Nieuwe reexx - Aflevering 130 ZONDAG 10 AUGUSTUS 2003

Lees ook de "soundbite" in de rechterkolom!
Hollands hectaren

Hollands hectaren (5)


Wat? Schokland, Noordoostpolder
Waar? 52° 38’ 05’’ NB, 05° 46’ 50’’ OL; top. coörd.: 181,3; 516,3 (Middelbuurt)
Wanneer? Donderdag 7 augustus 2003, 12:20 - 16:35 uur
Waarom? Meest Hollandse hectaren van Holland
Wie? Vrouw op fiets, plassende landbouwer, landmeters, meer fietsers, employée van museum en fietsenverhuur, Frans Mensonides
Waarmee? Keileem, houten palen, stenen dijken, terpen
Hoeveel kost het? Wandelen gratis; museum € 2,50; huur fiets € 3,00
Onder welke omstandigheden? Wolkenloze hemel, briesje uit veranderlijke richtingen, temperatuur in de loop van de middag klimmend naar 34° C
Hoe? connexxion-bus 147 (Nagele); 141 (Ens), plus in beide gevallen bijna 4 kilometer lopen
Hoe groot? Circa 15 hectaren, exclusief Schokkerbos en gesteententuin


De lange inleiding van het navolgende stukje is vrijwel letterlijk gelijkluidend aan de tekst van de fotorapportage, die in juli 1999 verscheen op mijn inmiddels opgeheven HomePage. Mijn exxcuses! voor dit staaltje van eigenplagiaat, ofwel auto-Diekstra. Ook de foto’s heb ik opnieuw gepubliceerd (zie helemaal onderaan), hoewel REFLEXXIONZZ! eigenlijk geen site is voor plaatjeskijkers.

Ooit een voormalig eiland gezien? Ik heb geen idee, hoeveel de wereld er telt, maar de meeste zullen zich wel op Nederlands grondgebied bevinden. Vele voormalige eilanden, zoals Urk en Wieringen, zijn op een kwade dag in hun historie slachtoffer geworden van inpoldering en zagen zich plotseling omringd door land. Andere, zoals Marken, hebben hun eiland-status verloren door de aanleg van een dam.

Het meest opmerkelijke voormalige eiland is Schokland. In de 19e eeuw dreigde het te verdwijnen in de golven van de Zuiderzee, maar anno 1999 steekt het nog steeds een kleine 2 meter uit boven het maaiveld van de Noordoostpolder, en in 2003 is dat niet anders. Het eiland is 4 kilometer lang, en is nergens breder dan 500 meter.

Schokland is Nederland in een notendop. De geschiedenis van het langwerpige ex-eilandje loopt parallel aan die van ons hele vaderland. Zowel chauvinisten als Holland-haters zullen op de circa 15 hectaren van Schokland voldoende materiaal vinden om al hun vooroordelen bevestigd te zien.

Die geschiedenis begint 150.000 jaar geleden. Het was ijstijd; niet ongewoon in die dagen. Landijs uit de poolstreken was ver naar het zuiden opgerukt en de noordelijke helft van het huidige Nederland ging schuil onder metersdikke gletsjers. Het ijs voerde vanuit Scandinavië enorme rotsblokken met zich mee.

Na duizenden jaren van strenge vorst begon de temperatuur langzaam te stijgen. Het ijs smolt en de keien bleven achter, samen met het keileem dat nog steeds de bodem vormt van deze landstreek. Thans al lang uitgestorven diersoorten, zoals de mammoet, de wolharige neushoorn en de grottenbeer, namen het land in bezit.

We slaan wat eeuwen over en komen terecht in de midden-steentijd, zo'n 8000 jaar voor Christus. De bodem van de huidige Noordoostpolder werd bewoond door stammen jagers en verzamelaars. Later verscheen de Trechterbekercultuur ten tonele, gevolgd door andere volkeren, allen genoemd naar de artefacten die zij aan de archeologen hebben nagelaten.

Tot aan het begin der jaartelling bleef het gebied bewoond. De Romeinen troffen in deze streek een groot schiereiland aan, dat zij op hun kaarten vermeldden onder de naam "Flevo". Het schiereiland was circa 15 kilometer breed en liep van Schokland in het oosten tot het huidige Urk in het westen.

