Nieuwe reexx - Aflevering 115 DONDERDAG 19 JUNI 2003

Lees ook de "soundbite" in de rechterkolom!
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.

Apartje

Solstitium


Weinig mensen weten dat het verschijnsel van de middernachtzon zich ook in Nederland kan voordoen. De zon is dan 12 minuten lang te zien boven de noordelijke horizon. Het gebeurt in de nacht van 21 op 22 juni, maar uitsluitend in schrikkeljaren, als de 21ste juni op een maandag valt. Een eenvoudige redenering leert, dat dit eens per 28 jaar het geval moet zijn.

Toevallig regende het bij de drie meest recente middernachtzonnen, op maandag 21 juni 1976, maandag 21 juni 1948 en maandag 21 juni 1920. De zon ging op het middernachtelijk uur schuil achter het wolkendek.

De voor-voor-voorlaatste Nederlandse middernachtzon vond plaats in 1880; een sprong van 40 jaar in plaats van 28. Dat is te wijten aan het feit dat 1900 volgens de Gregoriaanse kalender geen schrikkeljaar was. Dit alles moet wel de verklaring vormen voor het feit dat geen Nederlander herinneringen heeft aan een middernachtzon. Er is natuurlijk geen mens meer in dit land, die zich de 21ste juni 1880 nog kan heugen.

De eerstvolgende middernachtzon zal te zien zijn op 21 juni 2004. Ik zal daar te zijner tijd in deze kolommen op terugblikken met het volgende verhaal:


Middernachtzon

Wat heb ik lang uitgekeken naar deze dag! 2004, dan ben ik al 47; hoe vaak heb ik dat niet gedacht, de afgelopen tientallen jaren! Nu is het 2004, en ben ik 47.

Maandag de 21ste. Op kantoor kan ik me van pure opwinding niet concentreren op mijn werkzaamheden. Al rond het middaguur blik ik elke vijf minuten onrustig op mijn horloge, terwijl het nog een halve dag duurt voordat de middernachtzon te zien zal zijn.

De kranten schrijven vandaag over niets anders. Ik zet de radio aan en stuit op een interview met een vertegenwoordiger van het Nationaal Bureau voor Toerisme. Het aantal buitenlandse gasten is groter dan verwacht; geen hotelkamer meer vrij in de grote steden.

Het is een ware media-hype. Was dat in 1976 nou ook al zo? Goed, die middernachtzon werd toen verperst door de bewolking, maar dat wisten we van te voren niet. Ik herinner me er bijna niets meer van; als 19-jarige had ik ongetwijfeld andere interesses.

De weersverwachtingen zijn uitstekend: er wordt een kraakheldere nacht voorspeld, voor geheel Nederland. Er zijn mensen, die speciaal voor de middernachtzon naar het noorden reizen, naar Terschelling of Schiermonnikoog, of naar de Lauwerszee. Daar zal het wel druk worden. Maar men volgt een verkeerde redenering. Overal in Nederland, mits je maar binnen de grenzen en de territoriale wateren blijft van ons koninkrijk, zul je de zon om 23.54 uur zien opkomen. En overal staat de zonneschijf precies om middernacht op zijn hoogste punt, enkele graden boven de noordelijke horizon. En overal gaat hij om 0.06 uur weer onder. Het maakt niet uit waar je je bevindt, als je maar vrij uitzicht hebt op het noorden. Vincent Icke heeft het gisteren in het journaal nog heel duidelijk uitgelegd, maar ook hij heeft het niet iedereen aan het verstand kunnen timmeren.

Ikzelf wil de zon graag zien opkomen boven zee. Ik ga op een duintop staan bij de Wassenaarse Slag; mijn plaatsje heb ik al weken geleden gereserveerd en betaald. Ik schrik. Heb ik het kaartje nog wel?? Jawel, het zit gelukkig veilig in mijn portefeuille.

* * *

Alles gereed? Het etui met mijn speciale middernachtzonnebril à € 172,50 ligt al dagen op het dressoir. De hele dag hebben uit radio en TV waarschuwingen geklonken, dat je ook tijdens een middernachtzon niet rechtstreeks in het zonlicht mag kijken; het kan onherstelbare schade aanrichten aan je netvliezen. Blij, dat ik die bril op tijd gekocht heb! Ze doen vandaag al € 1500 op de zwarte markt, hoorde ik op de radio; “een zwarte bril op de zwarte markt”; ik schiet in een nerveuze lach.

