Twente en Achterhoek

Over Elvis Presley gaat het verhaal dat hij zich, tijdens het hoogtepunt van zijn gekte, met een privevliegtuig naar de andere kant van de USA liet vliegen om aldaar een hamburger te kopen. In navolging van the king of rock and roll reis ik op mijn eerste vrije dag in 1997 naar Lievelde, een dorpje in de Achterhoek, louter en alleen om een pannenkoek te gaan eten. Omdat ik toch min of meer in de buurt ben, neem ik drie actualiteiten van het Twentse openbaar vervoer op mijn route mee: de bedreigde nevenlijn Marienberg - Almelo, het nieuwe station Drienerlo en het busstation van Enschede.


Zo'n tripje vereist een gedegen voorbereiding. Enkele avonden voor de reis sluit ik me op in mijn studeerkamer om, gewapend met bus- en spoorboekjes, tariefvoorwaarden, de NS-planner en de OVR-Thuis - beta-test, een zo gunstig mogelijke route uit te stippelen. Dit alles resulteert in een A4-tje met de complete trip in telegramstijl; met alternatieven voor het geval van calamiteiten en vertraging.

Railhopper

Op station Lammenschans koop ik een dagkaart met korting en een enkeltje voltarief Alphen aan den Rijn. In de trein van 8.55 naar Utrecht wordt ik prompt gecontroleerd; ik heb mijn geld dus niet weggegooid. Overigens komt in elke trein die ik vandaag neem, een conducteur langs. Onderweg lees ik in de krant dat de "Talent", de zuinige en conducteurloze trein, op proef gaat rijden tussen Ljouwert en Starum (Leeuwarden en Stavoren, zo u wilt). In de Talent controleert de bestuurder de kaartjes. De Talent moet de reddende engel worden voor de allerdunste nevenlijnen.

In Utrecht neem ik de sneltrein naar Zwolle. Het materieeltype van deze treinserie is altijd weer een verrassing. Deze keer is het een plan-V. Ik pleeg dit gewone treinen te noemen, maar ze worden steeds zeldzamer. De trein is heel erg leeg. Ik zit na Harderwijk alleen in een coupé voor 40. De Veluwe ziet er Siberisch uit. Schietterrein levensgevaarlijk staat kilometer na kilometer langs de spoorbaan te lezen.

In Zwolle neem ik de stoptrein naar Emmen. De SM90, ofwel de railhopper, is comfortabel en ruim. Het oorspronkelijke idee om 3 plus 2 banken naast elkaar op te stellen, is verlaten. Een goede zaak, want dan zouden deze treinen wel erg krap geworden zijn. De hopper zit vol met HBO-ers, die op dit vroege uur alweer terugkeren van hun dagtaak. Er wordt in dit land ontzaglijk veel gereisd van en naar school. De HBO stelt talentrijke jongeren in staat om, gesteund door rijkssubsidie, hun intrede in het arbeidsproces tot ongeveer hun 34ste verjaardag uit te stellen. Een economische ramp, maar de nevenlijnen zouden zonder HBO ondenkbaar zijn. De studente tegenover me kijkt eerst nog lodderig in haar collegedictaat, maar valt na Dalfsen toch in slaap.

Slopershamer

In Marienberg stap ik uit. De trein naar Almelo staat al te pruttelen aan de overzijde van het perron, maar zal pas over 20 minuten vertrekken, als de stoptrein uit Emmen gearriveerd is. Deze passeert zijn tegenligger in Hardenberg. In het stationsgebouw van Marienberg is een eetcafé gevestigd. Eén buslijn doet Marienberg aan: de buurtbus naar Beerzerhaar. Het plaatsje is koud, verlaten en doodstil. Alleen uit de gereformeerde basisschool klinken stemmen. Na zo'n drie minuten wandelen ben je Marienberg al uit. Een dorpskern valt niet te ontwaren. Als ik het station weer nader, komt de stoptrein Emmen - Zwolle net aangereden.

