This is not America


of: hoe gebrek aan schrijftalent leidt tot een verhaal over een catamaran

door David Eerdmans



Afgelopen zomer ben ik op vakantie geweest in de Good Old USofA. Daar heb ik ook het één en ander meegemaakt op OV gebied, dus het leek me wel een aardig idee om daar een verhaal voor DDR over te schrijven. Het zou de eerste keer zijn dat ik een verhaal schreef dat geschikt is voor publicatie. Dat laatste bleek het echter niet te zijn: al vrij snel merkte ik dat het verhaal verzandde in een ellenlang verhaal met een hoog 'en toen'-gehalte zonder dat het ook maar één moment boeiend werd. Ik beschreef veel te veel details van deze 3 weken durende vakantie: na 2 A4tje's had ik nog maar twee dagen van de vakantie beschreven.
Ik besloot het (voorlopig) op te geven: ik heb gewoon een gebrek aan schrijftalent. Maar deze nederlaag kon ik natuurlijk niet op me laten zitten, dus besloot ik het nu nogmaals te proberen, dit keer over een wat kortere reiservaring. Dit werd de nieuwe catamaran-verbinding Amsterdam - Lelystad. Ik hoop dat deze prettiger leest dan de vorige poging....


Nederland is een waterrijk land, en in vroeger tijden lag er dan ook een groot netwerk van trekschuiten en stoomschepen in ons land. Het water speelde een belangrijke rol in transport. Later, toen de trein en het wegverkeer een belangrijke plaats hadden gekregene in het vervoer, werd het water steeds meer als een obstakel gezien: iets waar je zo snel en goedkoop mogelijk de overkant van moest bereiken (althans, bij passagiersvervoer). Het verkeer over het water werd gereduceerd tot een zo kort mogelijke oversteek naar de overkant met de veerpont. Economen zagen dan nog het liefst dat de veerpont zo lang werd gemaakt als de breedte van de rivier, en zich dus brug mocht noemen.

Waar het precies vandaag komt weet ik niet, maar plotseling staat het OV over water weer erg in de belangstelling, nu met snelle, moderne schepen. In de afgelopen tijd zijn er al drie snelle verbindingen geopend: Amsterdam-IJmuiden per draagvleugelboot, Amsterdam (Zeeburg) - Lelystad per catamaran en Dordrecht - Rotterdam, ook per catamaran. Direct na de opening van die tweede verbinding besloot ik die maar eens uit te gaan proberen, en te kijken of dit type vervoer inderdaad kans heeft een grote toekomst in Nederland tegemoet te gaan. De boot vaart onder de naam Flevo Ferries, een onderneming van de Amsterdamse OV onderneming met de meest informatieve website van Nederland

Op 9 oktober was ik eerst 's middags op de Open Dag van de NS in Alkmaar, en 's avonds had ik een feestje in Dordrecht, dus dat gaf me mooi de kans om via Amsterdam en Lelystad van Alkmaar naar Dordt te reizen. Martijn Coenen ging met me mee, hij moest van Alkmaar naar Delft. In Alkmaar stapte we op de intercity naar Nijmegen. Het stuk boven Amsterdam is een beetje een aanhangsel aan de rest van de lijn: er wordt langzaam gereden, en er is geen railcatering aanwezig. Op Amsterdam CS stapten we uit, hier ook nog vergezeld van conneXXion-medewerker Dick de Jong, en liepen even de stad in. Vlakbij het station stond een testbus van de GVBA. Die stond daar om de reaXXies van reizigers op de bus uit te testen. Voor de bus-o-fielen onder de lezers: het ging om een AG300 van Van Hool. Het is een 100% lage-vloer, gelede bus, met, heel opmerkelijk, ook twee dubbele deuren in het achterste gedeelte. Dit om sneller in- en uitstappen mogelijk te maken, maar het gaat wel ten koste van reizigersruimte.
Martijn, Dick en ik waren de enige reizigers die op dat moment de bus uittesten, en wij waren wel tevreden. Het zitcomfort was wel goed, door de lage vloer is de bus voor iedereen goed toegankelijk, en omdat het een gelede bus is zijn er toch nog wel redelijk wat zitplaatsen (25 tot 44 vermeldt de glanzende folder die ik gekregen heb). Hierbij wel een aantal klapzittingen, die in lengerichting zijn aangebracht, zonder armleuningen. Dit heb ik ook al gezien bij het nieuwste type conneXXion (ex-Oostnet) bussen. Als de chauffeur dan hard moet remmen vliegen de mensen op die klapzittingen een heel eind naar voren door de bus, totdat hun reis binnen de bus wordt tegengehouden door een object. Wel een grappig gezicht, maar niet plezierig voor desbetreffende reiziger.

