De digitale reiziger doet de bus:
Klein lichtpuntje: lijn 206 (Leiden - Zoetermeer)


<< naar thuispagina Frans Mensonides

Zoeterwoude, Burgemeester Detmersweg

Veel te veel is het afgelopen halfjaar op deze site gezegd over lightrail. Dat is mijn schuld, en die van niemand anders. Niet mijn schuld is het feit dat vrijwel alles zeer negatief uitpakte. Een jubelende recensie schrijven over Randstadrail zou volkomen misplaatst zijn geweest, en in mijn woonplaats Leiden is iedereen, behalve de directeur van het ROC (die per BMW naar zijn werk gaat) opgelucht dat het Rijngouweleed ons bespaard is gebleven.

De bus wordt vaak genoemd als alternatief voor al te ambitieuze, geldverslindende lightrailprojecten. En dan bedoel ik natuurlijk niet het Randstadrail-vervangend busvervoer. Laten we op deze site de komende maanden eens gaan kijken bij een aantal geslaagde busprojecten in den lande.

Eerst de sneldienst 206 van Connexxion: Leiden Centraal – Zoetermeer Centrum West. Onopgemerkt door het grote publiek, door de kleine politiek en door de OV-beleidspipo’s, trekt deze bus met succes zijn baantjes en verbindt hij twee steden waar het met lightrail niet wilde lukken.



Dit wordt zo’n artikel waarin het niet over lightrail gaat, maar waarin dat fenomeen toch op de achtergrond de ondertoon blijft bepalen, zoals de statenverkiezingen onlangs toch over Wilders gingen, hoewel hij geeneens meedeed. Luister maar: het begin gaat alweer over de tram.

In het ‘onafhankelijke’ OV-opinieblad OV Magazine van 15 maart 2007 las ik een roerend verhaal. Langs de Gouwe had men zulke schone plannen. Gouda zou zijn hele spoorzone opkalefateren met woningen en bedrijven. Waddinxveen had bij de geprojecteerde tramhalte Coenecoop een flink stuk weiland willen bebouwen. Boskoop wilde in de omgeving van het huidige station enkele heesterkwekerijen doen wijken voor huizen. En dat kon nu allemaal niet doorgaan, nu die nare, gemene Leidenaren tegen de RGL gestemd hadden, die dat allemaal mogelijk had moeten maken. Ook de provincie mocht nog een keer vertellen hoe erg het was dat Leiden NEE gestemd had. Tegenstanders van de tram kwamen niet aan het woord.

Ik ontstak in toorn en stuurde de redactie een beknopte mail die begon met:

Mijn exemplaar van OV-Magazine, dat eergisteren in de bus viel, was doorweekt; naar het bleek niet van de regen, maar van de tranen die u gestort heeft om het niet-doorgaan van de Rijn-Gouwelijn.

en eindigde met het opzeggen van mijn abonnement.

Zo, dat ben ik kwijt! Het bureau is geschoond van RGL-zaken, en nu kan ik met een gerust hart op pad naar Zoetermeer.


Leiden Centraal


Al sinds mensenheugenis rijdt er een bus naar Zoetermeer, al toen Zoetermeer nog net zo´n klein dorpje was als Zoeterwoude-Dorp en Stompwijk nog steeds zijn. Ooit was het lijn 4 van de busonderneming Citosa, later lijn 170 van Westnederland, ZWN en Connexxion, en thans lijn 32 (Katwijk – Leiden – Zoetermeer).

Ergens in de jaren 80 besloot men naast deze door de dorpen sukkelende bussen een sneldienst naar Zoetermeer in te voeren. Ik weet niet meer, wanneer het was. Het zou geweest kunnen zijn in 1985, toen het Ministerie van Onderwijs zich vestigde in Zoetermeer; het zou een paar jaar later geweest kunnen zijn, in het tijdperk van het krantje-croissantje waarmee men autoforenzen vergeefs de bus in probeerde te lokken.