In het eerste millennium ontstond door een reeks van stormvloeden het IJsselmeer. Flevo werd een eiland. Dit splitste zich in twee brokstukken: Urk en het latere Schokland. Beide eilanden werden in de loop van de jaren steeds kleiner. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze vele eeuwen onbewoond geweest.

In de late Middeleeuwen woonden op het oostelijke eiland enkele honderden "Schokkers", waarvan het merendeel de visserij beoefende. De etymologie van het woord "Schokkers" was weinig vleiend voor de mensen die met die naam werden aangeduid. Een "Schokke" was een gedroogde plak koeienvlaai, die gebruikt werd als brandstof. De Schokkers waren ruwe zeebonken, die op het vasteland bepaald geen grote populariteit genoten. Met de inwoners van Kampen leverden zij menige veldslag om het visrecht in het IJsselmeer.

Het afkalvende eilandje dat bij elke storm wel weer wat smaller werd, heette toen nog geen Schokland. Het bestond uit twee delen, gescheiden door een grenssloot. Het noordelijk gedeelte, Emmeloord, werd bestierd vanuit Amsterdam en was katholiek; de zuidelijke helft, met de nederzettingen Middelbuurt, Zuidert en Ens, behoorde tot Overijssel. De inwoners ervan hadden zich bekeerd tot de nieuwe leer van het protestantisme.

Noordelijke en zuidelijke Schokkers hadden een gezonde hekel aan elkaar. Stevige godsdiensttwisten schijnen op het mini-eilandje uitgevochten te zijn. Ik zei het al: Holland-haters vinden hier volop munitie.

Pas aan het begin van de 19e eeuw werd de kloof tussen noord en zuid gedempt. Het eiland werd in zijn geheel ingelijfd bij Overijssel, en kreeg de status van gemeente. "Schokland" luidde de nieuwe naam van deze gemeenschap die hooguit 700 inwoners telde.

Hoe berucht de Schokkers ook waren; hun eiland was menigmaal een toevluchtsoord voor vissers die op het IJsselmeer door boos weer overvallen werden. Niet dat je op Schokland zelf nu zo veilig zat. De westzijde was overgeleverd aan de wind en de zee. Het oosten was wat meer beschermd, al moesten de terpen waarop de nederzettingen gebouwd waren, regelmatig opgehoogd worden. Dijken, aanvankelijk bestaande uit houten palen, konden het water ook niet keren, en werden telkens landinwaarts herbouwd. Bij het droogvallen van de Noordoostpolder zijn diverse parallelle dijkjes te voorschijn gekomen. Omdat de houten dijken werden aangetast door de paalworm, werden zij in het begin van de 19e eeuw vervangen door stenen exemplaren, die het eiland weer wat jaren uitstel van executie verleenden.

De Schokkers moeten enorme stijfkoppen geweest zijn. Hoe hard het leven ook was op hun krimpende stukje levensruimte; er schijnt er nooit één verlangd te hebben naar een rustig bureaubaantje aan de wal.

In 1825 steeg het water tijdens een springvloed tot recordhoogte. Tientallen schamele vissershuisjes werden weggeslagen. Hetzelfde gold voor de protestantse kerk op de zuidpunt, waar vele Schokkers een niet al te veilig heenkomen gezocht hadden.

Dertien eilandbewoners kwamen om bij de watersnood van 1825. De dagen van Schokland waren nu geteld. In 1859 werd het op last van koning Willem III ontruimd. De vorst nam deze maatregel niet alleen op grond van het verdrinkingsgevaar: ook in economisch opzicht viel het eiland niet meer te redden. De visserij liep terug; landbouw was niet aanwezig, bij gebrek aan land. In de winters heerste er op Schokland zelfs hongersnood.

Na de evacuatie werden de Schokkers verdeeld over een aantal gemeenten op de wal. De stad Kampen wilde zijn contingent Schoklandse asielzoekers niet toelaten; daarom werd het gehucht Brunnepe ermee opgescheept.

Vele Schokkers konden maar moeilijk wennen aan hun nieuwe bestaan op het vasteland. Geleidelijk aan mengden zij zich echter met de autochtone bevolking. Daardoor kwam er een eind aan de Schoklandse cultuur, waaronder een geheel eigen klederdracht.

