De digitale reiziger presenteert:

SWAB-lijnen Haaglanden


Be good and tell it, zo luidt een bekende stelregel van marketing- en reclamegoeroes. In veel sectoren van onze samenleving wordt alleen tell it in praktijk gebracht en blijft het be good beperkt tot ten onrechte gewekte illusies. In de sector openbaar vervoer kost zelfs het simpele tell it al heel wat hoofdbrekens. In de zeldzame gevallen dat er in OV-land iets positiefs gebeurt, weten de marketeers dit zorgvuldig geheim te houden voor het reislustige publiek.

Op industrieterrein Plaspoelpolder in Rijswijk, waar ik al 21 jaar mijn dagelijks brood bijelkaar verdien, ontdekte ik tijdens de middagwandeling (een slalom langs dubbel en driedubbel geparkeerde auto's) plotseling een nieuwe buslijn: HTM 33. Na enig speurwerk op de halteborden bleek het te gaan om de verbinding Leidschendam - Naaldwijk, die ik aangekondigd had zien staan in het novembernummer van OV-magazine, een vakblad dat vast en zeker niet door alle 20.000 werkers uit de Plaspoelpolder gespeld zal worden. Bus 33 is één van de circa tien nieuwe SWAB-lijnen die rond de jaarwisseling in de regio Haaglanden zijn ingevoerd.

Een collega uit Loosduinen had een vaag krantenbericht gelezen over een rechtstreekse busverbinding vanuit haar deelgemeente naar het industrieterrein in Rijswijk. Nadere informatie kon zij echter niet vinden. Na een ingewikkelde speurtocht in de OVR-thuisplanner kwam ik erachter dat ZWN-bus 51 een verbinding onderhoudt tussen Plaspoelpolder en Den Haag Zuid-West. De bus stopt bij Kraayenstein, zo'n tien minuten lopen van het centrum van Loosduinen. Waar de bus vandaan komt en heengaat werd niet duidelijk. OVR kan nog geen vragen beantwoorden als: "laat eens een routekaartje zien van ZWN-lijn 51", iets waar een klassiek busboekje geen enkele moeite mee heeft.

De in OV-Magazine aangekondigde verbinding Den Haag - Zoetermeer Seghwaart blijkt te rijden onder nr. 50 en doet ook de Plaspoelpolder aan. Ook van deze lijn kan ik het begin- en eindpunt niet vinden. SWAB met de S van secret.


Leidschendam - Rijswijk

Op woensdag 7 januari 1998 stap ik om 8.30 bij Station Leidschendam Voorburg aan boord van een lege bus 33. Tegelijk met een vrouw van een jaar of 25, die verbijsterd tegen de chauffeur zegt: "waar ga jij heen, dan? Naar Nááldwijk???." De bestuurder kan het moeilijk ontkennen. Het staat met grote digitale letters vermeld op zijn lijnfilmkast. De vrouw stapt onmiddellijk uit. Zij kan al nauwelijks geloven dat er een plaats genaamd Naaldwijk bestaat, laat staan dat er ook zomaar bussen naartoe rijden.

De passagiers die in groten getale staan te blauwbekken in de abri's langs de Parkweg, laten mijn bus allemaal doorrijden en wachten op beter. Misschien stappen er bij het station Voorburg wat mensen in, hoop ik vurig. Daar had De digitale reiziger buiten de waard gerekend, want de bus slaat even voor het genoemde station rechtsaf en rijdt industrieterrein De Binckhorst binnen. Hiermee wordt meteen mijn vraag beantwoord naar de zin van een nieuwe buslijn Leidschendam - Rijswijk, terwijl ZWN-lijn 48 precies hetzelfde traject aflegt op ongeveer dezelfde tijd. Er zit dus wel degelijk een klein verschil in de routes. Waar de route van lijn 48 voert langs de woonstede van ROVER's computerwhizzkid en webmaster Arco Sierts, doet mijn SWAB-bus het Haagse industrieterrein aan, waar opvallend veel autohandels, autowinkels, autogarages en autosloperijen gevestigd zijn.

