Brabants Duet

OV-reis door Brabant, ter gelegenheid van bevrijdingsdag, door Maarten Batenburg en Frans Mensonides


Over verborgen spoorlijnen en lastige dienstregelingen

Door Maarten Batenburg

We schrijven 5 mei 2000. Het jaarlijks terugkerende bevrijdingsfeest valt dit jaar op een vrijdag. Dat betekent niet dat vrijdag voor iedereen een vrije dag is. Frans als ambtenaar, en ik als scholier, zijn wel vrij. We hadden het plan om samen te reizen. En wel in Brabant.

Ik had de eer om de reis in grote lijnen uit te zetten: van 's-Hertogenbosch naar Kaatsheuvel, om vanaf daar naar Loon op Zand te wandelen. Via een lusje met de kleinste stadsdienst van Nederland naar Tilburg, alwaar we bus 132 naar Baarle Nassau nemen.

Maar zelfs het plannen van een OV-reis gaat tegenwoordig niet meer vlekkenloos. Omdat mijn Studenten-OV niet geldig is op 5 mei, ging ik ervan uit dat het dus een feestdag was. "Niets daarvan!", Merkte ik later "er wordt gewoon vrijdagdienst gereden." 's Avonds kreeg ik een aantal mailtjes in mijn mailbox, aangaande de 5 mei-dienstregelingen.

ConneXXion reed zowel week- als zaterdagdienst, FastFerry voer vrijdagdienst, en Waterbus zondagdienst. Hermes zondag, NS doordeweeks. Erg duidelijk allemaal.

Genoeg over de dienstregeling: Mijn reis begint zoals de meeste op station Stadhuis in Zoetermeer. Om 8.58 hoort hier de Sprinter linksom te komen. Een vertraging van twee minuten zorgt er echter voor dat we één station achter lopen. Dat krijg je als de tijd tussen twee stations slechts twee minuten is.

Op station Zoetermeer stap ik in de stoptrein naar Gouda. Het is zoals gewoonlijk een sprinter. Die neem ik liever dan dat ik even wacht op de sneltrein die hier drie minuten achterzit. Zo kan ik nog even uit het raampje hangen, en heb ik wat langer de zekerheid van een zitplaats.

In Gouda stap ik perron-geluk bijna in de spitssneltrein uit Rotterdam die niet in Woerden stopt. Wat heet spitstrein: om tien uur rijdt de laatste van de ochtenspits. De koploper die ik wel moet hebben vertrekt op tijd vanuit Gouda. Aan boord zijn veel veteranen, waarschijnlijk op weg naar Ede-Wageningen, waar dit jaar het centrum van de viering ligt.

In Woerden stapt Frans in. Hij is met de stopper vanaf Leiden Lammenschans gekomen. De tijd op Woerden heeft hij gebruikt om snel even wat voedsel in te slaan. Niet onverstandig, want we weten niet of de winkels in het Brabantse open zijn op zo'n semi-vrije dag.

De tijd die nog rest tot Utrecht vullen we met het bekijken en lezen van RandstadRail- en Zuidtangentfoldertjes.

In Utrecht hebben we een crossplatform-aansluiting op de trein naar het zuiden. Deze 12-bakkentrein is goed gevuld, want slecht helemaal voorin vinden we in een van de twee meereizende dubbeldekkerrijtuigen een plaatsje. Het is niet het meest comfortabele materieel, maar voor die 25 minuten maakt het niet veel uit.

Tussen het folderslezen door kijken we ter hoogte van Houten uit het raam. De werkzaamheden voor het nu al roemruchte derde spoor zijn in gang gezet. Hier gaat tussen Houten en Houten Zuid een pendeltrein rijden, in afwachting op de viersporigheid tot aan Geldermalsen.

NS-vakbonden hebben al geklaagd over de verwachte saaiheid van het werk. Is zo'n baantje niets voor busschauffeurs van ConneXXion?

