Busstation Leiden: alles mis met DRIS



DRIS staat voor Dynamisch Reizigers Informatie Systeem. Het gaat om de elektronische displays die op busstations zouden moeten aangeven, welke bus vertrekt van welk perron. Eindhoven is er in 1992 mee begonnen; daarna volgden onder meer Leeuwarden, Enschede, 's-Hertogenbosch en Amersfoort. De kwaliteit van de gegeven informatie is wisselend. Naar mijn ervaring werkt het systeem in Eindhoven meestal wel redelijk. In andere steden waren er langdurige kinderziekten, waarvan ik niet weet of ze inmiddels opgelost zijn (ik kom niet altijd overal; ervaringen van lezers zijn welkom, desnoods positieve).

Ongeacht of een DRIS-systeem goed functioneert: het is de vraag of de passagier er wel zo blij mee moet zijn. Immers, DRIS-systemen zijn niet in de eerste plaats voortgekomen uit de noodzaak van goede informatie voor reizigers, maar uit de wens, de ruimte die het busstation inneemt, te beperken. Grond rondom stations is duur, of anders gezegd: lucratief, en busreizigers zijn nog net getolereerde lastpakken, waarvoor maar niet al te veel ruimte ingeruimd moet worden.

In de tijd vóór DRIS bestond een busstation bij een groot OV-knooppunt uit een lange rij van perrons, de zogenaamde boxen. Een busstation nam een hoeveelheid ruimte in, die evenredig was aan het aantal buslijnen. De reiziger hoefde niet meer te doen dan op het juiste perron te gaan staan en, ter bevestiging van wat hij al vermoedde, op de lijnfilm van de gereedstaande bus te kijken alvorens hij aan boord stapte. Dit advies, "kijk op de bus", wordt ook bij DRIS-stations nog regelmatig gegeven, en wel op momenten dat de elektronische rambam niet werkt.

Een nadeel van de dynamische stations is het feit, dat de vertrekkende bussen pas enkele minuten van te voren gereed staan op de halte (weer die ruimtebesparing; des te minder haltes heb je nodig), en de architect doorgaans de overdekte wachtruimte vergeten is (met weer Eindhoven als gunstige uitzondering).


In Leiden is op zondag 28 februari 1999 de bustunnel onder de sporen van Leiden Centraal in gebruik genomen; hetzelfde geldt voor de busbaan die achter het station langsloopt (aan de zijde, die ooit bekend stond als het Terweepark). Er is een uitstaphalte in de nabijheid van het Leidsch Universitair Medisch Centrum, voorheen het Academisch Ziekenhuis Leiden.

Op dezelfde zondag werd DRIS getest. Van 15.15 tot 16.00 uur heb ik met stijgende verbazing gekeken naar de uitwerking van dit experiment. Mijn verbazing werd niet zozeer veroorzaakt door het feit dat slechts in 20% van de gevallen lijnnummer, bestemming en vertrektijd van de bus correct vermeld werden (voor een experiment is dat nog niet eens zo slecht) als wel door het feit dat de informatie nauwelijks leesbaar was, als gevolg van de laagstaande zon. Het busstation is zodanig ontworpen, dat de dynamische informatie van september tot en met mei gedurende de middaguren niet leesbaar is op momenten dat de zon schijnt (wat in dit land gelukkig vaker niet dan wel het geval is).

Nu moet eerlijk gezegd worden: ook bij bewolkt weer zul je weinig van de informatie kunnen onderscheiden als je beschikt over iets minder dan haviksogen. Hoe ze het voormekaar krijgen weet ik niet, maar waar ik onlangs in 's-Hertogenbosch al van hectometers afstand kon lezen dat ik op de bus moest kijken, zijn de letters in Leiden alleen zichtbaar voor mensen die de lakense bril ophebben.

Ik vroeg me verder af, of de wachtruimte op Leiden Centraal, met 40.000 buspassagiers per dag, beperkt zou blijven tot de drie tochtige abri-tjes waarmee de reiziger het al sedert zomer 1998 moet zien te doen. Ik besloot dit te vragen aan een geüniformeerde NZH-functionaris, die toch maar liep te lanterfanten. De man zei dat de gemeente hierover ging (op een toon van: "sta er dan alsjeblieft niet tegen mij over te ouwehoeren"). Verdere discussies over de kwaliteit van het systeem ging hij uit de weg met de opmerking: "dat ken je hebbe bij een proef, en verder interesseert het me geen barst".

Nou, dan interesseert het mij ook geen barst meer: er moeten dit jaar tenslotte nog 9 Sjef Koekenbakker-Awards worden uitgereikt en die treinstaking van afgelopen week is niet doorgegaan. ZWN, NZH en de gemeente Leiden krijgen van DDR nog tot 1 mei 1999 de tijd om alles in orde te maken (wat nog een hele toer zal zijn, want het doen afbuigen van de zon uit zijn baan om de aarde is sedert bijbelse tijden niet meer vertoond). Zo niet, dan volgt automatisch uitreiking van de prijs.

Frans Mensonides
ultimo februari 1999


NASCHRIFT: Een iets betrouwbaarder bron dan de geciteerde NZH-functionaris, nl het Leidsch Dagblad, meldde op maandag 1 maart 1999 dat bij de stationsrestauratie toch een overdekte wachtruimte zal verrijzen met informatie die wellicht ook voor slechtzienden leesbaar is. (Een voorziening, waarvoor de eerste paal nog niet de grond in is geslagen). De krant meldde tevens, dat de proef met het DRIS chaotisch is verlopen. Eén van de 7 perrons kon bovendien door een aantal lijnen niet gebruikt worden, omdat de bussen daarna de draai naar het Stationsplein niet meer zouden kunnen maken.

Vandaag, 1 maart, zag ik dat - in afwachting van de definitieve ingebruikname van het DRIS-systeem in april - de rode borden met lijnnummers alvast maar verwijderd waren, zodat de buspassagier nog een hele maand in het ongewisse is over de juiste vertrekplaats van zijn bus.


1

Toch nog één duidelijke verwijzing gezien, op zondagmiddag!