Een uurtje later loop ik te dwalen over het terrein van de ZWN in Boskoop. Vroeger, in mijn
ROVER-tijd, kwam ik hier altijd met Martin Oudenaarden, die mij nog redelijk in toom wist te
houden. Nu kom ik, zonder last of ruggenspraak, als individuele reiziger. Ook toen kon ik de
ingang al niet vinden; sedertdien hebben ze wat gesloopt en wat bijgebouwd, waardoor alles
anders lijkt. Uiteindelijk wijst een vriendelijke dame me de weg. Ik moet het gietijzeren
wenteltrapje oplopen waar ik al drie keer langsgelopen ben. Daar zou ik nooit zijn
opgekomen. "We moeten er eens een bordje bijzetten" zegt zij, om alle kritiek op deze entree
al bij voorbaat te weerleggen.
Meneer Jut wil beginnen; hij moet straks weg. De kwestie van Ter Aar. Bezuinigingen, u weet wel hoe dat gaat. We kunnen niet iedereen tevredenstellen, dus proberen we de forens in de spits zoveel mogelijk te dienen met snelverkeer. Voor de rest van de dag moet maar een stapje terug worden gedaan. Je moet Ter Aar 's-ochtends verlaten en er 's-avonds terugkeren, dan heb je prima OV. Dat - zoals de lastige klant veronderstelt - de Ter Aarder bewust door de ZWN de bus uit wordt gepest: die veronderstelling is te absurd voor woorden. Maar ja, nogmaals, je kunt het niet iedereen naar de zin maken.
Ik wijs er fijntjes op dat ik als forens blijkbaar tot de doelgroep van ZWN behoor maar toch alle reden heb om dik ontevreden te zijn. Verder moet ik de eerste Ter Aarder, die zich tevreden voelt over de nieuwe dienstregeling, nog ontmoeten. Ook herhaal ik wat ik de chauffeurs heb horen zeggen over de man die nu tegenover me zit. Dit stelt Jut bitter, bitter teleur. Hij heeft over de nieuwe dienstregeling nog wel zulk goed overleg gehad met het chauffeurskorps, en nu dit; achter zijn rug om.
Het verhaal van Jut klopt niet. De meeste chauffeurs die op lijn 149 rijden, hadden voor 24 mei 1998 nog nooit van Ter Aar gehoord, laat staan dat zij zich een gefundeerde mening over de dienstregeling hebben kunnen vormen. Er klopt wel meer niet van wat Jut zegt. Hij beweert vooraf overleg gepleegd te hebben met de gemeente Ter Aar; ik ben er bijna zeker van dat dit niet waar is. Na enig doorzagen blijkt Jut overlegd te hebben met Alphen a/d Rijn over Ter Aar. Nu circuleren er weliswaar geruchten dat Alphen Ter Aar zal inlijven, maar voorlopig is Ter Aar nog een zelfstandige gemeente. Misschien is het verstandiger dat ZWN voortaan met Ter Aar zelf overlegt over het busvervoer in Ter Aar. Het is maar een suggestie, hoor.
Jut heeft nog een andere troef: er is ook overleg gepleegd met de Provincie. Dat wekt geen
verbazing, gezien het feit dat de provincie de streekdienstregeling moet goedkeuren. Naar mijn
oordeel heeft het provinciebestuur die goedkeuring wel erg lichtvaardig afgegeven, maar dat
zal ik de provincie zelf meedelen tijdens de hoorzitting naar aanleiding van de
bezwaarschriften.
Het onderwerp klachten. Wat moet je doen als zelfs de Klachtenservice je klachten niet wil
afhandelen? Een klacht indienen bij Klachtenservice? Ik heb uiteindelijk maar een brief
geschreven naar directeur Modderman. (Dat is ook de reden dat ik hier nu ben uitgenodigd).
Ik antwoord dat ik wél kan vertellen hoe laat en op welke dag het gesprek plaatsvond, maar daar heeft Meijs niets aan; er zitten bij ZWN wel acht dames tegelijk klachten te noteren.
Ik krijg een deja vu ervaring: een half jaar geleden heb ik, in een andere rol, over iets anders,
met iemand anders, op een andere plaats, precies zo'n gesprek gevoerd als dit. Ook toen ging
het over slecht werk, afgeleverd door "Support", een soort Klachtenservice. Ook toen moest
ik man, paard, tijdstip, temperatuur, vochtigheidsgraad, schijngestalten van de maan en
luchtdruk noemen om mijn klacht behandeld te krijgen. Ook in dat geval werd ik impliciet
voor leugenaar gezet. Ik heb er indertijd een verhaal over geschreven. Ik vertik het om in dit
soort situaties te berusten.