Dick de Jong zei ons gedag, en Martijn en ik kijken hoe laat de bus vertrekt die ons naar het vertrek van de ferry brengt. De boot vertrekt namelijk niet vanaf CS, maar een eind buiten Amsterdam. Dit omdat schutten in de Oranjesluizen te veel tijd kost. Bij de bushalte aangekomen zien we dat de bus net een paar minuten daarvoor is vertrokken. We zitten dus nog een uur op het Centraal Station vast. Wat te doen? Martijn vertelt dat hij nog nooit in Amsterdam-Noord is geweest, een ervaring die iedereen in Nederland toch minstens (en liefst ook maximaal) één keer in zijn leven gehad moet hebben. Dus we stappen op de gratis veerpont naar Noord. Ik word altijd een beetje claustrofobisch aan boord van die dingen, want je kunt er nergens uit in een noodgeval. Ja, er zit een nood-deuropening, maar werkt die ook als er echt wat gebeurt? In Noord aangekomen lopen we even naar de sluizen in het Noord-Hollands kanaal, altijd een boeiend rondje. Martijn moest toegeven dat dit een unieke ervaring in zijn leven was, dus zijn we maar teruggegaan naar het Centraal Station. Op de terugweg begon de veerpont opeens vreemde, bonkende geluiden te maken. Even was ik bang dat we de overkant niet meer zouden halen, maar alles ging goed.

Op het Stationsplein aangekomen stond de bus er al. Het ging om een luxe touringcar in GVBA kleuren, met binnenin op de hoofdsteunen logo's van de ferry. De chauffeur accepteerde Martijn's OV-Jaarkaart en mijn OV-Studentenkaart (weekend) zonder problemen. Logisch, want hoewel deze lijn speciaal voor de ferry is ingezet, is het feitelijk een gewone buslijn.
Ik had van te voren geinformeerd, en had te horen gekregen dat OV-Jaarkaarten wel geldig zijn op de veerverbinding, maar OV-Studentenkaarten niet. Erg vreemd en onterecht lijkt me, en wel erg duidelijk bedoeld om studenten te weren....
Het vertrekpunt in Amsterdam is nogal vreemd aandoende lokatie. Een kaal stuk land, met een groot stuk asfalt, en in het midden een klein prefab gebouwtje met wacht- en kaartverkoopruimte.
Martijn en ik lopen het gebouwtje binnen, waar voor ons bij de balie twee studenten staan, tenminste dat neem ik aan, want ze beschikten over een OV-Studentenkaart voor door de week. De wat oudere man achter de balie was duidelijk nog onervaren, onzeker drukte hij de knopjes op de kassa in, en vroeg telkens uitleg aan de wat jongere man naast hem. Tot mijn grote verrassing zag ik dat de studenten voor mij korting kregen op vertoon van hun Studentenkaart. Toen ik aan de beurt was, kreeg ik echter te horen dat ik geen korting kreeg. Volgens de balie-man hadden zij gewone OV kaart, en ik een OV-Studentenkaart. Ik probeerde hem ervan de overtuigen dat zij ook echt een OV-Studentenkaart hadden, en uiteindelijk gaf hij, na kort overleg met de 'deskundige' naast hem, toe. Ik kreeg nu nota bene een gratis kaartje! Martijn ook natuurlijk, want hij heeft een gewone OV-jaarkaart. De man was nu duidelijk helemaal onzeker geworden, zet zijn koffiebekertje neer op de kassala, drukt op een paar knoppen, en de kassa schiet naar boven toe open, waarbij het (nog volle) bekertje gelanceerd wordt en het het hele bureau onder de koffie kwam... Gierend van het lachen lopen we naar buiten, hopend dat dit alleen aanloopproblemen zijn, want als dit zo amateuristisch blijft gaan, wordt deze verbinding zeker geen succes.

