Nieuwe reexx - Aflevering 129 DONDERDAG 7 AUGUSTUS 2003
1975 (II)
Soundbiteje van de Nederpopgroep Limosine uit 1975
The Gestalt Prayer
I do my thing - you do your thing
Fritz Perls
Zoals ik vorige week verhaalde, verruilde ik in het jaar 1975 de schoolbanken voor het progressieve wereldje van een universiteitsstad.
Ik werd opgenomen in het soort kringetjes dat enkele jaren later door Herman Vuijsje zeer treffend beschreven zou worden in ‘De Nieuwe Vrijgestelden’. Vuijsje betoogde dat er aan universiteiten, bij overheidsinstellingen en in clubhuizen een nieuwe klasse was ontstaan van werknemers die een grote mate van vrijheid bezaten bij het indelen van hun werktijd. In de tijd van de baas konden ze lekker hobby’en met progressieve, linkserige dingetjes. In hun vrije tijd zetten ze zich als vrijwilliger in voor actiecomités en andere noodzakelijk geachte activiteiten ter verbetering van onze wereld. Vuijsje zag deze Vrijgestelden als de nieuwe (toekomstige) machthebbers.
Jack Langendoen, die mij erbij had gehaald, paste naadloos in dit sjabloon. Bij hem kwamen alle lijnen samen. Hij bemoeide zich met het heil van alle zielen in zijn omgeving en ontving iedereen die met een probleem zat, in zijn werkkamer op de universiteit, om het uit te praten. Hij gaf vaderlijke raad, leverde harde, doch opbouwende kritiek op ieders doen en laten, en bleef zelf altijd keurig netjes buiten schot.
Er komt een rij van andere namen bij me op. Dit sympathieke stel mag ik niet vergeten: de Viljoens; Jacob en Eva Viljoen. Ze kwamen uit Zuid-Afrika, en werden daar ‘kleurlingen’ genoemd, en in Nederland, als ik het goed heb, toen nog geen allochtonen; wanneer is dat woord uitgevonden? Hun dochtertje Sarah zat op de speelzaal; vijf ochtenden en ook nog twee middagen per week. Dat was tegen alle regels; drie halve dagen per week was het maximum.
Hoe de Viljoens het voor elkaar hadden gekregen, dat ze hun kind zeven dagdelen in de crèche mochten parkeren, dat weet ik niet. Het was vóór Jack’s tijd afgesproken, anders was het zeker niet gebeurd, verzekerde hij me. Feit is dat het Sarah geen goed deed. Als je je even inleeft in de wereld van een driejarige, dan moet het slopend zijn om de hele dag te verkeren tussen een troep van mede-driejarigen. Op de dagen dat zij full-time in de speelzaal verbleef, lag ze tussen de middag al uitgeteld te slapen temidden van een heel regiment poppen die ze uit de poppenhoek gehaald had - ook haar hebben we er nooit toe kunnen bewegen, met treintjes te spelen.
De Viljoens haalden haar steevast veel te laat af, en vervulden ook in andere opzichten hun ouderlijke plichten niet; ze verschenen nooit op de ouderavonden en weigerden hun maandelijkse diensten te draaien op de speelzaal. Elke ouder moest eens per maand een ochtend of middag meedraaien. “Ouderparticipatie”, heette dat in het stencil - al zou “moederparticipatie” een betere term geweest zijn; er waren weinig vaders die er een halve dag vrij voor wilden nemen.
De Viljoens verwaarloosden hun kind; er werd schande over gesproken, maar we beseften ook wel dat ze het erg druk hadden. Jacob was naast zijn baan hyperactief in het Outspan-comité. Outspan-sinaasappelen kwamen evenals hij uit Zuid-Afrika, en waren in de ban gedaan door iedereen die de strijd tegen het apartheidregime een goed hart toedroeg. De comitéleden postten bij filialen van supermarkten om klanten aan te spreken op hun sinaasappelkoopgedrag.
Ik vond dat indertijd volkomen bespottelijk, en hoogst ergerlijk; ik kon me niet voorstellen dat dat dictatoriale regime wakker lag van die paar onverkochte sinaasappels, en bovendien bepaalde ik goddomme zelf wel wat voor fruit ik kocht! Maar achteraf moet ik wel toegeven dat de strijd van Jacob en de zijnen niet vergeefs is gestreden. Het apartheidsregime is verdreven, en we hadden toen toch niet durven dromen dat Nelson Mandela zich ooit met twee van zijn knechten overal ter wereld zou kunnen laten feliciteren met zijn 85ste verjaardag.
