DEVENTER



Deventer behoort tot de steden die hun businessplan voor het stadsvervoer afgekeurd zagen worden. Het gevolg daarvan is dat Deventer zijn BOS-status is kwijtgeraakt. De stadsbus wordt sedert 1 januari 1998 bestierd vanuit het provinciehuis in Zwolle. De provincie moet de verliescijfers omlaag zien te krijgen. Ik zou niet weten hoe. Deventer is een stad met 70.000 zielen. Het stadsvervoer bestaat uit 6 lijnen die elk kwartier of elk halfuur het centrum en het station verbinden met een buitenwijk. Zo gaat het in elke middelgrote stad, of het nu Gorinchem is of Eindhoven. Wat moet je in 's hemelsnaam verzinnen om hier een kassucces van te maken?

Sommige steden, zoals Tilburg en Nijmegen, zeggen me weinig of niets. Bezoeken aan andere oorden gaan gepaard met jeugdherinneringen, of zelfs jeugdsentiment. Deventer behoort tot de laatste categorie. Deventer betekent: vakantie, Deventer betekent: plezier. Deventer wekt herinneringen aan logeren bij oom, tante en de neven. Een bijzondere gebeurtenis voor mijn broer en mij. Onze oom zagen wij allerlei spannende dingen doen, die wij, afkomstig uit een eenoudergezin, niet kenden. Mijn Oom verrichte klussen in en om het huis, speelde op het elektronisch orgel, ontwikkelde zelf foto's en reed auto. Schoonzus en de neven uit Leiden werden in de okergele kever gepropt; alle bezienswaardigheden van Overijssel en Gelderland kregen wij te zien.

Mijn tante Geertruida (in de wandeling altijd "Mick" genoemd) zag haar kindertal tijdelijk verdubbeld. In de kerstvakantie stond zij klaar met de brandzalf als het gooien met rotjes weer eens tot een ongeval had geleid. Tante Mick was niet eens erg kwaad toen wij de gordijnen in brand staken met behulp van kerststerretjes. "Dat heet dan koudvuur", schamperde zij. "Moet je eens kijken wat een gat!"

Zowel mijn oom als mijn oudste neef als ik heetten Frans. De naamsverwarring gaf altijd aanleiding tot hilariteit. Er werd onderscheid gemaakt in Grote Frans, Kleine Frans en Frans Leiden.

Deventer: zondag met zijn allen op de koffie bij oma Mensonides, die altijd wel een gulden overhad voor een goed, of enigszins tegenvallend schoolrapport. Een gulden, een vorstelijk bedrag voor een kind in de jaren zestig. Een paar dagen later nam oma Mensonides ons mee in het "Microbusje" naar de stad. Daar mochten wij bij Vroom en Dreesmann iets moois uitzoeken ter waarde van maximaal vijf gulden. Sjoerd koos meestal voor een puzzel, een modelauto of iets anders dat in elkaar geprutst moest worden; mijn voorkeur ging ook toen al uit naar lectuur en schrijfgerei. Daarna werden wij meegetroond naar Hotel Royal, waar Oma ons, haar kleinzoons uit Leiden, met gepaste trots liet zien aan de obers en aan de deftige Deventerse dames, die een aanzienlijk deel van hun leven doorbrachten in dit etablissement.

De treinreis naar Deventer (we komen nu langzaam weer op het openbaar vervoer terecht) was al een feest op zich. Tijdens het laatste stukje, vanaf Apeldoorn, bouwde ik een aangename spanning op, die tot een hoogtepunt kwam wanneer de trein, ter hoogte van Twello, begon af te remmen. Dit was het moment waarop het feest werkelijk ging beginnen. Met een zeer matige snelheid nam de trein de rammelende noodbrug over de IJssel, die nog dateerde uit de tijd van de wederopbouw. Uit het couperaampje zagen wij Deventer, de stad waar mijn ouders elkaar in 1947 voor het eerst ontmoet hebben, majestueus verrijzen vanachter de bomen langs de rivier.

Vandaag kom ik binnen aan de andere kant, uit de richting Arnhem, een heel wat mindere entree. Links zie ik door regenvlagen geteisterde loodsen en magazijnen, rechts de hoge aarden geluidswal waarachter zich het domicilie bevindt van mijn neef Frans en zijn gezin. Hij is, na een paar jaar in het Westen gewoond te hebben, teruggekeerd naar zijn oude woonplaats..

Ik ben vandaag met een omweg naar Deventer gereisd, via Alphen a/d Rijn, Gouda, Utrecht en Arnhem, met stoptreinen. Ik vraag me af hoe dit reisje er in 2008 uit zal zien. Als we de plannenmakers mogen geloven, zal het eerste stuk, naar Gouda, afgelegd kunnen worden per sneltram. Deze zal stoppen op stations als Zoeterwoude-Brouwerij, Gemeneweg, Snijdel, Coenecoop en Westgouwe. Ik heb al zo moeten wennen aan Gouda-Goverwelle, een naam die me in de oren klinkt als een godslastering. Na Woerden zal de reis voortgezet kunnen worden met een hoogwaardig lightrailvoertuig van het Sternet Utrecht. Deze trein zal niet alleen stoppen bij het Intercitystation Vleuten - Leidse Rijn, maar ook in Leidse rijn West, Leidse Rijn Oost en Utrecht Majellapark.

