Tien voor zes 's ochtends. Interliner 350 naar Leeuwarden / Drachten stopt in Heerhugowaard. Ik stap in en blijk de eerste passagier te zijn vandaag. Er stapt ook nog een meisje in. Het is nog donker buiten, en ook in de bus is het slechts spaarzaam verlicht. Pas bij de halte Den Oever stappen er weer mensen in, een ouder echtpaar. De man begint met de chauffeur een gesprek.
"Zo, vroege dienst vandaag he?" "Ja, inderdaad, maar dan ben ik ook weer mooi op tijd klaar."
"Tot hoe laat moet u?" "Tot een uur: een keer Alkmaar- Drachten op en neer en dan een paar
keer heen en weer tussen Alkmaar en Broek op Langedijk." "Ja, dat schiet wel op natuurlijk
met die lange stukken." "Ja dat gaat wel lekker zo."
De bus vertrekt en de man brengt zijn vrouw uitvoerig verslag van zijn gesprek met de chauffeur, ik hoor alles dus nogmaals, vandaar dat ik het hierboven zo nauwkeurig heb kunnen noteren.
We rijden de Afsluitdijk op en moeten enkele minuten wachten voor een geopende brug. Maar de chauffeur doet zijn best de verloren tijd weer in te halen: het rode lichtje op zijn snelheidsmeter brandt voordurend. De rit over de Afsluitdijk duurt ruim een kwartier, sommige mensen vinden dit het boeiendste gedeelte van de rit, maar ik zie alleen maar kilometers lang enkel water en een dijk.
Op het busstation Kop Afsluitdijk staat interliner 310 naar Heerenveen al te wachten, evenals
een passagier. Niemand stapt over, dus de 310 vertrekt leeg.
AUTOMATENELLENDE
Op station Harlingen stapt, behalve het meisje, iedereen uit. Er stapt ook nog iemand in. Het echtpaar uit de bus loopt naar het loket om een kaartje voor de aansluitende treinreis te kopen. Maar helaas, ze treffen het loket gesloten. Het is pas na half elf geopend. Spitsreizigers beschikken volgens NS blijkbaar allemaal over een abonnement. Er is wel een mevrouw met een sleutel van het stationsgebouw maar zij is kennelijk alleen de schoonmaakster. Zij verwijst ons echtpaar door naar de automaat op het perron. "Dat heb ik nog nooit gedaan", zegt de man tegen de schoonmaakster.
"Ik kom u zo wel even helpen, u heeft nog alle tijd voor de trein komt." Ook de restauratie blijkt gesloten, maar dan definitief, naar ik van de schoonmaakster hoor omdat de exploitant met de VUT is gegaan en er geen opvolger was. Jammer, geen koffie tot Leeuwarden.
Het zal nu toch echt moeten gaan gebeuren, de mevrouw heeft vrij reizen, maar de man heeft alleen recht op korting en moet dus een kaartje uit de automaat kopen. De schoonmaakster komt echter te hulp en legt uitgebreid uit hoe de automaat werkt. Met enige terughoudendheid toetst de man de code van het bestemmingsstation langzaam in. (De jongen na hem heeft het blijkbaar veel vaker gedaan en drukt alle toetsen achter elkaar in en heeft binnen enkele seconden al een kaartje.)
Tenslotte verschijnt het bedrag in beeld, zo'n vijfendertig gulden, de bestemming kon ik net
niet lezen. De man haalt een paar tientjes en guldens te voorschijn, maar ja, papiergeld past
niet in de automaat. En vijfendertig gulden aan kwartjes en guldens heeft de man uiteraard ook
niet bij zich(wie wel?). Tja, en welke bejaarde heeft nou een pinpas op zak? De koop gaat dus
niet door en de schoonmaakster kan ook niet veel meer doen dan doorverwijzen naar de
conducteur.
De trein van 7.07 uur bestaat uit twee bakken (rijtuigen). Het is een zogenaamde Wadloper: een dieseltreintje die alleen in Groningen en Friesland rijdt. Op vele lijnen hier is namelijk geen bovenleiding aanwezig.
