Het centrum van Baarle. Het terras ligt op Nederlands grondgebied. Op de voorgrond het gemeentewapen van Baarle-Hertog; België; op de achtergrond dat van Baarle-Nassau; Holland. De grens loopt tussen beide wapens in.
Het Brabantse dorp Baarle is een lappendeken van insluitsels en uitsluitsels, en behoort voor ruim de helft tot het koninkrijk van onze zuiderburen. In Turnhout bestaat geen enkele twijfel over de nationaliteit; zo'n plaats kan alleen maar in België liggen.
Behalve aan Baarle en Turnhout besteden we aandacht aan: beperkt treinverkeer op de Oude lijn; de vraag, waarom het in Nederland toch zo verschrikkelijk goed gaat; de bouwput rond Antwerpen Centraal, en nog zo het één en ander. Maak je op voor een artikel met 25 grensoverschrijdingen en evenzovele veranderingen van onderwerp.
Om 8.40 uur kom ik de Leidse stationshal binnen met een vage hoop op de 8.48 naar Dordrecht. IJdele hoop; de omroepster meldt dat de trein niet verder gaat dan Leiden. Passagiers voor Den Haag en verder moeten gebruik maken van de IC naar Dordrecht die "over ongeveer een kwartier" zal vertrekken van spoor 9. "Ongeveer een kwartier". Een knap slordige melding. Sinds wanneer wordt de dienstregeling opgegeven in kwartieren, i.p.v. minuten? Leven we dan potverkaatje nog in de tijd van de trekschuit, toen men niet keek op een uur meer of minder?
De rest van de informatievoorziening is al even flodderig. Links en rechts in de hal hangen er een paar posters, maar in de buurt van de vertrekstaten is niets te zien. Bij een serieuze stremming in andere delen van het land worden wel eens vervangende witte vertrekstaten aangebracht, maar die moeite heeft men niet willen nemen voor het drukste traject van Europa.
Even later doet ook De Stem nog een duit in het zakje, maar zijn mededeling moet herroepen worden; "hij was bestemd voor een andere trein", volgens de omroepster.
NS maakt zich er weer eens met een Jantje van Leiden af; wel toepasselijk gezien de plaats
van handeling. Toch lopen er ook bij NS individuen rond die wél hun best doen om de klant
van dienst te zijn. Een informatiemedewerker probeert per mobilofoon aansluiting in
Rotterdam te regelen voor een groep gestrande reizigers met bestemming Brussel. Of de actie
van de geeljas gelukt is, weet ik niet. Mijn doel ligt vandaag ook in België, maar ik benader dit
land met een omweg via Breda.
Mijn oma van moederszijde, van wie ik mijn zonnige levensvisie georven heb, placht, geconfronteerd met gevallen van slechte service, te profeteren: "Het gaat veel te goed in dit land. De broodkruimels steken de mensen. Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen!" Er zit een kern van waarheid in. Mij steken momenteel vooral de kruimels van een goeddoorbakken gevulde koek.
Ik bid tot Maria, dat ik op De digitale reiziger nooit, nooit in de verleiding zal komen tot geklaag over het gedrag van winkeliers en dat van de Nederlandse hork-reca. Het gekanker op OV-personeel en -management is al ernstig genoeg.
Ik denk terug aan Andreas (Dries) van Agt, die ooit zijn vakantie in eigen land doorbracht en in de komkommertijd van 1980(?) een nationale rel veroorzaakte met klachten over de onbeschoftheid van Nederlandse obers. Wekenlang schreven de kranten over niets anders.
Voor Maarten en andere jonge lezers: Dries van Agt was minister-president in de periode 1977-1982. Het was een in-treurige tijd, waarin Koot&Bie het woord "doemdenken" uitvonden en de gehele dag gediscussieerd werd over recessie, kerncentrales, de neutronenbom en erger. We hadden sapristi toch wel iets anders aan ons hoofd dan onbeleefde obers. Onder van Agt heeft in ons land niet één keer de zon geschenen. Wie het niet gelooft, vraagt het maar na bij zijn ouders. Die zullen het zonder meer ontkennen; ik ben de enige Nederlander die zich dit nog kan herinneren.
Het Bredase busstation lijkt wel wat op een loods en is verre van dynamisch. De perrons hebben letters, A, B, C enzovoort. Er hangt een lijstje met bestemmingen, lijnnummers en perronletters. Goedkoper dan een DRIS, en bijna even doeltreffend. Lijn 132 naar Baarle (om en om doorrijdend naar Tilburg) zal vertrekken van perron A. Zo'n 25 passagiers staan te wachten. Ze zien er vakantiegangerig uit, met kolossale rugzakken.