Omdat we zo voorin ingestapt zijn moeten we op 's-Hertogenbosch een stuk teruglopen. Dit geeft ons echter wel de kans om het mooie station te aanschouwen. Op het voorplein staat een junkpaartje intiem te dansen. Een moment later schelden ze elkaar verrot: "Heejoh, blijf met je fikken van me lijf!"

Het busstation van Den Bosch is bescheiden van omvang. Een soort betonnen galerij met schermen over de perrons dient als Dynamisch Reis Informatie Systeem (DRIS). De schermen laten echter niet veel meer zien dan de lijnnummers en de bestemmingen, die duidelijker en sneller zijn te lezen op de bussen zelf, welke in de meeste gevallen al klaar staan.

Onze bus 137 richting Tilburg komt aanrijden en we stappen samen met zo'n drie anderen in. De chauffeur wijst ons een rechtstreekse bus naar de Efteling. "Nee, dank u. We willen graag met een omweg naar de Efteling." antwoord ik. Wat moet zo'n man daar nou van denken? Voor je plezier omrijden? In dit hete weer? Het zullen toch geen [slaat kreet van afschuw] OV-hobbyisten zijn?

De twee minuten die ons nog resten voor vertrek gebruiken we om elkaar te fotograferen. Gelukkig is de buschauffeur afgeleid, zodat hij niet de kans krijgt nog meer rare dingen te denken.

Binnen enkele minuten zijn we 's-Hertogenbosch uit. Over de ontsluitingswegen van Den Bosch zitten we zo op de snelweg naar Oosterhout. Ik had verwacht dat de bus ergens de afslag neemt naar Vlijmen, maar we rijden vrolijk door. Pas bij afslag Heusden halteren we weer, halte 'Land van Ooit', maar daarna gaan we net zo hard weer de snelweg weer op. Een route door de dorpjes is wel voorhanden (bus 136) en was waarschijnlijk wel wat leuker geweest. Nuja, dan moet BBA maar duidelijkere kaarten maken, want die schematische dingen van nu, daar heb je niet zoveel aan, vooral niet als je nergens specifiek heen wil.

Langs de gehele snelweg waar we nu op rijden, ligt het trace van de Halve Zolen lijn, het spoortje tussen 's-Hertogenbosch en Lage Zwaluwe. Het werd in de laatste jaren slechts gebruikt voor schoenenvervoer voor de plaatstelijke schoenenfabriek. Vandaar de naam. Het trace is nog goed te onderscheiden, en gaat in de meeste gevallen als fietspad door het leven.

Drunen is zo'n plaatsje waar je wel eens iets van gehoord hebt (of zelfs dat niet), maar waar je nooit komt. Het bestaat, maar vraag niet waarom. Niettemin: de winkelstraat is best gezellig. Er is wat volk op de been voor het plaatselijk marktje, maar niemand die geïnteresseerd is in de bus. We rijden zonder stoppen verder.

Waalwijk is best een grote plaats. Ik weet niet waarom, maar het voelt aan als een eeuwigheid om er doorheen te rijden met de bus. Misschien niet qua reële tijd, maar is gewoon een beetje saai.

Het busstation ziet er modern uit; een wit dak en glazen wanden tegen de wind. Maar nogmaals niemand die wil instappen. Een paar fietsers die de bus benaderen, willen slechts weten of de bus ook 's avonds rijdt. Het busstation ligt dan ook ver buiten het centrum, dat ongetwijfeld ergens moet zijn.

Kaatsheuvel, wie kent die naam niet? "Efteling!" zullen veel kinderen nu schreeuwen. Vanaf de noordkant benaderd is daar echter niets van te zien. Een groot dorp, met een door een particulier beveiligingsbedrijf bewaakte winkelstraat. Echter op het moment helemaal uitgestorven. Dieven slaat uw slag!

We stappen uit bij de markt. Ondanks dat het al half twaalf is, is men nog steeds bezig met het opbouwen van de kramen. Of is het alweer afbouwen? Het zijn een beetje nietszeggende werkzaamheden die men aan het doen is. Gelukkig is de broodjestent al/nog open, en nemen we wat proviand mee.