"Vijf of zes" zegt Laviere na enkele minuten aarzelend. Zover was ik twee maanden geleden ook al. "Acht!" roept Meijs tegelijkertijd vanachter de computer. "Tenminste, als u reist via Papenveer. Reist u via Papenveer?" Nee hoor, ik reis nooit via Papenveer. Zeker niet sinds ZWN de busdienst daarheen heeft opgeheven. Mevrouw Meijs is geen ster in aardrijkskunde en lijnennetkennis. Maar misschien een heel goede manager; ieder zijn vakgebied.
"Wat wordt het nu, vijf of zes?" vraag ik. Hierover moet het account-team een uitspraak doen,
hoor ik. Dat werd me twee maanden ook al medegedeeld. Alweer een onderdeel van het
ZWN-concern dat niet functioneert. Wanner is de uitspraak van het account team te
verwachten? Onbekend. Hoeveel strippen laat ik dus morgen afstempelen? Tja. Daar krijg ik
een brief over, zeer binnenkort, belooft Laviere.
"Voorburg" antwoord ik vermoeid. Laviere belooft een cultuuromslag. (Dat zei hij vorig jaar ook al). Dat heeft tijd nodig (langer dan een jaar, blijkbaar). Laviere let heel scherp op punctualiteit en op zaken als roken in de bus. Laviere belooft dat afwijkend gedrag gestraft zal worden, bij recidive desnoods met ontslag. Maar de chauffeur waar ik over geklaagd heb; daar mankeert nu net helemaal niets aan; al veertig jaar op de weg en nooit en klacht. Hij weet bovendien ontzettend veel van bussen. Vooral over de motor. En die andere chauffeur: dat kan momenteel niet nagevraagd worden want meneer Staffleu is nu op vakantie.
Aan het eind van bezoek gaan de ZWN en de lastige klant als goede vijanden uiteen. Ze kunnen nog net door één deur, ook al leidt die naar een smalle wenteltrap. Verheugd pak ik de Zomerzwerfkaart aan, die Laviere me aanreikt uit dank voor... voor wat eigenlijk? Deze indiaan is nooit te trots om kraaltjes en spiegeltjes aan te nemen. Voor beide partijen lijkt het me verstandig, dat ik de zwerfkaart besteed aan een rit buiten ZWN-rayon Leiden.
Op de Kalkovenweg in Alphen, een woonervig straatje dat absoluut niet geschikt is voor standaardstreekbussen, schampt de chauffeur van lijn 149 een stilstaande vrachtwagen.
Later op de dag word ik nog gebeld door ene Vermolen, een ZWN-medewerker die me de jobstijding brengt dat ik 6 strippen verschuldigd ben voor al dit moois. Als ik een abonnement neem met Woubrugge als centrumzone, dan kan ik echter volstaan met een driesterrenabonnement. Verder wil hij een gesprek met me over de mogelijkheden tot verbetering van de dienstregeling rond Ter Aar. Ik merk tot mijn plezier dat deze man er iets van begrijpt, een verademing na het gesprek van gisteren. Ik maak een afspraak voor ergens in augustus. Er zijn veel klachten binnengekomen, zegt Vermolen; er wordt binnenkort overleg gevoerd met de gemeente Ter Aar. Bij mij breekt de hoop door, dat al het klagen niet vergeefs is geweest.
Die middag loop ik op de Aardamseweg. Mij passeert een lange, zwarte limousine. Onwillekeurig grijp ik naar mijn schedel om een denkbeeldige hoed af te nemen. Maar zie: de zwarte auto begeeft zich niet naar de gemeentelijke begraafplaats, doch halteert bij het busstation. Er stapt een springlevende, strijdlustige dame uit. De auto is geen onderdeel van een begrafenisstoet; het is de Lijntaxi uit Langeraar. (Geen mens gelooft dit verhaal. Waarom heb ik mijn fototoestel niet bij me?) De Langeraarse vertelt dat de lijntaxi gereden wordt door een taxibedrijf uit Nieuwkoop; je moet echter naar Goes bellen om hem te reserveren. "Goes???" brult de opstandige menigte die bij de halte van lijn 149 staat te wachten. "Jazeker, Goes. Voor 75 cent per minuut. Belachelijk duur. En Goes belt vervolgens Nieuwkoop. Lekker efficiënt. En als jullie maar weten dat ik het verrek om meer dan 5 strippen te betalen voor dat ritje naar Leiden! Dan gooien ze me maar de bus uit, maar ik vertik het om bij te betalen voor een omweg!". Dat is taal naar mijn hart; ook ik laat weer vijf strippen afstempelen.