We vertrekken. De bus stopt even later op het langwerpige busstation Oude Vest in de
binnenstad van Breda. Ook hier nog geen DRIS-narigheid. We verlaten de stad en rijden het
Brabantse land binnen. De overvloedige regenval van juni is alweer in de bodem verdwenen.
Overal staan sproei-installaties die waaiers van water uitstorten over het weiland.
Als de bus het plaatsje binnenrijdt, zie ik een vuurwerkhandel en even verderop een winkel in vunzige films. Ongetwijfeld staat de eerste op Belgisch, en de tweede op Hollands grondgebied, want de Hollandse wetgever is even afkerig van knalvuurwerk als de Belgische van vuurwerk in figuurlijke zin.
Onmiddellijk na aankomt begeef ik me naar de VVV, waar ik een verhelderend boekje koop over de grenskwesties. Ook krijg ik een gratis folder overhandigd met een "smokkelroute". Op een bankje lees ik wat ik hieronder kort ga samenvatten.
Baarle-Nassau is één van de 700 Nederlandse gemeenten; Baarle-Hertog is Vlaams. De laatste
gemeente is een optelsom van 22 Belgische enclaves binnen Nederlands grondgebied, op zo'n
3 tot 6 kilometer van de echte rijksgrens. Binnen die enclaves liggen een zevental Nederlandse
exclaves; gebiedjes behorende tot de gemeente Baarle-Nassau, maar omringd door grond van
Baarle-Hertog.
Dit is één manier om het te bekijken. Je kunt met evenveel recht beweren, dat de 22 stukjes Baarle-Hertog exclaves zijn buiten België, terwijl de 7 lapjes Baarle-Nassau enclaves zijn binnen die geëxclaveerde partjes België. Dit is een puur semantische kwestie, en het is voor zover mij bekend, de enige kwestie waarover de Baarlenaren geen ruzie hebben gemaakt, gedurende de afgelopen 800 jaar.
Het klinkt allemaal erg onpraktisch, maar als je even in de historie duikt, is het wel verklaarbaar. In 1196 was Godfried van Schoten, heer van Breda, de eigenaar van de landerijen rond Baarle. Hij besloot, niet geheel vrijwillig, zijn land af te staan aan de Hertog van Brabant, en niet aan de graaf van Holland, die er ook smoel op had. Uit dank kreeg Godfried zijn land (voornamelijk woeste grond) weer terug in leen, met uitzondering - en daar wringt hem de schoen - van een paar kavels die al bewoond waren. Toen de stukken woeste grond ontgonnen werden, en ook bewoond raakten, begon het geduvel. Je had nu twee Baarles: het Baarle-onder-Nassau, dat bij Breda behoorde, en Baarle-onder-de-Hertog, dat viel onder Turnhout.
Deze wonderlijke regeling heeft in de loop van de eeuwen vier vredesverdragen overleefd. Vier keer hadden de magistraten de kans om een eind te maken aan het grensgeval Baarle, maar evenzoveel keren waren er doorslaggevende redenen om de situatie in stand te houden.
In 1813 kwam het complete Baarle bij Nederland (zij het verdeeld over twee provincies); na de Belgische afscheiding in 1839 werd het dorpje opnieuw verdeeld over twee naties.
Tijdens de eerste wereldoorlog profiteerde Baarle-Hertog van de neutraliteit van Nederland. Heel België was bezet door de Duitsers, behalve nu juist weer die 22 kaveltjes van de 12e eeuwse Hertog. De Duitsers konden deze lapjes grond niet in bezit krijgen zonder de neutraliteit van Nederland te schenden. Op hun beurt waren de bewoners van Baarle-Hertog afgesneden van hun Belgische vaderland. Langs de Nederlands-Belgische grens had de Duitse bezetter de "doodsdraad" gespannen; prikkeldraad dat onder hoogspanning stond. Talloze smokkelaars zijn er door omgekomen; nog veel meer zijn er met ingenieuze constructies overheen geklommen of onderdoor gekropen.
Pas in 1995 werden de grenzen definitief vastgesteld door de kadasters van beide landen. De tijd, dat Baarle een twistappel was, was toen al heel lang voorbij. Van lieverlee hebben de Baarlenaren leren leven met hun uitzonderlijke situatie.