Om 11.38, precies op tijd, verlaat het dieseltreintje dit spookdorp, met nog geen tien passagiers aan boord. De trein ronkt, knarst en kraakt, alsof hij verlangt naar de onafwendbare slopershamer. Enkele kilometers verderop ligt Geerdijk, het slechtst bezochte station van Nederland. één HBO-ster staat te kleumen op het perron. In Vroomshoop loopt de trein naar verhouding vol. Ook in het volgende gehucht, Daarlerveen, stappen een paar HBO-ers in. Met een gangetje van hooguit 70 kilometer per uur boemelt de trein naar Vriezenveen, waar nog weer een plukje jongeren instapt. Hier wordt de tegenligger gepasseerd. Nu iedereen binnen is, besluit de conductrice toch maar haar rondje door de trein te gaan lopen. Dit duurt ongeveer twee minuten.

Wat moet je met zo'n lijntje? Opheffen? Maar dan zul je toch een busdienst in het leven moeten roepen, want ook op het Twentse platteland heeft de burger recht op openbaar vervoer. Een Talent laten rijden? Aangezien 95% van de passagiers een studentenjaarkaart heeft, kan de controle gemakkelijk plaatsvinden door de bestuurder. Zo'n Talent kost natuurlijk ook een lieve cent. Deze nevenlijn is van een heel ander kaliber dan bijvoorbeeld Groningen - Roodeschool. Die trekt tenminste nog passagiers, maar dat kan van Marienberg - Almelo nauwelijks gezegd worden. Ik zie de toekomt van dit lijntje somber in.

Havendinges

In Almelo geeft de trein een scherpe aansluiting op de stoptrein naar Deventer en een iets ruimere aansluiting op de Intercity naar Enschede. Op de terugweg sluit alleen de Intercity uit Enschede aan op de trein naar Marienberg.

In Almelo herken ik de mooie Gravenallee, met zijn landhuizen, nog van een vorig bezoek. In het havenkwartier ken ik niets meer terug; hier heeft sedertdien een projectontwikkelaar huisgehouden. Het meest afgrijselijke gebouw heet Havenstate of Havenzicht of zoiets; buitengewoon origineel.

De stoptrein van 13.03 naar Enschede (afkomstig uit Zwolle) zit behoorlijk vol. Enschede Drienerlo wordt bediend door drie stoptreinen per uur: Zwolle - Enschede, Deventer - Enschede en Zutphen - Enschede. De laatste wordt dit voorjaar ingekort tot Hengelo, volgens geruchten.

Campus

Drienerlo ligt in het hart van een business- en sciencepark. Dit ligt grotendeels braak, maar ze kunnen wel elk moment met de bouw beginnen. De toekomstige werknemers hebben meteen openbaar vervoer voor de deur. Sterker nog: hier hebben zelfs de bouwvakkers al goed OV naar hun werkplek, als straks de hal uit de grond is. Laten we Drienerlo van die positieve kant benaderen. Maar al te vaak wordt pas aan openbaar vervoer gedacht als de eerste bedrijven al aan renovatie toe zijn. Als ik de trein uitstap zie ik een gelede stadsbus wegrijden van het stationsplein. Het stationsgebouw is kegelvormig. De top van de kegel is een wachthuisje voor de passagiers richting Hengelo; de basis ligt vol puin en is hermetisch afgesloten.

De Universiteit Twente ligt net iets te ver van Drienerlo af, zo'n ruim kwartier lopen. De OVR reisplanner stuurt de reiziger uit het westen dan ook met de bus vanuit Hengelo naar de UT en verzwijgt het bestaan van Drienerlo. De campus van de universiteit is een stad op zich. Een carillon beiert omdat het kwart voor twee is. Ik vind het te koud om het hele terrein over te lopen en pak bij de halte "Bastille" stadsbus lijn 1. Op naar het busstation van Enschede, waar iets mee aan de hand schijnt te zijn. TET is net gefuseerd met GVM, en heet nu ineens Oostnet. Het magisch denken in OV-land. Als je de bedrijven maar eens per jaar een nieuwe naam geeft, dan lijkt alles beter te gaan.