Eva Viljoen werkte bij een instituut voor kunstmatige inseminatie. Enkele jaren later las ik in het tijdschrift Sextant een interview met haar. Uit het vraaggesprek kon je opmaken, hoe zeer het haar verdroot dat er überhaupt mannen te pas kwamen bij de menselijke voortplanting. Zaaddonoren werden door haar intensief gescreend op goede bedoelingen. Wie tijdens het kennismakingsgesprek ook maar één seksistische opmerking maakte, of zich zelfs maar een grapje permitteerde, werd er door Eva meteen uitgezet, en van de donorenlijst geschrapt.
Ik herinner me ook Johan Smits, een doctorandus in de sociologie, die werkte bij de overkoepelende organisatie van alle speelzalen en clubhuizen binnen de gemeente. Hoe die organisatie heette, weet ik niet meer, maar ze zaten in een lekkend oud pand in de Koperdraadsteeg, in de slums van de binnenstad, geflankeerd door een marxistisch-leninistische boekhandel en een kraakpand. Johans domein was één grote huiskamer, met tafels en stoelen voor wie werk te doen had, en matrassen en zitzakken voor wie zo maar wat wilde discussiëren. Ik kwam er vaak, want ze hadden een vrij ruime uitleenbibliotheek met handleidingen hoe met kinderen om te gaan, en ik, toen ook al heel serieus in alles wat ik ondernam, wilde me zo snel mogelijk inlezen.
Johan had een woeste bos haar en een baardje; in het borstzakje van zijn vale spijkerjak zat immer een builtje zware shag. Het voorgeschreven uniform; ook op de omslag van Vuijsje’s boek staat zo iemand afgebeeld. Johan leidde een door één of ander ministerie gesubsidieerd onderzoek. Het had betrekking op intakegesprekken met ouders die hun peuter hadden ingeschreven voor een speelzaal. Bij zulke gesprekken konden volgens Johan psychosociale problemen van zowel ouder als kind al in een vroeg stadium onderkend worden, en opgelost - of gemáákt, zoals ik me in een bui van voortijdig cynisme eens liet ontvallen.
Elke 2 à 3 weken hield Johan in dat lekke pand - ik heb er nog eens een middag helpen dweilen, na een zware onweersbui - een discussieavond. Dat waren een soort kringgesprekken waaraan werd deelgenomen door leid(st)ers van speelzalen, clubhuiswerk(st)ers, geïnteresseerde ouders en figuren die zo maar kwamen aanwippen. Die bijeenkomsten, waarbij altijd zwaar werd geboomd over maatschappelijke problemen, vond ik nogal enerverend. Het begon en eindigde altijd met het taal-balspel. Johan gooide een plastic bal naar iemand in de kring, en die moest dan improviseren over een opgegeven onderwerp, en na zijn of haar zegje gezegd te hebben, de bal naar een ander gooien.
“Vandaag is het: koetjes en kalfjes!”, riep Johan, “we zijn vandaag op een verjaardagsvisite.” Hij wierp de bal naar José, de moeder van Sandra, een peuter in ‘mijn’ speelzaal. José deed altijd heel enthousiast mee aan alles wat gaande was in de stad. “Lekker weertje, vandaag, niet”, zei ze, “ er staat vandaag niet meer zo’n gure wind als gisteren!” Ze meende mij een plezier te doen, door de bal in mijn richting te werpen. Ik ving, en dacht koortsachtig na; aan koetjes en kalfjes had ik zo mogelijk een nog grotere hekel dan aan zwaar bomen.
Gelukkig werd ik gered door de binnenkomst van Gerard, een wat fatterige, homoseksuele man. Hij was de enige man in de stad die zijn brood verdiende in een speelzaal - zoals ik de enige mannelijke vrijwilliger was; het liép nog niet echt, met de emancipatie. Gerard kwam verhit die grote huiskamer binnenstuiven, en zei:
Nu, dat wilde Gerard wel. Hij zat sinds kort op een nieuwe assertiviteitstraining: leren nee-zeggen, en verbaal opkomen voor je eigen belang. Gerard had die avond tijdens een intiem etentje zijn vriend enthousiast verteld over zijn vorderingen met die therapie, en die vriend had opgemerkt: “Nou, Gerard, ik begrijp niet waarvoor jij zoiets nodig hebt. Jij hebt je bekkie ook zonder zo’n training wel bij je!” De vriend had hem bovendien egocentrisch genoemd, waarna een hoogst assertieve ruzie was ontstaan.
Het kringgesprek die avond ging over therapievormen en trainingen; Gerards relaas vormde een mooie inleiding. Iedereen deed wel wat: Gestalt, sensitivity training, yoga. Ik zelf zat op transcendente meditatie en groepstherapie.