Bij de Geestbrug, nabij het drielandenpunt Voorburg - Den Haag - Rijswijk, smelten de routes van 33 en 48 weer samen. Ik word verlost uit mijn isolement; er stappen niet minder dan 3 passagiers in. Een halte verder, Herenstraat, worden twee bussen van lijn 23 volgestouwd met reizigers. Mijn chauffeur heeft geen zin om hierop te wachten en rijdt om de bussen heen, hoewel hij hier volgens dienstregeling wel moet stoppen. De bus staat vervolgens minutenlang stil voor het verkeerslicht, terwijl beide bussen 23 al lang zijn doorgereden. Een passagier klimt over de hekken van de officiële bushalte en weet lijn 33 nog te bereiken. "Sorry hoor", zegt de chauffeur, "maar dit is nu eenmaal een sneldienst. Ik mag hier officieel eigenlijk niet stoppen, maar vooruit dan maar". Het verbaast me dat dit alles me nog verbaast. Iemand met mijn OV-ervaring zou het zich verbazen zo langzamerhand afgeleerd moeten hebben.

Met vijf man sterk bereiken wij de Plaspoelpolder, waar ik, samen met twee medepassagieres, uitstap op de halte Handelskade. Of liever gezegd, zo'n honderd meter verderop, voorbij de bocht. "Mot ik hier stoppen dan?" roept de chauffeur. Niet alleen passagiers worden onkundig gehouden van wijzigingen; ook het rijdend personeel slaagt er niet altijd in, goed geïnformeerd op pad te gaan. We lopen gedrieën terug naar de halte. "Hij staat er niet op", zegt een van de dames. "Jawel hoor, op de achterkant" zeg ik triomfantelijk. Het misverstand is verklaard. Die chauffeur had niet door dat een halte, als zoveel dingen in het leven, twee kanten heeft.

Alvorens naar mijn baas te lopen, het bedrijf met de saaiste website van Europa, bestudeer ik de halteborden om wat helderheid te verkrijgen over de kwestie van lijn 50 en 51. Deze lijnnummers komen echter niet voor. Vanmiddag maar weer eens naar kijken, tijdens de slalom langs de auto's. Maar eerst, in de koffiepauze, wat telefoontjes plegen. Als ik het nummer draai van Stadsgewest Haaglanden, verantwoordelijk voor het OV in en rond Den Haag, krijgt ik de provincie aan de lijn. Haaglanden is verhuist. Ik draai het nieuwe nummer en laat de telefoon 25 keer overgaan. Een lodderige juffrouw neemt op. Ik wordt doorverbonden en opnieuw doorverbonden. Iemand deelt me mede dat ik bij HTM moet wezen; geen idee bij wie, maar als ik vraag naar Voorlichting komt het allemaal dik in orde. "Ik kan u echt niet helpen meneer; alles zit hier nog in dozen".

HTM gebeld. De man van PR wil mijn klacht over de geringe wegbekendheid van de chauffeurs wel noteren. Voor het hoofdstuk informatievoorziening moet ik echter iemand anders hebben. Die is nu in gesprek. Ja, het is wel jammer dat er zo weinig tijd was om de chauffeurs te instrueren over de rijroute en de haltes. Nieuw terrein, moet je denken; zo ver als Naaldwijk is de HTM nog nooit gekomen in zijn geschiedenis.

Bij de tweede koffie nog maar eens de HTM gebeld. De persoon die over de voorlichtingscampagnes gaat is nu afwezig. Er is echter een voorlichtingsfolder en het is ook de bedoeling dat deze verspreid wordt onder de bedrijven in de Plaspoelpolder. Zoveel is wel bekend. Mij wordt toegezegd, dat ik enkele exemplaren van de folder zal ontvangen, dan kan ik mijn collega's in ieder geval verder helpen.

In de pauze loop ik met Marcel Kouwenhoven, tussen twee wolkbreuken door, naar de Volmerlaan, aan de spoorzijde van de Plaspoelpolder. Hier zien we de nummers 50 en 51 op de halte staan. Er rijdt meteen al een bus van lijn 50 langs; helemaal leeg. 50 en 51 onderhouden een verbinding tussen Zoetermeer Seghwaart en Den Haag Zichtenburg via Rijswijk. 51 rijdt in Den Haag via de Meppelweg; lijn 50 niet. Meer weten we niet over de route; deze staat nog niet ingetekend op de lijnennetkaart in de abri. 's-Morgens rijdt lijn 50 alleen richting Den Haag en lijn 51 alleen richting Zoetermeer; 's-middags is het allemaal precies achterstevoren andersom. Beide lijnen rijden ook tussen de spitsen in en wel in uurdienst. "Die folder die jij van HTM krijgt" zegt Marcel, "staan daar nu ook lijn 50 en 51 van de ZWN in?". Ik ben het vergeten te vragen. Het zou best eens kunnen van niet. Afwachten.