Er zijn aparte scholen: de kinderen uit Baarle-Hertog leren Vlaams; die uit Nassau Nederlands. Ook in de kerk is er een tweedeling, al is er ook in deze landstreek slechts één God.
Op vele andere terrein is samenwerking ontstaan. Er is één openbare bibliotheek, waar zowel
Nederlandse als Vlaamse kranten, tijdschriften en boeken te lezen zijn. De kabel-TV komt uit
België en het gas, water en licht bereiken Baarle vanuit Nederland.
De meest bizarre situatie doet zich voor in de buurtschap
Loveren, op een kruispunt van oude handelswegen. Bij een
oud pand, een voormalige herberg, loopt de grens midden
door de voordeur. Dit huis is dan ook voorzien van een
Nederlands én Belgisch huisnummerbordje.
Bij een drogist in het dorp koop ik een paar ansichtkaarten met postzegels. Ik krijg Nederlandse zegels; volgens de grenspaal boven de deur is de drogist Hollander, maar zijn buurman Belg. Wat zou er gebeuren als ik mijn kaarten in een Belgische brievenbus deponeer? Ik durf er niet aan te denken.
In het Govaertsplantsoen staat een standbeeld van een smokkelaar. Ze hadden er wel een standbeeld naast mogen zetten van een commies. Wat moeten die mensen het moeilijk gehad hebben met het bestrijden van dé (inter)nationale sport in dit plaatsje. Sedert het openen van de binnengrenzen 1992 is smokkel niet meer noodzakelijk. Nog steeds is de Baarlenaar echter prijsbewust. Koop je in Nederland of België? Soms is een artikel hier goedkoper, soms dáár.
Een bizarre situatie vraagt om bizarre anekdotes. Die zijn er in overvloed. De Nederlandse
film Turks Fruit was in België verboden wegens al te veel knalvuurwerk. Helaas liep er door
de enige bioscoop in het dorp weer zo'n stukje van die rafelige rijksgrens. Die bioscoop
hebben ze voor de gelegenheid zodanig moeten vertimmeren, dat zowel de projector als het
scherm als de zitbanken op Nederlands grondgebied kwamen te staan. Zo kon Neerlands
film-van-de-eeuw legaal vertoond worden. Dit alles onder toezicht van een Rijkswachter, die
in het ontruimde Belgische gedeelte van de bios had postgevat en de avond van zijn leven
beleefde.
Voorbij Schaluinen sla ik rechtsaf. Ik loop terug naar Baarle via het "Belse lijntje". Dit was ooit een spoorverbinding tussen Tilburg en Turnhout. De trein passeerde tijdens het ritje van ruim 25 kilometer meer grenzen dan de Oriënt-expresse. Na opening van de Moerdijkbrug (een flinke tijd geleden dus al) boette het lijntje aan betekenis in. In de jaren dertig reed de laatste personentrein. Nu is het Belse lijntje een toeristische fietsroute. Ook hier staan de grenzen duidelijk aangegeven.
Via Belgisch gebied bereikt ik opnieuw het dorp Baarle. Er staat hier iets op stapel. Mensen, gewapend met grote bossen bloemen, verlaten hun huizen en verzamelen zich op een pleintje langs de voormalige spoorlijn. Een geluidswagen tettert een carnavalesk lied de ether in, waarin de zuinigheid van Hollanders op satirische wijze wordt gehekeld. Het refrein luidt:
Mag ik je theezakje even lenen
Het mijne ben ik kwijt.
Het was opeens verdwenen
Tot mijn grote spijt.
Eén van de coupletten handelt over een cateringbaas, die aan het einde van een werkdag constateert dat hij 400 gratis bakjes warm water uitgereikt heeft, maar geen enkele theezakje heeft verkocht. Ik hoef dank zij dit lied niet op grenspalen te kijken om te weten, dat ik me op Nederlands grondgebied bevindt. Alhoewel: misschien is dit een Belgische parodie op Nederlandse buren.
Een paar keer neem ik me voor, een autochtoon te vragen van welk cultureel gebeuren ik hier
getuige ben, maar eigenlijk kan het me niets schelen. Als je hier in Brabant een samenscholing
ziet van meer dan drie mensen, dan zal het wel iets met fietsen te maken hebben.
Het Bels lijntje; ter hoogte van de zoveelste grensoverschrijding.