Openbare secties: een theatershow

Zedeprinten Startpagina <<< De aankomende arts (Inleiding) <<< De aankomende arts (vertaling) <<<


Anatomisch onderzoek stond nog in de kinderschoenen. Pas in de loop van de 16e eeuw raakte ontleden van het menselijk lichaam in gebruik. Daarvóór had er een groot taboe gerust op secties: het lichaam was het werk van God, en daar mocht men het mes niet in zetten.

De nieuwe wetenschap van de anatomie leidde tot spectaculaire demonstraties. In vele steden kon men tegen betaling van een paar stuivers secties bijwonen. Die waren oorspronkelijk bedoeld voor medische studenten en chirurgijns, maar ook gewone burgers mochten een kijkje komen nemen. Die demonstraties vonden altijd plaats in de wintermaanden, als de lijken door de kou langer houdbaar waren. Het lijdend voorwerp was meestal een misdadiger die de dag daarvoor geëxecuteerd was.

Het Leidse ‘Theatrum Anatomicum’ deed in de zomer dienst als rariteitenkabinet, een voorloper van het museum. Van alles was er te zien: zaden en bloemen, skeletten van mensen en dieren, Egyptische kunstvoorwerpen en mummies... In de winter leerden de toeschouwers er niet alleen hoe het menselijk lichaam er van binnen uitzag, maar werden ze ook nog fijntjes gewezen op de vergankelijkheid ervan. Om het theater stonden geraamten opgesteld die bordjes omhoog hielden met Latijnse teksten: ´Homo bulla´ (de mens is een zeepbel), ´Vita brevis´ (het leven is kort).

Dat laatste kon je in de Gouden Eeuw moeilijk vergeten. Het land werd regelmatig bezocht door pest-, pokken- en cholera-epidemieën; de kindersterfte was hoog. Bijna de helft van de geborenen haalde zijn achttiende verjaardag niet. Iemand van 60 werd beschouwd als bejaarde; slechts 10% van de inwoners bereikte die gevorderde leeftijd. Tegenover de meeste ziekten stonden de artsen machteloos. De medische wetenschap had nog een lange, lange weg te gaan.


Meer weten?

W. Swanenburg, Anatomisch theater te Leiden (Museum Boerhaave in Leiden).

H.L. Houtzager, Medicyns, vroedwyfs en chirurgijns. Schets van de gezondheidszorg in Delft en beschrijving van het Theatrum Anatonicum aldaar in de 16e en 17e eeuw. Amsterdam 1979.


© Frans Mensonides, Leiden, 2007.