Rijswijk - Den Haag Zichtenburg

Om 16.55 klim ik op de Volmerlaan aan boord van lijn 51, die volgens de lijnfilm Den Haag Houtwijk als eindbestemming heeft. Dat is iets anders dan Loosduinen en Zichtenburg. Een verrassingstocht: best leuk voor een gewone doordeweekse januaridag. Tot mijn verwondering is de bus niet leeg, maar zijn er 8 passagiers aan boord. Bij De Bogaard, in de buurt van het ministerie van CRM, komen er nog eens vier bij. Sommige mensen kunnen blijkbaar ruiken dat er een nieuwe buslijn is. Of beschikken zij wel over de informatiefolder die ik nog nergens gezien heb?

Je moet hier de bus niet missen. De vorige bus vertrok om 15.42, vijf' kwartier geleden. Vanaf 16.53 wordt elk half uur gereden tot 18.52. Om 19.52 volgt dan nog een late rit. Eindelijk is gehoor gegeven aan de wens voor avondritten t.b.v. schoonmaakpersoneel en overijverige kantoorbedienden. We rijden langs de steenklompen van Rijswijk Steenvoorde en langs de Strijp, een nieuwbouwwijk die verstoken is, en blijft, van ontsluitend openbaar vervoer. Lijn 51 volgt in grote lijnen de route van HTM-bus 23 maar rijdt veel en veel sneller. Lijn 23 maakt allerlei kronkelingen en stopt bij iedere boom.

De verassingstocht voert door Moerwijk (langs het eindpunt van lijn 16). Daarna neemt de bus de beloofde Meppelweg. Op lijn 25 (CS - Vrederust), de drukste buslijn van Den Haag, rijden sinds kort gelede bussen. Vlak voor kerstmis heb ik de complete rit eens gemaakt. 35 minuten boemelen door de Haagse verkeersknoop. Zo'n gelede bus heeft veel extra ruimte, die in Den Haag vooral benut wordt voor extra staanplaatsen. Ik heb 35 minuten lang zitten en staan te verlangen naar een vierbaans hoogwaardige metrotunnel Haag CS - De Uithof.

Met lijn 51 bereik ik inderdaad Houtwijk, maar nog weinig mensen maken aanstalten om uit te stappen. Ook Loosduinen ligt wel degelijk op de route. We rijden achter tram 2 aan. Op de Loosduinse Hoofdstraat stappen de meeste passagiers uit.

Lijn 51 heeft zijn eindpunt op de Zichtenburglaan, op de grens van een woonwijk en een industrieterrein. Daarmee wordt het woon-werk karakter van de buslijn nog eens benadrukt. De rit, dwars door de Haagse avondspits, heeft nog geen 25 minuten geduurd. Deze SWAB-lijn biedt vele werknemers een snelle rechtstreekse verbinding tussen huisdeur en fabriekspoort. Ik kan geen geldige reden bedenken om hem geheim te houden.

Zoetermeer - Rijswijk

Vrijdagmorgen vind ik een enveloppe van de HTM op mijn bureau. Hij bevat vijf uitgebreide informatiefolders over lijn 33, compleet met dienstregeling. Dat laatste meld ik er maar even bij, want het is geenszins vanzelfsprekend. Niet zelden wordt de reiziger in zo'n folder doorverwezen naar OVR, waar de gevraagde informatie voor 75 cent per minuut verkrijgbaar is.

