Halte Goudenregenstraat
Sedert 12 februari ´is RandstadRail terug in het Haagse straatbeeld’, zoals het plukfoldertje jubelt. Lijn RR3 overbrugt sinds die dag de 8 kilometer tussen Den Haag CS en het Arnold Spoelplein in Loosduinen, door de tramtunnel en over de Laan van Meedervoort. In een verre toekomst zal hij misschien ooit, volgens de oorspronkelijke planning, doorrijden naar de krakeling van Zoetermeer, die nu al driekwart jaar spoorloos is. Ik maakte van een paar bezoeken aan de Residentie gebruik om RR3 eens flink op de testbank te leggen.
Laan van Meerdervoort. RR3 gaat rechtdoor, lijn 12 rechtsaf naar Duindorp
Op 14 november 2006 schreef ik voor het laatst over een min of meer rijdende Randstadrail; met haperingen en storingen reisde ik van Den Haag CS naar Rotterdam Wilgenplas. De rest is geschiedenis. De 29ste november brak aan, zwarte woensdag. Aan het eind van de avondspits liep er op het tramviaduct achter de Koninklijke Bibliotheek maar weer eens een RaRailvoertuig uit de rails. Vrijwel tegelijkertijd ontspoorde bij Forepark een RET-metrostel op een defecte wissel. Bij die laatste gelegenheid raakten 17 metropassagiers gewond.
Daarna kwam het verkeer op het Randstadrailnet op last van de Rijksverkeersinspectie goeddeels tot stilstand. Alleen op het traject Rotterdam Hofplein – Nootdorp mocht de metro blijven pendelen.
Daarmee begon voor de Zoetermeerse OV-gebruikers een lange, hete winter. De schandalen van Randstadrail kwamen tot ver buiten de regio in de krant. De ingenieurs bleken belabberd werk afgeleverd te hebben. Op het beruchte tramviaduct was er iets met de ‘verkanting’, de schuine ligging van de rails in de bocht, die moet voorkomen dat trams door de middelpuntvliedende kracht uit de rails lopen. Maar de randstadrailvoertuigen deden dat nu juist wel, terwijl de stadstrams deze black spot dertig jaar lang probleemloos gepasseerd hadden; het viaduct is in 1976 in gebruik genomen, met verkanting en al.
Goed, op dat viaduct moesten de sporen opnieuw gelegd worden, wat een maand of twee in beslag zou nemen – maar ook alweer vertraging heeft opgelopen. Tot het zover is, moeten de Zoetermeerders zich behelpen met een inadequaat bussysteem, vol vertraging, vol volle bussen, vol uitval, vol gemiste aansluitingen. Of met de trein, die het ook niet aankan: een opgepakte stoptrein op het traject Gouda – Den Haag werd in Voorburg ontruimd omdat in de grote drukte diverse passagiers onwel waren geworden.
Ongehoorde schandalen kwamen in de pers. Signalen, dat er iets mis was met die wissels, waren genegeerd. En Haaglanden zou bewust een aantal ontsporingen tijdens de testritten verzwegen hebben aan de Rijksverkeersinspectie. Uit prestigeoverwegingen gokken met de veiligheid van de passagier: schande! ROVER deed bij de politie aangifte tegen Haaglanden; de regiobestuurders staan onder verdenking van letsel door schuld.
De Haagse verkeerswethouder en Haaglanden-bestuurder Pieter Van Woensel (VVD) zat tot zijn nek in deze beerput. Hij had twee petten op, en die begonnen hem allebei erg te knellen. Als wethouder van Den Haag moest hij de schade van 3,5 euroton per week, die HTM leed, zien te verhalen op Haaglanden, waarvan hij zelf bestuurder was. Bovendien wachtte hij met angst en beven de verschijning af van drie technische rapporten over het Randstadraildebacle. Van die rapportages is al maandenlang zeer weinig vernomen; hoe lang blijft het deksel nog op de put?
Van Woensel maakte er een mooi staaltje sorry-democratie van. Toen de grond hem te heet werd onder de voeten, trad hij met veel excuusgeblèr af. Hij greep er een budgetoverschrijding met 11 miljoen euro voor aan – een verwaarloosbaar bedrag op projectkosten die ergens schommelen tussen de 1,5 en 2 miljard.
Inmiddels reed Randstadrail weer, zij het alleen maar op het hierboven genoemde traject Den Haag CS – Loosduinen. RR3 volgt op dit traject de route van de oude tramlijn 3 en is daarmee nu de enige lijn die door de tramtunnel rijdt; lijnen 2 en 6 zijn omgeleid in verband met de verbouwingswerkzaamheden op het tramviaduct.
Ondanks al dat leed kent de genoemde propagandafolder een opwekkende, opzwepende toon. We moeten allemaal beseffen, hoe blij we moeten zijn dat de regio verrijkt is met Randstadrail. Het stuk laat een schier communistisch gejubel horen over deze dooie mus, en de juffrouw van de automatische halteafroep doet er uitgelaten aan mee: ‘de vóóóóólgende halte… (stem anderhalve octaaf omhoog). Alleen de excuses voor het geleden ongemak herinneren nog aan wat gebeurd is. Een afbeelding toont een indrukwekkende reeks haltes en stations op de lijnen RR3 en RR4. Er staat wat dubbelopperig bij vermeld dat dit de ‘toekomstige eindsituatie’ is, maar wanneer die bereikt gaat worden, is hoogst onzeker.