Ik start Internet. De nieuwssite NU.NL bericht over een waanzinnige wedloop om wat de zonnebaby genoemd wordt. Tientallen hoogzwangere vrouwen hebben hun eerste geboorte-opwekkende injectie ontvangen; wie brengt zijn kind het dichtst bij middernacht ter wereld?

Om halftien in de avond houd ik het niet meer uit in huis. Ik pak mijn fiets en begin aan het ritje van nog geen drie kwartier naar Wassenaar; laat ik zorgen dat ik vooraan sta, en er niets van mis. 2032, dan pas krijg ik een nieuwe kans. Dan ben ik 75. Met een beetje geluk haal ik dat wel. En misschien ben ik ook dan nog goed ter been. Maar zou het die dag helder weer zijn? De daaropvolgende gelegenheid is in 2060, als ik 103 ben. Het is nu of nooit! Ik beef; mijn hart begint te bonzen: mijn eerste en misschien enige middernachtzon!

Ik kijk omhoog; geen wolkje te zien. De zon is ondergegaan in het noordwesten, zoals gewoonlijk op een juniavond, maar zal zich over twee uur opnieuw boven de horizon verheffen.

* * *

Ik ben ter plaatse. Wel heel erg commercieel opgezet, die middernachtzon. Souvenir- en eetstalletjes in de duinen. Met gepeperde prijzen, maar dat mag de pret niet drukken. Het loopt vol op de parkeerplaats. De tarieven zijn voor de gelegenheid verhoogd tot € 25 per uur; ik heb daar geen last van, met mijn fietsje.

Mensen in alle leeftijdsklassen beklimmen het duin. De stemming komt er in. Een Dixielandorkest speelt vrolijke melodieën. Enkele als hippie uitgedoste jongeren slaan op tamboerijnen en heffen gezang aan. “Hare Krishna, Hare Krishna”, hoor ik even verderop; ook de roze hemden zijn aanwezig. Alle muziek door elkaar; een echte kakofonie.

“De burgemeester, de burgemeester”, fluistert het door de rijen. En inderdaad: er is een grijze Mercedes gestopt op het asfaltpad beneden aan het duin, en Wassenaars burgervader, ambtsketen om de schouders, klimt naar boven. Nog meer volk: zes verpleegkundigen tillen kreunend en puffend een ziekbed omhoog door het duinzand; wordt hier een laatste wens vervuld?

Ik zie bekenden, mijn achterburen: een weduwe met vier kinderen. Twee tengere, spichtige jongens en twee meisjes met opvallend grote blauwe ogen; aardige kinderen, die me altijd beleefd groeten in de brandpoort. Ik groet ze nu op mijn beurt, en loop door.

De horizon kleurt rozerood; “de rozevingerige dageraad”, schiet me te binnen; ik heb Homerus gehad op het gymnasium. De avondschemering, net opgehouden, begint opnieuw. Muziekinstrumenten zwijgen; stilte daalt neer over het duin. En dan: “de zon!”, “daar komt ‘ie!”, klinkt het uit duizend kelen. Inderdaad: het eerste stukje rode zon klimt boven de horizon.

Tegelijk met iedereen haal ik mijn speciale middernachtzonnebril te voorschijn. Maar in de tien seconden dat het ding verhuist van het etui naar mijn neus, treffen de ontnuchtering en de ontgoocheling me als een mokerslag.

Want wat is zo bijzonder aan deze zonsopgang? Bij helder weer is er elke dag een te zien. Hoe vaak ben ik er vroeg voor opgestaan, en hoe vaak heb ik dit duin, of een ander, beklommen om ervan te genieten? Je kunt het een retorische vraag noemen. Nooit!

De buurkinderen en hun moeder staan hand in hand in een kring. “Jongens”, zegt de moeder met onvaste stem. “Dit is een heel speciaal moment. Een moment van liefde, een moment van vervulling, een moment van dankbaarheid voor de wereld die ons is gegeven. Jullie mogen dit moment nooit, nooit vergeten. Zullen jullie beloven dat je dit moment, deze zon, dit duin, dit samenzijn, nooit zult vergeten, ook als jullie oud zijn, en ik er niet meer ben?”

“Geëxalteerde tut!”, fluister ik. Mijn humeur ligt nu helemaal aan scherven.

“Buurman staat daar zo alleen”, fluistert een van de twee meisjes met de grote blauwe ogen. “Hé buurman, komt u ook in de kring staan?” Het meisje strekt haar hand naar me uit. -“Nee, nee hoor; dank je, erg aardig van je. Maar dit is jullie moment. Daar mag ik niet tussenkomen.”