Tussen Utrecht en Arnhem zal dan inmiddels wel vierspoor liggen. TGV's naar de bankinstellingen van Frankfurt en Zurich rijden af en aan; zakenbonzen met tassen vol zwart geld aan boord.

Weinig bijzonders gebeurd, onderweg. Alleen enig tumult in Zutphen, terwijl ik stond te wachten op de vertraagde sneltrein naar Zwolle. In een trein had een slaande ruzie plaatsgevonden tussen twee scholieren. De een had een opstopper op zijn oog gekregen; hij werd troostend afgevoerd door een conducteur, naar een EHBO-post. De dader werd eveneens afgevoerd, en wel door de spoorwegpolitie. "La-mij-los-jonge" brulde de vechtersbaas. "Aahhhh!!! aahhhh! Je doet mij pijn!!!" Hij schreeuwde alsof hij vermoord werd. "Aaaahh, Ahhhhh" hoorden wij nog minutenlang.

In Deventer regent het heel erg hard. Het busstation is verlaten. Ik besluit, eerst een rondje te gaan maken door Keizerslanden, Borgele, Platvoet en Zandweerd. Ooit bestond de hele stadsdienst van Deventer uit niet meer dan deze ringlijn. De lus door de wat oudere wijken wordt gereden door lijn 2 (Borgele) en 3 (Zandweert). Beide lijnen hebben volgens het haltebord Platvoet Platvoet als eindbestemming (de verdubbeling begrijp ik niet), maar de reiziger kan bij de Platvoet gewoon blijven zitten. Lijn 3 rijdt in halfuurdienst, lijn 2 elk kwartier, althans op het traject Station - Borgele. In Keizerslanden passeer ik de nieuwe flat van mijn tante en haar levensgezel. Ik hoef niet uit te stappen en aan te bellen; zoals de meeste gepensioneerden zijn zij "nooit thuis".

In de bus heerst de gemoedelijke sfeer die ik ook in Gorinchem ben tegengekomen; de chauffeur heeft voor iedereen een vriendelijk woord. Geduldig legt hij het strippenkaartsysteem uit aan twee dames die dit na 23 jaar nog steeds niet begrijpen. We bereiken de halte Platvoet Platvoet en rijden vervolgens langs de IJsselkade, met fraaie doorkijkjes op de rivier. Bij de halte v.d. Keesselstraat denk ik nog maar weer eens terug aan mijn oma die hier ooit woonde. In de tijd van de microbus was het smalle straatje nog in de busroute opgenomen. Elke twintig minuten reed het busje bij mijn oma voor de deur langs.

De rit duurt van 12.32 tot 12.57; in nog geen half uur heb ik half Deventer al gezien. Ik blijft zitten in de bus, in de hoop dat hij naar het centrum gaat. Dat is inderdaad het geval. Alle stadsbussen maken in Deventer nog steeds het lusje naar de Brink. Mijn bus blijkt inmiddels veranderd te zijn in lijn 6 naar Bathmen. Het Deventer stadsnet is nog altijd éen grote ringlijn, met uitlopers naar Bathmen en Raalte (lijn 4).

Er is de laatste jaren veel veranderd in het centrum van Deventer. Oude huizen maakten plaats voor nieuwe en niet al te fraaie hoogbouw. Wat er ook veranderd moge zijn; hotel Royal is er nog steeds, op zijn mooie strategische plek aan de Brink. Als ik me er een bord erwtensoep laat serveren, bemerk ik dat het interieur me volkomen onbekend voorkomt. Laat mijn geheugen me in de steek, of is er ingrijpend verbouwd? Of is Royal onherkenbaar zonder mijn grootmoeder, pontificaal gezeten aan een raamplaats, met haar potsierlijke pothoed en haar onelegante, vormeloze kleding die door ons kleinkinderen, fluisterend en oneerbiedig, werd omschreven als "een aardappelzak"?

Om 13.49 stap ik in lijn 1 naar Bramelt, één van de nieuwe wijken in het oosten van de stad, rond het dorpje Colmschate. De bussen op deze lijn rijden om en om naar Vijfhoek en Bramelt, althans in de brede spits. Daarbuiten wordt alleen gereden naar Vijfhoek; Bramelt is dan nog min of meer bereikbaar met lijn 6, voor passagiers die niet opzien tegen een wandeling van een kilometer.

Ook dit ritje betekent een aanzienlijke schadepost voor de provinciale schatkist.

