De negende aflevering van "Langs Lange Lijnen" brengt ons naar de oevers van de
rivier de Lek, waar wij een bezoek brengen aan het grootste aantal molens van de
wereld en het kleinste vestingstadje van Nederland. De lijn: ZWN 154, Rotterdam
Zuidplein - Utrecht CS. De dag: maandag 31 augustus 1998, volgens de weerkundigen
de laatste dag van de zomer (die deze naam eigenlijk niet verdiende). De laatste dag ook
van de geldigheid van het Zomerzwerfkaartje.
Wat doen wij hier nu aan? Ik van mijn kant zal proberen het verhaal vandaag licht en
opgewekt te houden, al is dat lang niet altijd realistisch wanneer een reis met ZWN het
onderwerp is. Als jij nou, onmiddellijk nadat je deze zin gelezen hebt, uitlogt van het Internet
en de computer uitzet, dan hebben we beiden een bijdrage geleverd aan de geestelijke
volksgezondheid.
"Wat mot dat" vraagt de chauffeur nadat ik hem verzocht heb, het kaartje te stempelen. "Hoe kommie daaraan?". De man kan praten. Twintig jaar lang heb ik daaraan getwijfeld. "Gestolen" antwoord ik. "Of eigenlijk: gekregen van je baas, Laviere, om jullie gratis een dag in de gaten te kunnen houden".
Als blikken konden doden, dan was dit stuk niet geschreven en zou "de digitale reiziger" nooit verder gekomen zijn dan aflevering 1998-35. De man geeft met zijn stempel een verwoestende dreun op het kaartje; het verwondert me dat het stempel nog heel is. Er staat nu in ieder geval een duidelijke afdruk op. Wat ik de man heb misdreven, is me niet duidelijk.
Als ik het station binnenkom, hoor ik dat de Intercity van 10.05 naar Dordrecht - "helaas, tot onze spijt" - vandaag niet zal rijden. Dat is zeker helaas, want mijn kansen om straks op Zuidplein de bus van 11.04 te halen, zijn nu wel erg klein geworden. Tenzij de sneltrein van 11.18 een beetje scherp op tijd is. Nee dus, ook die rijdt niet. De omroepster zegt niets meer en aangezien ik die bus toch niet meer haal, blijf ik doodkalm zitten totdat de eerstvolgende trein naar Rotterdam verschijnt. Dit duurt tot 10.45; het is de vertraagde IC naar Vlissingen van 10.35.
Op Rotterdam CS roept de gehate stremmings-stem om, dat we op 2 en 3 september rekening dienen te houden met metrovervoer. Werkzaamheden tussen CS en Alexander. Waarom zegt zo'n man niet gewoon: "U wordt vervoerd per metro?" of, nog aardiger: "Er staan metro's voor u klaar om u naar station Alexander te vervoeren"?. Nee, ik moet rekening houden met metrovervoer. En dat niet alleen; ik moet er nog in gaan zitten, ook, in die metro. Niet denken: "ja, er is weliswaar metrovervoer, maar dat geldt niet voor mij".
Ik heb vandaag al rekening gehouden met metrovervoer en neem de metro richting Slinge. Aangezien ik tot 12.04 de tijd heb, rijd ik Zuidplein voorbij en pak op Slinge de metro terug. Dat had ik nu niet moeten doen, want om 11.34 is er nog een bus 154 vertrokken naar Nieuw-Lekkerland en die heb ik, met mijn volstrekt nodeloze omweg, net gemist.
Het is me nu wel duidelijk: op het Zomerzwerfkaartje van Laviere rust een vloek. Ik vloek
dus, al mist dat ieder doel, en besluit krachtige tegenmaatregelen te nemen. Ik eet het
zomerzwerfkaartje op en spoel het door met koffie uit de restauratie waar medegebrachte
etenswaren en drugs niet geconsumeerd mogen worden. De rest van de dag - zo kan ik alvast
onthullen - blijf ik bespaard voor tegenslagen. Bij het RET-loket koop ik een 45-strippenkaart.
Reizen op eigen centen is een stuk leuker dan op die van Laviere.
Mijn bus verlaat het busstation met elf man aan boord en rijdt via station Lombardijen en de wijk Groot-IJsselmonde naar Ridderkerk. De enige passagiers die op dit traject instappen zijn een vader, moeder en dochter van ca. 13. Zij kijken wat onwennig en discussieren uitvoerig over de invloed die achteruitrijden kan hebben op de spijsvertering. Uit hun gesprek maak ik op dat de auto het begeven heeft en is weggetakeld.