Bij een oorlogsmonument liggen verse bloemen, van gisteren. Wat zijn er eigenlijk veel van die monumenten als je er oplet. Je ziet die monumenten pas echt dankzij die fleurige bloemen. Dat valt natuurlijk veel beter op dan die schutkleur van brons waar het gros van de doorgaans saaie monumenten of beelden van gemaakt is.

We lopen naar het zuiden, richting Efteling. Op een stoep speelt een kind met een speelgeweer, en probeert zijn zus of buurmeisje neer te schieten. Deze blijft echter stoïcijns leven. Dat herken ik: mijn zusje doet ook altijd precies dat gene wat ik niet vraag. Ik herinner dit voorval nog omdat Frans hier aantekeningen van maakte; dit zullen jullie dus wel dubbellezen

.

Kinders: let op! Wij zijn bij de Efteling aangekomen. Het grote bijzondere entreegebouw met die indrukwekkende punten, ligt ergens achteraan een reusachtig parkeerterrein. Nog verder van de ingang ligt een busstationnetje. Een leek zo kunnen denken dat dit een transferium is, maar zóveel auto's bij een transferium: nee, dat kan niet.

Er passeren twee bussen, maar niemand stapt uit. Niet heel verwonderlijk, want het is inmiddels iets voor twaalven, een beetje laat om nu nog achteraan de rijen bij de attracties te sluiten.

We beginnen aan de wandeling naar Loon op Zand. We lopen achter de Efteling langs: zo kun je een blik achter de schermen nemen. De Efteling heeft zelfs haar eigen bomenkwekerij. We maken nog een lusje via de Efteling-fietsenstalling (om zo dichter bij dat rare gebouw te komen), en dan zijn we in het bos. Heerlijk, schaduw!

Op een gegeven moment horen we een fluit, en dendert er achter het hekwerk een stoomtrein voorbij. Da's waar ook, de Efteling heeft natuurlijk haar eigen spoorwegnet. Helaas blijkt achteraf een een foto van het treintje mislukt te zijn.

We pauzeren even bij een bakje dat uitzicht geeft op een doorkijkje naar de Python, de spectaculaire achterbaan. Frans griezelt, hij houdt niet zo van zulke attracties. Ik wel, maar van mij hoeft dat wachten niet zo. Maarja, van wie wel?

De regelmaat van van rikke-tikke-tikke-tikke-tik van het omhoogtakelen van het treintje, het schreeuw bij het neergaan en het geraas van de dubbele looping wordt plots onderbroken. Een storing: het treintje hangt nu stil op het steile stuk omhoog. Frans merkt op dat Efteling nu bussen in gaat zetten: "Dingdong, dames en heren, jongens en meisjes. In verband met een stremming op de Python zal de Efteling bussen inzetten. Onze excuses voor het ongemak."

Dat getik bij het omhooggaan van de achtbaan, dat is natuurlijk technisch geheel overbodig: het wordt alleen gedaan om de spanning op te voeren. Puur een psychologische kick opwekken. Gelukkig dat NS zoiets niet doet. Hoewel, zo'n snerpend fluitje van een dubbeldekker is vast expres zo snerpend. Geen mens die nog durft in te stappen bij zo'n hels kabaal.

De rest van de wandeling is voor OV'ers niet zo interessant. We lopen over de snelweg Waalwijk-Tilburg en belanden in de Loonse en Drunense Duinen. Een mooi bos, waar het overdadig ruikt naar naaldbossen, duinen en vooral zomer. Heerlijk.

We passeren een oorlogsmonument, opnieuw met verse bloemen, in de vorm van een granaat. Typisch. Ook het bijschrift vermeld het "Sommige vinden dit monument op een granaat gelijken, anderen vinden het op monument lijken." Dat laatste lijkt mij nogal wiedes, een monument lijkt meestal op een monument, niet dan?

De bospaadjes zijn vergeven van torren. Dikke lopende beesten met een donkerblauw schild. Platgetrapt lijken ze daardoor op uitgeperste bosbessen. Bizar. Frans probeert er een foto van te maken. Hij houdt het toestel op zo'n 5 cm boven twee torren die een derde dode soortgenoot aan het besnuffelen zijn. Ik kijk maar even de andere kant op: ik krijg overal de kriebels en het lijkt alsof ze via m'n broekspijpen naar boven komen klimmen.