Deze trein heeft geen eerste klas, er is uitsluitend tweede klas niet roken. Ondanks het spitsuur is het niet erg druk in de trein, hij is nog niet voor de helft gevuld bij aankomst in Leeuwarden. Even na half acht komen we hier aan. Op dit station is men ook al aan het verbouwen, zoals op zovele stations tegenwoordig. Er komen diverse winkeltjes en een nieuwe restauratie. Na even rond te hebben gekeken koop ik een koffie en stap in de gereedstaande trein naar Groningen. Deze bestaat uit twee gekoppelde Wadlopers: een van twee bakken en een van slechts een bak, de kortst mogelijke treinlengte welke alleen bij dit type trein voorkomt. Dit treinstel is onlangs gerenoveerd: de banken zijn vervangen voor stoelen, dezelfde als in de Buffels. Het ziet er allemaal erg fraai uit.
De trein is goed bezet. Er zijn veel Leeuwarders die werken in Groningen, bijvoorbeeld op het hoofdkantoor van KPN. Omgekeerd zijn er veel Groningers die werken bij bijvoorbeeld de Postbank in Leeuwarden. Verder zijn er de doorgaande reizigers naar plaatsen verder dan Groningen en natuurlijk de mensen die op een tussengelegen station uitstappen. Al met al is het de drukste niet-geëlektrificeerde lijn van Groningen en Friesland. De lijn wordt derhalve uitgebreid, tussen Veenwouden en Grijpskerk wordt het spoor over een afstand van 24 kilometer verdubbeld. Er gaat behalve de twee huidige stoptreinen ook een sneltrein rijden. Op deze manier moet vanaf halverwege volgend jaar de afstand tussen beide provinciehoofdsteden in vijfendertig in plaats van nu ruim vijftig minuten af te leggen zijn.
Overal langs de te verdubbelen spoorlijn zijn baanwerkers aan de gang. Op een flink stuk ligt
het tweede spoor er al, op andere stukken ligt alleen het baanlichaam gereed.
GRONINGEN
Het is erg druk op het busstation van Groningen. Het nieuwe schooljaar is weer begonnen en dat is goed te zien aan de vele scholieren in de bussen en op de busperrons. Omdat de stoptrein naar Roodeschool zo vertrekt loop ik terug naar het treinstation. De trein van een over negen bestaat uit twee bakken en is erg rustig. Op station Groningen Noord wordt het niet veel drukker. Station Sauwerd wordt, ondanks het feit dat het een stoptrein is, voorbij gereden. Alleen de treinen naar Delfzijl stoppen hier. Reizigers die vanaf Sauwerd richting Roodeschool willen moeten dus eerst terug naar Groningen Noord.
Direct na Sauwerd splitst het spoor zich: een spoor richting Roodeschool en een richting
Delfzijl. Treinen richting Delfzijl mogen rijden met maximaal 100 kilometer per uur, de
baanvaksnelheid op het traject naar Roodeschool is slechts 80 kilometer per uur. Op station
Winsum kruisen we de tegentrein uit Roodeschool. Deze is dubbel zo lang en veel drukker. 's
Ochtends gaat de vervoersstroom richting Groningen en 's avonds is het precies andersom.
Het landschap is hier erg wijds: weinig bomen en vele weilanden. We stoppen op stations met
namen als Baflo en Usquert. De conducteur komt langs. Een reizigster in de bank naast mij
toont de conducteur haar strippenkaart. Op dit traject is deze ook geldig, evenals op sommige
andere spoorlijnen in Nederland. Vanaf Warffum sukkelen we met een gangetje van zeventig
kilometer per uur naar Roodeschool. Vlak voor Roodeschool splitst zich nog de goederenlijn
naar de Eemshaven af. Een diesellocomotief staat al op ons te wachten tot het spoor vrij is om
richting Groningen te kunnen vertrekken.
ROODESCHOOL
Kwart voor tien. We komen aan in Roodeschool; het meest noordelijke station van Nederland. Nou ja station, er is slechts één doodlopend spoor en geen loket. Op een zijspoor staan enkele wagons met "aardgascondensaat". Zo'n twaalf passagier stappen uit en acht stappen er in. De trein is binnen drie minuten weer vertrokken naar Groningen. Bij de bushalte staat de belbus naar de Eemshaven gereed. Deze rijdt pas sinds vorige week maandag in aansluiting op elke aankomende trein op voorwaarde dat deze tenminste een uur van te voren is gereserveerd. Er is blijkbaar behoefte aan vervoer naar de Eemshaven, onder andere door werknemers en bezoekers van bedrijven, zeelieden wiens schip in de haven ligt en recreanten die bijvoorbeeld op grote cruise-schepen, die regelmatig hier aanmeren, afkomen. En zowaar stappen er vier passagiers en drie kinderen in het busje. In een grote streekbus zou dit aantal bijna niets zijn, maar het taxibusje is meteen vol. De informatie over de dienstregeling op de haltepaal staat in maar liefst vier talen vermeld: Nederlands, Duits, Engels en zelfs Russisch.