Inmiddels was Schokland nog steeds geen onbewoond eiland. Drie huizen stonden er nog. In Emmeloord, op de noordpunt, zetelde de ambtenaar die onder andere belast was met het bedienen van de misthoorn; te Ens, in het zuiden, had een vuurtorenwachter domicilie en in Middelbuurt zat een derde rijksambtenaar die misschien wel belast was met de algehele coördinatie. Verder werd het eiland in het begin van deze eeuw regelmatig bezocht door vissers; enige tijd is er in Emmeloord een visafslag gevestigd geweest.

Zonder menselijk ingrijpen zou Schokland op den duur definitief in het water verdwenen zijn. Zover kwam het niet. Na de voltooiing van de Afsluitdijk in 1932, werd begonnen met de inpoldering van de Zuiderzee.

In 1942 viel de Noordoostpolder droog. Schokland stak er nog een klein stukje bovenuit. Ingenieurs verwachtten dat het voormalige eiland, ten gevolge van inklinkingsprocessen, alsnog onder de Zuiderzeebodem zou verdwijnen. Zij bleken zich verrekend te hebben; Schokland daalt veel langzamer dan verwacht en zal wel nooit de prestatie evenaren van het verzonken rijk Atlantis.

Na de inpoldering van de Zuiderzee kwam de hele historie van het gebied weer boven water: de zwerfkeien uit de ijstijd, die nu een plek hebben gevonden in de gesteententuin; de klokbekers tezamen met de geraamten van hun makers; de vergeefse houten dijken. Daar kwam nog bij: alles wat in de loop der tijd door vissers overboord was gegooid. Al een paar jaar na de oorlog besloot men op Schokland, op de terp Middelbuurt, een museum te vestigen.

In 1995 werd Schokland bijgeschreven op de uiterst selecte lijst van UNESCO-monumenten. Het voormalige eiland mag zich daarmee de gelijke noemen van onder meer de piramide van Cheops in Egypte en de Borobudur op Java.

In minstens één opzicht verschilt Schokland van die twee laatste monumenten. Schokland is niet gewijd aan goden of farao's, maar aan de Schokker, die eeuwenlang gestalte heeft gegeven aan de typisch Hollandse uitdrukking "zich het hoofd boven water houden".

In het museum Schokland bevindt zich een indrukwekkende portrettengalerij van de laatsten der Schokkers. Van degenen die op Schokland geboren zijn, heeft een handjevol nog mogen meemaken dat het eiland de status van museum kreeg. Hun minuscule eilandje, geliefd ondanks alles, was definitief ingelijfd door het land. Ongetwijfeld hebben zij dit met gemengde gevoelens aangezien,

schrevic in 1999.

* * *

Een paar keer per eeuw bezoek ik Schokland. Negatieve reisadviezen (zonnesteek!) uit mijn omgeving ten spijt, ben ik vandaag op pad gegaan; we beleven vermoedelijk de allerheetste dag van 2003.

Over de bereikbaarheid van het ex-eiland per openbaar vervoer kunnen we kort zijn: die is afwezig. Tien jaar geleden stopte er nog een bus, zij het slechts twee keer per dag, alleen op schooldagen, en dat dan nog op zeer onhandige tijdstippen voor recreanten. Maar zelfs dat is verleden tijd. De abri staat er nog, in wat scheefgezakte staat; de haltepaal is verdwenen.

Er zijn vanuit de rest van Nederland twee mogelijkheden om min of meer in de buurt van Schokland te komen. Je kunt met de trein naar Lelystad, lijn 154 nemen naar Swifterbant en daar overstappen op bus 147 richting Emmeloord, en deze bus verlaten in Nagele. Je kunt ook per trein naar Zwolle of Kampen, overstappen op lijn 141 naar Urk en uitstappen in Ens. In beide gevallen resteert een wandeling van bijna 4 kilometer.

Ik kies de eerste optie, en stap uit in Nagele. Het dorp heeft als bijzonderheid dat alle daken er plat zijn. Voor mij nog geen reden om er te willen wonen. Al die dorpen in de Noordoostpolder zijn zo vreselijk zielloos en kaal en kil; zelfs tijdens een hittegolf. Het plaatsje, zonder puntdaken inderdaad, wordt vanmorgen verzengd door het zonnevuur; afgezien van mij waagt geen enkele gek zich op straat.

Nagele is, evenals Ens en Emmeloord, genoemd naar een voormalige nederzetting op Schokland. De naamgenoot van Nagele is rond het jaar 1400 in de golven verdwenen.

