Huygens' Zedeprinten (1623) - De alchemist, Inleiding

Zedeprinten Startpagina <<<

De alchemist

Alchemie, wetenschappers van naam en faam hielden zich ermee bezig. Anderen dreven er de spot mee. Huygens had er weinig fiducie in. Scheppen is voorbehouden aan God; alchemisten zouden hun voornaamste doel, goud maken uit lood, nooit bereiken. Dat kwam vooral doordat zij handelden uit een onzuiver motief: geldzucht in plaats van eerbied voor Gods werken.



Huygens heeft zich bij het schrijven van de zedeprint De alchemist misschien laten inspireren door deze bekende spotprent van Peter Brueghel de oudere. In een chaotisch, rokerig laboratorium zit de alchemist (links) verwoed te experimenteren. Intussen schudt zijn vrouw (midden) een lege geldbeurs uit en ondernemen zijn kinderen (midden-boven) in de voorraadkast een vergeefse strooptocht naar voedsel. Rechts op de grond een man met een zotskap, die een blaasbalg hanteert. Daarop staan tien streepjes: het aantal vergeefse pogingen om goud te maken?

‘ALGHE MIST’ staat bovenaan de pagina van het boek dat de man rechts leest. Het is een woordspeling. Je kunt het lezen als: ‘Al ghe mist’ (Alles wat je niet hebt) of ‘Al ghemist’ (Alles verloren, Een compleet fiasco). Rechtsboven ontrolt zich de toekomst: de alchemist is met zijn gezin op weg naar het armhuis, waar de kerk zich over hen zal ontfermen. Dat is ook het droeve einde van Huygens’ karakterschets.


© Frans Mensonides, Leiden, 2007.