Het is rustig in het bos, we komen slechts eenmaal tweekeer hetzelfde groepje fietser tegen. Later bleek dat we niet over een wandelpad liepen, maar over een ATB-track.

We naderen de bebouwde kom, en verlaten het bos. Ik voel me een ontdekkingsreiziger die na maanden in de rimboe heeft doorgebracht, en eindelijk een indianendorp binnen strompelt. Hij krijgt meteen een bloemenkrans om z'n nek geworpen, en wordt lekker in de watten gelegd.

Terug naar de werkelijkheid: een vrouw vraagt ons de weg in Loon op Zand, maar dan is ze bij ons toch echt aan het verkeerde adres.

Loon op Zand (gemeente Kaatsheuvel) is niet echt groot. Toch heeft het zijn eigen stadsdienst, en wel de kleinste van Nederland. Een ritje waard. Loon op Zand ligt aan een drukke N-weg tussen Waalwijk en Tilburg. Ook bus 136 en 137, die wij zo juist hadden, rijden hier. Aan de rand van het dorp ligt een klein busstationnetje, waar alle bussen op de N-weg halteren. Vanaf deze halte rijdt dan de stadsdienst 135 een rondje door het dorp.

Stel je vooral niet te veel voor bij zo'n stadsbus: Meer dan een blauw taxibusje van een private taxi-onderneming is het niet. Het busje vertrekt ruwweg in aansluiting op de streekbussen uit en naar Tilburg. Dat betekent dat van maandag tot zaterdag overdag een kwartierdienst wordt gereden. Zondag blijft het bij een 20-minutendienst. Al met al toch erg frequent voor zo'n dorp.

Omdat we na het rondje door Loon op Zand meteen willen doorrijden naar Baarle-Nassau, moeten we bij het instappen zeven zones laten afstempelen. De chauffeuse kijkt alsof ze water ziet branden. "Zeven strippen? Je komt toch net uit de streekbus?" Blijkbaar komen er niet elke dag mensen uit het bos gezet, om vervolgens de stadbus in te duiken.

"Moet je vader ook naar Baarle?" vraagt ze, als ze drie stempels heeft op mijn kaart. Euh nee, mijn vader zit lekker thuis in Zoetermeer. Frans echter wil wel graag mee. Mag dat ook?

Het taxibusje is een achtzitter, en is gevuld met intotaal zes passagiers. Zou zoiets rendabel zijn? Ik denk van wel. De bus wordt immers uitbesteed aan een particuliere taxi-onderneming. Voor een beetje taxi lijken mij zes reizigers per kwartier een goed resultaat. De bus werkt natuurlijk als feeder voor de streekbus.

Ik zit vertwijfeld te kijken naar die drie stempels die mevrouw heeft gezet op mijn twee strippenkaarten. Klopt dat nou? Volgens mij heeft ze nu 10 zones afgestempeld. Zometeen maar eens een aan de tijd voelen.

Ons busje rijdt met een aanzienlijke snelheid door het dorpje. Na de dorpsstraat komen in de nieuwbouwwijk, met sterrennamen. De bus rijdt een rondje over de straat met de heksachtige naam Ecliptica. Frans weet mij echter te vertellen dat Ecliptica dierengordel betekent. Dat verklaart een hoop van de andere vreemde straatnamen, zoals Vigro en Ursa Major.

Tien minuten nadat we waren ingestapt, stappen we op dezelfde plek weer uit. De chauffeuse wijst me op de laatste strip van m'n strippenkaart, die is niet afgestempel, de laatste drie kan ik dus nog gebruiken. Wat stom dat ik dat niet zag.

Dat was dus de kleinste stadsbusdienst van Nederland: een enkele rit van 600 seconden. Ik ben blij voor de Looners dat ze zulk goed OV hebben. Er zijn genoeg dorpen en kleine steden die met een soortgelijk systeem goed geholpen zouden zijn.