Platwalsen, dat busstation!

Bij mijn vorige bezoek aan Enschede, in mei 1996, was het busstation een kale open vlakte. Dit is nog steeds het geval. Toch hebben de nijvere Tukkers niet stilgezeten, want boven elk busperron is een display verrezen waarop het lijnnummer, de bestemming en de vertrektijd te lezen zijn. De vertrektijd blijft op elk display zwart; dat zal wel weer een kinderziekte zijn.Waarom doen die krengen het niet gewoon, voor die centen? De wachtruimte naast de vlakte bezorgt me een lachstuip. Frêle, knalrose zuiltjes van zo'n zes meter hoog schragen een matglazen dak met een onbestemde poepkleur. Dit dak is hooguit 2 meter breed. De zitgelegenheid bestaat uit twee kleine houten banken met stenen rugleuning. Helaas is alles vandalismebestendig uitgevoerd. Je zou het met een Leopardtank plat moeten rijden, op een moment dat er geen passagiers instaan, natuurlijk. Vrrroemmm, kraak, splinter: heerlijk. Binnen een straal van 500 meter is geen beschutte wachtgelegenheid te bekennen; de lullige busperronnetjes zijn niet voorzien van abri's. Als het dan allemaal toch op een uitrekening moet, zet dan een houten keet neer en bespaar je het honorarium voor de architecten en stedenbouwkundigen. We boffen nog met z'n allen: de zon schijnt en het vriest hooguit een graad of 10. Om 14.10 rijden alle stadsbussen tegelijk weg; de aansluitingen kloppen tenminste.

Integratie

Nu moeten we toch eens op weg naar die pannenkoek. Bus 21 naar Winterswijk staat gereed. De gelede bus loopt vol met scholieren. Om 14.19 vertrekt de bus, en ik werp een laatste blik op wat je nog het best kunt omschrijven als een zielige parodie op een busstation, ontworpen door een morbide OV-hater.

Lijn 21 maakt deel uit van het Integratieproject Oost-Gelderland. Sedert 1992 zijn treinkaartjes in de bus geldig. Omgekeerd mag op de spoorlijnen Zutphen - Winterswijk en Arnhem - Winterswijk gereisd worden met sterren en strippen. Bovendien wordt op vele plaatsen een goede bus - trein aansluiting gegeven. Hierbij geldt eveneens: en omgekeerd.

Lijn 27 (Enschede - Arnhem) rijdt tussen Enschede en Groenlo als sneldienst; min of meer in een halfuurpatroon met 21. Op het traject Enschede - Winterswijk / Arnhem rijden ook Interliners. Deze hebben hun tariefintegratie met de treinen per 1 januari verloren, of wel, of toch weer niet; je houdt het niet meer bij. De onzin van het Interlinergedoe wordt in deze streek overduidelijk aangetoond. Lijn 21 is net zo comfortabel, bijna net zo snel als de Interliner, en je kunt er nog wel met je NS-dagkaart instappen. De Interliner, ook zo'n voorbeeld van naamgeverij, is geen lang leven beschoren, denk ik. Over de opheffing van Enschede - Winterswijk wordt al gefluisterd.

De bus rijdt door een streek die ik nog niet kende: weilanden, afgewisseld met bossen. Boerderijen in een ijsvlakte. Van Leiden uit geredeneerd: de andere kant van Nederland. In Haaksbergen wordt de bus echt vol. In Neede is een busstation, waar ook NS-kaartjes gekocht kunnen worden. Neede is een NS-tariefpunt, zoals alle plaatsen in het Integratiegebied.


Wel jammer dat er in het spoorboekje zoveel fouten staan in de dienstregeling van de bussen in de Achterhoek. Rian v.d. Borgt zette ze op een rijtje.


