Het automatische voertuig naar het Rivium werd ontwikkeld door FROG Navigation systems. Het projectmanagement lag bij de Fa. Mier (ANT; Advanced Netherlands Transport). Op de website Automated peoplemovers staat het project tot in details beschreven. De Parkshuttle werd al in 1995 aangekondigd en leek in de jaren daarna een eeuwige belofte te worden. Toch kwam het futuristische transportsysteem nog net voor het einde van de 20e eeuw gereed. Na een korte proefperiode gedurende de afgelopen winter, werd de parkshuttle in april 1999 vrijgegeven voor het publiek. Je begrijpt: ik erheen.
Schuifdeuren geven toegang tot het voertuigje; tot zover klopt de vergelijking met een lift aardig. Tegelijk met mij stappen twee exotische dames in. Misschien zeggen zij heel wetenswaardige dingen over de FROG, of over iets anders, maar ik kan ze niet verstaan. Er klinkt een bel en de kikker komt in beweging met een huppelgangetje, waaraan hij mogelijk zijn naam dankt. De reis naar Rivium verloopt in een matig fietstempo van krap 15 kilometer per uur. Dat wagentje is nog ruimer dan je op het oog zou schatten; op de zitbanken is plaats voor tien niet al te dikke mensen.
De openbare weg is voorlopig verboden terrein voor de Parkshuttle. Het voertuig trekt zijn baantjes over een speciaal voor hem aangelegd geasfalteerd pad met een breedte van zo'n drie meter. Er ligt "enkelspoor"; onderweg zijn er twee passeerplaatsen. Links en rechts van de baan is een immense zandvlakte die schreeuwt om bebouwing met nog meer kantoren.
Op de tweede wisselplaats komen we tot stilstand. Een tegenligger rolt langs ons heen, ook met zo'n slakkengangetje. Ik hoop dat het computersysteem van de Parkshuttle opereert met een aanzienlijk lager foutenpercentage dan dat van het DRIS in Leiden. Zo niet, dan zal het regelmatig vóórkomen dat twee FROGS midden op het smalle pad met de neuzen tegen elkaar staan te bokken. Als dat gebeurt, hoe kom je er dan uit? Ik - geboren in het pre-automatiseringstijdperk - ben er niet helemaal gerust op. Met een druk op een knop kan een centrale gebeld worden. Spreken in de kikker. Krijg je dan die vermaledijde ZWN-klachtenservice in Boskoop aan de lijn (de wagentjes zijn voorzien van het niet meer bestaande ZWN-logo), of komt er werkelijk een monteur om de zaak vlot te trekken? Of doet het meldsysteem het ook niet meer, in geval van een computerstoring? Waar is het nood-breekijzer om de deuren te openen?
We komen weer in beweging. Letterlijk en figuurlijk hoogtepunt van de rit is de klim over de drukke N210. Deze autoweg wordt overspannen door een smal en hoog bruggetje. Aan de overkant ligt meteen het eindpunt van de Parkshuttle.
Het stratenplan van Rivium is opgebouwd volgens Maarssenbroeks model, dus met stoepen en fietspaden die halverwege ophouden. Er staat een flinke bries; het zand knarst me tussen de kiezen. Ik krijg een beetje het rivium van deze omgeving. Wanneer ik hier rondloop, bedenk ik eens te meer wat een geluksvogel ik ben, mijn brood te kunnen verdienen met uitzicht op het Groene hart.
Een nadeel van de FROG treedt aan het licht: hij heeft maar één halte; aan de rand van het uitgestrekte Rivium-terrein. Wie helemaal aan het eind werkt, tegenover de van Brienenoordburg, moet nog minstens een kilometer lopen van het eindpunt naar zijn werkplek. Gelukkig rijdt er naast de Parkshuttle ook nog een conventionele Connexxionbus, onder lijnnummer 91. Deze komt in alle hoeken en gaten van het terrein. Wat is eigenlijk de toegevoegde waarde van de Parkshuttle, die 3,5 miljoen dollar gekost heeft? Later lees ik, dat dit nog maar de eerste fase is (wat overigens voor de meeste OV-projecten tevens de laatste is). Het lijntje moet uitgroeien tot een dicht netwerk van verbindingen in dit gebied op de grens van Rotterdam en Capelle. Dan komen er ook gelijkvloerse wegkruisingen, waarvoor ik mijn hart bij voorbaat al vasthoud.
Op de terugweg ben ik in het gezelschap van twee forenzen. Geen mensen voor een gezellig praatje, zo te zien.
De klim over de brug naar het Rivium, in vier fasen. Klik op de "thumbnails" voor de foto's
Frans Mensonides
28 mei 1999
Ook Maarten Batenburg nam de Frog.