Het is inmiddels iets voor tweeën, en de zon staat nog steeds hoog aan de hemel te branden. Frans schrijft de aansluitingen van de stadsbus op/van de streekbus over.

Om 14.09 komt bus 136 uit 's-Hertogenbosch voorrijden. Bij het instappen merkt de chauffeur op dat ik helemaal niet mijn rode strippenkaart had hoeven gebruiken, het is immers vrijdag. Denkt hij. Het vergt enige overtuigingskracht hem bij te brengen dat het echter een feestdag is, en ik juist handel door wel te stempelen.

De bus jakkert over de snelweg richting zuiden, en al snel worden links de buitenwijken van Tilburg zichtbaar. De weg heeft iets weg van de Haagse Utrechtse Baan. Verkeer van buiten kan in een keer doorrijden tot het centrum, alwaar het gedumpt wordt op de ringweg. Tilburg heeft gelukkig gezorgd voor een aantal busstroken.

Op het station hebben we zeven minuutjes voor de volgende bus vertrekt.Deze tijd besteden we geheel in de lokale ijswinkel, waar we wat te drinken willen kopen. Er staat op deze warme dag een rij voor de onderbemande toonbank. Twee minuten voor vertrek van bus 132 wisselen dan eindelijk wat munten en twee flesjes van eigenaar.

Bus 132 komt net aangereden bij het voorste busperron. De bussen in Tilburg vertrekken van vaste perrons. Op die perrons staat slechts het lijnnummer en de eindbestemming vermeldt. Een routekaart of plattegrond ontbreekt op het hele station, evenals een overzicht van lijnnummers per bestemming. Slechts de dienstregeling van de lijnen met daarbij het perronnummer is present. Beetje magertjes, Tilburg!

Bus 132 zal ons naar Baarle-Nassau/Baarle-Hertog brengen. Het verhaal van Baarle-Nassau moge bekend zijn: een zooitje Belgische enclaves binnen Nederland, met in die enclaves weer Nederlandse grondgebiedjes. Frans is er al eerder geweest, en heeft er uiteraard een reisverslag van gemaakt.

De route van de bus voert rechtstreeks naar de snelweg. De tweede afslag gaan we er alweer vanaf, en rijden we door langs de rand van Goirle. Hier staan huizen voor de beter gesitueerden. Ook hier stapt niemand in. Het dorp wordt volgens Frans bediend door de Tilburse stadsbussen.

Na Goirle rijden we door Riel. Hier zien we voor het eerst de restanten van het Bels-spoorlijntje. Het liep van Tilburg naar Turnhout in België. Op sommige kaarten is het nog steeds terug te vinden als een kaarsrecht fietspad. Dat klopt, het fietspad ligt verborgen achter een dichte rij bomen.

Dankzij het geweldige weer vandaag, is het in alle bussen 'lekker' warm. Maar deze bus spant de kroon. Opeens ruik ik het: de verwarming staat aan! Jeetje miena, Het is buiten 24 graden, en de verwarming staat te koken. Het is dat we er over een paar minuten uitmoeten, anders had ik er zeker wat van gezegd.

In Baarle-Nassau stappen we uit bij het kleine busstation. behalve de BBA-bus 132 stopt hier ook de bus naar België. Van België naar België via België, eigenlijk.

We lopen noordwaarts over het fietspad, dat ooit de spoorlijn was. Bij een informatiebord verbaas ik me over het feit dat de spoorlijn pas zo recentelijk is verdwenen, in 198?. Op het bord lezen we ook dat hier in Baarle nog een stationsgebouw moet zijn. Dat had Frans vorig jaar niet gezien, tijdens zijn vorige bezoek. Waarschijnlijk ligt dat meer naar het zuiden, want daar is ook het centrum.

Langs het fietspad staan nog andreaskruisen, maar wel aan de verkeerde weg; "Let op, er kan nog een fietser komen."