Ik neem het fietspad langs de Schokkerringweg, die loopt van Nagele naar Ens. Daar ik niet brutaal genoeg ben om een liftduim op te steken, zal ik het hele hete eind moeten lopen. Maar wat heet heet? In Spanje is het heet. Hier in de polder waait nog altijd een fris Zuiderzeewindje, dat net genoeg kracht heeft om de witte rotorbladen van de windmolens in slome beweging te houden.

Twee fata’s morgana doemen op aan weerszijden van de weg; twee enorme kubussen met een ribbe van minstens 6 meter. Ze blijken écht, bij nader inzien, en maken vast en zeker deel uit van een kunstroute. De ene is gemaakt van houten kisten, de ander bestaat uit een staketsel van bouwsteigers. Op de houten kubus staat “The road to succes”, op de ijzeren “Always under construction”. Juist als ik halt houd om te kijken, laat mijn horloge het uur-piepje horen; het noenuur slaat. Een coïncidentie die ongetwijfeld iets betekent; niets rond het mysterieuze eiland is zonder verband.

Even later zie ik Schokland voor me opdoemen, zoals vissers het vroeger gezien moeten hebben vanaf de Zuiderzee. Een fiets-wandelpad volgt de bijna 10 kilometer lange omtrek van het gewezen eiland, dat nu ligt in een zee van groen. Ik laat het museum op de terp links liggen en sla de weg in naar de zuidpunt.

Tegenwoordig wordt er geboerd op Schokland. Vier grote grasmaaimachines rijden heen en weer, over wat volgens een bordje geen gras is, doch vlas. Ik weet er veel te weinig van, als stadsbewoner. Een van de machines rijdt naar de bosjes; de berijder stapt af, en last een korte plaspauze in.

Even verderop een veld rogge; nu weet ik ook hoe dat eruit ziet. De toelichting dat rogge de grondstof levert voor roggebrood, vind ik wat overbodig; zelfs een stadsbewoner kan dat bedenken.

Op een kilometer afstand zie ik het kerkje van Middelbuurt, naast het museum. Ik krijg het beeld niet scherp; het gebouw golft in een oceaan van hete lucht.

“Het is toch niet voor te stellen”, zegt een vrouw op een kleine witte vouwfiets; “dat je hier 200 jaar geleden uitkeek over water, en nu over land, en dat er een vuurtoren stond!”
-“Ja”, verzucht ik filosofisch, “je zou een tijdmachine moeten hebben om terug te gaan. Maar die zijn helaas nog niet uitgevonden. En die zullen wel nooit uitgevonden worden, ook. Dat weet ik nu al; anders liep het hier nu wel vol met mensen uit pakweg 3002.”

Deze gedachtesprong kan de vrouw niet wisselen. Ik snij daarom een iets praktischer kwestie aan, namelijk of zij die witte fiets misschien ergens gehuurd heeft. Dat is inderdaad het geval; bij het museum kun je voor 3 euro in het tijdelijke bezit komen van zo’n karretje.

Iets nieuws zie ik even verderop: een om een dikke ijzeren paal spiralerende trap naar een uitkijkplatform, tien meter hoog; dat was er in ’99 nog niet. Ik klim naar boven en overzie het hele eiland. Tussen de bomen door heb ik bovendien een doorkijkje op het Ketelmeer, waar ik een zeilboot ontwaar. Zie zo’n boot maar eens varen, zonder aan de Zuiderzeeballade te denken!

Eerst denk ik dat ik het me verbeeld, maar de uitkijktoren wiegt werkelijk heen en weer. Hij slaat geen meters uit het lood; je wordt niet zeeziek meer in de NOP, dat nou ook weer niet; maar het bevalt me toch niks. Met enige haast daal ik af.

Even verder zie ik de fundamenten van het kerkje van Ens, dat in 1825 is weggespoeld. Er was een kerkhofje bij, maar de doden werd geen rust gegund. In de oorlog zijn hun geraamtes verwijderd door een foutieve professor, die er allerlei vreemde rassentheorieën mee wilde bewijzen. Op Schokland zouden de meest raszuivere Nederlanders geleefd hebben, een denkbeeld dat ongetwijfeld uit een verdachte hoek kwam, en na onderzoek bijgeschreven kon worden in het boek van wetenschappelijke dwalingen.

