SJEF KOEKENBAKKER AWARD

OKTOBER 1998

GEMEENTE DORDRECHT

voor het

ANDERHALVEBUSSYSTEEM


De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen. Ook in het Openbaar Vervoer gaat deze Bijbelse waarheid op. Dat is een wrange constatering in een bedrijfstak die al zo ernstig geplaagd wordt door slechte bedoelingen.

Vaak komen de HH planologen met ideeën waarvan je meteen al zegt: leuk geprobeerd; goed meegedacht met je klant, maar het kan niet anders dan mislukken. Het mooie dynamische informatiepaneel, dat er zo aardig uitzag op de tekentafel, meldt na een paar maanden nog steeds dat de buspassagiers moeten doen wat zij al honderd jaar doen, nl. op de bus kijken om achter de bestemming te komen. Marketing-jojo's ontdekken een gat in de markt dat zij opvullen met een twaalfreizenkaart; er is geen hond die hem koopt. Aan Lovers' ideeën over dienstverlening in de trein mankeert niets, behalve dat je erg weinig klanten trekt als je al niet eens in staat bent, treinen te laten rijden. Ik noem maar een paar voorbeelden. (Heb je de laatste flauwe bak over Lovers' Rail al gehoord? Het zou me verbazen; ik heb hem net bedacht. Wat is het toppunt van optimisme? Een jaarabonnement Haarlem - Amsterdam kopen bij Lovers Rail).

Het Stadsvervoerbedrijf van Dordrecht is al jaren aan het rommelen met buslijnen en bustypes. Het begon in 1994, toen men plotseling een zgn. Citybus introduceerde om de oude kern van de stad te ontsluiten. Nu is de binnenstad van Dordt niet al te groot. Precies in het midden ervan ligt de halte Bagijnhof, waar indertijd vrijwel alle stadslijnen en meer dan tien streeklijnen halteerden. De Bagijnhof ligt weer erg dicht bij het station, op een afstand van zo'n 600 meter. Het was maar zeer de vraag of Dordrecht wel behoefte had aan een net van hoogfrequente minibusjes. Al snel werd duidelijk dat de bussen niet overdreven populair waren bij het winkelende publiek. Men bleef gewoon in zijn stads- of streekbus zitten tot aan de halte Bagijnhof, en liep de rest van het stuk.

In 1997 gebeurde dan wat de pessimisten al gevreesd hadden: de reguliere stads- en streekbussen werden verdrongen uit het stadscentrum. Immers: die minibusjes moesten natuurlijk vol. Als je de rest van de bussen schrapt, dan zijn de mensen gedwongen, met die milieuvriendelijke pestkrengen te reizen.

Dit was nog niet alles: ook zette Dordt, ongetwijfeld gedreven door de meest nobele impulsen, een compleet net van "servicebussen" op ten gerieve van de bejaarde en invalide medemens. Zo kende de stad met ingang van juni 1997 drie bustypen, 12 materieeltypen en een stuk of 28 lijnen. Wel erg veel voor een eiland van nog geen 100 km2, waarvan bovendien ruim de helft bestaat uit rivieren, kreken, weilanden, moerassen en drijfzand. De mislukking zat als het ware al bij het plan ingebakken.

Dezelfde maand nog bezocht DDR het project. Het artikeltje is hier gelinkt voor de talloze nieuwe fans van DDR die het indertijd niet gelezen hebben. Het pessimisme dat uit het artikel spreekt, bleek terecht. Niemand kan zeggen, dat De digitale reiziger niet gewaarschuwd heeft voor de zeperd die Dordrecht zich op de hals gehaald heeft. Niemand kan beweren dat de DDR het niet bij het rechte eind heeft gehad. Wat is er allemaal gebeurd?

De busroutes in de binnenstad leden zwaar onder de constante stroom van minibussen, zodat het wegdek nu voor miljoenen guldens gerenoveerd moet worden. De reizigers van "gewone" bussen kunnen niet meer rechtstreeks naar het winkelhart reizen, wat altijd moordend is voor de concurrentie met de auto, fiets en benenwagen. Verder gaat het voorzieningsniveau per november 1998 flink achteruit. Het servicebussensysteem zal bijna compleet sneuvelen Op de website van Dennis Roelevink vind je een compleet overzicht van de wijzigingen. Tot overmaat van ramp werd de Dordtse busreiziger vorige maand getrakteerd op stakingsacties van buschauffeurs, die hun werkgelegenheid zagen verdwijnen bij inkrimping van het driebussensysteem naar een anderhalvebussysteem.

Een "Sjef" is een passend, zij het voortijdig, Sinterklaasgeschenk voor Dordrecht. Daarmee verwerft deze stad het recht, mee te dingen naar de in december uit te reiken "Sjef Koekenbakker van het jaar". Een ding moet nog duidelijk gesteld worden: hoewel Dordrecht in de Provincie Zuid-Holland ligt, is deze sof nou eens niet de schuld van de provinciale ambtenaren. Op het provinciehuis kan dit stukje gelezen worden zonder schaamrood op de kaken. Wie zit daar toch elke vrijdag de halve middag te browsen op de site van DDR??

Graag willen wij van de gelegenheid gebruik maken om één van de eerste digitale foto's op DDR, zo niet de eerste, opnieuw te plaatsen. Dit lachwekkende bushaltetje had net voldoende plaats voor één invalide of bejaarde reiziger. Bij regen, wind en kou bood de wachtplek niet erg veel bescherming tegen de elementen. Ik hoop dat de gemeente deze haltes zal laten staan als monument voor een bussysteem dat geheel gespeend was van realiteitszin. De "Driekleur" ruste in vrede. En nu maar wachten op die watertaxi; dat zullen ze ook wel weer verknallen. DDR zal erbij zijn. Ddr, was dat overigens niet de officiële afkorting voor Dordrecht?


Frans Mensonides
23 oktober 1998