Via een ommetje door de woonwijk van het Nederlandse Baarle komen we in het centrum. Hier is het drukker dan dat we overal elders op de route gezien hebben. De terrasjes zijn goed gevuld, en paard&wagen zorgen voor een toeristische rondrit. Veel toeristen. Vallen wij daar nou ook onder, of zijn OV-hobbyisten een aparte group?

Hier in het centrum zie ik ook de eerste grensscheiding. Midden op de weg staan de twee verschillende gemeentewapens afgebeeld. Even verderop een grenspaal, één van de vele. Dat zal vroeger een mooie handel zijn geweest: Grenspalenboer.

Via de drukke Molenweg, richting het echte België, lopen we naar het zuiden. We vergapen ons aan iets wat wel eens het kleinste winkelcentrumpje kon zijn; een pleintje van 10 bij 10 meter. Blijkbaar loopt het niet zo goed, want drie van de vijf winkels staat leeg. Het is even verderop in de straat dat ik voor het eerst zie dat een huis een andere nationaliteit heeft dan de beide buren. De Nederlanders wel vrij tijdens 5 mei, en je Belgische buren niet.

We lopen terug naar de het spoorlijntje. Verderop zien we iets dat op eens station lijkt. Het is wat klein, maar heeft ontegenzeggelijk iets van een station. Even verderop staat een langgerekte goederenloods, welke wel als goederenstation kan fungeren. Leuk om zulke dingen terug te zien in het landschap.

We zijn weer terug bij het busstationnetje, en moeten nog zeven minuten wachten op bus 132 naar Breda. Onze enige andere medereizigers zijn leeftijdgenoten van mij, waarschijnlijk op weg naar een bevrijdingsfeest vanavond in de grote stad Breda. Ach da's waar ook: vanavond vuurwerk bij ons achter in Zoetermeer. Tot overmaat van ramp komt Linda Wagenmakers ook nog langs.

De bus rijdt het dorpje uit. Tot ziens, Baarle-Nassau! Ik kom zeker nog eens terug, maar de komende jaren voorlopig niet.

De N268 richting Chaam is kaarsrecht. Vanaf Baarle heet de weg Bredaseweg, even verderop Baarleseweg. na het passeren van het dorpje Chaam respectievelijk Bredaseweg en Chaamseweg. De N268 komt dus tweemaal over een Bredaseweg. Zo recht loopt de weg naar Chaam, na het kleine plaatsje is het een en al bochten.

De route door Breda gaat een beetje aan me voorbij, letterlijk en figuurlijk. Dat komt door Frans, die een boeiend verhaal verteld over vroeger. In het voorbijgaan zie ik een busstation en een aantal grachten. Best een mooie stad, dat Breda.

Dat geldt niet voor het busstation bij het treinstation. Een simpele en grauwe overkapping completeert het vieze busparkeerterrein.

Nadat Frans een kaartje heeft getrokken, togen we naar het perron, waar we in de IC naar Den Haag willen stappen. Tot onze verrassing staat de sneltrein naar Amsterdam, die al 20 minuten geleden had moeten vertrekken, nog klaar. Dan nemen we die maar.

Dat Breda ook geen klein plaatsje meer is, getuigt het feit dat Breda Prinsenbeek (wijk en station) flink ver van het centrale station afliggen. Iets verderop is men begonnen met de aanleg van de HSL-Zuid.

Vanaf Antwerpen tot de Moerdijkbrug zal de spoorlijn parallel aan de A19 worden gelegd. Bij Breda komt dan een reusachtige sporendriehoek, zodat Breda een HST-verbinding kan krijgen met zowel België als de Randstad.

Uit verschillende omroepberichten, die we horen op diverse stations, maken we op dat onze trein niet de enige is die te laat is. 't Is weer goed mis.

Bij Barendrecht wordt eindelijk hard gewerkt aan de spoor ver-9/4-dubbeling. De huidige twee goederen- en twee reizigersporen kunnen binnenkort gezelschap verwachten van nog twee reizigerssporen, nog een goederenspoor en twee HSL-sporen. Niet zo verwonderlijk dat Barendrecht er lange tijd nogal tegenop zag, zo'n bundel sporen is nou niet echt het stilste en kleinste wat je in je gemeente kunt hebben.