Veel schepen in de haven komen blijkbaar uit Rusland. Ik loop de stationsstraat uit, die overigens Tilweg heet, naar de bushalte van lijn 41 naar Delfzijl en Appingedam. De bus heeft vijf passagiers aan boord. Er zijn veel windmolens in Roodeschool. Enkele jaren geleden is er een groot windmolenpark in de Eemshaven geopend, maar naar het schijnt valt de opbrengst nogal tegen. Na een half uurtje door kleine dorpjes en wijdse landschappen stap ik uit op station Delfzijl. Delfzijl is een aardig havenstadje. Bij de Hema besluit ik koffie te gaan drinken. Echter, het is erg druk bij de Hema. Dan maar terug naar het station, om bij de stationsrestauratie koffie te drinken. Aangekomen op het station blijkt er helemaal geen restauratie te zijn. Ik loop maar weer terug naar de Hema. Inmiddels is het wat minder druk geworden en ik vind nog een vrij tafeltje.
De trein van 11.47 naar Groningen bestaat uit een Wadlopertje met twee bakken en is
bedroevend leeg. De lijn staat, evenals bijna alle niet-geëlektrificeerde spoorlijnen in
Groningen en Friesland al jaren op de nominatie om gesloten te worden. Maar steeds wordt
weer besloten om de lijnen open te houden. Gelukkig maar, anders had ik voor vandaag een
ander reisdoel moeten kiezen.
NOGMAALS: GRONINGEN
Voor de tweede keer kom ik langs station Sauwerd. De trein stopt er nu wel. Op het volgende station, Groningen Noord, stap ik uit. In de stationsrestauratie worden ook kaartjes verkocht. Ik neem buslijn 2 richting binnenstad. Het is een oude Daf-Hanje bus, die mijns inziens al jaren geleden naar de sloop hadden gemoeten. In Amsterdam rijden ze ook nog steeds rond. Veel deuren (drie) en weinig stoelen waardoor er vaak mensen moeten staan. Ik heb liever een gewone streekbus met twee deuren en meer dan veertig zitplaatsen, dan kan iedereen tenminste zitten. Nu moeten er mensen staan in de volle bus.
Op de Grote Markt stap ik uit. Ik koop een broodje bij Bakkerij Bart en loop richting station, dat hier altijd Hoofdstation werd genoemd maar nu zie ik steeds meer de naam Centraal Station voorkomen. NS noemt het echter nog steeds gewoon Groningen. Meer niet. Op de Herebrug staat een file van wel acht bussen voor het verkeerslicht rechtsaf richting station. Het is nodig om wat aan de afstelling van de verkeerslichten te doen. Bij wit licht kunnen er vier bussen door, maar het licht blijft zolang op rood dat er weer acht bussen staan als het licht weer wit is. Voor de niet-ingewijden: voor bussen is er meestal een speciaal verkeerslicht dat wit in plaats van groen licht geeft als de bus mag doorrijden.
Op het station aangekomen neem ik lijn 3 richting Leweborg. Het is een gelede Mercedes bus. Zit ik ook eens in een Mercedes met chauffeur! De chauffeur kan middels een camera en een monitor de gang van zaken achter in de bus in de gaten houden. Het vandalisme schijnt sinds de invoering hiervan flink te zijn afgenomen. De bus komt bij Transferium Noorddijk (Kardinge). Hier stap ik uit. Ik ben hier werkelijk in the middle of nowhere. Op het transferium kunnen automobilisten hun auto parkeren en de reis naar de binnenstad vervolgen met de bus. Zo wordt een moeizame zoektocht naar een parkeerplekje voorkomen. Een retourtje kost een knaak en is geldig voor maximaal vijf personen. Of het een succes is weet ik niet, maar het is in ieder geval veel voordeliger dan met een strippenkaart. Lijn 10 is helaas net weg.