Het traject tussen Zuidplein en Ridderkerk heeft ooit op de nominatie gestaan voor een metroverbinding, maar deze is na de jaren 80 sterk gedaald op de prioriteitenlijstjes. Met een rechtstreekse metroverbinding zou je een kwartier sneller in Ridderkerk zijn dan nu. Maakt dat nu zoveel uit, dat kwartiertje? Blijkbaar, want Ridderkerkers maken voor hun ritten naar Rotterdam Centrum slechts in 25% van de gevallen gebruik van het openbaar vervoer; in Spijkenisse, dat wel beschikt over een metro, ligt dat percentage op 75..
Na Ridderkerk steekt de bus de Noord over. Daarna rijden we Alblasserdam binnen, dat
talloze scheepswerven bijdraagt aan de vaderlandse nijverheid. "Godver", zegt de vader, "nou
gaan we nog helemaal door Alblasserdam ook". Hij kijkt saggerijnig. Na Internetten is
autopech wel een van de meest deprimerende ervaringen.
Een ANWB-bord vertelt de geschiedenis van deze streek. Ooit was er natuurlijke afwatering, via de beproefde methode van de zwaartekracht. Doordat de bodem daalde en het zeeniveau steeg werd afwatering steeds problematischer. Zodat men in 1738 besloot, de molens te bouwen waar het plaatsje nu wereldberoemd om is.
Als die molens eens konden vertellen. Na 150 jaar trouwe dienst werden zij afgedankt en vervangen door stoomgemalen, die een halve eeuw later op hun beurt het veld moesten ruimen voor diesels en elektromotoren. In de eeuw daarna zagen de molens hoe de polder steeds drukker werd met - in hun conservatieve 18e eeuwse ogen - uitheems uitgedoste lieden. Die mensen spaken vreemde talen en hielden allen een zwart kastje voor hun ogen. Zij slaakten enthousiaste kreten bij het zien van wat voorheen gewoon een ouwe molen was. Na 1900 verschenen er vreemde bouwwerken aan de horizon (wij mensen weten dat het scheepswerven en flatgebouwen zijn). Afgezien daarvan veranderde het uitzicht vanuit de molens niet spectaculair. Eenden, water en riet, 260 jaar lang.
De molens kunnen per boot verkend worden en te voet. Ik kies wijselijk voor het laatste. Wanneer de boot, uitpuilend van de Amerikanen, mij gepasseerd is, stapt uit een molen een boerin op klompen. De Amerikanen gaan helemaal uit hun dak. "Wooden shoes!" klinkt het uit tientallen kelen. De opvarenden verdringen zich aan de reling; ik hoor de winders van de camera's knersen. De boot schept water en kapseist nog net niet.
De meeste molens zijn bewoond; bovendien worden zij intact gehouden voor het geval de
stroom uitvalt en schaarste heerst aan dieselolie. Alleen de tweede molen van de Nederwaard
is geopend voor het publiek. Veel Amerikanen denken ongetwijfeld dat de molens ten gerieve
van de toeristen gebouwd zijn. Wie wil weten, hoe het echt in elkaar steekt met die polders,
kan een kijkje nemen in Expo Kinderdijk
De huizen die tegen de dijk zijn gebouwd, hebben aan de achterzijde een verdieping meer dan aan de voorkant. Dit gaat mijn ruimtelijk inzicht te boven. Waar houdt die extra verdieping dan op? Aardige kluif voor een binnenhuisarchitect. Eén van de huizen ligt pal achter de dijk en heeft een loopbrug die de dijk verbindt met het zolderraam.
Even voorbij Streefkerk is juist een school uitgegaan. De hele dijk is vol fietsende kinderen.
Overal vanmiddag zie ik colonnes met fietsende scholieren. Acht kindertjes stappen in de bus,
waardoor het totaal op 16 passagiers komt. Het is het hoogste aantal van de hele dag; lijn 154
blijft ruim beneden de 50%-rentabiliteitsgrens.
Zoals te zien is op de foto, loopt de gracht dwars door het stadhuis. Vroeger bevond zich in
het stadhuis een schuif, na opening waarvan de hele Alblasserwaard onder water liep.
Inundatie was in oude tijden een belangrijke strategische maatregel. In 1574 hebben wij
Leidenaren zo onze stad heroverd op de Spanjolen. De Nieuwpoortse boeren waren het niet
altijd eens met het onderlopen van hun landerijen; vandaar dat het stadsbestuur het heft graag
zelf in handen wilde houden.
In iets meer dan een halfuur kun je de vesting van Nieuwpoort ronden. Vanaf de noordzijde heb je een prachtig uitzicht op de Lek. De mist is opgetrokken: op de laatste zomerdag schijnt de zon.