Het begon met een handjevol ritjes per dag in de spits; halfuurdienst of hooguit kwartierdienst, toen nog onder nummer 204. De bus dreef in de begintijd inderdaad voornamelijk op rijksambtenaren, die in de middagspits in hele kluiten stonden te wachten bij de halte Aïdaschouw, nabij die grijze kantoorhel waar zij hun bammetjes verdiend en geconsumeerd hadden. De lijn liep door naar Rotterdam. Ook daarheen een paar ritjes per dag, ter voorbereiding op de ZoRo-lijn, de rechtstreekse Randstadrail Zoetermeer – Rotterdam, die er natuurlijk nooit gekomen is.

In 2003 verkaste het onderwijsministerie terug naar Den Haag, omdat ze na 18 jaar ballingschap toch liever wat dichter bij het Binnenhof zaten (gelukkig kost het de belastingbetaler niks, zulke operaties!) Er gingen stemmen op om de snelbus maar op te doeken. Maar ook veel forenzen uit Zoetermeer gebruikten lijn 204. Studenten en medewerkers van de Leidse universiteit en hogeschool, natuurlijk. Maar de snelste weg van Zoetermeer naar bijvoorbeeld Amsterdam of Schiphol loopt ook via deze busroute.

De lijn bleef behouden, en zie, van de weeromstuit namen de passagiersaantallen toe. Kwartierdienst werd in de spits 10-minutendienst. Sedert de dienstregelingwijzing van 10 december 2006 wordt in de ochtendspits zelfs een poosje 5-minutendienst gereden. De lijn is ook al lang geen spitslijn meer. Hij rijdt maandag tot/met zaterdag 18 uur per dag, en blijft alleen op zon- en feestdagen in de garage. En dat alles is niet ten koste gegaan van het vervoer door die dorpjes Zoeterwoude en Stompwijk; de stopbus rijdt ook nog steeds.

De Mercedes Benz Integro-bussen, die de dienst op lijn 206 onderhouden, leggen 14 kilometer af in 24 minuten, een voor Randstadbegrippen redelijk hoog tempo. Ze stoppen onderweg toch nog 8 keer, waarvan 4 keer in Leiden, een keer in Zoeterwoude Dorp en 3 keer in Zoetermeer. In Leiden levert het ROC, waarvan de directie ons zo gaarne in de RGL zag stappen, elke dag een enorme hoeveelheid passagiers. Aan het nietige Stompwijk rijdt de bus nuffig voorbij.

Lijn 206 trekt circa 5000 passagiers per dag. Wat veroorzaakt het succes van deze bus, die eigenlijk had moeten verdwijnen? In de eerste plaats doet hij datgene wat er schort aan Randstadrail: hij rijdt. In de tweede plaats is hij betaalbaar. Waar in andere regionen van het land dit soort bussen rijden onder namen als Q-liner, namen waarvoor je toeslag moet betalen, kun je in lijn 206 gewoon reizen met sterren en strippen. Verder heeft de bus ook geen kouwe kak: het is weliswaar een sneldienst, maar je mag hem sinds kort ook gebruiken voor een stadsritje binnen Zoetermeer of Leiden.


Brug over de A4 tussen Leiden en Zoeterwoude


De snelheid is natuurlijk een belangrijke factor. Je wint 7 minuten ten opzichte van lijn 32, die door die dorpjes hobbelt en daardoor een extra langzame indruk maakt. En de frequentie: metrofrequentie in de ochtendspits, zoals gezegd.

De betrouwbaarheid is ook van groot belang. De bus rijdt meestal op tijd, en dat komt doordat zijn pad gaat over enkele stukjes busbaan. Er zijn nooit referenda over gehouden, maar ze zijn er wel. Op de Lammenschansweg, de uitvalsweg van Leiden, deelt hij een busbaan met een paar andere lijnen. Tussen Zoeterwoude en Leiden heeft hij een eigen baan – maar alleen in de richting Leiden, waar vaak een file staat voor de brug over de Trekvliet.

Van hun flitsende uiterlijk moeten de Integro’s het niet hebben; ze lijken nog het meest op dozen op wielen. Maar van binnen zijn ze verrassend comfortabel en stemmig bruin van kleurstelling – geloof ik; ik heb een slecht geheugen voor kleuren. Bovendien heeft iedereen nu eens voldoende zit- en beenruimte.