De eerste herfstbladeren zijn al gevallen. Langs een beschaduwd pad loop in de richting van het museum. Nog een paar fietsers passeren me. Voetgangers zie ik hier vandaag niet, behalve dan enkele landmeters die in de weer zijn met meetpalen en kijkers. De daling van Schokland wordt nauwgezet gemeten.

Er zijn onlangs allerlei maatregelen genomen om Schokland en zijn bodemschatten te conserveren, waaronder een grondwaterbeheersplan. In het museumrestaurant hangt een foto van prins Willem-Alexander die het eiland bezocht heeft; misschien wel in zijn kwaliteit van watermanager. Wie-weet wil hij doen wat zijn bet-overgrootvader niet voor elkaar kreeg: het eiland redden van de ondergang.

Na bezoek aan museum en terras huur ik zo’n witte fiets, voor een rondje over het gedeelte van Schokland dat ten noorden van de Schokkerringweg ligt. De dame van de verhuur vraagt me naar een rijbewijs, niet omdat ze aan mijn fietsvaardigheid twijfelt, maar in verband met mijn identiteit. Zo’n door velen felbegeerd papier bezit ik niet, maar met de combinatie van een giropas en een verlopen Utrechtse studentenkaart wil ze ook wel genoegen nemen.

Het is even wennen, die dunne bandjes, die kleine wieltjes en dat smalle stuurtje. Zadel en stuur staan te laag, maar de schroef om ze te verstellen is vastgeroest. Hard remmen met dit soort fietsen is niet verstandig; omkijken tijdens de rit ook niet. Ik doe het laatste toch, begin te slingeren, en het eerste mag niet meer baten. Ik rij een greppel in, spring van de fiets af, en moet hem opdelven uit een bed brandnetels; jauwxx!

Maar na een kilometer of wat krijg ik de slag te pakken en peddel af op de noordpunt, waar de misthoorn stond, en waar de haven was. Alles is uitstekend geconserveerd, of weer opgebouwd, zoals overal op dit eiland, dat tegenwoordig ook een officiële website heeft. Zo ook het huis van Harmen Smit, een van de rijksambtenaren die hier 100 jaar geleden de scepter zwaaiden. Bijna zijn hele leven heeft hij op het eilandje doorgebracht; vissers noemden hem “the grand old man van de Zuiderzee”.

Ik maak mijn rondje af en breng de fiets eerlijk terug, hoewel ik even van plan geweest ben, ermee naar die bushalte te rijden en hem daar achter te laten.

Nu resten me nog 4000 passen over smeltend asfalt; het is in de loop van de middag alleen maar heter geworden. Ik neem “de weg naar het succes, die altijd in aanbouw is”; vooruit maar!

Nog een keer kijk ik om. Schokland, grimmig paradijsje van de polder; ik kom zeker nog een keer terug, bij leven en welzijn. Weet je wat? We maken er zo’n moderne “mob” van, een massameeting volgens afspraak op Internet. Dag en uur: 8-8-‘08, klokke 12.00, op het terras, bij het museum. Hoe ik er komen moet, weet ik niet; tegen die tijd zal er vermoedelijk ook in Nagele en Ens geen bus meer rijden. Maar: komt tijd, komt raad. Ik zie jullie; tot dan!


FOTO's

Het fundament van de vuurtoren op de zuidpunt
Het kerkje in Middelbuurt
Zo hoog stond het water
Schokkerse in klederdracht
Blik op een zee van groen, vanuit het museum
Het gebouw waar de misthoorn stond
De voormalige haven van Emmeloord
De gesteententuin
Kaartje van Schokland



Aflevering gemist? Kijk in het overzicht van recente REFLEXXIONZZ! in de rechterkolom.

Daar is ook te zien: de uitsmijter van Fris Spr!ts.


Citaat uit een volgende aflevering:
"Kijk uit mensen, hij wil ervandoor; houd hem tegen!", riep de man met het lawaaierige wielrenshirt.
Vorig jaar om deze tijd stond in REFLEXXIONZZ!
Ik verwierf geen enkele stem; dat je ook op jezelf kunt stemmen, had ik zo gauw niet in de gaten.