De reis voert door kronkelige straatjes. Een chauffeur die acht uur lang deze lijn rijdt, moet op den duur wel draaiduizelingen en braakneigingen krijgen. Deze wijken zijn totaal ongeschikt voor openbaar vervoer. Op de plattegrond, die ik gisterenavond heb uitgedraaid, hou ik bij waar we ongeveer zijn. We passeren station Deventer Colmschate en koersen af op het huis van mijn neef, waar ik pas verwacht wordt om 17.00 uur. Hoe kon ik nu weten, dat hij in Bramelt woont? Het is droog. Ik loop op goed geluk door de wijk en kom uit bij het station, het winkelcentrum en schaatshal De Scheg.

Om 14.48 stap ik bij de schaatshal in bus 6 naar Bathmen, een dorp dat met Staphorst en Westervoort gemeen heeft dat de trein er wel doorheen rijdt, maar niet stopt. Deze bus is eindelijk eens een beetje vol.

Enkele bejaarden bespreken op zorgelijke toon de gezondheidstoestand van ene Arie. "Het gaat helemaal niet goed met hem. Hij loopt met zo'n stok. Hij is bijna hallef blind". Ik probeer te bedenken hoeveel een mens nog ziet als hij bijna half blind is. Nog altijd zo'n 60% schat ik. Voldoende om je weg te vinden zonder geleidehond.

Drie jongens van een jaar of 19 vertellen anekdotes over hun seksleven. "Als ik bij mijn vriendin slaap, doe ik geen oog dicht" verzucht de ene. "Die heeft zo'n heel smal bed. En zij gaat altijd helemaal in het midden liggen".

-"De mijne springt zo'n drie, vier keer per nacht bovenop me" zegt een ander gehinderd. Ik geloof ze niet erg.

Bathmen is wel een aardig dorpje. Als die regen maar eens wilde wegblijven. Ik zie de krantenkoppen al weer voor me. "Natste winter van dit millennium". Ik reis terug uit Bathmen met lijn 91 van OAD (Het Deventer stadsvervoer wordt verzorgd door Oostnet). Een curieuze dienstregeling; de eerste bus vertrekt pas om 12.23.

In Deventer regent het nog harder. Van een stadswandeling kan geen sprake zijn. Ik besluit lijn 2 en 3 nog maar eens een keer te gaan doen; nu in de omgekeerde volgorde, dus eerst naar de Zandweert. Ook in Deventer is ruimtebesparing de belangrijkste randvoorwaarde geweest bij het ontwerpen van het busstation. De abri's zijn zo'n 50 cm. smal; reizigers die graag een droge draad aan hun lijf willen houden, staan in de stationshal. Ook in Enschede, waar ik exact een jaar geleden was, is de situatie op het busstation nauwelijks verbeterd, zo meldt Hans van Bruggen, onze correspondent in Twente.

We zitten inmiddels in de avondspits, maar de Deventer bussen zijn nog steeds niet afgeladen. Arme provincie. Bij het station neem ik, voor de tweede keer vanmiddag, de bus naar Bramelt. Weer een halfuur draaien en duizelen. "Je fietst het in twintig minuten", zegt mijn schoon-nicht Anneke, die al drie jaar in Deventer woont en nog nooit van de diensten van Oostnet gebruik heeft gemaakt. Zij weet de oplossing wel: kleine wijkbusjes en snelbussen voor de lange afstand. Terug naar de Microbus, dus.

Om half negen regent het nog steeds. Busvervoer is er op dit tijdstip niet meer in Bramelt. Mijn neef is zo vriendelijk me even per auto naar station Colmschate te rijden. Een kwartier later raas ik over de IJsselbrug, richting Randstad.


Waar de stadsdient van Deventer in de oude wijken nog een redelijk dienstenpakket weet te bieden, is het openbaar vervoer in Colmschate en omgeving beslist van onvoldoende kwaliteit. Ze moeten zich er maar eens over buigen, daar in Zwolle.


TERUG naar homepage de digitale reiziger


Stadsvervoer Deventer in cijfers
Stad Deventer
Maatschappij Oostnet
Vervoersgebied Bathmen, Colmschate, Deventer, Schalkhaar
Inwoners (agglo) 80.000
Lijnen 6, waarvan 1 spitslijn (lijn 7; Station - Bramelt, via Industrieterrein Kloosterlanden)
Exploitatietijden (maandag - vrijdag) op de meeste lijnen 06.45 - 23.45 uur
Frequentie Over het algemeen halfuursdienst; in een aantal gevallen gecombineerd tot kwartierdienst.
Hoogste frequentie Kwartierdienst: Station - Borgele (lijn 2); Station - Oostrik (brede spits; beide takken van lijn 1).
Zondagdienst Lijn 1 alleen naar Vijfhoek; ring (lijn 2-3) in één richting; halfuurdienst. Naar Raalte en Bathmen alleen streekbussen.
Knooppunten Station, Brink








Indruk van de digitale reiziger:

Aantal ritten gemaakt 5
Doorstroming Redelijk in wijken rond binnenstad, slecht in Colmschate
Punctualiteit Niet na te gaan (geen dienstregeling in bezit)
Aantal passagiers Matig tot slecht
Informatie Geen routekaartjes in Abri.
Chauffeur (klantvriendelijkheid) Goed
Chauffeur (rijstijl) Goed











Frans Mensonides
8 januari 1998