En toch: de ware ‘ik’ van het ik-tijdperk, de in zich zelf gekeerde navelstaarder, het stereotype van een tijdvak; die ‘ik’ ben ik nergens tegengekomen. Niemand ging louter voor zijn eigen heil in therapie. Een betere maatschappij, lager was de inzet niet. De Maharishi, grondvester van de transcendente meditatie, speelde in op de tijdgeest: slechts een klein percentage van de bevolking zou twee maal daags zijn mantra hoeven te prevelen, dan kreeg je een ideale maatschappij. Daarvoor deden we het; niet voor ons eigen ik; hoe kóm je erbij! Was “ik-tijdperk” wel een juiste benaming?
Aan het einde van de avond stond ik in de Koperdraadsteeg te praten met José. José had altijd uitgesproken meningen, die zij beslist niet voor zich hield. “Het lijkt wel of er helemaal geen pit meer zit in de mensen, geen creativiteit; of de mensen ook helemaal niet meer met elkaar praten. Let maar eens op, als je zo naar huis loopt. In kamer na kamer zitten mensen als een zoutzak voor de televisie te kijken naar voetbal. Er zijn zo verschrikkelijk weinig mensen bezig met hun spiritualiteit.”
De week daarop zag ik José niet meer in de crèche; Sandra werd tegen negenen naar binnen geschoven door een haastig persoon van de mannelijke kunne die haar vader wel moest zijn.
“Opgenomen!”, hoorde ik van Jack. “Ze zit in [hij noemde de naam van een psychiatrische kliniek]; opnieuw; de derde keer al. Dat zat er wel in. Ik was er al bang voor; ze was al zo verward, de laatste keer dat ik haar sprak.”
Ik was verpletterd; uitgerekend José, iemand die alle zaken zo goed op een rijtje leek te hebben. Ik vond haar altijd wel enigszins geëxalteerd en uitbundig, en soms wat drammerig, maar had geen zenuwpatiënt in haar vermoed.
* * *
Ik had in die tijd sterk het besef, een fase mee te maken, zowel in mijn eigen leven als in de moderne geschiedenis. Wat erover te concluderen? Ik denk dit: in het zogenaamde ik-tijdperk was iedereen heel druk bezig met anderen - soms onder verwaarlozing van weer anderen, die dan begonnen te klagen over egoïsme en ikkerigheid. De wereld was maakbaar; en al die ikken zouden die wereld gaan maken, als al die anderen eerst maar eens een tikje zouden willen meewerken. Maar de anderen zijn de hel, volgens een Franse filosoof die toen en vogue was. Het werkte niet; we hebben het tot onze schade en schande ondervonden.
De sombere jaren 80 braken aan, die aan vele illusies een einde maakten. Nieuwe Vrijgestelden werden nogal eens wegbezuinigd, en werden Nieuwe Armen. De schaduw van De Bom hing ons boven het hoofd; die hele maakbare wereld kon in één tel opgaan in rook. We zijn teleurgesteld geraakt, verbitterd en cynisch; we hebben onze handen van de wereld afgetrokken. Daarna is pas het échte ik-tijdperk begonnen.
- - -
Deze mini-reexx is gebaseerd op ware feiten - alsof er ook onware feiten zouden bestaan. Namen van personen zijn veranderd, behalve de mijne.
Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.
Aflevering 26; 7 augustus 2002
foto: Wim Scherpenisse
REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen. Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.
Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Anonieme of met schuilnaam ondertekende mails gaan linea recta de prullenmand in. Ik behoud me het recht voor, om ontvangen reacties te behandelen in REFLEXXIONZZ!, dat zal dan geschieden zonder naamsvermelding van de afzender.
Waterloo vinden, en stilte Op pad in en om Brussel OV Reisverhaal - Zo. 03.07.2003
Soundbite:
[Haat:]
[Boordcomputer:]
[Codo]
Volledige tekst, met rare lettertekens: klik hier.
Het programma werd in Nederland uitgezonden door de TROS, en wel op zondagmiddag. De opzet ervan was heel simpel: de hitparades uit de meeste beschaafde landen van Europa werden bij elkaar opgeteld, en via een puntensysteem rolde er dan een lijstje uit met de beste 30 van ons continent. De formule is in 1976 bedacht door Ad Roland, die het programma jarenlang gepresenteerd heeft.