De zonneschijf staat nu helemaal boven de horizon. Dit is het hoogtepunt van de voorstelling; er wordt gejuicht, gejoeld en geapplaudisseerd. De burgemeester wordt op de schouders genomen voor een triomftocht, alsof het allemaal zijn verdienste is; wat een bespottelijke vertoning! De patiënt in het ziekbed heeft de geest gegeven. Als bezetenen pompen de verpleegkundigen hem op de borstkas, om de levensfuncties te doen terugkeren.

Nog voordat de zon zijn daling inzet, verlaat ik de duintop. Daar ik mijn zwarte bril nog opheb, ziet niemand mijn tranen.

* * *

Op de TV is een oneindige herhaling te zien van een uitzending eerder deze nacht. De camera’s staan op de Vaalserberg, waar Erwin Kroll volkomen maar dan ook volkomen uit zijn dak gaat als de zon opkomt. “Oh, wat is dit is fantastisch, wat is dit is geweldig, dit moet wel het mooiste moment van mijn leven zijn”. Er volgt een shot op een hoogbejaard echtpaar. Hand in hand slaan zij het rijzen gade van de rode zon; tranen op de gerimpelde wangen.

Verder toont de TV beelden van de zonnebaby. De boreling, een jongetje, is om 0.01 uur ter wereld gekomen in een ziekenhuis te Almere.

“Nou, dat was dan dat”, zeg ik, halfluid in mijn eentje. Ik kijk naar buiten; bij de achterburen brandt nog geen licht, ze zijn nog niet terug. Ik duik snel in bed. Het is al laat; bijna ochtend, alweer.

Frans Mensonides


Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Citaat uit een volgende aflevering:
Zoals Timboektoe zinnebeeldig is voor een plaats die ver weg is, staat Lutjebroek symbool voor een negorij, waar je beter niet heen kunt gaan, en waar je beter had kunnen blijven, als je er geboren bent.
Vorig jaar om deze tijd stond in REFLEXXIONZZ!
die prachtige voltreffer van de normaal zo rustige en saaie Frank Rijkaard, die in de achtste finale tegen Duitsland zijn opponent Rudy Völler een hoeveelheid spijsverteringssappen in de nek spuugde, waarvoor een volwassen lama, in de kracht van zijn leven, zich niet zou behoeven te schamen.

Aflevering 11; 21 juni 2002


Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Anonieme of met schuilnaam ondertekende mails gaan linea recta de prullenmand in. Ik behoud me het recht voor, om ontvangen reacties te behandelen in REFLEXXIONZZ!, dat zal dan geschieden zonder naamsvermelding van de afzender.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

Hollands Hectaren (4) Begraafplaats Groenesteeg; Leiden - Zo. 15.06.2003
- - - -
Over "burnen", Wielkens en de Airbus De dunne lijnen van het Leidse stadsvervoer - Do. 12.06.2003
- - - -
Alle succes voor Nederland Nederland Kennisland legt een paar verkeerde accenten - Zo. 08.06.2003
- - - -
De Enen Nachtelijke diepe inzichten - Do. 05.06.2003
- - - -
Door Keerbergen, langs de Orleanstoren en verder Verrassingstocht met De Lijn OV Reisverhaal - Zo. 01.06.2003
- - - -
Hollands Hectaren (3) Politici spotten op het Binnenhof - Do. 29.05.2003
- - - -
Blauwkous (m) De onbestaanbare Verstokte Vrijgezel - Zo. 25.05.2003
- - - -
Geen Aflevering (2) Twee Gouwe ouwen die "Gossip" niet gehaald hebben - Do. 22.05.2003
- - - -
Geen Aflevering Twee Gouwe ouwen uit het tijdschrift Gossip - Zo. 18.05.2003
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden



Soundbites of the Sixties (34)


Nummer: Somebody to Love
Uitvoerende Artiest(en): Jefferson Airplane
Tekst: Darby Slick
Jaar:1967
Veronica Top veertig: nr. 3 (in 1970)
Radio 2 top 2000: nr. 902

Soundbite:

When the truth is found to be lies
And all the joy within you dies
Don't you want somebody to love
Don't you need somebody to love
Wouldn't you love somebody to love
You better find somebody to love

Volledige tekst: klik hier.


Het hippie-tijdperk, en daar zijn alle geleerden het gelovic wel over eens, is in het midden van de jaren 60 begonnen in de wijk Haight-Ashbury in San Francisco. Het was een voormalig-deftige, doch wat verpauperde buurt, met een bevolking van arme luiden, studenten, freaks en alternativo’s. Uit die smeltkroes ontstond een subcultuur die gebaseerd was op drie pijlers: beatmuziek, gebruik van geestverruimende middelen en protest tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Vietnam.