Zoals gevreesd staat in deze brochure niets vermeld over de nieuwe ZWN-lijnen. Samen Werken Aan Bereikbaarheid gaat blijkbaar nog niet gepaard met een gezamenlijke informatiecampagne. Ik bel de HTM, maar degene die over de campagnes gaat is niet aanwezig. Bij het servicenummer van ZWN word ik wel doorverbonden met iemand die mij te woord kan staan. Over de introductie van de lijnen 50 en 51 is onlangs een brief verzonden naar alle bedrijven langs de route. Als wij hem niet ontvangen hebben, dan wil zij hem nog wel even nasturen. Ik bind haar op het hart, de folders ter attentie van mij persoonlijk te zenden. Het is mijn ervaring, dat busbrieven bij ons op de zaak vaak belanden in handen van autofanaten en vervolgens spoorloos verdwijnen. Vervoersmanagement leeft niet in ons bedrijf; ik heb er ooit een vraag over gesteld aan de Ondernemingsraad, maar daar heb ik geen erg bevredigend antwoord op mogen ontvangen.

***

Na een veel te kort weekend stap ik maandagmorgen om 7.59 bij station Leiden Lammenschans op ZWN-bus 204 (Spitssneldienst Leiden - Zoetermeer - Rotterdam). Bus 204 bereikt Zoetermeer binnen een kwartier. De snelbus maakt op het traject Lammenschans - Zoeterwoude Dorp gebruik van een vrije busbaan, zodat wij de kilometerslange file bij de oprit naar de A4 omzeilen.

Op het traject Leiden-Zoetermeer wordt de spitslijn vooral gebruikt door ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs. Bij deze halte stappen de meeste van de ca. 25 passagiers dan ook uit. Lijn 204 bestaat al sinds het begin van de jaren negentig en heeft dus niets van doen met de SWAB-golf, die momenteel over ons land raast. De reden dat ik deze bus toch neem is de overstap op lijn 50, die geboden wordt bij busstation Centrum West. Dit is het knooppunt van het Zoetermeerse openbaar vervoer. Zo'n 12 stads- en streeklijnen bieden hier aansluiting op elkaar en op de sprinter richting Den Haag, die in de spits elke 7,5 minuten vertrekt.

Het busstation ligt er rond kwart over acht verlaten bij; vrijwel alle bussen vertrekken hier om 04 en 34 minuten over het hele uur.

Zoetermeer is bezig Leiden in te halen qua inwonertal. Misschien is het moment van passeren al achter de rug, ik weet het niet precies. Deze boomtown kent fanatieke liefhebbers en niet minder fanatieke haters. Ik behoor tot de laatste groepering. Er gaan complete kalenderjaren voorbij dat ik geen voet zet op Zoetermeerse bodem. De ingewikkelde, krakelingvormige route van de sprinter heb ik pas een keer of drie, vier gereden in de ruim twintig jaar dat deze bestaat.

Van het busstation zie ik lijn 174 (Zoetermeer - Rijswijk) vertrekken, met 7 minuten vertraging. Ik wacht op lijn 50 (Zoetermeer Seghwaart - Rijswijk - Den Haag Zichtenburg). Deze vertrekt volgens dienstregeling om 8.25. Ik zie de bussen met vertrekttijd 8.34 een voor een arriveren. Nog steeds geen lijn 50 in zicht. De aansluitingen verlopen vanmorgen niet zonder problemen. De eerste bussen van 8.34 zijn al weggereden, terwijl er nog uit alle hoeken en gaten vertraagde bussen aan komen rijden.

"Alles zit vast; in heel Zoetermeer" meldt een studente. "Die bus komt niet meer, denk ik. Ik pak de trein wel". Een voorbeeld ter navolging. Alles beter dan lijdzaam staan afwachten, tussen de menigte makke schapen op het busperron, die is aangegroeid tot een schaap of 40. Om 8.45, na een halfuur blauwbekken, stap ik met zo'n kleine 100 Zoetermeerders in de sprinter richting Den Haag. Op het viaduct over het spoor zie ik nog diverse bussen staan die tien minuten geleden al van Centrum West zijn vertrokken. De studente heeft niet overdreven; Zoetermeer staat inderdaad helemaal vast.

Ik stap uit bij Leidschendam-Voorburg. Met bus 45 plus bus 48 weet ik mijn kantoor rond 9.20 te bereiken, nog 5 minuten eerder dan mijn collega uit Gouda, die een sluiproute had genomen en daar drie kwartier lang vaststond voor een verkeerslicht.