Ik zie de zwarte auto plechtstatig de brug over glijden; richting Nieuwkoop. Mijn eerdere optimisme ten spijt, meen ik getuige te zijn van het ten grave dragen van het openbaar vervoer.
Frans Mensonides,
21 t/m 25 juli 1998
Dinsdagmorgen de 11e augustus een nieuw hoofdstuk in het ZWN-verhaal: een buschauffeur van lijn 149 weigert een oude dame inlichtingen te verstrekken over de halte waar zij moet overstappen. Hij weet de weg niet, want hij komt uit Woerden.
Wonderlijk hoe vaak bij ZWN-wanprestatie goedgepraat wordt met een verwijzing naar de woonplaats van de chauffeur. Ik heb Delft, Den Haag en Leiden ook menigmaal horen noemen als verklaring voor boerelullengedrag. Het begint een beetje te lijken op de running gag uit de legendarische serie Fawlty Towers. In elke aflevering worden de miskleunen van ober Manuel vergoelijkt met "He's from Barcelona". De chauffeur uit Woerden is te besodemieterd om even in het busboekje te kijken. Ook mobilofooncontact vindt niet plaats. Ik stel de Woerdenaar een klacht in het vooruitzicht, waarop hij mij een kwartje aanbiedt om te telefoneren. Uit de ZWN-geldla weliswaar, maar het is toch een sympathieke geste, vooral gezien het feit dan de klachtentelefoon gratis is.
De klacht wordt genoteerd in Boskoop; over mijn vorige klacht deelt het meiske van de
Klachtenservice mede, dat hierover een brief ligt op de Boskoopse burelen die bezig is om
gereed gemaakt te worden voor verzending naar mijn brievenbus. Ik heb hem tot de dag van
heden nog niet in huis.
In Honduras, een land waar volgens Sjoerd efficiëntie niet tot de volksaard hoort, is het
doodnormaal als passagier en chauffeur op kijvende toon staan te onderhandelen over de
ritprijs, maar in een Nederlandse streekbus (zij het van derde wereldgarnituur) kijken de
passagiers er wel van op. Het eind van het liedje is dat ik buiten sta en de chauffeur me
smeekt om weer binnen te komen. In dat proces heeft hij duidelijk geen zin. We maken het af
op zes strippen. Er komt er dus een bij. We arriveren drie minuten te laat in Leiden, hetgeen
veroorzaakt wordt door het feit dat de chauffeur zich nu zelfs aan de maximum snelheid houdt
en stopt voor een slecht ter been dametje dat nog komt aan"rennen". Alweer heb ik de
kwaliteit van een ZWN-rit bewaakt.
Uit mijn telefonische consulten blijkt, dat de beste tactiek is: een uitspraak vragen van de Provincie. Dat doen we dan maar. Ook blijkt dat ik beter in Woubrugge had kunnen blijven staan; dan had ik de ZWN genadeloos terug kunnen pakken via de Geschillencommissie.
Vrijdagmiddag de 14e augustus vindt de chauffeur van lijn 149 v. 14.38 het buitengewoon gezellig in Sporthal annex eetcafé De Vlinder. Zes minuten na de vertrektijd volgens dienstregeling komt hij uit het etablissement sjokken. Ik zeg "Leiden" en hij stempelt 5 strippen af. Een voordelig ritje, vooral als ik merk dat de chauffeur zelfs nog te lui is om bij elke zonegrens zijn stempel te verzetten. Hij laat hem gewoon de hele dag staan op Leiden, wat betekent dat ik straks gratis, zonder kans op uitzetting, op hetzelfde kaartje mag doorreizen naar (bijvoorbeeld) Voorburg. Waar ik, na een weekje ZWN, overigens helemaal geen zin meer in heb.
Ik schreef het vorige zomer al: OV moet gewoon gratis. Misschien wordt het dan vanzelf wel wat leuker.
>>>wordt vervolgd, desnoods gerechtelijk >>>
Frans Mensonides
15 augustus 1998
Vrijdag 28 augustus 1998: Restitutie