Jammer, want het is een soort ringlijn die naar het andere beginpunt van lijn 3 rijdt. Ik heb geen zin om een half uur te wachten en neem lijn 6 terug naar het centrum. Er stappen twee vrouwen, een man en twee kinderen in. Ze hebben geen kaartje en willen bij de chauffeur een strippenkaart kopen. De chauffeur vraagt hun of ze met de auto zijn. Dan kunnen ze namelijk voor een knaak een retourtje kopen, veel voordeliger dan strippenkaarten op de bus. Het kaartje kan echter niet bij de chauffeur gekocht worden, maar moet uit de automaat in de wachtruimte gehaald worden. De chauffeur wil wel even wachten. Een van de dames rent naar de wachtruimte, loopt er een rondje, loopt nog een trap op en af en rent weer terug naar de bus. Ze kan de automaat niet vinden. De chauffeur weet zeker dat er wel een automaat is en loopt naar de wachtkamer, samen met beide vrouwen. Gedrieën op zoek naar de automaat. De chauffeur begrijpt er niets van. "Laatst heb ik hem hier nog gezien". Dan herinnert de chauffeur zich dat er een automaat is op de parkeerplaats. Waarschijnlijk om alleen automobilisten hiervan gebruik te kunnen laten maken, en geen mensen zonder auto. We staan inmiddels al ruim vijf minuten stil, passagiers beginnen zenuwachtig op hun horloge te kijken, moeten vast een trein of andere bus halen. De chauffeur adviseert op het parkeerterrein een kaartje te kopen en de volgende bus naar het centrum te nemen. "Elke vijf minuten een bus, lijn 3 of 6 mevrouw". Uiteindelijk vertrekken we. Kennelijk is men bij het GVB niet op het idee gekomen om de kaartjes door de chauffeur te laten verkopen.
Terug op het station neem ik lijn 2 naar Zernike. Bij het verkeerslicht bij de Herebrug staan we minutenlang stil. Deze keer is niet een gebrekkige afstelling hiervan de oorzaak, maar de chauffeur van een GADObus, welke kennelijk in slaap is gevallen. Twee keer blijft hij staan voor het groene licht ondanks hevig toeterende automobilisten achter hem. Op het eindpunt aangekomen blijkt het Zernike-complex een Universiteit te zijn. Hier neem ik lijn 15 terug naar het station. Lijn 15 is een sneldienst voor lijn 5 en rijdt een rechtstreekse route naar het station, om het centrum heen. Toch schiet het niet echt op, in de middagspits. Veel verkeer, smalle en drukke straten, veel verkeerslichten die langdurig rood licht tonen en haltes op zeer korte afstand, vaak minder dan tweehonderd meter van elkaar, zorgen ervoor dat de bussen in Groningen niet erg opschieten, ondanks enkele busbanen.
Half vier. Ik laat het hier maar bij en neem de trein van 15.37 naar Zwolle. Hier aangekomen
loop ik eerst naar de halte van interliner 330 naar Lelystad, maar bedenk me dan en neem de
trein naar Kampen, een ritje van tien minuten. Ook weer zo'n diesellijntje. Hier is echter wel
eerste klas aan boord. Voorheen reden hier altijd Dieseltweeën, nu rijden hier Dieseldrieën. De
trein zit goed vol. De lijn ondergaat de komende jaren waarschijnlijk grote veranderingen als
deze wordt opgenomen in een nieuwe spoorlijn van Lelystad via Kampen naar Zwolle, de
zogenaamde Hanzelijn. Via deze lijn kan men zo'n twintig minuten sneller van Amsterdam in
Groningen zijn, dan nu via Amersfoort. Maar helemaal zeker van de route is men geloof ik
nog niet, het kan ook zijn dat men zuidelijk van Kampen een nieuwe spoorlijn aanlegt.
WEDSTRIJD
In Kampen (eigenlijk is het station in IJsselmuiden) neem ik lijn 143 van 17.05 uur. Deze lijn onderhoudt elk half uur een verbinding met Lelystad via Dronten. Een vijftien meter lange, niet gelede, bus komt voorrijden. Dit is een prima bus, met maar liefst 57 zitplaatsen. De brug over de IJssel tussen IJsselmuiden en Kampen is open en we moeten enkele minuten wachten. Even later halen we de interliner uit Zwolle, eveneens onderweg naar Lelystad, in. Daar zit je dan met je dure interlinerkaartje, denk ik bij mezelf. Word je ingehaald door een streekbus. Enkele haltes verderop moet de bus echter stoppen en worden we weer ingehaald door de interliner.
