De gezant
In 24 ijzingwekkende dichtregels schetst Huygens het bestaan van de gezant, de man die zijn vorst en vaderland vertegenwoordigt in het buitenland. De gezant zit gevangen in een web van tegenstrijdige politieke belangen, in een rumoerige eeuw waarin Europa geteisterd wordt door oorlogen en twisten. Hij wordt in het buitenland met alle egards behandeld, maar intussen diep gewantrouwd, alsof hij niet meer was dan een ordinaire spion. En keert hij terug naar zijn vaderland, dan blijkt daar vaak zijn plaats vergaan en rest hem de vergetelheid.
Huygens putte bij het schrijven van De gezant uit eigen ervaringen. In de periode 1618-1624 nam hij vier keer deel aan een diplomatieke missie naar Engeland en een keer aan een naar Venetië. Tijdens die reizen beleefde hij een aantal hachelijke avonturen maar ook momenten van triomf.
De gezant eindigt in Huygens’ manuscript met een rijtje sterretjes, wat betekent dat het gedicht nog niet af was. We kunnen slechts gissen, wat hij er nog aan had willen toevoegen; het is in onvoltooide vorm gepubliceerd in Zedeprinten.