Naar de keerlus op het De Savornin Lohmanplein
Halte De Savornin Lohmanplein
RR3 rijdt in de brede spits en op zaterdagmiddag in 5-minutendienst, met dien verstande dat de helft van de trams slechts rijdt tot het De Savornin Lohmanplein in de wijk Bohemen, tot 1985 het eindpunt van lijn 3. Natuurlijk komt die 5-minutendienst, volgens de bij Randstadrail geldende stiptheidsnormen, neer op eens per 10 minuten twee trams achter elkaar. De rit Den Haag CS– Loosduinen duurt officieel 28 minuten en in praktijk doorgaans een vet halfuur. In de eerste weken van exploitatie zag ik op de Laan van Meerdervoort de tram opvallend vaak vastzitten achter een auto die te ver naar links stond opgesteld op de rijstrook. De automobilisten moeten nog wennen aan deze lightrailvoertuigen, die iets breder zijn dan de vertrouwde Haagse stadstrams.
Je zou je kunnen afvragen, wat de zin is van het vervangen van de een door de ander. Een reizigster op een van de eerste Randstadraildagen deed dat ook. Zij gooide de vraag in de groep: ‘Wat is nou eigenlijk het verschil?’ Een Haagse volkshumorist gaf het antwoord: ‘Nah, deze hep dus, dattie in elleke boch´ op z´n zèkant gaat legge.’ Sterk overdreven: RR3, die tijdens de testfase nog twee keer uit de rails liep, heeft dat met passagiers nooit meer gedaan. En de RaRailvoertuigen hebben uitstekende rij-eigenschappen, als ze eenmaal rijden.
Personeel altijd te over, op Randstadrail. Gedurende de eerste weken reden op elke tram twee controlefunctionarissen mee, die het publiek vertelden dat zij buiten op het perron hadden moeten afstempelen, maar dat ze dat bij wijze van allerlaatste uitzondering nog bij hen konden doen.
Ook aan de eindpunten veel mankracht aanwezig. Voorbij Den Haag CS moet de tram kopmaken op een uitloopspoortje in de bocht naar de KB. De wissel wordt met de hand verzet, en daarvoor zijn natuurlijk twee man nodig; een om het te doen en een om te kijken hoe hij het doet. Een derde vat met een seinlamp post op het perron om de bestuurder van de volgende tram te waarschuwen voor de vorige.
Uitloopspoor
De wisselfunctionarissen
Op het Arnold Spoelplein schijnen die wissels zo maar automatisch elektronisch te werken, maar ook daar is een wisselwachter aanwezig, voor het geval. Op donderdag 8 maart, een late winterdag met een bleek zonnetje, zit hij roerloos geleund tegen het bestuurdershokje.
In de 19e eeuw was zijn beroep met romantiek omkleed. Er werden schilderijen over wisselwachters gemaakt, en gedichten. Maar in de 21 ste eeuw is de glans eraf en maakt het vooral een achterlijke indruk.
De wittebroodsweken zijn intussen voorbij. Momenteel gaan zwartrijders gewoon weer op de bon. Zoals een jongen van een jaar of 12 die met groep 8 op pad is onder leiding van een onderwijzeres. Niet gestempeld. ‘Ja, die stempelautomaat, die deed het niet’. De controleur vraagt: ‘Hoe komt het dan dat je vriendjes allemaal wel een stempel hebben?’ De jongen laat de vraag onbeantwoord. Hij kijkt ‘beteuterd’, een onverbeterlijk kinderboekenwoord.
De onderwijzeres ontploft. ‘Dit vind ik bijzonder kinderachtig van je! Er is duidelijk gezegd: iedereen is zelf verantwoordelijk dat hij een geldig kaartje heeft. En jij stempelt doodleuk niet, en dan kom je met zo’n belachelijke, doorzichtige smoes! Daar zullen je ouders blij mee zijn, als je een boete krijgt!’ En tegen de controleur: ‘Het is duidelijk gezegd, hoor! Iedereen stempelt zelf zijn kaartje. Het is zijn eigen schuld!’
Na deze bewogen redevoering ziet de controleur maar af van een bekeuring. Maar de juffrouw is nog niet klaar. ‘Daar krijg je een probleem mee, jongeman! Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Dit gaat doorgegeven worden aan je ouders!’
‘Ach mens’, zou ik haar wel willen toevoegen, ‘maak je toch niet zo druk om dat ene rotstempeltje. Er is twee miljard door het putje gegaan voor die snerttram; dit kan er ook nog wel bij’. Maar ik zwijg; het zou niet erg pedagogisch zijn om zo te redeneren.
Loosduinen, Aaltje Noordewierstraat
Donderdag de 8 ste, dan. In de vierde week lijkt RR3 het ritme eindelijk te pakken te hebben. In de middagspits rijden de trams écht om de vijf minuten. En op tijd. En ze blijven ook vanmiddag in de rails. En de passagiers lijken teruggekeerd te zijn; RR3 maakt soms de naam weer waar die lijn 3 had: de drukste lijn van het HTM-net.
Wordt het dan toch nog wat met Randstadrail? Als de reizigers reden hebben om half zo enthousiast te worden als de folder nu al is, dan hoeven we ons er geen zorgen meer over te maken.
Frans Mensonides
14 maart 2007
Foto’s: 4 en 8 maart 2007
Noord West Buitensingel