe, ook opgelepeld van een papiertje, en ik was van haar verlost.

Niet goed begrijp ik, waarom het lichaamsdeel, dat indirect onderwerp van ons gesprek was, vijf minuten daarna nog ratelde als een bezetene, en een sterke neiging vertoonde tot overslaan. Vóór het telefoongesprek was dat beslist nog niet het geval geweest. Ik zou me niet zo dik moeten maken.

Binnenkort verwacht ik diezelfde dame weer aan de lijn. Of ik al eens heb nagedacht over een legaat…



Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Citaat uit een volgende aflevering:
Meekijken met de bestuurder, de bovenleiding boven je hoofd zien wegschieten, de rails door het groen van het Groene Hart zien slingeren; het leek alsof een jongensdroom was uitgekomen.
Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Anonieme of met schuilnaam ondertekende mails gaan linea recta de prullenmand in.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

De Lange Leegte - een nabeeld - Door de veenkoloniën OV-reisverhaal - Zo. 06.04.2003
- - - -
Geen aflevering - Twee gouwe ouwen en een soundbite - Do. 03.04.2003
- - - -
Kennis (2) De hoge studiekosten - Ma. 31.03.2003
- - - -
Sessies met Dennis Feel good guru aan het werk - Do. 27.03.2003
- - - -
Zestig meter beneden NAP De Westerscheldetunnel OV-reisverhaal- Zo. 23.03.2003
- - - -
Sessies met Dennis (1) Zonder woorden - Do. 20.03.2003
- - - -
Westerkim Buslijn 145; Leiden-Amsterdam OV-reisverhaal- Zo. 16.03.2003
- - - -
Carnaval in Eindhoven Kunstkijken in het nieuwe van Abbemuseum - Wo. 12.03.2003
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden



Soundbites of the Sixties (22)


Nummer: Ik heb geen zin om op te staan
Uitvoerende Artiest(en): Het
Tekst: Bob Bouber
Jaar:1965
Veronica Top veertig: nr. 9
Radio 2 top 2000: nr. 1641
Soundbite:

Het is weer tijd om op te staan
Maar ik heb geen zin
(Hij heeft geen zin)
Om naar m'n baas te gaan

Met m'n blote voeten op het kouwe zeil
(Met z'n grote blote voeten op het kouwe zeil)

Ik heb geen zin om op te staan
Ik heb geen zin om op te staan
(Ik heb geen zin om op te staan)

Volledige tekst: klik hier.


Even voer er een schok door Nederland, vorige week woensdag; de radio meldde dat Jacques Zwart op 57-jarige leeftijd was overleden tijdens een vakantie op Ibiza. Zelf heeft Zwart nauwelijks naamsbekendheid genoten, maar hij was de zanger van een overbekend lied uit 1965: “Ik heb geen zin om op te staan”. In de periode 1965-1967 was Zwart gitarist en leadzanger bij de Amsterdamse beatgroep Het, en daarmee de vertolker van dit volkslied voor avondmensen.

“Ik heb geen zin” bereikte in januari 1966 de 9e plaats in de hitparade, een succes dat Het nooit heeft kunnen overtreffen. Na ontbinding van de groep is Zwart altijd werkzaam gebleven in de muziekbusiness. Hij was gehuwd met Marga Scheide, een van die drie pittige tantes die ooit het trio Luv vormden.

Ik had in 1965/6 altijd wel zin om op te staan, en deed dat, zelfs in de winter, doorgaans rond 7 uur, als Radio Veronica zijn uitzendingen begon met Eddy Becker, de man met de wekker. Mijn moeder lag dan nog op een oor (zij had geen zin om op te staan) en ik kon ongestoord nog een uurtje luisteren naar ons Loewe Opta transistorradiootje, zonder dat het toestel werd uitgezet.

Eddy Becker draaide ’s morgens vroeg het rustigste uit de top 40, en daaronder vast en zeker ook “Ik heb geen zin om op te staan”, een met slome stem gezongen lied, begeleid met trage, dreunende gitaarakkoorden. Ik vond het nummer dolkomisch. Nu was ik pas negen, en ik kon ook schaterlachen om het eveneens humoristisch bedoelde ”‘n glaasje madeira, my dear” van Ted de Braak, en “De dochter van de slager” (Die wordt niet mager / Ze wordt alleen maar dikker / ’t Is net een kikker) van ik-weet-niet-meer-wie, die in die dagen ook de radio onveilig maakten. Maar laatst hoorde ik het nummer van Het terug in de Radio-2 top 2000, en het staat nog als een huis, vond ik; meligheid kent geen tijd.

Het brein achter “Ik heb geen zin” was Bob Bouwer, die kort tevoren uit ZZ en de Maskers gestapt was, een groep die soms vergelijkbare opwellingen van humor had. Bijvoorbeeld “Dracula”, een nummer over een intiem diner in een griezelkasteel, waarbij de laatste gang bestond uit de gasten.

Een paar jaar later had Bouber nog een heel klein solo-hitje over een man die in bad zat te spelen met zijn speelgoed-eend. Hier eindigt de humor, en betreden we het rijk van de ongein. Daarom stop ik op dit punt met het kortste soundbiteje uit deze reeks: ik heb geen zin (hij heeft geen zin) om hierop door te gaan.


De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Bos en Balkenende

KabiNOOIT!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


15 mid/246(28)/389(108)(33)/160,3(51,0)