Beneden, bij de steiger, hangt de dienstregeling van De Meteoor. Deze onheilspellende naam hoort toe aan een draagvleugelboot die het afgelopen zomerseizoen spelevaarten over de Lek heeft verzorgd. Dit tot verdriet van velen. Op een rivier die voornamelijk voor waterrecreatie bestemd is, hoort zo'n snelheidsmonster niet thuis, zo luidde de publieke opinie. Velen, voornamelijk automobilisten denk ik, maakten zich ook kwaad over de vette walm die uit de uitlaat kwam.
De dienstregeling laat zien dat een tochtje van Dordrecht naar Wijk bij Duurstede meer dan 3 uur in beslag neemt. Wat de boot wint door zijn snelheid, verliest hij door het enorme aantal stopplaatsen. De prijzen zijn niet kinderachtig: vergelijkbaar met eerste klas NS-tarief. Een gezin dat een dagje "Meteoor" doet, is meteen berooid.
Dan zie ik meer heil in de bootplannen die in de Drechtsteden circuleren. Er staat een snelboot
op stapel die Dordrecht via de Noord en de Nieuwe Maas moet verbinden met Rotterdam.
Alleen in Slikkerveer (gem. Ridderkerk) is een tussenstop gepland. Bovendien wordt er een
iets minder snelle watertaxi geïntroduceerd, die de Drechtsteden onderling gaat verbinden. Dit
alles is gericht op forensen en moet gaat varen volgens strippenkaarttarief. Helaas is al enkele
malen uitstel opgetreden; september 1999 wordt nu genoemd als ingangsmaand. Mocht het er
nog van komen dan is DDR erbij.
Na Vianen gaan we de snelweg op en zie ik door mijn linkerraampje de file die naar deze plaats genoemd is. Het staat weer eens een keertje muurvast; over een afstand van zeker vijf kilometer in de richting Vianen. Bussen hebben er geen last van: langs de A2 ligt een kilometerslange busbaan. De bussen die ik zie passeren zitten, in tegenstelling tot de mijne, behoorlijk vol. Lijn 154 rijdt in de spits 2 keer per uur; de lijn wordt versterkt met lijn 153 (Utrecht CS - Ameide).
Eindpunt. Tussen Nieuwpoort en Utrecht heeft de bus slechts 4 maal gestopt.
Eerst geldt het devies: "terug langs dezelfde weg". De bus zakt naar het zuiden over de busbaan langs de A4. We hebben 45 man aan boord. Niets is betere reclame voor de bus dan het voorbijrijden van langzaamrijdend autoverkeer.
Even voor de Lek buigt de bus af naar IJsselstein. Deze plaats wordt bereikt binnen 20 minuten na het vertrek uit Utrecht. De sneltram kan hier met geen mogelijkheid tegenop: tussen de rails ben je meer dan een halfuur onderweg. Wat heet snel? Lijn 195 is niet eens een snelbus!
Na IJsselstein rijdt de
bus langs dorpen met
namen die ik graag mag
gebruiken als
romanfiguur: Benschop, Cabauw, Schoonhoven en Ammerstol. De bus volgt een gestrekte
route en laat zich niet zien in de dorpskernen.
Er komen weer gebouwen in zicht. We rijden Krimpen aan de IJssel binnen. Vijf minuten later stoppen we bij het eindpunt: Metrostation Capelsebrug. Ik moet met de metro terug naar het Centraal Station. Maar daarmee had ik al rekening gehouden.
Frans Mensonides
4 september 1998
Maatschappij | ZWN |
Provincies | Zuid-Holland, Utrecht |
Lengte traject (schatting) | 69 kilometer |
Rijtijd in aangegeven richting (overdag) | 2 uur 03 minuten |
Idem, 's-avonds | n.v.t. |
Exploitatie (maandag - vrijdag) | 06.00 - 21.00 a 0.00 |
Zones | 16 |
Haltes | 92 |
Frequentie | Uurdienst Rotterdam - Utrecht. Overdag versterkt tot halfuurdienst (Rotterdam - Nieuw Lekkerland en Utrecht - Gelkenes; in de spits kwartierdienst Rotterdam - Alblasserdam. Lijn 153 (Utrecht - Ameide) versterkt in de spits. |
NS-stations | Rotterdam Lombardijen, Utrecht CS. |
Overige knooppunten | Ridderkerk Sportlaan, Alblasserdam Dam, Nieuwpoort Dorp, Motel Vianen |
Route | Rotterdam Zuidplein - Lombardijen - Groot IJsselmonde - Ridderkerk - Alblasserdam - Kinderdijk - Nieuw-Lekkerland - Streefkerk - Groot-Ammers - Liesveld - Gelkenes - Nieuwpoort - Langerak - Tienhoven - Ameide - Sluis - Achthoven - Lexmond - Vianen - A2 - Utrecht Streekbusstation |