In Zoetermeer stap ik één halte uit vóór Centrum West, bij de Aïdaschouw en het nu al jarenlang vrijwel leegstaande gebouwencomplex van het ministerie. Ik wil die foto hebben, die grijze bus bij die grijze kolos, maar het wordt niet veel soeps.

Verder is deze omgeving wel draaglijk. Ik heb vroeger wel eens gescholden op Zoetermeer, maar het wordt nu echt een stad met een hart. Alles is er, en alles ziet er hier piekfijn en hypermodern uit: de meubelboulevard, het deels overdekte stadshart met een paar futuristische winkelpanden, het theater, de bioscoop.

Al Gore draait er. Zulke films zou je niet moeten maken; al die honderdduizenden vertoningen, overal ter wereld, hebben de aarde weer met 0,1 graad opgewarmd, naar globale berekeningen mijnerzijds – globaal dan in de dubbele betekenis die past bij een onderwerp als dit: mondiaal en met een natte vinger in de lucht. Maar Zoetermeer krijgen ze niet klein; de flats zullen boven de zeespiegel blijven uitsteken, al stijgt het water 50 meter.

Het zij zo. Raar in Zoetermeer vind ik die kilometerslange linten van verroeste ijzeren staven, die je hier overal tegenkomt. Geen benul waar die voor dienen; kunst??


Zoeterwoude Dorp doe ik een paar dagen later te voet, op een mooie vroege lentedag. Zoeterwoude, een dorpgebleven dorp, en tevens een van de kleinste gemeenten van Zuid-Holland. Vergeef me het cliché, maar overal waar ik hier loop, prikkelt een penetrante mestgeur mijn neusgaten.

Ik liep hier twee zomers geleden met Wim, maar vergat hem en de lezer te wijzen op het feeërieke Watertje, een vaartje met bruggetjes erover. De namiddagzon laat de huizen baden in pasteltinten. De man in zijn invalidenscooter wordt door iedereen gegroet omdat iedereen hem kent. Kleine winkeltjes langs het water, type: ‘Een slagerij, J. van der Ven’ (met dank aan Wim Sonneveld). Ze zijn niet drukbeklant, maar houden jaar-in-jaar-uit het hoofd boven water.

Je verwacht hier geen snelbus; je moet echt de weg weten als je hem wilt vinden. De Burgemeester Detmersweg is van de woonwijken afgescheiden door een aarden wal, die onderbroken wordt door een gifgroen plastic geluidsscherm. Dat laatste heeft ter hoogte van de halte een labyrint-achtige opening waardoor je de abri bereikt.

Dat intrigerende gele kastje aan de haltepaal, daar moet ik iets over vertellen. Ze hangen er nu een paar jaar. Je hebt er hier veel in deze streek, bij onverlichte haltes langs buitenwegen. Als je hier staat bij duister, en de bus nadert, dan druk je op de knop. Ik dacht eerst dat er dan een geavanceerde golf of straal werd uitgezonden die in de cabine van de bestuurder een waarschuwingsignaal gaf: er staat iemand bij de volgende halte. Maar zo zit het niet; in het ding gaan eenvoudigweg twee rode lampjes knipperen en de chauffeur ziet die. Twee lichtpuntjes, om een bus te doen stoppen die zelf een lichtpuntje vormt in een geteisterde streek. En kijk eens goed op de foto hoe dit kastje heet: Zoro-1. Toch nog ZoRo!

Maar deze middag laat de bus me lelijk in de steek. Er is er een uitgevallen, de volgende is te laat, ik sta 20 minuten te wachten op de volgende en als die arriveert, moet ik staan. En in een bus met veel zitruimte is weinig staruimte.

Nou ja, ik beklaag me er niet over; één uitgevallen bus, terwijl het aantal uitgevallen ritten van Randstadrail ondertussen de 100.000 nadert. En zo blijft dat laatste systeem dit stukje overschaduwen.

Frans Mensonides
Er geweest: 13 en 15 maart 2007

Eindpunt: Centrum West

© Frans Mensonides, Leiden, 2006


<< naar thuispagina Frans Mensonides