Pannenkoek met een "n"

In Groenlo overstappen op lijn 27 naar Arnhem. De uurdienst Enschede - Arnhem wordt in de brede spits vanaf Groenlo verdicht tot een halfuursdienst. Enkele minuten later stopt de bus bij station Lichtenvoorde - Groenlo. Ik ben mijn reisdoel, pannenkoekenhuis annex openluchtmuseum erve Kots, finaal voorbijgereden. Anderhalve kilometer tegen de snijdende noordoostenwind in; je moet wat overhebben voor de lekkerste pannenkoek van Nederland. De opstallen zien er verlaten uit. Hij zal toch niet dichtzitten? Ik weet nu hoe een elfstedenschaatser zich voelt die te laat in Dokkum arriveert. Nee hoor, de deur is open. In de enorme hal zit een bejaard echtpaar van een warme kop thee te nippen. Verder is de zaal leeg. De pannenkoek is de reis van in totaal ruim 400 kilometer best waard.

(bus)station

Volgens mijn A4-tje vertrekt om 16.55 van station Lichtenvoorde - Groenlo een trein naar Zutphen. Ik zal nog zo'n 45 minuten door moeten brengen in het pannenkoekenhuis; alleen. Het oudere echtpaar is vertrokken. Ik voel me een beetje belachelijk, en besluit af te rekenen. Misschien vertrekt er om 16.25 ook een trein; het staat niet op mijn lijst vermeld. Buiten zie ik dat ook het openluchtmuseum gewoon open is; het puilt niet uit van de bezoekers. De terugweg naar het station lijkt korter en minder koud. Bij het station aangekomen blijkt dat er geen trein vertrekt om 16.25. Lievelde heeft wat in Enschede ontbreekt: een wachtruimte. Een glazen hok; geen flauwekul. Bus 27 naar Arnhem verschijnt ten tonele. Ik besluit deze bus te nemen, en in Doetinchem over te stappen op de trein naar Arnhem. Onderweg schiet me vaag te binnen dat de bus in Doetinchem alleen bij het busstation stopt, dat op kilometers afstand van het NS-station ligt. Het blijkt inderdaad het geval. Ik heb geen idee hoe lang de bus erover doet naar Arnhem. (Later zoek ik het op: een uur vanaf Doetinchem; 2 uur 35 voor het totale traject Enschede - Arnhem). Ik stap uit en loop in een flinke wandelpas naar het station. Ik bof, want als ik het perron opstap, komt de stoptrein naar Arnhem er net aan. Het is geen buffel; staat die weer met panne in de werkplaats?

De echte EC-kwaliteit

In Arnhem besluit ik de Eurocity van 18.55 naar Utrecht te nemen. Ik trek een toeslagkaartje uit de automaat en ga op het ijzige perron 8 staan. Er verstrijkt een kwartier. De kennelijke vertraging van de Eurocity wordt in alle talen niet aangekondigd. De stoptrein naar Doetinchem van 19.08 loopt binnen. Dit is wel een buffel. Hij lijkt op de railhopper. Extra is de hangplek waar staande reizigers tegen een klein tafeltje kunnen leunen. Deze ruimte kan ook gebruikt voor vervoer van fietsen, althans dat vermoed ik ,want ik probeer echt logica te ontdekken in de ontwerpen van NS. Er loopt een NS-pet over het perron. Die Eurocity, wanneer kunnen we die tegemoet zien vraag ik. Let maar op het omroepbericht mompelt de pet, die meteen in de trein springt om van mijn gezeik af te zijn. De NS leert het echt nooit denk ik, als de Erasmus om 19.15 toch nog komt aanwaaien.

Om 21.00 arriveer ik in Leiden, na een koude doch hartverwarmende dag.


Pieneke Wiertz van ROVER-Twente tekent bij dit verhaal aan, dat de informatie op het busstation allesbehalve dynamisch is. De lijnnummers en bestemmingen op de displays zijn aangebracht door mannen op ladders. ROVER is nu in overleg met de gemeente over verbetering van de wachtruimte.


Frans Mensonides
gemaakt op 11 januari 1997
Terug naar homepage De digitale reiziger