Roland was in de jaren 80 een al wat bedaagde late dertiger, die nooit zijn stem in enthousiasme verhief, en altijd enigszins brommerig sprak, als hij tussen de jingles door tenminste aan het woord kwam. Het enige verbale vuurwerk werd veroorzaakt door een aanstellerig meiske, ook al uit de jingle-box, die te pas en te onpas “Adje Patatje, psjioe, psjioe!” riep.
De opzet van de Europarade (joeropereet, Oiroparade, e-oeroparada) werkte eenvormigheid in de hand. In de eerste plaats werden aan het begin van elk uur altijd in extenso alle hitlijsten opgesomd die hun medewerking hadden verleend aan de samenstelling (“in samenwerking met De Nationale Hitparade, in Zusammenarbeit bla, bla, bla Aktuelle Fünfzig, In collaborazione blub-blub superventas trente”). Vervolgens werden ook alle stations genoemd: TROS, RIAS-Berlin, etc, die de lijst uitzonden. Verder werd bij elke plaat vermeld, dank zij welke landen hij genoteerd was, en dat rijtje werd natuurlijk langer en langer naarmate je hoger kwam op de lijst. Nummers van ABBA en The Police, om er twee te noemen, stonden altijd genoteerd in een land of 26; we mochten nog blij zijn dat Rusland en Joegoslavië toen nog niet uiteengevallen waren (die communistische landen deden trouwens niet mee aan de Europarade; uiteraard).
Nu ging de Europarade natuurlijk om de muziek, en niet om de jingles, noch om Adje Patatje. Dank zij het veelbeluisterde programma kwamen allerlei uitheemse songs in de Nederlandse hitparade, en daarmee weer hoger op de Europarade; noem het: kruisbestuiving.
In de zomer van 1983, een minstens even hete zomer als die van nu, was in het Duitstalig gedeelte van de wereld het nummer Codo van DÖF een absolute klapper. Het bestond uit een dialoog tussen de Haat, die al sedert het begin der jaartelling regeerde op Aarde, en ene Codo, een jongedame afkomstig uit het heelal, die op diezelfde planeet de liefde probeerde te introduceren.
De Haat was een wat mechanische herenstem die slechts in parlando bijdragen leverde aan het nummer. Codo zong niet veel meer dat zij hield van düsen in Sauseschritt, waarbij ik me weinig kon voorstellen. Het nummer ging gepaard met het soort science fiction- en ruimtevaartgeluiden dat ook Space Oddity van David Bowie had uitgetild boven het niveau van een normale song.
DÖF was een carbaretkwartet uit Wenen; mensen die vooral geïnteresseerd waren in dingen die echt Spass maakten. Mede dank zij de Europarade drongen zij ook door tot Nederland. Codo zweefde in september naar de eerste plaats van de Veronica top 40, en is daarmee in Nederland een van de meest succesvolle songs van de Neue Welle. Deze term, ontleend aan het Engelse New Wave, stond voor popmuziek in het Duits, iets wat we sedert 1966 (‘Marmor, Stein und Eisen bricht’ van Drafi Deutscher) niet meer gehoord hadden. Het moest al die ellendige Schlagers van Heino en Heintje en consorten doen vergeten.
Je had verder Nena met ‘99 Luftballons’; je had de Keulse formatie BAP met ‘Kristallnaach’, een protestsong tegen vreemdelingenhaat; we luisterden naar Peter Schilling met die dekselse Major Tom; er was ‘Brutosozialprodukt’ van Geier Sturzflug, waarvan ik ooit een regel geleend heb voor de titel van de allerlaatste aflevering van De digitale reiziger.
De titels van die Welle-hits klonken soms wat grimmig-Duits, maar de artiesten meenden het beslist goed. Ook Codo liep goed af. Vanzelfsprekend won de liefde; het haat-schild rond onze planeet was er niet tegen bestand.
Op kantoor hadden we indertijd altijd de radio aan, en wij van de afdeling Archief en Registratuur vonden Codo een ontstellend döf nummer, maar het had toch wat. Op onze afdeling werkte een Duitse; ik vroeg haar wat düsen in Sauseschritt betekende. Maar dat ben ik inmiddels vergeten; het is 20 jaar geleden.
Het nummer verveelde nogal snel; na twee weken op de eerste plaats zagen we het pijlsnel uit de hitparade düsen. Van DÖF hebben we na 1983 niets meer gehoord, evenmin als van de rest van de Neue Welle. Het Nederlandse equivalent ervan, met groepen als Doe Maar, Klein Orkest, Toontje Lager, Het Goede Doel en VOF De Kunst, was een iets langer leven beschoren.