Aflevering 27; 10 augustus 2002


Pasfoto:

foto: Wim Scherpenisse


Colofon

REFLEXXIONZZ! biedt columns over openbaar vervoer en andere onderwerpen, reisverslagen, korte verhalen en geen gedichten.
Dit digitale magazine verschijnt in de regel twee keer per week; wie elke maandagmorgen en vrijdagmiddag een bezoek aflegt, zal meestal wel iets nieuws vinden.
Teksten: Frans Mensonides en/of Fris Spr!ts, tenzij anders vermeld.

REFLEXXIONZZ! maakt deel uit van de opgeheven site De digitale reiziger, waarvan het archief nog toegang verleent tot alle tussen 1996 en 2001 verschenen artikelen.

Wie op de hoogte gehouden wil worden van alle updates, kan zich aanmelden voor de nieuwsbrief Reiziger.

Op- of aanmerkingen, opbouwende of afbrekende kritiek, benevens suggesties zijn welkom in mijn brievenbus. Vrijwel alle brieven worden door mij beantwoord, zij het meestal niet per kerende post. Anonieme of met schuilnaam ondertekende mails gaan linea recta de prullenmand in. Ik behoud me het recht voor, om ontvangen reacties te behandelen in REFLEXXIONZZ!, dat zal dan geschieden zonder naamsvermelding van de afzender.


Overzicht meest recente REFLEXXIONZZ!

1975 (II) Temidden van Nieuwe Vrijgestelden - Do. 07.08.2003
- - - -
Waterloo vinden, en stilte Op pad in en om Brussel OV Reisverhaal - Zo. 03.07.2003
- - - -
1975 (1) Een progressieve speelzaal in de linkse kerk - Do. 31.07.2003
- - - -
Halverwege zenit en nadir Met MTI door Zuidwest Drenthe - OV Reisverhaal - Zo. 27.07.2003
- - - -
Buikpijn ...is geen goede inspiratiebron - Do. 24.07.2003
- - - -
Dit heeft Nuth Drielandentocht (3) OV Reisverhaal - Zo. 20.07.2003
- - - -
S/P/A/M!!!! - Het vervolg - Een heel bijzondere mail - Do. 17.07.2003
- - - -
Bokkenrijders en Braadworstmannen Drielandentocht (2) OV Reisverhaal- Zo. 13.07.2003
- - - -
Overzicht van ALLE verschenen afleveringen; 1998 - heden




Soundbites of the Seventies (42)


Nummer: The Wall Street Shuffle
Uitvoerende Artiest(en): 10 CC
Tekst: Graham Gouldman en Eric Stewart
Jaar:1974
Veronica Top veertig: nr. 1
Radio 2 top 2000: nr. 167

Soundbite:

You've gotta be cool on Wall Street
When your index is low
Dow Jones ain't got time for the bums
They wind up on skid row with holes in their pockets
They plead with you, buddy can you spare a dime
But you ain't got the time
Doin' the
Doin' the

Oh Howard Hughes, did your money make you better
Are you waiting for the hour when you can screw me
'Cause you're big enough

To do the Wall Street shuffle
Let your money hustle
Bet you'd sell your mother
You can't buy another

Volledige tekst: klik hier.


Sommige nummers komen zó precies op tijd, en zijn zó van toepassing, dat ze wel speciaal voor jou geschreven lijken. Andere nummers herinner je je eenvoudigweg omdat goede songs waren, zonder meer. Eerder in deze reeks schreef ik over Air Disaster van Albert Hammond, dat voor mij beslist in de eerste categorie thuishoort. Het was een tijdgenoot van 10 CC’s Wall Street Shuffle, dat in de tweede categorie valt.

Op 31 augustus 1974, de laatste dag van het tijdperk-radio-Veronica, maakten Albert Hammond en 10 CC hun opwachting in de Veronica top-10. Ze bleven daarin 9, respectievelijk 10 weken staan. Twee geheide krakers dus, die voor mij bij elkaar horen; als ik de een hoor, denk ik aan de ander.

The Wall Street Shuffle ging over een onderwerp waarmee een van zakgeld en krantenwijken levende scholier moeilijk affiniteit kon hebben: de wereld van rijke beursspeculanten, die hun moeder zouden verkopen (you can buy another) en die te druk zijn met de vermeerdering van hun kapitaal om er echt van te kunnen genieten. Niet dat ik zelf een krantenwijk had, overigens; zelfs daar was ik te lui voor. Daarom sprak de Shuffle me toch wel aan: liever lui dan rijk.

