"Kijk op de bus" is een mededeling die ons tegemoet grijnsde op het busstation van Eindhoven, waar de dynamische reisinformatie nog altijd niet perfect functioneert. We hebben dit advies ter harte genomen en hebben getracht een kijk te ontwikkelen op de bus. Meer specifiek: de stadsbus in middelgrote Nederlandse steden.

Zeven van zulke steden werden bezocht. Van A tot Z waren dit: Alkmaar, Deventer, Eindhoven, Gorinchem, Nijmegen, Tilburg en Zaanstad. Zeer uiteenlopende steden, in grootte variërend van het provinciale Gorinchem tot het grootstedelijke Eindhoven.

Grote verschillen zijn er in omvang van het stadsnet, reizigersaantallen en organisatie van het openbaar vervoer. Sommige steden (Deventer, Gorinchem, Eindhoven) zijn trouw gebleven aan de standaardstadsbus met 35 zitplaatsen, die rijdt van 06.00 tot 24.00 uur. Anderen (Alkmaar) hebben een ingewikkeld systeem bedacht met snel-, spits, winkel- en servicebussen, elk met hun eigen materieeltype, doelgroep en lijnvoering.

Ook in de organisatie zijn er grote verschillen. Na het verminderen van het aantal BOS-steden ligt de politieke verantwoordelijkheid voor het stadsvervoer bij de provincie (Alkmaar Gorinchem, Deventer,), het stadsgewest (Nijmegen, Zaanstad) of de gemeente (Eindhoven, Tilburg).

Is er eigenlijk wel iets zinnigs te zeggen over de stadsbus in het algemeen? Wij doen een poging. Na 35 ritten op 8 verschillende dagen in 7 steden, moet dat toch lukken.

  1. In essentie komt stadsvervoer nog altijd neer op elk kwartier of elk halfuur een verbinding tussen een buitenwijk en het stadshart of het centraal station. Alle andere systemen die wij gezien hebben: servicebusjes, schoolbussen, ringlijnen door de buitenwijken, bedienen tamelijk dunne vervoersstromen en kunnen louter gezien worden als een (vaak zeer nuttige!) aanvulling voor bepaalde doelgroepen.
  2. De bezetting van de bus is niet altijd recht evenredig met de kwaliteit van het geboden vervoer. Andere factoren (parkeermogelijkheden in het centrum) lijken een minstens even grote rol te spelen.
  3. Het bij ondergetekende bestaande beeld van de stadsbuschauffeur die zich als een karbouw gedraagt jegens klanten en medeweggebruikers, behoeft correctie. Tijdens mijn 35 ritten heb ik eigenlijk geen enkel schrijnend geval van klantonvriendelijk gedrag meegemaakt. Daarbij dient natuurlijk wel opgemerkt te worden dat Leiden en Den Haag niet in dit beperkte onderzoek waren opgenomen.
  4. Er wordt door veel chauffeurs te wild gereden en de punctualiteit laat nog wel eens te wensen over. Dat laatste wordt mede veroorzaakt doordat gemeenten de bus niet altijd consequent voorrang geven.

Stadsbussen zijn niet erg populair bij de reizigers. Echt beroerd is de kwaliteit van het stadsvervoer niet, zo stelde DDR vast na in totaal zo'n 12 busuren. Als winnaar is uitgeroepen Tilburg; als we een verliezer moeten aanwijzen kunnen we niet heen om Deventer.

TERUG naar homepage De digitale reiziger