De Europarade bestaat nog steeds, en wordt nog steeds uitgezonden in vele Europese talen. Dat alles dank zij Ad Roland, die tussen twee haakjes ook de uitvinder is van de beruchte Sky-Radio formule, met die nummers die na elke 2 à 3 uur terugkeren. Een filosoof die niet in eigen land geëerd wordt; Google op ‘Ad’, ‘Roland’ en ‘Europarade’, en je vindt pagina’s in alle talen behalve de onze. Adje Patatje, psjioe, psjioe!
- - -
Excuses voor eventuele spelfouten in niet-Nederlandse woorden. Ik had met die hitte geen zin om een hele middag in de bibliotheek te gaan zitten bladeren in woordenboeken.
Beleggingsbank Dexia in juridische strijd met leasebeleggers die zich gedupeerd voelen
Verleasebeleggers!
Deze column is afkomstig uit het archief van REFLEXXIONZZ!
Klik hier voor de meest recente aflevering.
Lees ook de "soundbite" in de rechterkolom!
Overmaatse column
Seventy-five
A year to change your life
Seventy-five
A year to stand up and fight
* * *
I was not put in this world to live up to your expectations
And you are not in this world to live up to mine
You are you, and I am I
And if by chance we find each other
It will be beautiful
If not, it can't be helped
lees eerst deel 1.
-“Sorry, hoor, dat ik so laat ben. Ik heb daarnet een freselijke ruzie gehad met mijn friend!”
-“Wil je erover praten?”, vroeg ik, en wierp opgelucht de bal in zijn richting.
-”Ja, ja”, zei ik vaag. Ik wist nooit wat ik moest antwoorden op José’s uitspraken. Zelf keek ik ook altijd naar voetbal; die avond had ik het UEFA-cupduel FC Twente - Borussia Mönchengladbach node laten schieten voor het kringgesprek van Johan.
-“Ik ben sinds kort lid van een yoga- en meditatieclubje”, zei José, “hele leuke lui. Kom je ook eens, Frans, ik zou het énig vinden als je ook komt!”
Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.
Citaat uit een volgende aflevering:
Noordelijke en zuidelijke Schokkers hadden een gezonde hekel aan elkaar. Stevige godsdiensttwisten schijnen op het mini-eilandje uitgevochten te zijn. Ik zei het al: Holland-haters vinden hier volop munitie.
Vorig jaar om deze tijd stond in REFLEXXIONZZ!
Een van de kunstenaars stal mijn hart met zijn kunstvoorwerpen, vervaardigd van samengeperste ministeriele beleidsnota’s.
Pasfoto:
Colofon
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.
Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!
- - - -
1975 (1) Een progressieve speelzaal in de linkse kerk - Do. 31.07.2003
- - - -
Halverwege zenit en nadir Met MTI door Zuidwest Drenthe - OV Reisverhaal - Zo. 27.07.2003
- - - -
Buikpijn ...is geen goede inspiratiebron - Do. 24.07.2003
- - - -
Dit heeft Nuth Drielandentocht (3) OV Reisverhaal - Zo. 20.07.2003
- - - -
S/P/A/M!!!! - Het vervolg - Een heel bijzondere mail - Do. 17.07.2003
- - - -
Bokkenrijders en Braadworstmannen Drielandentocht (2) OV Reisverhaal- Zo. 13.07.2003
- - - -
S/P/A/M/!!! Die vervelende reclame per e-mail - Do. 10.07.2003
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden
Soundbites of the Eighties (42)
Nummer: Codo
Uitvoerende Artiest(en): DÖF
Tekst: Anette Humpe, Manfred Tauchen, Josie Prokopetz
Jaar:1983
Veronica Top veertig: nr. 1
Radio 2 top 2000: nr. Niet geklasseerd
We do not need any love on this planet!
Tötet Codo!
Vernichtet die Liebe!
Zielansprache Gamma Delta X 3-1 Überraum
Codo aus der Ferne
der leuchtenden Sterne.
Ich düse so gerne durch’s All.
Und ich düse, düse, düse, düse im Sauseschritt
und bring` die Liebe mit von meinem Himmelsritt.
Denn die Liebe, Liebe, Liebe, Liebe, die macht viel Spaß
viel mehr Spaß als irgendwas.
Onvolledige tekst: klik hier.
De Europarade, the Europarade, die Europarade, la Parade Euro [of zoiets]. Ik heb er nog een paar fragmenten van, op tapejes uit de vroege jaren 80, en zo blijft de herinnering levend aan een radioprogramma dat voornamelijk bestond uit jingles.
De uitsmijter, door Fris Spr!ts
© 2003, Frans Mensonides, Leiden
32 mid/278(60)/422(141)(66)/227,2(117,9)