Wall Street is een ongelooflijk knap gecomponeerd nummer; het kent een stuk of vier, vijf verschillende melodielijnen die op geraffineerde wijze in elkaar overgaan, en dat alles in een liedje van ruim 3,5 minuut. Het lag misschien niet erg gemakkelijk in het gehoor, en daardoor duurde het even, voordat de kwaliteiten ervan tot het hele Nederlandse volk doordrongen. Al in de vroege zomer van 1974 verscheen het nummer op de platenmarkt; het doorliep de tipparade, klom langzaam in de top veertig, en bereikte op 12 oktober dan toch nog de terechte nummer-één positie.

Eén week aan de top werd 10 CC gegund, waarmee het zat ingeklemd tussen de twee grootste discohits van dat jaar: Rock Your Baby van George McGrae, en Kung Fu Fighting van Carl Douglas. Vier jaar later keerde 10 CC, in een gewijzigde samenstelling, nog een keer terug aan de top; met Dreadlock Holiday. Ook een heel aardig plaatje, maar het voldoet niet aan de eis die je aan een echte favoriet mag stellen, namelijk dat je hem in 30 jaar tijd in totaal een keer of 700 kunt horen zonder er op uitgeluisterd te raken.

The Wall Street Shuffle is getrokken van de LP Sheet Music, die ook nog een andere “dans” bevatte: The Sacro-Illiac. Die kwam neer op de hele avond lekker op je luie krent blijven zitten aan de rand van de dansvloer, en ook dat was helemaal mijn idee, in die tijd.

* * *

10 CC bestond uit Kevin Godley, Lol Creme, Graham Gouldman en Eric Stewart. Het kwartet ontleende zijn naam aan de gemiddelde inhoud van het menselijke ejaculaat. Hun teksten sneden hout, en waren geestig en niet zelden cynisch; hun muziek vond ik heel wisselvallig, met hoogte- en dieptepunten. Tot de eerste reken ik, behalve de genoemde Shuffle en de Illiac, ook het fraaie I’m Not in Love en het wat typische Life Is a Ministrone. Hun eerste singles, Neanderthal Man (onder de naam Hotlegs) en het met hoge kopstem gekrijste Donna, waren slappe niemendalletjes. Een zeperd hadden ze met “The Worst Band in the World”, dat inderdaad volkomen flopte; een onverwacht succes in 1973 met Rubber Bullets, een grote hit in Engeland, omdat iedereen dacht dat het een protestsong was over de Noord-Ierse kwestie.

In die tijd gebeurde het wel vaker dat luisteraars meer in een nummer hoorden dan er in zat. Een berucht voorbeeld was Dead Skunk van de Amerikaanse folk-zanger Loudon Wainwright III, dat een mega-verkoopsucces werd, omdat iedereen meende dat met “dead skunk” de louche president Richard Nixon bedoeld werd. De zanger bleef echter volhouden, dat zijn lied over niets anders ging dan een doodgereden stinkdier.

In 1976 ontstond een schisma in 10 CC; er bleef twee maal 5 CC over. Gould en Stewart gingen verder onder de oorspronkelijke naam, breidden de groep uit tot een sextet, en zongen onder andere het genoemde Dreadlock Holiday. Godley en Creme wierpen zich op videoproducties en op de ontwikkeling van hun uitvinding, de gizmo, een op een gitaar te monteren elektronisch piefje. Maar ze maakten ook nog een paar hits, zoals An Englishman in New York en Cry; natuurlijk voorzien van fantastische video-clips.

The Wall Street Shuffle overleefde de tijden, en klinkt actueler dan ooit in een tijdvak waarin Jan en Alleman in aandelen doet, en zich een Getty, Rothchild of Hughes kan wanen, of een Heyn. Doin’ the…doin’ the!


De uitsmijter, door Fris Spr!ts

Hoofddorp: ambulance door staking te laat op plaats van ongeval

Ziekelijk!

Ha, ha, hi, hi, ho, ho: allemaal even lachen om alweer zo'n flauwe, smakeloze woord-bak van Hollands kortste en kleinste columnist, ingehuurd van de goedkoopste krant van ons land: uw aller Fris Spr!ts


© 2003, Frans Mensonides, Leiden


33 beg/279(61)/423(142)(67)/228,6(119,3)