Treinprofessor Maurits van Witsen liet onlangs optekenen dat alleen railvervoer een reële kans heeft, de strijd met de file te winnen. Op deze slecht begonnen maandagmorgen zal ik de laatste zijn om dit te bestrijden.

***

Een paar dagen later ligt er een enorme enveloppe op mijn bureau, afkomstig van ZWN. Er zitten folders in over lijn 50, 51 en HTM-lijn 33!. Zo'n 50 folders per lijn. Rijkelijk veel, als je vraagt om een paar foldertjes. Maar goed, ik heb ze binnen.



Rijswijk - Naaldwijk

Op maandag 19 januari sta ik rond de klok van tien voor vijf bij de halte Handelskade in Rijswijk. Zo'n uurtje vroeger dan normaal en aan de andere kant van de straat. Naaldwijk is vandaag mijn reisdoel.

De chauffeur van lijn 33 weet niet hoeveel strippen het is naar Naaldwijk. Ik weet het ook niet. We maken het af op vier; het lijkt me een redelijk aantal voor ruim een halfuur busplezier. Bovendien kan ik het declareren bij De digitale reiziger.

Negen passagiers, inclusief mijn persoon, bevinden zich aan boord van de bus, op het moment dat we de Plaspoelpolder verlaten. Voor vele duizenden werknemers is op dit tijdstip "de kop van de week eraf". De meesten vieren dit feit in de auto. Van echte files is in Rijswijk geen sprake, wel langzaam rijdend verkeer en lange rijen bij de verkeerslichten. Klant nummer 10 stapt in bij de zuidelijke uitgang van het ondergrondse NS-station; ter hoogte van de Bogaard komen er nog twee bij. Echt druk wordt het niet: twee anderen houden het hier al voor gezien.

Aan de overzijde van de Beatrixlaan, met zijn dikke drommen auto's, stapt niemand meer in. Wij rijden in de richting van de Glazen Stad, die de afgelopen decennia heel wat ruimte heeft moeten inleveren aan de stenen steden Den Haag en Rijswijk. Een oudere collega van mij verdiende in de Plaspoelpolder ooit zijn eerste geld als... aardbeienplukker. De Churchill-laan heette toen nog Kleiweg. Een klant uit Frankrijk stuurt de post voor ons bedrijf nog steeds naar "KEIWEC", gevolgd door ons correcte adres, postcode en woonplaats.

Tussen Rijswijk en Wateringen ligt de Haagse exclave Wateringseveld, een wijk waaraan momenteel driftig wordt gebouwd. In de loop van volgend jaar krijgt Wateringseveld een tramverbinding met Den Haag CS: HTM lijn 17. DDR bericht regelmatig over de aanleg.

Bij de kerk van Wateringen stapt nog een passagier in, overgecompenseerd door twee uitstappers. Huizen maken plaats voor kassen. Ook zijn er bouwactiviteiten te bespeuren voor een brede autoweg richting Den Haag Vrederust. Er bestaan plannen voor doortrekking van tramlijn 8 of 9 van Vrederust naar Wateringen, maar ik weet niet in welk stadium van uitstel dit project zich bevindt.

In Kwintsheul stapt een reiziger uit; even verder, bij het Westlands Museum, nog een. Geen overdreven boeiend verhaal, vandaag. Het lijkt wel wat op die artikelen uit een veel gelezen blad in kringen van railhobbyisten: "tram 559 werd op 7 december om 11.50 uur door ons trouwe seniorlid Jan Janssen aangetroffen op de Lange Lindelaan met de schroefjes van de achterste bumpernippelpiefjes geschilderd in de nieuwe bedrijfskleuren!". Wat kan mij dat nou verrotten?

Toch nog iets boeiends: bij Honselersdijk passeren wij een hoge, piramidevormig kas (ofwel een kantoor in kasvorm; ik kan het niet goed zien in het schemerduister). Vlak voor 's-werelds op één na de grootste bloemenveiling staan we maar weer eens in de rij bij een stoplicht. Vrachtwagens rijden af en aan. Een Spaanse truck snijdt ons de pas af. Hij moet helemaal naar Sevilla en wil geen minuut verloren laten gaan. Het verkeer in het Westland is chaotisch. OV is nauwelijks een alternatief. Vooral niet wanneer het in dezelfde file staat als het auto- en vrachtverkeer. Het busvervoer in deze streek wordt alleen gebruikt door mensen die echt geen andere keuze hebben. Het mag geen verwondering wekken gezien de rijtijden: Den Haag CS- Naaldwijk duurt 45 minuten; Den Haag CS - 's-Gravenzande zelfs nog iets langer. In de spits rijden enkele snelbussen, maar ook die moeten heel Den Haag door alvorens zij in het Westland achteraan mogen sluiten in het internationale gezelschap van vrachtwagens.