De interliner rijdt in Dronten een gestrekte route, onze bus rijdt eerst een rondje. Op het busstation van Dronten komen we weer de interliner tegen. We vertrekken weer vrijwel tegelijkertijd. Even later raken we de interliner definitief kwijt, als deze de provinciale weg oprijdt. Wij zigzaggen eerst nog wat door Dronten. Ach ja, zie ik daar ook nog wat van. Wat later, op de provinciale weg, komen we midden in een wolkbreuk terecht.
Het zicht is hooguit enkele tientallen meters. We rijden niet sneller dan zo'n dertig - veertig kilometer per uur, terwijl eigenlijk tachtig is toegestaan. Het is echt verschrikkelijk slecht weer. Een passagier sluit gauw het nog openstaande dakluik, dat vanwege de warmte was opengezet. En even plotseling als de bui losbarstte, is het weer droog. Even voor zes uur arriveren we op station Lelystad. De interliner staat alweer gereed voor de rit terug. Eigenlijk wilde ik hier bus 150 naar Enkhuizen nemen, via de dijk Lelystad - Enkhuizen. De laatste bus is echter al drie kwartier geleden vertrokken. Jammer dat deze bus maar zes keer per dag rijdt, nu moet ik met de trein helemaal via Amsterdam omrijden. Vele tientallen kilometers om! Ik ben nog op tijd voor de sneltrein van 18.03 uur naar Den Haag CS. Hier heeft het kennelijk ook flink geregend, want precies de banken waarbij het raam openstaat zijn zeiknat van de regen. Ik vind nog een droog plekje.
De spoorlijn Lelystad - Weesp is nog vrij nieuw; het gedeelte Almere - Weesp werd pas tien jaar geleden geopend, het gedeelte van Almere naar Lelystad enkele jaren later. En begin volgende eeuw wordt de spoorlijn via Dronten verlengd naar Zwolle. In Dronten wordt hiertoe al tientallen jaren een strook grond vrijgehouden.
Het gehele traject Lelystad - Weesp heeft geen enkele overweg. De baanvaksnelheid bedraagt 140 kilometer per uur. In Weesp stap ik uit. Hier is directe aansluiting op de sneltrein naar Amsterdam CS - Hoorn - Enkhuizen. Althans, volgens dienstregeling. De trein heeft echter tien minuten vertraging. We komen om 18.55 aan in Amsterdam terwijl de intercity naar Den Helder al om 18.52 is vertrokken. Ik besluit om maar te blijven zitten tot Zaandam. De trein vertrekt tegelijkertijd met de stoptrein Zaandam - Uitgeest van 18.56. Onzin natuurlijk, want er is maar een spoor voor beide treinen tussen Centraal Station en Zaandam. En inderdaad, na enkele minuten gelijkop te hebben gereden, moet de andere trein stoppen voor een sein. We rijden de stilstaande LOVERS-trein voorbij.
De machinist hiervan heeft soundbarriers op, zoveel lawaai maakt hun locomotief. In Zaandam
stap ik over op de zojuist voorbij gereden stoptrein naar Uitgeest. Vlak voor Uitgeest wordt
omgeroepen dat we aankomen op eindpunt Uitgeest en dat iedereen moet uitstappen omdat de
trein wordt weggerrangeerd. "Weggerangeerd?", denk ik bij mezelf. "Leeg door naar Alkmaar,
zal je bedoelen". En inderdaad, zodra iedereen is uitgestapt, sluit de conducteur de deuren, en
stapt uit. De machinist vertrekt met een lege trein richting Alkmaar. De conducteur loopt naar
het perron aan de overzijde en stapt in de stoptrein naar Haarlem. De trein naar Alkmaar heeft
een vertraging van ruim vijf minuten. In Alkmaar aangekomen, zie ik op het opstelterrein
inderdaad beide sprinterstellen van zojuist staan. Vervolgens neem ik de stoptrein van 19.58
naar Den Helder voor de laatste acht minuten naar Heerhugowaard.
Roland van Duin
Naar Homepage De digitale reiziger