Oh ja, en liefde natuurlijk; hoe kon ik het vergeten; vier pijlers. Hippies waren verliefd op elkaar, en verder op alles en iedereen; peace, man; make love, not war.

In de winter van 1967 vond in het Golden Gate Park in San Francisco een zogeheten Be-In plaats, een grote “happening”, waarbij popmuzikanten, dichters en denkers (waaronder de drugsgoeroe Timothy Leary) hun opwachting maakten. De mare van de nieuwe hippie-cultuur verspreidde zich over heel de aardbol, en die zomer namen alternatieve vogels uit alle landen het vliegtuig naar Frisco. Daar beleefde men A Summer of Love; de stad werd overspoeld met honderdduizenden hippies, een internationale gemeenschap die uiteindelijk in harde aanvaring kwam met de politie.

Er ontstond toen een diaspora; de bloemenkinderen streken neer in andere wereldsteden, waaronder ons eigen Amsterdam, waar het Vondelpark en later de Dam in gebruik werden genomen. Het woord “Damslaper” kon toegevoegd worden aan het neologismen-woordenboek, en iedereen wist wat ermee bedoeld werd.

De hippie-populatie bestond grotendeels uit baby-boomers, geborenen in de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog. Die beschouwden zich als de verloren generatie, maar eigenlijk waren wij dat, mensen als ik, geboren in het hartje van de jaren 50. Wij hebben de hele jaren 60 bewust meegemaakt, maar stonden er toch buiten.

Ik zat nog in de lagere schoolbanken toen de Zomer der Liefde plaatsvond. Maar het ontging ons niet; zelfs het taalgebruik op het schoolplein werd beïnvloed door de hippie-cultuur. Iemand, die zich opzichtig en kleurrijk kleedde, en zijn haar in de voorgeschreven lengte droeg, was vanaf toen “hip”. En wie zich in enigerlei opzicht bizar gedroeg, was high; in Leiden uitgesproken als ‘haaijjj’ (“Juh, ben je haaijjjj, dan?”).

Ook op de muziek had het gebeurde in San Francisco een grote impact. We hadden in 1967 natuurlijk de zomerhit van Scott McKenzie: San Francisco; The Animals bezongen de San Franciscan Nights, en in de herfst deden The Flower Pot Men ook nog een duit in het zakje met Let’s Go To San Francisco (de bloempotmannen, waarom niet).

Tijdens de Be-Ins en de Summer of Love traden vele popartiesten op, waaronder ook locale bands uit San Francisco die zodoende (inter)nationale bekendheid kregen, zoals The Grateful Dead, Moby Grape en natuurlijk Jefferson Airplane.

De laatste groep was opgericht in 1965, maar kreeg de wind pas goed in de zeilen na een fusie met een concurrerende band: The Great Society. Daarmee werd onder anderen Grace Slick toegevoegd aan de bezetting. Vanaf dat moment bepaalde haar indringende, snijdende, borende stemgeluid de sound. Haar broer Darby had het nummer Somebody to Love geschreven voor The Great Society, maar het werd opgenomen op het repertoire van Jefferson Airplane.

Dat laatste nummer, en de opvolger daarvan, White Rabbit, werden dikke top-10 hits in de USA. White Rabbit was gebaseerd op het kinderboek Alice in Wonderland - maar wie dacht, dat de song eigenlijk over het gebruik van drugs ging, zat er met die interpretatie volgens mij ook niet ver naast. En Somebody to Love; ja, dat liedje ging natuurlijk over de liefde; een van de vier pijlers onder het hippie-tijdperk. In beide nummers wordt de zang van Grace effectief ondersteund met snerpende gitaren en een baslijn als een rommelende donder. Niet echt “lieve”nummers; dat is misschien wel wat ik er in waardeer.

In Nederland, waar alles een paar jaar later gebeurt, verschenen deze twee songs pas in 1970 op de platenmarkt, op één single; een dubbele A-kant. White Rabbit en Somebody to Love bereikten alsnog de top 3; vermoedelijk omdat iedereen die nummers zo lekker ouderwets hippie-achtig vond klinken. De sixties waren voorbij, de jaren 70 begonnen; de hippie was een retro-verschijnsel geworden.


De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Politiek blij met zwangerschap Maxima

Tenminste één project gelukt in dit land

Frans Mensonides, die even invalt voor Fris Spr!ts; die is naar Den Haag, of er al iets te zien is


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


25 mid/264(46)/408(127)(52)/196,0(86,7)