Ik ben heel erg lang niet in Naaldwijk geweest. De lange rij van bushaltes langs de Verdilaan is vervangen door een compact busstation met ruime abri's. Alle bussen vertrekken nog steeds op het hele en halve uur. Mijn bus komt precies om halfzes aan. ik stap over op lijn 126 (Rotterdam Marconiplein - Den Haag CS; totale ritduur een kleine twee uur). De 126 is een drukke lijn. De ochtendspits schijnt op deze route al om 6.00 uur los te barsten. Veel Hagenaars werken in de Westlandse kassen, waar de werktijden zijn vastgesteld door fanatieke ochtendmensen.

Na 20 minuten passeert de bus de Lozerlaan, de grens tussen glas en steen. Tevens de grens tussen stads- en streekvervoer. Vijf tramlijnen, de nummers 2, 3, 6, 8 en 9, hebben hun eindpunt in de buurt van de Lozerlaan. Alleen lijn 6 kruist deze barrière, maar louter om een rondje te draaien in de buurt van het ijsstadion. De andere lijnen blijven veilig aan de Haagse kant. Nooit zijn de plannenmakers op het idee gekomen, één of meer tramlijnen door te trekken naar het Westland. De oogkleppen staan al jarenlang gericht op het oosten (Zoetermeer) en zuiden (Rotterdam) als het gaat om hoogwaardige railplannen.

De bus beklimt de glijbaan naar het busplatform boven Den Haag CS. De rit vanaf Naaldwijk heeft 42 minuten geduurd; het valt me nog niet eens tegen.


Wat doe je met 100 overtollige busfolders? Weggooien is zonde, dus je verspreidt ze. Op woensdag 21 januari gaan wij in de lunchpauze op pad door de Plaspoelpolder en gooien de folders bij willekeurige bedrijven in de brievenbus. ZWN mag trots zijn op zulke passagiers.


Een gedegen studie als deze kan niet zonder slotconclusie. Welaan! Annemarie Jorritsma heeft, tegen het eind van haar ambtsperiode, toch nog een klein beetje waargemaakt van haar bereikbaarheidsidealen, waaraan zij vele liters lippendienst verspild heeft. Een douceurtje van 90 miljoen gulden voor de busforens in de 7 grote stadsgewesten. Maar helpt zoiets nou echt? Afgaande op de eerste ervaringen in Haaglanden moet De digitale reiziger vaststellen dat de SWAB-bussen mank gaan aan het zelfde euvel als het autoverkeer in de spits: files, vertragingen en opstoppingen. Daarbij is de introductie van SWAB verlopen met de in het OV gebruikelijke kinderziekten, waar we zo graag eens vanaf hadden gewild: gammele of ontbrekende halte-informatie, slecht geïnstrueerd personeel en voorlichtingscampagnes die de doelgroep niet helemaal weten te bereiken.

We moeten SWAB krediet geven: vaak duurt het minstens een jaar voordat een OV-project aanslaat bij het publiek. Ikzelf heb al een tevreden klant geworven voor ZWN lijn 50: mijn collega uit Loosduinen.

De kans is echter ruimschoots aanwezig, dat SWAB niet meer zal zijn dan een druppel op de gloeiende plaat, die even moeilijk is terug te vinden in de statistieken als de niet minder afgezaagde speld in de hooiberg. In dat geval zal de opvolger van Jorritsma eindelijk eens echte maatregelen moeten nemen tegen de spitsfiles. Deze maatregelen zullen dan miljarden gaan kosten; geen miljoenen meer. En als we dat er niet voor over hebben: elk land krijgt die files die het verdient.

Frans Mensonides
19 januari 1998


Naar homepage De digitale reiziger

Naar artikel over SWAB-lijnen in de Rijnmond