Op het moment dat we de steiger oplopen komt de boot aanvaren. Er staan schat ik nog een stuk of 10 tot 15 man te wachten. Waar ook nog echt een oplossing voor gevonden moet worden is de aanlegprocedure: die is tijdrovend. Na heen- en weergesleep met kabels ligt de gestroomlijnde boot eindelijk stil, waarna tergend langzaam de klep wordt opengemaakt en we naar binnen kunnen. We zoeken een plaatsje voorin op. Jammer genoeg zijn er geen ramen aan de voorkant, dus moeten we het doen met de zijramen. De boot is wat ze in de luchtvaartwereld 'wide body' noemen: er staan een groot aantal stoelen naast elkaar (niet geteld helaas), gescheiden door twee gangpaden. Achterin de boot zijn de toiletten en is een kleine kiosk waar de scheepscatering plaatsvindt. Jammer genoeg is het niet toegestaan op het achterdek te staan, dat mag wel bij de (veel grotere) Stena Line catamaran tussen Hoek van Holland en Harwich, waar als de boot 80 km/h vaart de lenzen bijna uit je ogen waaien. Wel een leuke ervaring....

De stoelen zitten erg prettig, en de beenruimte is ruim voldoende. Met een paar minuten vertaging vertekken we. Eerst vaart de boot nog langzaam, maar na een tijdje begint hij duidelijk te versnellen. Even laten 'vliegen' we met aanzienlijke snelheid over het water, alhoewel je er weinig van merkt. Het geluidsniveau is laag, en omdat er weinig oriëntatiepunten staan is het moeilijk de snelheid te schatten. Wel mooi is het om aan de achterkant door de ruiten heen te kijken, waar het water door de jet-motoren enorm had wordt weggespoten.

De schepen komen uit Japan, waar ze eerst dienst hebben gedaan, maar waar ze door de aanleg van een tunnel overbodig waren geworden. De sporen hiervan zijn nog wel te zien, hier en daar staat nog het één en ander in het Japans.

Ik ga weer terug naar mijn plaats. Martijn kijkt of het hem allemaal niet zoveel kan boeien. Hij neemt dit soort schepen regelmatig, legt hij uit, meestal in Engeland. Dus dit is allemaal niet veel nieuws voor hem. Voor mij wel, om in zo'n relatief kleine boot zo hard over Nederlands water te scheuren. Na een tijd varen komt de dijk Enkhuizen-Lelystad in zicht, en een paar minuten later vermindert de boot vaart. We leggen aan. Na een paar probleempjes met de electrisch bediende loopplank kunnen we toch het schip af. We lopen naar de al gereedstaande bus. Bij het instappen toont Martijn zijn OV-jaarkaart en bootkaartje aan de chauffeur, die een stempel op het bootkaartje zet. Ik toon alleen mij OV-kaart, en dat is ook prima. Wat dan precies het nut van die stempel is...? Overigens is ons kaartje op de boot niet gecontroleerd.

Blijkbaar waren een aantal mensen per auto/fiets/benenwagen naar de aanlegsteiger gekomen, want er zitten in de bus nog minder mensen dan in de boot. Al na een paar minuten met de bus komt de spoorlijn in zicht, en stoppen we op Lelystad Centrum. Wij zijn de enige die uitstappen, blijkbaar rijdt de bus nog verder. Op het perron stappen we in de gereedstaande DD-AR, die dubbeldekker met van die verschrikkelijke groene bankjes. Wat een comfortverschil met de boot....


SLOTBESCHOUWING: kan deze verbinding een succes worden?
Twijfelachtig. Op het ogenblik gebeurt het één en ander nogal amateuristisch, maar dat kan in de toekomst nog veranderen. Het grootste probleem van de verbinding is het voor- en natransport, twee keer overstappen om in Amsterdam bij het CS te komen is te veel. Het comfort mag dan wel beter zijn dan de trein, met de trein kan je tenminste zonder overstappen reizen. Reizigers hebben over het algemeen een grote hekel aan overstappen. Op de site van DDR heb ik nu ook het reisverslag van Maarten Batenburg over hetzelfde onderwerp gelezen, en hij schrijft dat de boot misschien gaat doorvaren naar Amsterdam CS. Hopelijk gebeurt dit, want anders is deze verbinding ten dode opgeschreven.

Creatieve oplossing: zet hovercrafts in, die kunnen bij de sluizen even over het land 'klûnen'.


TERUG naar de startpagina van OV te WATER