Toch wordt er flink gebouwd; een spoorbedding van wel bijna 100 meter breed ligt klaar. Ter hoogte van het station gaat de sporenbundel ondergronds, dat dan meteen Nederlands breedste spoorbak wordt. Daar kunnen Rijswijk en Best nog een puntje aan zuigen.

Bij Delft maak ik een stomme fout; ik verwonder me erover dat we stoppen. "Zal wel door de vertraging komen", dacht ik. Frans verbetert me: de sneltrein stopt hier altijd. Waarschijnlijk ben ik zó aan de IC gewend op dit tracé, dat ik het maar raar vind dat we hier stoppen.

We hebben de vertraging niet ingehaald, en 10 voor 6 komen we dan aan op station Holland Spoor. Ik wens Frans nog een fijne dag toe, en haast me naar de stoptrein aan de overkant van het spoor, die wonder-boven-wonder wel op tijd is.

De stoptrein naar Leiden/Utrecht is een plan T, zo'n bio-industrieding. Het is voor het eerst dat ik wat ruimer de tijd heb om de stoelen uit te testen. Het valt mee, m'n benen kan ik gewoon kwijt. Wel erger ik mee aan de nabijheid van de stoel voor me; gewoon niet prettig. En een tas tussen je benen plaatsen, kun je ook wel vergeten, net als je benen kruizen.

Op de Laan van Nieuw Oost Indië stap ik alweer uit. Het Sprinterperron is matig gevuld en, na het passeren van de rechtsom, helemaal leeg. Opvallend. Als je op ene normale dag een half uurtje eerder op dit station staat, is het vergeven van de ambtenaren die net uit zijn.

De Sprinters hebben ook vertraging, wat uitzonderlijk is. De Stadslijn heeft samen met de Hofpleinlijn praktisch nooit last van vertraging. Een vrije baan, geen conflicterende kruisingen met andere treinen en de gemiddelde snelheid is van alle treinen gelijk. Wat is er toch aan de hand?

De linksom, die ik nodig heb, is extreem rustig. Samen met een stelletje heb ik de beschikking over de hele eerste bak. Het is duidelijk dat we 'file rijden'. De rechtsom zit vlak voor ons, en we hebben vaak maar net het gele licht.

Op Centrum West wordt opgeroepen dat door een stremming de treinen alleen rechtsom rijden. Voor mij zou het nu sneller zijn als ik hier uitstapte, maar ik wil weten wat die stremming is. Wéér een aanrijding?

In de boog voor station Dorp staan we even voor rood. Bij in inrijden van het station zie ik de trein voor ons (de echte rechtsom) nog bij station Delftsewallen staan. Zoals wellicht bekend is, is Dorp-Delftsewallen de kortste stationsafstand die er is, slechts 400 meter. Om een beeld te geven, tussen de uiteinden van de perrons staan slechts vijf portalen.

Op De Leyens zie ik de linksom stilstaan: dat is de stremming. Ik overweeg nog om uit te stappen, ik ben immers de eigenaar van de Zoetermeer Stadslijn-site, maar ik laat het plan varen als ik politie zie. Dat betekent bijna zeker slecht nieuws: vandalisme of een aanrijding. Ik besluit geen ramptoerist te spelen en blijf zitten.

Omdat iedereen op het perron in de trein voor ons stapt, wordt het er in onze trein niet drukker op. Na station Buytenwegh ben ik de enige in de voorste bak. Als ik na station Palenstein naar achteren loop, om zo beter uit te komen bij de trap van Stadhuis, constateer ik dat ik de enige in het hele voorste treinstel ben. Zo rustig heb ik nog nooit mee gemaakt. Thuis gekomen staat er niets op teletekst 751. Jammer.

Al met al: wat mij betreft absoluut een geslaagde dag. Mooi weer (soms een beetje tè), een leuke en afwisselende route en leuke stadjes. Uiteraard is het ook leuk om eens je ervaringen en belevenissen te delen met een ander, zeker voor zo'n einzelgänger als ik.