Verstand en liefde, in kalenderwijsheden

Avonturenroman van Arthur Japin mist diepgang

 

1742. Giacomo Casanova, 17 jaar oud, en aan het begin van een lange loopbaan van avonturier, diplomaat, bedrieger en versierder, wordt verliefd op de drie jaar jongere Lucia, een meisje uit het volk. Lucia en Giacomo zweren elkaar eeuwige trouw. Een privaatdocent zal het eenvoudige meisje in een half jaar tijd klaarstomen voor de pracht en praal van het leven in de betere Venetiaanse kringen, waarin Casanova zo gaarne verkeert. Als Casanova zes maanden later terugkeert, blijkt zij echter met de noorderzon vertrokken. Haar ouders vertellen dat ze zich heeft laten schaken door een andere man.

 

Zestien jaar later ziet Casanova, die zich dan Chevalier de Seingalt noemt, Lucia opnieuw, en wel in een bordeel in Amsterdam. Het gelaat van zijn eerste geliefde is getekend door een ziekte; Casanova vindt haar lelijk en weerzinwekkend.

 

Deze passages uit de memoires van Casanova hebben Arthur Japin (1956) geïnspireerd tot een historische avonturen- en liefdesroman, getiteld: Een schitterend gebrek. Japin laat Lucia vertellen, wat Casanova zich in zijn geschriften nooit heeft afgevraagd, namelijk wat er in de tussentijd met haar is gebeurd.

 

We vernemen dat Lucia gedurende haar leertijd is getroffen door pokken. De ziekte heeft haar gelaatstrekken verwoest, en daarmee haar huwelijkskansen tot nul gereduceerd. Zij wil Casanova’s diplomatieke carrière niet in de weg staan, en trekt de wijde wereld in, na een rationele afweging van pro’s en contra’s.

 

De ratio, daar draaide bijna de hele 18e eeuw om. Lucia treedt in dienst van Zélide, een wat geëxalteerde gravin, met wie zij over dat onderwerp vrijwel onafgebroken debatteert. De gravin kiest de kant van het gevoel en de intuïtie, en kiest daarmee partij tegen de erg verstandelijke Lucia.

 

Na de dood van haar patroon reist Lucia naar Holland, dat zich ook 250 jaar geleden al van zijn onvriendelijkste kant liet zien aan gesluierde allochtone vrouwen. Zij belandt in de prostitutie, laat zich beminnen en ‘kameren’ door rijke zakenlieden, en verwerft een zekere welstand. In 1758 ontmoet ze in de loge van een Amsterdamse schouwburg Seingalt.

 

Natuurlijk belanden de gelieven uiteindelijk in elkaars armen, zoals je verwacht in een liefdesroman. Maar geheel zonder complicaties verloopt dat allemaal niet. Er moet eerst gepraat worden, heel erg lang gepraat. Beiden zijn sadder and wiser geworden. Lucia herkent Casanova bovendien aanvankelijk niet in Seingalt; de laatste weet op zijn beurt niet dat de gesluierde vrouw, die zich Galathée de Pompignac noemt, dezelfde persoon is als de onttakelde Lucia, waarvan hij in het bordeel een glimp heeft opgevangen.

 

De opgebloeide liefdesrelatie met Casanova / Seingalt doet Lucia beseffen, waar het leven werkelijk om draait. Niet om het nuchtere verstand; niet om de koele berekening waarmee Seingalt vrouwen versiert:

 

Wij zijn ongelukkig omdat we lief moeten hebben. Om gered te worden moeten wij […] wegschenken waarnaar wij juist het meest verlangen. Niet hebben, maar geven. Zo zegepralen wij alsnog. Dit heeft mijn gebrek mij geleerd.

 

Met ‘mijn gebrek’ doelt Lucia natuurlijk op haar geschonden gezicht, dat haar gedwongen heeft, zich in sluiers te hullen. Zonder masker zag zij zich slechts zoals anderen haar zagen; pas achter haar voile openbaarde haar ware aard zich aan haar zelf.

 

Japin heeft met Een schitterend gebrek een vlot geschreven roman afgeleverd, die bovendien erg knap gecomponeerd is. Subtiele, haast terloopse vooruitwijzingen maken de lezer nieuwsgierig en jagen hem door de pagina’s heen. Lucia’s lange, filosofisch getinte dialogen met Zéline en Casanova zorgen voor rustpunten in een soms wel erg filmisch afgeraffeld verhaal vol korte scènes. De roman werpt zijn sluiers één voor één af. Bij stukjes en beetjes wordt de geschiedenis van Lucia gereconstrueerd en krijgen we inzicht in haar gecompliceerde liefdesrelatie met Casanova.

 

Toch kent deze roman een gebrek: de overvloedige levenslessen, waarmee Lucia haar levensgeschiedenis lardeert. Liefde moet je geven, in plaats van nemen; rede en gevoel dienen geïntegreerd te worden. Deze twee weinig wereldschokkende wijsheden, en nog heel veel andere, worden wel erg vaak herhaald, veelal in nogal afgezaagd klinkende spreuken als: ‘Wie niets verwacht kan niet ontgoocheld raken’.

 

Aan wie Lucia’s levensverhaal geadresseerd is, lezen we pas op één van de laatste pagina’s. Zodra je dat weet, vergeef je Lucia, en daarmee Japin, de vele kalenderwijsheden waarmee het relaas doorspekt is; het geschrift blijkt van didactische aard te zijn.

 

Als Japin de bedoeling heeft gehad, een doorwrochte ideeënroman te schrijven over het wezen der liefde, of over het 18e eeuwse gedachtegoed, dan is hij daar niet goed in geslaagd. Een schitterend gebrek, hoe knap geschreven ook, is een verhaal zonder veel diepgang. Dat neemt niet weg, dat het goed is voor een paar uurtjes onbekommerd leesgenot. De verfilming zal vermoedelijk niet lang op zich laten wachten.

 

Frans Mensonides 

5 oktober 2003

 

GA TERUG!